Van gemeenschapswacht tot agent?

Van gemeenschapswacht tot agent?

donderdag 6 maart 2014 14:45
Spread the love

In de jaren dat ik bij de Rijkswacht  werkte, evenals daarna op het het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, tijdens mijn voorzitterschap van de lokale preventieraad Berchem en als oud bestuurder van de provinciale Antwerpse politie-, brandweer- en ambulancierschool (Campus Vesta) heb ik het genoegen gehad om in woelige tijden van demilitarisering en politiehervormingen kennis te maken met de rijke doch complexe wereld en verstandhoudingen binnen het brede veld van de hulp- en preventiediensten.

Ik wil daarbij vooraf benadrukken dat ik hierdoor een mateloos respect heb gekregen voor zij die alle dagen met onze veiligheid bezig zijn en dat ik de eerste zal zijn om hun verdediging op te nemen. Wie mijn daden kent weet dat ik dat ook zelfs in de fysieke praktijk gezet heb. Wat ik hierna schrijf vertrekt dan ook vanuit dat respect voor al de betrokkenen.

Hoewel iedereen de mond vol had/heeft van community policing, nabijheidspolitie, aanspreekbare agenten enz. bleek en blijkt de relatie tussen “ome agent” en “de burger” in de straat verre van evident.

Toen in de jaren negentig van de vorige eeuw de eerste stadswachten (nu gemeenschapswachten) opdoken in onze Belgische steden was men bijzonder terughoudend in de diverse politiediensten. Het heeft jaren gekost en heel wat pendeldiplomatie om dat er een beetje uit te krijgen. Het is en blijft tot op vandaag een wankel evenwicht tussen een dienst van “burgers” en een “politiedienst”. Ook het uitwisselen van harde en zachte info binnen het precaire kader van beroepsgeheim, privacy en vertrouwensrelaties, teneinde op het terrein over all betere, bredere en duurzamere resultaten te boeken is nog al te vaak persoonsgebonden.

Sommige van de reacties die ik vandaag lees over het voorstel van minister Milquet doen me beseffen dat we nog lang niet “thuis” zijn. Wat ik uiteraard wel deel is de zorg voor kwaliteit.

Niemand wil de spreekwoordelijke “hond met een hoed op “ als agent tegenkomen. Integendeel, er wordt al jaren hard gewerkt om agenten beter voor te bereiden op hun werk. En enkele cowboys (en altijd die uitzonderingen die het voor de rest verknoeien, maar waar we het meeste van weten)  niet te na gesproken, lukt dat de laatste tijd aardig.

De agent die je van het terras en zijn bolleke Koninck moest plukken om tussen te komen in een uit de hand gelopen discussie tijdens de jaarlijkse braderij (ik heb dat meegemaakt) is zo goed als verdwenen en de mannen en (steeds meer) vrouwen die de alsmaar serieuzere en complexere taak overnemen zijn op een andere leest geschoeid.

De vele reacties op het voorstel van Minister Milquet om gemeenschapswachten die dat willen, na enkele jaren ervaring en mits positieve evaluatie, de kans te geven om via een verkorte opleiding agent van politie te kunnen worden, getuigen van weinig gevoel voor nuance. Daarbij gaat men ook voorbij aan de essentie en het echte debat.

Wat me ook stoort aan de berichtgeving is het feit dat men doet alsof alle gemeenschapswachten begonnen zijn als langdurig werklozen. Dat is niet waar. Men doet ook alsof die mensen vandaag geen enkele opleiding genoten hebben, ook dat is niet waar, wel integendeel. Zij werden reeds geselecteerd, opgeleid, gewikt en gewogen.

Daarbij, werkloos zijn of geweest zijn, is niet iets vies of maakt een mens niet minder waardig. Ik weet wat ik zeg. Vorig jaar nog heb ik nog eens aan “den dop” gestaan (het was al even geleden). Ook dat is een harde les (die ik als jonge gast vroeger veel te veel gekregen heb) en een verrijking in mijn leven tegelijk.

Daarnaast bewijzen de gemeenschapswachten vandaag alle dagen hun meerwaarde. Daar ze precies niet tot het “politiekorps” behoren werkt dit nu eenmaal drempelverlagend en daar was het hem vanuit preventie oogpunt en integrale veiligheid in het bijzonder om te doen. De aanspreekbaarheid van een vertegenwoordiger van de overheid vergrote daarmee ontegensprekelijk.

Dit geldt vandaag nog steeds. Vele kleine ongemakken en dagelijkse stoornissen worden daardoor eenvoudig meldbaar,  bespreekbaar en zelfs oplosbaar omdat ze door iemand opgevolgd worden. Dit kan een politieman of vrouw gelet hun steeds veeleisendere job niet (meer) of veel te weinig opnemen. Ook de wijkagent slaagt er vandaag amper nog in om al zijn werk te doen, laat staan om daarnaast nog tijd te vinden om met Jan-en-alleman in de wijk een babbeltje te slaan.  En alle meldpunten en gratis nrs  ten spijt is de aanspreekbaarheid op straat van mens tot mens nog steeds een niet te onderschatten troef om tot een breed integraal preventie- en veiligheidsbeleid te komen. Een veiligheidsgevoel is immers een” gevoel” en dus niet afstandelijk te benaderen.

Met de invoering van de GAS boetes en de opleiding die vele van de gemeenschapswachten genoten als GAS-ambtenaar kregen ze iets meer slagkracht om af en toe hun argumenten toch kracht bij te kunnen zetten. Wat doe je immers met een betrapte sluikstorter die doodleuk zijn middenvinger opsteekt tegen de “vertegenwoordiger van de overheid” en dus de rest van de maatschappij.

Het mogelijk maken om een gemeenschapswacht die na enkele jaren positief gewaardeerde dienst agent van politie wil worden, is dan ook niet minder eerbaar dan wanneer het zou gaan over iemand met vele jaren werkervaring in allerlei sectoren en die ervaring, gekoppeld aan zijn/haar levenservaring, wil ten dienste stellen van de gemeenschap. Is er iets op tegen om 45-50-plussers nog de kans te geven om agent van politie of zelfs wijkagent te worden? Zonder dat die ook verplicht moet worden om op zondag de hooligans uit uw voortuin te houden.

Zou het geen meerwaarde betekenen voor het “politiekorps” als geheel dat er voldoende diverse levenservaringen in een team kunnen werken aan de globale veiligheid van uw en mijn wijk?

Of dit via een verkorte of aangepaste opleiding moet verlopen dat doet minder ter zake. De eerste  vraag is of we de terreinervaring van een gemeenschapswacht niet als een verrijking kunnen zien binnen een politiewerking. Voor mij is het antwoord ja. Net zoals ik er voor pleit om mensen met een zekere leeftijd en dus levenservaring (die al dan niet ongewild zonder job vielen of gewoon een ”late roeping” hebben) ook tot de lokale politie toe te leiden op een andere dan de klassieke manier en ze zo agent en of zelfs wijkagent te laten worden. Als we als federale overheid de plus van 50-plussers onder de aandacht brengen mogen we ook geen kansen alten liggen om zelf het goede voorbeeld te geven.

De vraag die je je dan moet stellen is: hoe slaag je er in van die mensen in het politiekorps te krijgen? Schrikt het hen af om de hele basisopleiding te moeten volgen alsof men nog niets gepresteerd heeft in het leven en dus die verworven competenties niet kunnen meetellen?. Kunnen we ook niet meer functiegericht opleiden?

Wie vandaag commissaris wil worden en een master heeft kan via een verkorte vooropleiding deelnemen aan de officieren opleiding en nadien commissaris worden zonder één dag politiewerk verricht te hebben. In functie van een versnelde professionalisering van het officierenkorps was dit ook een keuze. Dat zo iemand het bijzonder moeilijk heeft om “gedragen “ te worden binnen het korps waar hij of zij leiding aan moet geven is een publiek geheim. Ik heb het daar altijd moeilijk mee gehad, maar ik misken niet dat dit ook wel een aantal goede en hooggekwalificeerde leidinggevende krachten heeft opgeleverd.

Wie vandaag als gemeenschapswacht wordt ingezet bij een manifestatie heeft bij mijn weten nog nooit een agent in gevaar gebracht maar wel de agenten die de ordedienst verzorgen ontlast, waardoor die zich op een beperkter aantal taken kunnen concentreren. Dat mensen het onderscheid niet kunnen maken tussen een gewoon agent of een ander kan geen argument zijn om er tegen te zijn. Toen destijds de Rijkswacht ook miliciens telde maalde niemand er om dat die jongens enkel maar mochten optreden onder toezicht van een volwaardig opgeleide rijkswachter. Zij waren ook verkort opgeleid, deden in het bijzonder ondersteunende taken, niet meer maar ook niet minder.

Anderzijds mag men niet de vergissing maken om de gemeenschapswachten op termijn te willen inlijven bij de lokale politie of van daaruit aan te sturen. Wie dat wil realiseren die snapt de meerwaarde en de complementariteit niet die een goede samenwerking tussen beide diensten kan betekenen in de veiligheidsketen en daar waar het “werkt” ook betekent.

Peter Raats

Sp.a 3de opvolger kamer (kieskring provincie Antwerpen)

(Peter Raats Werkte van 1989-91 als burgerspecialist op de Koninklijke Rijkswachtschool -audio visueel centrum- waarvan 1 jaar als milicien brigadier. Werkte in 1996 op het arrondissementscommissariaat van Antwerpen. Tussen 1997-2003  op het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid. Was tussen 1997 en 2006 voorzitter van de lokale preventieraad Berchem en tussen 2009-2013 lid van de raad van bestuur van Campus Vesta.)

take down
the paywall
steun ons nu!