Bron: Pixabay
Interview, Economie, Samenleving - Carmen Arroyo

Twaalf jaar in de keuken, het leven van een migrant in New York

Veertien jaar geleden trok Pedro van Mexico naar de VS. Een coyote hielp hem de grens over, “een nachtmerrie”. Hij werkt ondertussen twaalf jaar in een restaurant in New York. Ooit keert hij terug naar zijn land, zegt hij.

woensdag 27 februari 2019 21:30
Spread the love

Na een kort gesprek met zijn vriend Hilarino vertelde Pedro (toen 23) aan zijn vrouw Camila, die zwanger was van hun tweede dochter, dat hij Oaxaca verliet en naar de Verenigde Staten trok. Het geluk lag voor hem aan de andere kant van de grens. “Ik was zo ontroerd, dat kun je je niet voorstellen.”

Dat was in november 2005. Hilarino keerde die maand uit de VS terug om zijn vriend op te halen. Ze waren van plan om via de route van de Golf van Californië naar Arizona te gaan.

“Je hebt hier een baan”, wierp zijn vrouw hem nog voor de voeten. “Als je wil vertrekken, vertrek, maar je hebt hier een baan. Je hebt hier familie”, smeekte ze. Maar Pedro luisterde niet langer.

Upper Manhattan

Twaalf jaar na het oversteken van de grens kookt Pedro in een restaurant in de wijk Upper Manhattan in New York. Volgens gegevens uit 2018 is hij een van de 775.000 irreguliere immigranten die in deze Amerikaanse stad wonen.

Zoals zoveel migranten kwam hij vol dromen naar dit land en liet hij zijn familie achter in Mexico. Hij hoopte vooral het geluk te vinden. Van maandag tot zaterdag brengt Pedro acht uur per dag in de keuken door. Hij bereidt sandwiches, belegt bagels met kaas en kookt soms hamburgers en steaks of voegt specerijen toe zoals chili, knoflook of komijn.

Bang voor Trump

Pedro’s vrienden in het restaurant zijn ook Mexicanen. Hun verhalen zijn vergelijkbaar met dat van hem. Samuel bijvoorbeeld arriveerde in 1999, op vijftienjarige leeftijd, hij is ondertussen getrouwd en heeft drie kinderen.

Pedro is bang voor de Amerikaanse president Donald Trump, omdat “hij niet goed is voor de migranten, hij is alleen maar rijk.” Hillary Rodham Clinton beviel hem beter. Hij heeft ook sympathie voor de nieuwe Mexicaanse president, Andrés Manuel López Obrador. “Hij heeft geweldige ideeën, hij gaat een verschil maken.”

Tot zijn vertrek had Pedro zijn hele leven in Oaxaca gewoond. Maar met het loon van politieagent kon hij zijn vrouw en driejarige dochter nauwelijks onderhouden. Hij was moe. Bovendien was zijn werk gevaarlijk.

Agenten doden

“Ik betwijfel of ik nog zou leven als ik was gebleven”, zegt hij. Je wist nooit wanneer de drughandelaars agenten zouden omkopen of hen zouden doden als represaille. Daarom vertrok Pedro, tegen de wens van zijn vrouw in.

Op de ochtend van 3 maart 2006 vertrokken Hilarino en Pedro samen met tien andere mannen en twee vrouwen naar de Verenigde Staten in een bus die hen van Oaxaca naar de Mexicaanse grens met Arizona bracht. Het was allemaal geregeld door een coyote, de term voor wie immigranten illegaal het land binnenbrengt.

Coyotes

Toen Trump aan de macht kwam, verhoogden de coyotes de prijs voor de overtocht. Die kost nu tussen de 8000 en 12.000 dollar. Destijds betaalde Pedro 1300 dollar.

Na twee dagen met de bus kwamen ze aan de grens, meer dan 2800 kilometer van huis. Ze hadden meer dan 15 liter water, Coca-Cola en Red Bull-energydranken gekocht om de tocht door de woestijn te overleven. Die tocht duurde vier dagen. Ze stapten ‘s nachts en sliepen gedurende de dag om de hitte te vermijden. De eerste dag stapten ze van zes uur ’s avonds tot vijf uur ‘s ochtends. “Een moeilijke tocht.”

Zonder water

De eerste dag was een nachtmerrie. Amerikaanse immigratieagenten bevonden zich vlakbij. Maar de coyote stelde hen gerust. Ze gingen uiteindelijk nog sneller stappen.

De derde dag in de woestijn raakten ze zonder water. Een van hun veertien metgezellen viel flauw. Ze moesten hem dragen tot ze in de stad Phoenix aankwamen. Ze hadden toen in 80 uur meer dan 380 kilometer gestapt, op alleen maïstortilla’s en bonen in blik.

In Phoenix wachtte een minibus hen op, die hen meenam naar Los Angeles. Ook dat was door de coyote geregeld. “Het was een goede man”, zegt Pedro. “Hij deed alles wat hij beloofde.”

Muur

Drugdealers zijn niet het enige probleem voor Latijns-Amerikaanse migranten. Als gevolg van de Safe Border Law, in oktober 2006 door president George W. Bush afgekondigd, bouwde de regering een 1.120 kilometer lange muur van San Diego naar New Mexico. Daardoor werd het moeilijk om te voet de grens over te steken.

Sinds de komst van Trump in het Witte Huis is het aantal arrestaties door immigratiediensten toegenomen. Immigranten worden vervolgd als criminelen en het budget voor grenswachten is verhoogd.

Geluk

Pedro zegt dat hij het geluk heeft gehad dat hij al in 2006 in de Verenigde Staten is aangekomen. Eenmaal in Californië kregen Hilarino en Pedro valse documenten en werkten ze als fruitplukkers voor 420 dollar per week. Daarvan stuurde Pedro een deel naar zijn vrouw Camila in Mexico.

De eerste drie jaar kon hij nauwelijks met haar praten. Nu communiceren ze vaker, dankzij Facebook, FaceTime en WhatsApp. “De eerste keer dat ik haar terugzag, huilde ik veel, het was ongelooflijk”, herinnert hij zich met een glimlach. Maar dan zegt hij: “Het is nog steeds erg moeilijk. Heel moeilijk, heel moeilijk.”

Bouw

Pedro werkte maar zes maanden in de fruitpluk. Omdat het werk hem niet beviel, besloot hij om 200 dollar te betalen om naar Montgomery in de staat Alabama te trekken en daar in de bouw te gaan werken voor 600 dollar per week. Maar daar kon hij niet langer dan zes maanden werken, want met de komst van de winter nam de activiteit af.

Toen besloot hij naar New York te gaan. Hij vond iemand die hem voor 400 dollar daarnaartoe bracht. Na zeventien uur reizen kwam hij aan in de Big Apple. Het was midden in de winter, de stad lag onder de sneeuw, maar toch voelde hij zich er meer thuis dan op de andere plaatsen. Hij verbleef er bij een bevriend paar op 125th Street. Een vriend, José, bezorgde hem de baan in het restaurant waar hij nog steeds werkt.

Leren koken

De eerste anderhalve maand werkte hij als bezorger en deed hij onderhoudswerk. Eindelijk voelde hij zich gelukkig, al moest hij wennen aan het snelle ritme van New York. Maar hij bleef zoeken naar werk omdat hij niet veel verdiende. Vier maanden later kwam er plaats vrij voor een kok.

Omdat hij niet kon koken, leerden ze hem met het fornuis te werken zodat hij de plaats kon invullen. De nieuwe baan beviel hem beter. Hij leerde nu Engels en verdiende meer. Twee jaar later kreeg hij een loonsverhoging.

2.000 dollar sturen

Momenteel deelt Pedro een kamer met een Ecuadoraan in Upper Manhattan. Hij betaalt daar 300 dollar per maand voor. Daarnaast stuurt hij 2.000 dollar naar zijn familie in Mexico via Western Union.

“Een paar jaar geleden belde Camila me en zei: ‘Laten we wat grond kopen’”, vertelt hij tevreden. “Dat zou niet mogelijk geweest zijn als ik niet naar hier was gekomen. Nu hebben ze alles.”

Maar zijn vrouw wil nog steeds dat hij terugkeert naar Mexico en hij wil zelf ook terugkeren. Hij mist zijn familie nog steeds. Zijn dochters zijn al dertien en vijftien jaar oud. Hij belt vaak met hen. Wanneer hij ‘s middags opstaat, praat hij een half uur met hen en bereidt hij zich voor op zijn shift, die om vier uur’ s middags begint.

Eigen bedrijf

Op zondag luistert hij naar Mexicaanse ranchera-muziek, gaat hij wandelen en bier drinken met Mexicaanse vrienden. Om de zoveel tijd leest hij El Diario de Nueva York om nieuws over immigranten te vernemen, en ook El Diario de México, waar hij over de overwinning van López Obrador las.

“De meeste van mijn vrienden willen terugkeren”, zegt Pedro. “Een van hen is onlangs vertrokken. Hij had er een vriendin.” Wanneer hij terugkeert naar Mexico, is hij van plan zijn eigen bedrijf te beginnen, misschien een restaurant. Hij weet dat hij nooit meer zal terugkeren, na de dag dat hij op het vliegtuig stapt om naar Mexico te gaan.

“Ik zeg al drie jaar hetzelfde. Eens keer ik terug, maar niet nu”, glimlacht hij en kijkt naar zijn vriend Samuel. “Ooit”, zegt hij. En gaat verder met koken.

take down
the paywall
steun ons nu!