Uitgelezen: Vertel me het einde.  Brief aan Valeria Luiselli

Uitgelezen: Vertel me het einde. Brief aan Valeria Luiselli

donderdag 11 januari 2018 10:12
Spread the love




Beste Valeria, 

De redenen waarom een boek moet gelezen worden kunnen zeer divers zijn. De Volkskrant heeft het bij uw boek over een voelbare verontwaardiging.  De Standaard noemt uw boek een mokerslag.  De Correspondent houdt het zeer kort bij steengoed.  Dat zijn drie redenen waarom uw boek zou moeten gelezen worden.  Ik kan er nog een vierde reden aan toevoegen.  Knack spoorde elke potentiële lezer aan dit boek te lezen en balde hun aansporing samen tot een sloganeske oneliner: Lees.Dit.Boek. 

Ik zelf wil op zoek gaan naar een vijfde reden. Omdat vijf redenen om een boek te lezen zo veel beter zijn dan slechts vier.  U moet weten, ik hou van ronde getallen.  Dat staat mooier.  Bovendien heb ik de neiging om steeds te zoeken naar een motivatie.  Een motivatie, die andere lezers zou moeten aanzetten tot het lezen van het desbetreffende boek.  Dat zoeken en graven naar een motivatie doe ik enkel bij een goed boek.  Bij een slecht boek zwijg ik.  Bij u wil ik praten.  Wil ik schrijven.  Een vijfde reden zou mooi zijn.  Op die manier zou elke reden staan voor één ster. Vijf redenen, vijf sterren.  Want dat is wat uw boek is.  Laat daarover geen misverstand bestaan.  Uw essay is een vijfsterrenboek. 

Mijn zoektocht duurde niet lang. Ik hoefde niet diep te graven.  Ik hoefde enkel uw boek te lezen.  Want daarin staat waarom uw boek moet gelezen worden.  Daarin staat letterlijk die vijfde reden.  Ik kan het enkel herhalen.  Dit boek is noodzakelijk omdat we allemaal ter verantwoording kunnen worden geroepen als er iets onder onze neus gebeurt en we niet eens durven te kijken.  U schudt ons wakker.  U dwingt ons om niet weg te kijken.  Zodat wij later niet kunnen zeggen dat wij het niet geweten hebben.  Na het lezen van uw boek kunnen wij ons geweten niet meer sussen met dat al te gemakkelijke excuus. 

Ik lees uw boek en ik moet denken aan die ene hit van Noordkaap, Het zou niet mogen zijn. Ik denk niet enkel aan die ene hit.  Ik zing die hit luidop.  Telkens als het mij te machtig wordt, zing ik die ene zin.  Met volle kracht.  Telkens als het mij te moeilijk wordt, zing ik die ene zin.  Met volle overtuiging.  Het zou niet mogen zijn.  Het zou niet mogen zijn.  Het zingen verhindert dat ik begin te huilen.  Ik ben een man.  Ik kan geen twee dingen tegelijk.  Het zingen verdringt de tranen.  Tranen zouden mijn zicht vertroebelen.  Zouden mij het lezen onmogelijk maken.  Dat wil ik niet.  Ik wil blijven lezen.  Zelfs als het mij diep raakt.  Zelfs als uw woorden pijn doen. 

U dwingt mij te lezen over coyotes. Ik weet nu wie zij zijn.  U dwingt mij te lezen over La Bestia.  Ik weet nu wat het is.  Ik lees niet enkel verhalen.  Ik lees niet enkel getuigenissen.  Ik lees niet enkel hoe u tracht een steen te verleggen in een rivier op aarde.  Ik lees meer.  Ik lees ontstellende cijfers.  Verontrustende cijfers.  Zo mag ik lezen dat tachtig procent van de vrouwen die Mexico doorkruisen worden verkracht.  Zo lees ik dat op zes maanden elfduizend migranten werden ontvoerd.  Ik weet nu dat de werkelijkheid van de niet begeleide minderjarige immigrant duister en zwart is.  Dat in die vele werkelijkheden mishandeling, dood en honger de plak zwaaien.  Een boek neigt naar overdrijving.  Bij zo vele verschrikkingen, zou een mens dat kunnen denken.  Als troost.  Overdrijven is nochtans niet wat u doet.  U blijft zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid.  Omdat u die kent.  Als tolk aan de rechtbank voor immigratiezaken in New York.  Uw taakomschrijving lijkt duidelijk.  Maar dat is het niet.  Geenszins.  De praktijk is heel moeilijk en divers.  U werkt met kinderen.  Kinderen, die zonder ouders de Amerikaanse grens zijn overgestoken.  Er heerst wantrouwen.  Angst.  Al snel merkt u dat er verschillende verhaallijnen zijn.  Nooit is er een begin.  Nooit is er een midden.  Nooit is er een eind.  Dit zijn geen kinderen.  Dit zijn verwoeste levens. 

Eén vraag waarop u een antwoord moet trachten te vinden is waarom die kinderen naar de Verenigde Staten komen. Al die kinderen hopen te ontwaken uit de nachtmerrie waarin zij geboren zijn.  Al die kinderen jagen het leven na, zelfs als dat hun dood kan betekenen.  Maar die antwoorden zijn te vaag.  Uw regering heeft nood aan details.  Enkel zeggen dat zij naar de Verenigde Staten kwamen omdat zij ergens wilden aankomen, volstaat niet.  Die vaststelling leidde tot iets pervers.  U ging bijna wensen de ergste verhalen te horen.  Omdat u wist dat enkel dat kans gaf op een verblijfsvergunning.  Behoorlijk ontnuchterend. 

Als lezer zou ik kunnen denken dat de situatie in Amerika verschilt van de situatie in Europa. Die gedachte zou als een milde troost kunnen dienen.  Toch weet ik dat die gedachte niet opgaat.  Omdat ik ten volle besef dat de situatie aan beide kanten van de oceaan gelijkaardig is.  Gelijklopend.  Aan beide kanten van de oceaan draait de migratiecrisis rond die ene vraag: hoe krijgen wij ze zover dat ze niet meer komen.  Nooit wordt die crisis benaderd vanuit het standpunt van de vluchteling.  Dat zou het debat belasten.  Bezwaren.  Het zou te moeilijk worden.  Nu kunnen wij het houden bij dat gemakkelijke excuus: we kunnen niet iedereen opvangen.  Dat excuus blijven we maar herhalen en intussen kijken we de andere kant uit.  Om heel even op te springen als er een kinderlijkje aanspoelt.  Om dan snel weer te gaan zitten. 

Vertel me het einde. Die vraag stelt uw dochter.  Telkens stelt zij die vraag als u haar nog maar eens een verhaal vertelt.  Een verhaal, dat u meebrengt uit de rechtbank.  Ik wil u ook die vraag stellen.  Ik las uw boek.  Ik las geen einde.  Dat hebt u niet.  U hebt geen happy end.  U kan uw boek niet eindigen zoals alles sprookjes doen.  In uw boek leefden zij niet lang en gelukkig.  Omdat uw boek in de realiteit staat.  In een harde realiteit.  In een realiteit, waar veel mensen te onverschillig tegenover staan en daardoor kan gebeuren wat nu gebeurt. 

Beste Valeria, ik wil u danken voor dit boek. Een dun boekje.  Dat bedoel ik zeker niet minachtend.  Want nog nooit heb ik zo wakker gelegen van een boekje.  Het blijft rondtollen in mijn hoofd.  Telkens als ik aan uw boek denk, hoop ik dat het ooit nog goed zal komen.  Dat regeringsleiders eindelijk het licht zullen zien.  Dat hoop ik echt.  Misschien dat uw boek aan deze levensreddende ommezwaai een bijdrage kan leveren. 

Met vriendelijke groeten. 

Wim Backx

take down
the paywall
steun ons nu!