Vangheluwe, Léonard … Wat nu?
Opinie, Nieuws, Samenleving, België, Opinie -

Vangheluwe, Léonard … Wat nu?

Twee bedenkingen na lezing van het mijns inziens uitstekende bericht van Jan Blommaert op deze site.

vrijdag 30 april 2010 11:16
Spread the love

   1. Mag iemand die zich uitdrukkelijk niet tot de kerk bekent, oproepen tot begrip en steun voor sociaal-progressieven binnen de kerk? De analyse en oproep van Jan Blommaert lijken me intellectueel correct. Ik zou eenzelfde houding aannemen als iets gelijkaardigs zou gebeuren bij een levensbeschouwelijke instelling die niet de mijne is.

Ik vermoed dat veel lezers het met Jan Blommaert eens waren. Enkele afwijkende reacties klaagden die houding van Jan Blommaert aan. Dit gebeurde naar mijn aanvoelen vanuit een houding die zeer dogmatisch bepaald wordt. (Wat overigens het volste recht is van die mensen.)

   2. Mag een buitenkerkelijke nog verder gaan en uitdrukkelijk aandringen op zelfcorrectie in democratische zin van de kerk? Enerzijds speelt hier de scheiding van godsdienst en staat; anderzijds claimt een aantal confessionele instellingen uitdrukkelijk het officiële aanspreekpunt te zijn bij de overheden voor hun leden.

Enkelen van hen laten zich uitdrukkelijk ook financieren door die overheid. Welnu, in minstens één geval hebben we in België de laatste jaren gezien hoe overheden zich mengden en nog steeds mengen bij het debat over de organisatie van de betrokken levensbeschouwing, namelijk bij de islam.

Een eerste keer ging het over een vermeend tekort aan democratie, een tweede keer over een vermeend financieel gesjoemel bij diegenen die claimden de moslims te vertegenwoordigen. Wat we eruit kunnen leren, is dat enige ‘bemoeienis’ blijkbaar toch wel kan.

Dogmatici (in de twee richtingen) zullen wat ik schrijf, afdoen als flauwe kul. Niet-dogmatici zullen opmerken dat het hier om een delicaat onderwerp gaat, dat een voorzichtig zoeken naar evenwicht vraagt. Maar in enkele uitzonderlijke omstandigheden moet die bemoeienis mogelijk zijn.

Het is vanuit zulke niet-dogmatische opvatting over de verhouding godsdienst en staat, dat ik voorstel om na te denken over het komende post-Vangheluwe-tijdperk. Ik heb mijn tekst beëindigd de avond voor ik vandaag in De Morgen lees dat aartsbisschop Léonard zelf kindermisbruik zou hebben toegedekt.

De Belgische rooms-katholieke kerk heeft beslist een speciale commissie op te richten die zich zal bezighouden met de gevallen van pedofilie. We mogen toch aannemen dat die commissie – met wat vandaag allemaal het licht ziet – de grootst mogelijke armslag krijgt.

De vraag die je hierbij kan stellen, is echter of zo’n commissie voldoende is. Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die vinden dat er nog een commissie zou moeten komen, één die gewoon het ‘welzijn’ zou moeten onderzoeken van al die mensen die als bedienaren van een eredienst van staatswege een loon uitbetaald krijgen.

Noem het een vorm van kwaliteitsbewaking of kwaliteitszorg, zoals die vandaag al gevraagd wordt aan veel verenigingen uit het middenveld. Dat dit ernstig moet gebeuren en met het nodige respect voor de scheiding van kerk en staat, is wat mij betreft een verworvenheid. Maar die vereiste mag geen ‘muur’ zijn die transparantie in de weg staat.

Ik kan erin komen dat sommige mensen die al lang afstand genomen hebben van de kerk dat allemaal niet terzake vinden en gewoon de “hele boel” (zoals dit in hun mond klinkt)  willen zien imploderen, maar dit is ten eerste onrealistisch, en ten tweede niet wenselijk voor de samenleving (maar ik neem aan dat ik daar met veel lezers van mening over zal verschillen). Anderzijds kan ik, voor wie dit idee gunstig genegen is, enkel zeggen: “Pas op, geen tijd verliezen, zo’n  ‘momentum’ als vandaag blijft niet duren”.)

Eigenlijk moeten de kerkelijke overheden leren aanvaarden dat ook zij heel wat te winnen hebben bij een meer systematisch beroep op moderne menswetenschappen en moderne managementinzichten. Zij kunnen slechts winnen bij zakelijke analyses, waarbij zij hun eigen functioneren laten doorlichten.

Het zou hun geloofwaardigheid ten goede komen, op voorwaarde dat zij dan nadien de aangewezen conclusies trekken.Er is een bepaalde mystificatie rond macht waar men eigenlijk best komaf zou mee maken. Zowel de kerk als de samenleving zouden er, in een tijd als de onze, wel bij varen…

Is dit iets wat de gehele samenleving moet interesseren? Een progressief denkende burger moet beseffen dat een samenleving baat heeft bij het zo democratisch en transparant mogelijk laten functioneren van al haar instellingen, ook binnen het middenveld.

Afwachten tot sommige grotere instellingen zoals de kerk in mekaar zouden storten (wat sommigen al vanaf de 19de eeuw in het ‘onmiddellijke’ vooruitzicht stellen) houdt voor de samenleving in haar geheel te veel het risico in dat her en der nog autoritairdere alternatieven als paddenstoelen uit de grond kunnen schieten.

+++ 

Die tekst had ik af … toen het verhaal van Léonard naar buiten kwam. Het brengt me bij een vorig bericht dat ik twee weken geleden gepost had, over een op ons afkomend Vaticaans Watergate, en het brengt me bij een bericht dat ik nog vroeger gepost had: gelovigen (en ook niet-gelovigen) worden meer en meer geconfronteerd met een kerkelijke administratie die volop in implosie is, maar de moed niet heeft – of in ‘hun’ terminologie: de liefde voor het Evangelie niet wil opbrengen – om consequent een stap opzij te zetten.

Het dringt niet tot hen door dat zij het zijn die het christelijk geloof momenteel een enorme schade toebrengen doordat zij de onbaatzuchtigheid (die ze nochtans preken!) niet kunnen opbrengen om zich te laten vervangen door mensen die véél nauwer aansluiten bij wat bij de gelovigen zelf leeft. 

In De Morgen roept Yves Desmet op om een ‘onafhankelijke onderzoekscommissie’ op te richten. Ik begrijp dat idee, maar Desmet zou moeten weten dat de oprichting van een commissie zoals hij ze voorstelt weinig kans maakt.

Veeleer zou ik willen dat instellingen die bij de overheden levensbeschouwingen vertegenwoordigen als rechtstreekse partner en aanspreekpunt ervan, voortaan aan alle regels van transparantie en professionele kwaliteitszorg gehouden zouden zijn, wat hun hun interne door hun theologie opgelegde structuur ook moge zijn. 

Als ze althans hun positie willen erkend zien, en zéker als ze dan ook nog eens gefinancierd willen blijven. Zoiets is namelijk geen inbreuk op de scheiding van kerk en staat.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!