Van boek naar film: Gerbrand Bakker over ‘Boven is het stil’
Nieuws, Samenleving, Cultuur, Interview, Gerbrand Bakker, Nanouk Leopold, Boven is het stil, Boekverfilming -

Van boek naar film: Gerbrand Bakker over ‘Boven is het stil’

Vaak is het boek beter. Soms de film. Maar heel af en toe zijn het boek en de film elkaar waard. Dat is zo met 'Boven is het stil', waar de visuele taal van cineaste Nanouk Leopold en de literaire stijl van schrijver Gerbrand Bakker even krachtig en ingetogen zijn. Na een Gentse avant-première praatte Bakker over zijn bestseller, de verfilming, creatief droogstaan en... Quentin Tarantino!

dinsdag 16 juli 2013 11:00
Spread the love

In hun geboorteland Nederland hebben Nanouk Leopold en Gerbrand Bakker naam gemaakt. De eerste als cineaste van ingetogen, minimalistische en observerende films (Guernsey, Wolfsbergen, Brownian Movement). De tweede als auteur van een contemplatieve, suggestieve en literaire bestseller: Boven is het stil.

In Vlaanderen zijn beiden nobele onbekenden. Dat kan echter veranderen na Leopolds zinderende verfilming van Bakkers aangrijpende debuutwerk, ook al is een release in volle zomervakantie wat ongelukkig. Cineaste en schrijver bezitten immers een gelijkaardig talent; namelijk het vermogen dingen te laten zien zonder ze te tonen en zaken in woorden te onthullen zonder ze te benoemen.

Boven is het stil is een vader-zoonverhaal vol frustraties, loutering en verzoening (met zichzelf). Centraal staat Helmer, een boerenzoon die opgesloten zit in een leven/bedrijf dat niet het zijne is, maar dat van zijn vader. Wanneer de zieke, oude man naar een kamer op de bovenverdieping verhuist, betekent dit voor de zwijgzame boer een nieuwe start. Een nieuwe lente, een nieuw geluid.

Maar wat met de verdrongen gevoelens? Met de pijnlijke herinneringen? Met de ook al gesloten melkrijder? Met de voorzichtige toenadering? Met de stilte? Met de dood? Met de liefde voor het leven? Met de dieren en de natuur? Dat is voer voor Bakkers enigmatische ik-verhaal en Leopolds ascetische, uitgepuurde romanbewerking.

Als schrijver zit je overigens altijd in een win-winsituatie, zei Bakker toen hij in Gent de film kwam voorstellen: “Ik wou niets met de verfilming te maken hebben, omdat het twee totaal verschillende vakken zijn, schrijven en films maken. Maar als schrijver kan je nooit verliezen. Stel dat mensen het een enorm slechte film vinden, dan zullen de recensenten schrijven dat het boek veel beter was. Dan win je als schrijver. Wordt de film daarentegen een succes, dan verkoop je een aantal extra filmedities”.

Dat Gerbrand Bakker ook een aangenaam verteller is, merkten we toen we na de festiviteiten – de vertoning kaderde in de voorstelling van het ‘Film en Literatuur’-nummer van het literaire tijdschrift Gierik – met hem plaatsnamen op een terrasje. Leuke verhalen bij de vleet (o.a. over zijn kleine cameo als beddenbezorger in de film), maar vooral ook een erg eerlijke ‘stand der dingen’.

Van rotgedachte tot roman

‘Boven is het stil’ was je literaire debuut. Wat deed je daarvoor?

“Ik ben 7 jaar ondertitelaar geweest, onder andere van een groot aantal natuurdocumentaires en de soap The Bold and the Beautiful. Tijdens die periode, tot 2002, heb ik ook drie jeugdboeken geschreven. Eerst twee etymologische, verklarende jeugdwoordenboeken: Hoe het mannetje mannequin werd… en Hoe het karretje carrière maakte…

Daarna vroeg mijn uitgeefster me of ik niet eens een roman wou schrijven. Het resultaat was Perenbomen bloeien wit. Het boek is in 2007 heruitgegeven voor volwassenen. Het werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1999. Boven is het stil is van 2006. Daar zit zeven jaar tussen. Zeven enorme zoekjaren: wat met dit, hoe gaat dat…”

Wat was eigenlijk de aanleiding voor je boek? Een idee, een gebeurtenis, een herinnering…

“Ik was op vakantie in Corsica, waar ik de GR20 bewandelde met een groep van de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging (NKVB). Ik kende die mensen totaal niet en voelde me doodongelukkig. Tijdens die tocht -over best gevaarlijke paadjes- kreeg ik het idee iets te schrijven over een zoon, een vader en iets heel ergs. Soms denk ik dat het idee voortkwam uit het feit dat de groep me niet lag en ik er niet echt bij paste. In ieder geval voelde ik me slecht en kreeg ik daardoor zo’n rotgedachte.”

Je schreef het boek dus om dat onaangename gevoel van je af te schrijven, te vertalen in iets anders?

“Ja, maar het zou nog een half jaar duren voor de eerste zin op papier stond. Ik kreeg het idee in juli, maar er kwam geen verhaal, er kwam niks. In november heb ik me uiteindelijk gefrustreerd aan mijn schrijftafel gezet en schreef ik wat de eerste zin van mijn boek zou worden: “Ik heb vader naar boven gedaan”. Geweldig was dat. Meteen had ik de toon gezet. Op zes maanden tijd was het boek af. In een boek gaat het me niet om het verhaal, maar om de sfeer. Die had ik plots te pakken.”

Als vader naar boven verhuist, knapt zoon Helmer beneden zijn eigen leefruimte op. Er ontstaat een fysieke afstand tussen beiden. Het betekent de start van een geestelijke toenadering tussen vader en zoon. Was dat idee er al van bij het begin?

“Neen. Je analyse klopt, maar het idee is onbewust gegroeid. Door die eerste zin zat ik met twee personages: een ‘ik’ en een ‘vader’. Vervolgens zag ik wel wat er gebeurde. Lang nadat het boek gepubliceerd was, heb ik inderdaad gemerkt dat je door die fysieke afstand, letterlijk ‘weg met jou’, juist dichter bij elkaar komt. Dat is ook wat er gebeurt in het verhaal, maar ik heb het dus niet van tevoren bedacht. Dat doe ik nooit.” 

Van bestseller tot creatieve droogte

Je werkt gewoon intuïtief.

“Er komt wat er komt. Soms komt er niets. Op schrijfvlak sta ik nu al een tijdje droog. Sinds de publicatie van De omweg in 2010, heb ik niets meer geschreven. Ik heb er gewoon geen zin in. Het rare is dat ik wel weer zin heb om er zin in te hebben. Ik ben immers het gelukkigst wanneer ik heel geconcentreerd bezig ben met een boek. Dáár heb ik zin in, in dat zalige geluksgevoel. Concentratie, onbewust iets creëren: heerlijk.”

“Zoiets kun je echter niet oproepen. Het gebeurt, of het gebeurt niet. Ik maak me er evenwel niet druk om, omdat ik het ontzettende geluk heb dat alles op rolletjes loopt. Zo komt mijn laatste boek uit in twaalf landen en zal het ook verfilmd worden.”

Bedoel je dat de druk daardoor minder groot is?

“Het betekent dat ik een soort ruggensteun hebt. Ik heb nu drie en een halve roman geschreven: drie gewone romans en de jeugdroman die heruitgegeven is in een versie voor volwassenen. Daar worden nog steeds dingen mee gedaan. Dat voelt heel lekker aan. Zo won De omweg begin mei in Engeland de Independent Foreign Fiction Prize. Een heerlijk gevoel, want Engeland is toch een literatuurland.”

“Als ik de Engelse vertaling lees, door David Colmer, van een van mijn eigen boeken, dan denk ik: wie heeft dit geschreven? Echt waar. Dan overvalt me de gedachte dat het geschreven zou kunnen zijn door Ian McEwan, of Iris Murdoch en besef ik dat ík het geschreven heb. Iemand anders heeft het boek vertaald, maar de auteur, dat ben ik.”

“Door die ruggensteun, kan ik me nu bezighouden met andere dingen. Ik heb een huisje met een tuin gekocht in de Eiffel en ben daarin aan het werken. Dat kan, want er komt geld binnen. Heel prozaïsch, maar zo is het.”

De drang om iets te creëren is dan even weg…

“Inderdaad, geen idee wanneer die terugkomt. Dat vind ik zelf best wel een beetje spannend.”

Moet je afscheid nemen van wat je al gedaan hebt om aan iets anders te kunnen beginnen?

“Ik denk het. Volgens de bekende Nederlandse jeugdschrijver Dolf Verroen, een goede vriend van me, hoort alles wat ik tot nu toe gemaakt heb erg bij elkaar. Het is een soort afgemaakt geheel.”

“Misschien ben ik nu stiekem aan het composteren. Ik composteer letterlijk in mijn tuin, maar ook in mijn hoofd. Zoeken naar iets nieuws, maar op een onbewuste manier. Het komt wel. Ik ben niet van het bewuste type. Ik kan die dingen niet forceren. Sommigen kunnen dat wel, en die schrijven slechte boeken.”

Van boek naar film

Misschien is de verfilming van je boek door Nanouk Leopold een kans om aan een nieuwe fase te beginnen. Je zegt dat je bij vertalingen nieuwe dingen ontdekt over je eigen werk, was dat bij de verfilming ook het geval?

“Heel erg. Zoals ik al zei: ik heb zin om weer zin te hebben. In mijn huis in de Eiffel is net een nieuwe betonvloer gelegd. De benedenruimte wordt een soort werk- en opslagruimte. Erboven komt een mooie, grote schrijfkamer. Ik hoop dat de kamer af is tegen september of oktober. Dan komt er ook een houtkachel. Ik zie mezelf al zitten in mijn nieuwe schrijfkamer…”

…omringd door de natuur. Die is sterk aanwezig in de film, maar nog nadrukkelijker in je boek.

“Dat komt, denk ik, doordat je bij het schrijven dingen op een heel andere manier kunt beschrijven dan wanneer je een film maakt. De natuur is in het boek misschien iets organischer aanwezig. Dat komt waarschijnlijk doordat we in het boek enkel Helmer volgen, die meestal in de natuur zit. In de film komen daarentegen ook andere personages aan bod. De natuur is er louter achtergrond.”

Ik bedoelde dat de natuur in het boek meer een personage wordt.

“Dat klopt. In de film wordt het al snel een decorstuk.”

Komt dat doordat jij meer vertrouwd bent met de locatie?

“Dat heeft voor een stuk met het medium te maken, denk ik. Dat zegt Nanouk ook altijd, telkens we de film samen inleiden of bespreken. Zoals vanavond in arthouse Sphinx in Gent: “Sorry mensen, ik heb maar 90 minuten om een verhaal te vertellen”. In een boek krijg je natuurlijk veel meer ruimte en rust om dingen uitgebreid te beschrijven. Dat kan Nanouk niet, of je krijgt een film die drie uur duurt. Dus moet ze keuzes maken.”

Die tijdsbeperking is slechts een deel van het verhaal. Het heeft natuurlijk ook veel te maken met Leopolds minimalistische stijl.

“Een erg mooie stijl. Daarom ben ik heel blij met Nanouk. De lezer en kijker moeten natuurlijk in het verhaal mee willen gaan. Zich eraan overgeven. Als de eerste vijf bladzijden of minuten je irriteren of onverschillig laten, dan komt het niet meer goed, denk ik. Als iemand mijn boeken maar niks vindt, heb ik daar geen probleem mee. Ergens snap ik het zelfs wel. Ik heb het gevoel dat Nanouk ook zo is. This is what you get.”

“Als je wel meegaat in het verhaal, kan ik me voorstellen dat je de film prachtig vindt. Het is mooi dat er een soort verwantschap is tussen schrijver en film.”

Hoe hebben jullie elkaar eigenlijk gevonden? Wou zij het boek verfilmen?

“De producentes Stienette Bosklopper en Els Vandevorst namen in 2007 samen een optie op de rechten van het boek. Nanouk, die tot dan enkel eigen verhalen had verfilmd, werd gevraagd om van het scenario een draaiboek te maken. Naar eigen zeggen werd Nanouk verliefd op het hoofdpersonage. Uiteindelijk vond ze het verhaal zo goed, dat ze de film zelf wou regisseren.”

“Tot hiertoe had ze enkel vrouwenfilms gemaakt. Vooral met blote vrouwen. Het was dus haar eerste ‘mannenfilm’. Toen de film af was, besefte ze dat het verschil eigenlijk niet zo groot is. Deze film gaat immers ook over liefde. Dat vond ze heel confronterend.”

“Dankzij deze film beseft Nanouk dat ze eigenlijk alle kanten uit kan. Nu wil ze ook een thriller maken.”

De ene brutaliteit is de andere niet

Regisseurs worden vaak in een keurslijf gedwongen. Daardoor kunnen ze zich aanvankelijk goed profileren. Voor mensen die zich creatief nog niet helemaal ontwikkeld hebben, maar toch al een imago en stijl hebben, kan dat ook een val worden.

“Kijk naar Quentin Tarantino. Het spijt me zeer, maar ik ben helemaal klaar met die man. Hij maakt steeds weer hetzelfde soort film. Er bestaat ook een YouTube-filmpje waarin hij razend wordt op een journalist die gewoon correcte vragen stelt. Hij gaat totaal over de schreef. Dan denk ik, man, doe eens even normaal. Ik vond dat tamelijk ontluisterend. Het deed me nadenken waarover zijn films eigenlijk gaan. Ze zijn echt leeg en hol.”

Even terug naar Boven is het stil, wat trok Nanouk Leopold aan in het hoofdpersonage?

“Ik weet het niet, dat was iets intuïtiefs. In Nederland waren er trouwens heel wat mensen die, nadat ze de film gezien hadden, mij met Jeroen Willems (nvda, de acteur die onlangs overleed) verwisselden, ook al lijken we fysiek niet op elkaar.”

“Nanouk zei dat ze een beetje verliefd was op het hoofdpersonage, en later op Jeroen Willems. Ik vroeg haar dus of ze ook verliefd was op mij, maar ze ontkende. Toen ik vertelde dat Willems en ik volgens veel mensen op elkaar lijken, zag ze het plots ook.”

“Het boek is natuurlijk geschreven vanuit het ik-perspectief. Velen denken dan automatisch dat het verhaal over de schrijver gaat. Het is een raar ding, zo’n film.”

Om het goed te kunnen doen, moet je heel brutaal zijn” zei Nanouk in De Filmkrant over boekverfilmingen. Hoe brutaal was zij?

“Nanouk vond een bepaald stuk uit Boven is het stil mooi en heeft zich daarop gefocust in de film. Mijn mening heeft ze daarbij niet gevraagd, wat ik heel goed vond. Bovendien haat ze flashbacks. Alles moet zich afspelen in het nu. Daarom heeft ze fragmenten uit het verleden geschrapt, zoals die over knecht Jaap en de dode tweelingbroer.”

“Ze heeft wel de sfeer behouden en koos ervoor de vader-zoonrelatie te benadrukken. Ook heeft ze het homoseksuele aspect meer naar voren gehaald. Dat thema ligt in mijn boek meer verscholen. De helft van de Nederlandse vrouwen die het lazen, hebben daar totaal overheen gelezen.”

Heb je dankzij de film dingen bijgeleerd over jezelf?

“Natuurlijk. Ik heb de film vier keer gezien en merk nu ook de gelijkenissen op met Jeroen Willems. Nu ben ik er wel klaar mee, ik hoef ‘m niet nog eens te zien. Tenzij in een Duitse, nagesynchroniseerde versie. Dat lijkt me echt wel leuk.”

Het boek ‘Boven is het stil’ is hier verkrijgbaar in onze shop.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!