De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Bron: Shutterstock

Valse verwachtingen van de arbeidsmarkt

woensdag 20 mei 2020 13:31
Spread the love

Je hoort het steeds vaker: ‘volg je passie’, ‘neem je loopbaan in eigen hand’ of ‘word wat je wil’. Maar kan dat wel? Onze samenleving laat zich voorstaan op gelijke kansen en stelt iedereen verantwoordelijk voor zijn loopbaan alsof je alles zelf in de hand hebt. Keerzijde hiervan is dat je een minder voorspoedige loopbaan helemaal aan jezelf te wijten hebt alsof economie, pech en geluk geen rol spelen. We internaliseren de verwachtingen van de samenleving en moeten het maximum uit onszelf halen. In werkelijkheid zijn er allerlei factoren die op je loopbaan van invloed zijn, zowel in als buiten jezelf.

Neem nu Bart, een vlotte jongen op flashy fluoschoenen die sinds z’n 16de niets liever doet dan uitgaan, dansen, party’s organiseren, dj zijn en muziek maken. Met vakantiejobs heeft hij zelfs zijn kamer kunnen ombouwen tot een geluidsdichte studio, waar hij componeert en mixt tot hij de juiste dansmuziek te pakken heeft. Muziek is leven vindt hij en z’n studie ligt voor de hand: audiovisuele kunsten.

Nu hij 21 is en zijn studie heeft afgerond, moet hij werk zoeken. Al spoedig blijkt dat de arbeidsmarkt alleen op de enkele uitblinker in zijn vak zit te wachten. Hoe kun je met trancemuziek je pensioen halen? Hij weet het niet meer, zal hij niet deelnemen aan de selectieproeven voor politie-inspecteur? Uiteindelijk is hij als logistiek medewerker bij een fabriek van hogedrukreinigers aan de slag gegaan. En zo beland je vaak heel ergens anders dan waar je passie naar uitgaat.

Ken jezelf

Als je jong bent, moet je wel iets willen. Nu alleen nog weten wat je wil en de wereld ligt aan je voeten. Het lijkt wel verliefdheid: vol dromen en verwachtingen vlieg je de arbeidsmarkt in. Na een paar jaar werken komt meestal de ontnuchtering, zo’n droomjob als je hoopte kreeg je niet en iets beters vinden valt niet mee. Waar je vol verlangen naar uitkeek, maakt plaats voor routine. Vaak is de eerste job even ontnuchterend als wakker worden na een nachtje uitgaan. Op den duur word je realistischer over jezelf en de boze wereld. Hoe komt het dat je carrière vaak tegenvalt als je er op terugkijkt? Volgens de filosoof S∅ren Kierkegaard is het een kwestie van perspectief: het leven wordt voorwaarts geleefd, maar achterwaarts begrepen. We weten niet zo goed waar we aan beginnen, dat begrijpen we pas achteraf.

Je weet wanneer je honger hebt, maar je weet niet zomaar wat je wil. Hoe kom je daar achter? Je kunt nagaan wat je graag en spontaan doet, maar dit levert niet altijd veel zinnigs op, meestal van alles en nog wat: bergwandelen, gamen, voetballen, zonnebaden. Activiteiten zonder directe aansluiting op een studie of de arbeidsmarkt.

Als je op je 18de een studie of beroep moet kiezen, weet je weinig van de consequenties van je keuze. Je kunt kiezen uit honderden studies en je kiest er een die je iets lijkt of die je niet al te zeer tegenstaat. De keuze die je dan maakt, bepaalt in hoge mate je eerste job.

Vervreemding

Het bekende opleidings- en loopbaanadvies om toch vooral je passie te volgen leidt tot nogal onvoorspelbare uitkomsten, waarvan je je kunt afvragen of ze nu wel de realisatie van die passie zijn. Als dit niet of maar beperkt zo is, vervreemd je van jezelf en krijg je een gevoel van teleurstelling. Je moet vooral jezelf goed kennen en dat kost tijd. Zoek en kies iets wat aansluit bij je interesse of passie, maar wees niet blind voor de gevolgen. Niet willen wat je niet kunt waarmaken.

We leven nu eenmaal in een samenleving die zich laat voorstaan op gelijke kansen voor iedereen en waarin succes als een keuze (en plicht) wordt gezien. Anders ben je een loser. Wie durft er rond voor uit te komen niet ambitieus te zijn? Maar je loopbaan hangt niet alleen van jezelf af, het leven is geen menu waaruit je maar kunt kiezen. In werkelijkheid spelen toeval, geluk en volharding een veel grotere rol. In de woorden van de filosoof Niccolo Machiavelli: het lot heeft de helft van onze zaken in handen en wij de andere helft. Zo zijn er diverse succesfactoren waar je geen enkele invloed op hebt, zoals de conjunctuur en de managementcultuur. Het idee dat je je loopbaan zelf in de hand hebt (en er dus verantwoordelijk voor bent) is dan ook een illusie.

De conjunctuur

In de jaren 1960-1970 beleefde de economie een puberteit, ze groeide zo hard dat veel werknemers automatisch meegroeiden. Niet alleen de bomen groeiden tot in de hemel. Het aantal studenten nam exponentieel toe en wie een doctoraat had, werd hoogleraar. Er waren zelfs werknemers te kort, vooral in de minder fijne sectoren zoals de industrie en de mijnbouw. België ging ertoe over werknemers te ‘importeren’ uit Marokko en Turkije. De overheidsinkomsten namen in deze periode sterk toe waardoor de sociale zekerheid kon worden uitgebouwd en de staat steeds meer taken en ambtenaren op zich nam.

Wel een heel ander beeld dan in de jaren 1980-1990 toen zowel bedrijven als de staat in de ban kwamen van een radicaal bezuinigingsbeleid omdat begrotingen dreigden te ontsporen. Alles moest ontvet en gezond worden en het resultaat is anorexia: met zo min mogelijk mensen zo veel mogelijk doen. Sindsdien is men niet meer op een ander idee gekomen. En dus stijgt de werkdruk, het aantal burn-outs en het langdurig ziekteverlof. Wie de tijd meeheeft, heeft dan ook meer kans om z’n carrièredromen waar te maken. Velen zullen nu door de coronacrisis hun carrièreverwachtingen moeten bijstellen.

Management voor dummies

Hoe zit het met de kansen binnen een organisatie? Je zou denken dat wie het best presteert, vroeg of laat komt bovendrijven. Maar met prestaties dwing je niets af en veel lijkt op willekeur en toeval te berusten. Je kunt wel manager willen worden, maar er moet net plaats zijn. Je mag er vanuit gaan dat je niet de enige bent met die ambitie. We zijn ook ijdel genoeg om onszelf te overschatten, denk dus niet dat je vanzelfsprekend beter bent dan de concurrenten. Trouwens, wat is beter? Sommigen hebben misschien andere kwaliteiten dan jij. Ze komen beter over of ze hebben een ‘beter’ gevoel voor sociale en machtsverhoudingen.

Gelukkig kunnen minder kwaliteiten juist een voordeel zijn! Ga maar na: collega-managers kunnen vanuit het principe ‘soort zoekt soort’ een zwakke manager steunen, omdat ze zelf niet zo sterk zijn (‘hij past perfect in het beleidsteam’) of omdat ze de macht zo min mogelijk willen delen. Medewerkers kunnen een zwakke manager verkiezen omdat ze zo autonoom mogelijk willen werken. En de CEO benoemt graag een zwakke manager omdat die altijd loyaal en van hem afhankelijk zal zijn. Een tassendrager is altijd bruikbaar! Zo krijgen we dan een bedrijfscultuur volgens het principe ‘hoe lichter je bent, hoe hoger je stijgt’. Wie in zo’n organisatie werkt, mag zichzelf gelukwensen met een promotie, hij is gewogen en licht genoeg bevonden.

Managers hebben altijd gelijk en in de verblinding van hun grote gelijk zien ze roze olifanten. Als de zeepbel later uiteenspat op de realiteit zijn er kapitalen nodig voor reorganisaties en ‘crazy consultancy’. Wie carrière wil maken moet zich hieraan aanpassen en zichzelf opzij zetten. Ervaring, intelligentie, creativiteit en kritiek worden alleen geduld als ze bruikbaar zijn.

Ambitie

Ambitie is goed te begrijpen. De reclame verleidt je met alle lekkers dat in de wereld te koop is en een hoge functie verzekert je van respect, eerbied en erkenning, de liefde van de wereld. Sommigen komen ook aan zelfontplooiing toe. Veel ambitie is niet meer dan een blinde wil omhoog omdat familie, vrienden en onze cultuur dit verwachten. Het is aangepraat en levert geen blijvende bevrediging op.

De filosoof Alain de Botton vergelijkt in Statusangst (2004) ambitie met het beklimmen van een berg. We denken dat als we de top bereiken op een hoogvlakte van geluk aankomen, maar in werkelijkheid kunnen we die toestand niet volhouden en dus dalen we maar weer af naar het dal der plichten. Na verloop van tijd krijgen we vanzelf behoefte aan een nieuwe uitdaging, willen we andere horizonnen verkennen en start de cyclus opnieuw.

Wie ambitieus is, is bovendien afhankelijk van het oordeel van anderen: zij moeten je prestaties zien en bereid zijn die te erkennen. Het maakt je kwetsbaar als je erop hoopt de haver te krijgen die je denkt te verdienen. De filosoof Arthur Schopenhauer waarschuwde al dat je je levensgeluk niet in de hoofden van anderen moet situeren. Wie dat wel doet, onderschat de mist en onzin die daar heersen.

Het is beter om je verwachtingen en ambities in de loop van de tijd bij te stellen. Gegeven je capaciteiten, interesses, energie en behoeften moet je jezelf niet overvragen. Je kunt wel dromen van een topjob, maar heb je daar werkelijk alles voor over? Hoe veeleisender je bent, hoe moeilijker het is om alles waar te maken. Je zult altijd moeten inleveren: alles inzetten om een bepaald beroep of doel te bereiken, leidt tot verlies op andere terreinen. Vandaar dat het opgeven van ambities vaak net zo’n opluchting is als het bereiken ervan.

Je moet je zien te verzoenen met je wensen en mogelijkheden. Voor alles wat hierboven uitgaat, betaal je een (hoge) prijs, maar die ligt voor iedereen anders. Als je je droombaan niet krijgt, kun je altijd denken: wie weet waar ik aan ontkomen ben. Wie met minder genoegen neemt, kan zich laten inspireren door de dichter J.C. Bloem: alles is veel voor wie niet veel verwacht.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!