koopkracht vakbondsbetoging
Foto: Han Soete, Flickr / CC BY-NC-SA 2.0

Vakbonden krijgen gelijk: bom onder de loonnormwet

Op 9 november organiseerden de vakbonden in gemeenschappelijk front een succesvolle nationale staking. Een belangrijke eis betrof de loonnormwet die een loonsverhoging in ons land zo goed als onmogelijk maakt. De Vakbonden staan niet alleen met hun verzet. Een orgaan van de Internationale Arbeidsorganisatie (VN) heeft deze loonnorm nu onwettig verklaard. De wet moet zo snel mogelijk op de schop.

maandag 14 november 2022 15:45
Spread the love

 

De Belgische loonnormwet, die de grenzen bepaalt voor loonsverhogingen in de privésector, “is onverenigbaar met de vrijheid van collectieve onderhandelingen”. Tot die conclusie kwam het Comité voor Vrijheid van Vereniging die de klacht behandelde tegen de loonnormwet die het ACV samen met de steun van het ABVV en het ACLVB heeft ingediend.

“De Belgische loonnormwet is onverenigbaar met de vrijheid van collectieve onderhandelingen.”

Het Comité voor Vrijheid van Vereniging is een van de toezichthoudende organen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en is verantwoordelijk voor het toezicht op de eerbiediging van de vrijheid van vereniging en de vrijheid van collectieve onderhandelingen. De Raad van Bestuur van de IAO heeft de conclusies goedgekeurd.

De loonnormwet

De loonnorm is een wet die in 1996 in het leven is geroepen om de Belgische lonen niet sneller te laten stijgen dan de lonen in de buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland. Het ijkpunt was 1 januari 1996. Officieel luistert de wet naar de naam: “wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen”.

Hoe wordt bepaald met hoeveel procent de lonen mogen stijgen? De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), een orgaan dat adviezen geeft over de conjunctuur, stelt om de twee jaar een technisch verslag op met de beschikbare loonmarges. Daarin berekent de CRB hoeveel de lonen maximaal mogen stijgen, aan de hand van de verwachte loonevolutie in de referentielanden Duitsland, Frankrijk en Nederland, en de verwachte evolutie van de index in België.

Van stijgen is de laatste jaren niet veel meer te zien geweest. De loonnorm houdt de lonen stevig in haar greep. Daarbovenop verstrengde de regering Michel met de partijen CD&V, N-VA, open VLD en MR, mee ondersteund door het Vlaams Belang, de loonwet waardoor het de vakbonden nog moeilijker werd gemaakt om loonsverhogingen te vragen.

Van stijgen is de laatste jaren niet veel meer te zien geweest. De loonnorm houdt de lonen stevig in haar greep.

Onder grote druk van de werkgeversorganisaties werd de berekening aangepast. Om de loonkost kunstmatig te verhogen ten opzichte van het buitenland, mocht onder andere geen rekening meer gehouden worden met een deel van de lastenverlagingen.

Niet bindend

De conclusies van het Comité voor Vrijheid van Vereniging zijn niet bindend, maar de samenstelling van dit comité zal aan de aangenomen conclusies een aanzienlijk gewicht geven. De samenstelling is namelijk tripartiet, met vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en regeringen.

Ook zal de regering er rekening mee moeten houden dat ze op dit moment zelf zetelt in de Raad van Bestuur van de IAO die de conclusies van het Comité voor Vrijheid van Vereniging goedkeurde.

 

Dat brengt ons tot volgende vragen:

Eerste vraag: wat gaat de regering doen nu de Raad van Bestuur van de IAO, waarin ze zelf zetelt, de conclusies van het Comité voor Vrijheid van Vereniging goedkeurde? Kan ze zich blijven verschuilen achter de weigering van de Belgische werkgeversorganisaties om de loonnormwet te wijzigen?

Tweede vraag: wat gaan de werkgeversorganisaties doen? Gaan ze een ander standpunt innemen dan de werkgeversvertegenwoordigers in het Comité voor Vrijheid van Vereniging en in de Raad van Bestuur van de IAO? Oh ja, ze hebben al gedreigd. Als men echt vrije loononderhandelingen nastreeft, dan moet men zowel de automatische indexering als de loonnormwet afschaffen. Echt?

Ten eerste heeft de indexering niets te maken met een loonsverhoging, maar met koopkrachtbehoud. De hoge inflatie, waardoor de lonen worden geïndexeerd bij het overschrijden van een bepaald percentage, is vandaag het gevolg van de hogere prijzen die de bedrijven doorrekenen aan de consument om hun winstmarges proberen veilig te stellen.

De hoge inflatie is vandaag het gevolg van de hogere prijzen die bedrijven doorrekenen aan de consument om hun winstmarges veilig te stellen.

Ten tweede kunnen we ook het argument aanhalen over het principe van  ‘hun vrije markt’. Is die er wel als steeds een groter gedeelte van de loonkost wordt overgenomen door de sociale zekerheid en de overheid? Voor 2022 schat het Federaal Planbureau dat arbeidslastenverlagingen ten gunste van bedrijven in de marktsector zo’n 10,3 miljard euro kosten aan de sociale zekerheid en 3,9 miljard euro aan de federale fiscaliteit. Voor 2027 zou het samen al gaan om 16,7 miljard euro.

Derde vraag waaraan de minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) niet graag wordt aan herinnerd: op 24 februari 2021 legde zijn partijgenoot wijlen Marc Goblet (PS) samen met Raoul Hedebouw (PVDA) een wetsvoorstel neer dat de vraag van de vakbonden beantwoordde. Centraal staat in het wetsontwerp het principe van vrije onderhandelingen, waarbij de huidige loonnorm herleid niet meer bindend is, maar enkel indicatief, dat wil zeggen dat daar mag van afgeweken worden.

 

Gezien de noodsituatie waarin er een steeds groter stuk van de bevolking verkeert, is het de hoogste tijd dat de regering de loonnormwet wijzigt zodat de vrijheid van onderhandelen wordt hersteld.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!