Van academische vrijheid naar geformatteerde dwang…. Voor behoud vrije wetenschapsbeoefening
Opinie, Nieuws - Marc Rigaux

Van academische vrijheid naar geformatteerde dwang…. Voor behoud vrije wetenschapsbeoefening

Een noodkreet uit de universiteit. Professor Marc Rigaux pleit hard voor het behoud van een vrije wetenschapsbeoefening. Want die is bedreigd door bureaucratisering, zelfs zo pervers dat ze elk verzet tegen het marktdenken uitsluit. Vandaar zijn oproep tot reflectie, om te voorkomen dat de academische vrijheid moet zwichten voor geuniformiseerde dwang.

zaterdag 5 maart 2011 11:27
Spread the love

1. Universiteiten als kenniscentra

Van oudsher zijn universiteiten in de regel kenniscentra, waar aan academici autonomie wordt gegund om nieuwe kennis te verwerven of bestaande kennis te systematiseren en door te geven. De vrijheid van beoordeling staat borg voor de creativiteit, noodzakelijk voor vernieuwend denken.

Om hun werk te verrichten, beschikken academici over de nodige zelfstandigheid… nog even.

De faculteiten zien zich belast met een drievoudige opdracht: de vrijwaring van de kwaliteit van het onderzoek en het onderwijs, de organisatie van de verbreiding van de kennis met respect voor de authenticiteit van de discipline en de bescherming van de individuele academische vrijheid.

Daartoe beschikken de faculteiten over een zekere zelfstandigheid. Het academische beroep is minimaal gereguleerd. Academici worden immers geacht zich volgens een ethische code te gedragen. De beperkte universitaire administratie dient om de academische bedrijvigheid te ondersteunen. De hedendaagse universiteit is in wezen nog – even – op dit historisch gedragen concept gestoeld.

2. Steeds meer bureaucratisering van de universiteiten

Sinds een tweetal decennia ondergaan de universiteiten een processus van voortschrijdende bureaucratisering, die zijn oorsprong vindt in een samenspel van factoren.

Vooreerst dient de afhankelijkheid van de overheidsfinanciering aangestipt. Met als doel de democratisering van het hoger onderwijs, heeft de overheid terecht het geldelijke draagvlak van de universiteiten verbreed. Dat dezelfde overheid toezicht uitoefent op de behoorlijke aanwending van de middelen van de gemeenschap is zonder meer vanzelfsprekend.

Politici hebben echter niet kunnen weerstaan aan de verleiding om directief op te treden en onderzoek en onderwijs inhoudelijk te sturen. Themagebonden projectfinanciering diende en dient hierbij als voornaamste hefboom.

Dezelfde financieringstechniek introduceerde overigens ook de vermarkting in de academische verhoudingen met de bijbehorende academische concurrentie als zaligmakend beginsel. De overheid houdt de knip op de beurs en onderhoudt de interuniversitaire wedijver.

De geestelijke onderdrukking van de academische gemeenschap krijgt een duurzaam karakter.

Financiële afhankelijkheid verwordt tot financiële onderwerping en slaafsheid. De accreditatie en de bijbehorende visitatieoefeningen leiden ertoe dat de geestelijke onderdrukking van de academische gemeenschap een duurzaam karakter aanneemt. Ze bevestigen onomwonden de macht van de administratoren van binnen en buiten de universiteit op de academie.

De administratoren fungeren als spil van de bureaucratisering van de faculteiten. Door de aard van hun functie en de zorg voor het behoud van hun positie groeien ze uit tot intrensieke tegenstanders van academische vrijheid en facultaire autonomie. Meer nog, onder het motto van kwaliteitsbewaking en van nood aan meer performantie wordt de individuele en collectieve weerbaarheid van de academici aangetast en uitgeschakeld. Academici verlenen hand- en spandiensten aan het inblikken van hun vrijheid van onderwijs en onderzoek.

De inzet: elk vorm van verzet tegen het marktdenken uitsluiten

De perversiteit van het systeem gaat zover dat ze niet meer inzien dat de inzet al lang niet meer het behoud van de universiteit als kritisch en creatief kenniscentrum is, maar wel het doordrukken van een geüniformiseerd denk- en handelspatroon dat elke vorm van intellectueel verzet tegen het marktdenken wil uitsluiten.

3. Verwetenschappelijking van de menselijke verhoudingen

Een tweede factor zet het proces van bureaucratisering nog meer kracht bij: de “verwetenschappelijking” van de menselijke en maatschappelijke verhoudingen. Nauw gelieerd met het marktdenken en ondersteund door de informatisering is er in de diverse segmenten van de samenleving een tendens aanwezig om de menselijke verhoudingen te verwetenschappelijken. De intermenselijke relaties dienen geobjectiveerd te worden.

Dit fenomeen gaat gepaard met een formalisering van de verhoudingen en met het kwantificeren ervan. De proliferatie van procedures en formats is daar het meest in het oog springende gevolg van. Door een gestandardiseerd personeelsbeleid dat zichzelf HRM noemt, is het verwetenschappelijkingsproces de sfeer der arbeidsverhoudingen binnengedrongen.

Ook de universiteiten zijn de dans niet ontsprongen…wel integendeel… De reguleringsdrang heeft zich al enige tijd geleden van de universitaire administratoren meester gemaakt. Daarin aangemoedigd en gesterkt door het beleid van de opeenvolgende onderwijsministers en de opzichters van dit beleid (regeringscommissarissen, gezaghebbende- en andere pannels), breiden ze de procedures, de controles en de gekwantificeerde modellen almaar uit.

De vrijheid van onderzoek wordt gestaag uitgehold.

In de aldus “verwetenschappelijkte” academische verhoudingen is er al langer geen plaats meer voor een verscheidenheid van fundamentele waarden en paradigma’s. De vrijheid van onderzoek wordt gestaag uitgehold. In naam van de integrale kwaliteitszorg moeten academische vrijheid, respect voor  wetenschappelijke diversiteit en facultaire autonomie wijken en zwichten voor geuniformiseerde dwang…

De academicus ziet zich voor een pervers dilemma geplaatst; ofwel het format aanvaarden… en zijn vrijheid verliezen, ofwel het format verwerpen… en zich marginaliseren. Het op gekwantificeerde profielen gestoelde ZAP–beleid (nvdr ZAP is Zelfstandig Academisch Personeel) vormt daar een manifeste exponent van en zo krijgt het inblikken van het academische beroep zijn volle beslag.

4. Oproep tot reflectie

Wil men de universiteit als kenniscentrum met een vrije wetenschapsbeoefening redden, verdient het aanbeveling dat de universitaire gemeenschap reflecteert over de aan de gang zijnde processen. Bewustwording en bewustmaking vormen hier meer dan  ooit de sleutelwoorden…

Marc Rigaux
Vertegenwoordiger Zelfstandig Academisch Personeel (ZAP) Raad van Bestuur Universiteit Antwerpen (UA)

 

take down
the paywall
steun ons nu!