Mehmet ?im?ek, foto Wikimedia

Turkije en de ‘middle income trap’

Om een 'higher income country' te worden is er nood aan "foreign direct investments". Maar zij worden in Turkije gehinderd door de matige kwaliteit van het onderwijs en de ICT-sector, te weinig technologische innovatie, de geringe participatie van vrouwen. En volgens president Erdogan door drugsgebruik bij de Turkse jeugd. Hoewel de regering kansen ziet, valt te vrezen voor nationalistische euforie. Die hindert meer factoren die inkomensgroei bevorderen.

vrijdag 7 november 2014 17:10
Spread the love

Een diplomaat die ik zo nu en dan spreek vroeg zich af: zal Turkije uit de middle income trap komen? Anders gezegd, kan Turkije opklimmen naar de elite van higher income countries? Het IMF was daar niet van overtuigd in een recentelijk verschenen rapport:

“De lagere groei zal de inflatie en het handelstekort waarschijnlijk beperken. Het betekent echter ook dat het Turkse inkomen maar langzaam inloopt op ontwikkelde economieën. Daardoor dreigt Turkije in de middle income trap te blijven hangen.”

Simsek

Twee dagen (!) voor het IMF-rapport verscheen zette de Turkse minister van Financiën Mehmet Simsek in The Wall Street Journal (WSJ) uiteen hoe Turkije volgens hem via een pakket aan hervormingen aan de middle income trap zal ontsnappen.

Simsek constateerde dat het inkomen per hoofd van de bevolking is gestegen. Op zich terecht. Hij stelde echter ten onrechte dat dit geheel aan het gevolgde beleid te danken was. In werkelijkheid volgde de vooruitgang vooral uit de sterk toegenomen buitenlandse kapitaalstroom naar emerging economies, waar Turkije er een van is.

Hervormingen

Simsek is echter niet gek. Ik deel zijn politieke kleur niet, maar samen met vicepremier Ali Babacan behoort hij tot de realisten binnen de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Zo begrijpt Simsek dat 3,5 à 4 procent groei onvoldoende is om de huidige werkgelegenheid in stand te houden. Tijdens een interview dat de Financial Times aan hem afnam, benadrukte hij dat.

Simsek ziet graag zo snel mogelijk hervormingen die de groei te stimuleren. Om redenen die ik in Turkije en de vloek van ‘hot money noemde, kan hij president Erdogan hier in het beste geval echter pas na de komende verkiezingen van overtuigen. Dat uitstel zal Simsek een onbehagelijk gevoel geven, omdat hij weet dat buitenlandse investeerders de voorkeur geven aan landen waar de groei toeneemt.

Geduld

Volgens de Turkse economie-analist Emre Deliveli dient Simseks artikel in WSJ aldus begrepen te worden. Met de aankondiging van maatregelen om Turkije uit de middle income trap te halen, trachtte Simsek buitenlandse investeerders tot geduld te bewegen, meent Deliveli.

Buitenlandse investeringen zijn essentieel voor de Turkse economie. In Turkije en de vloek van hot money noemde ik het ‘goed nieuws’ dat er buitenlands kapitaal naar Turkije blijft komen. Iets meer details daarover kunnen geen kwaad.

FDI

Het is lucratief om in Turkije te investeren. Zo leverden 20,5 miljard buitenlandse dollars die tussen 2001 en 2014 bij 21 Turkse banken werden ondergebracht een winst van 17 miljard op. Er zijn echter omstandigheden waarin buitenlandse investeringen sterk terug kunnen lopen.

Voor de financiële crisis van 2008 kwamen nog voor 22 miljard dollar foreign direct investments (FDI) naar Turkije, maar in 2009 daalden die scherp tot 8,6 miljard. In de daaropvolgende jaren liepen ze weer op, naar 16 miljard in 2011, al volgde in 2012 en 2013 wederom een dip. Nu gaat het de goede kant op, met naar verwachting wederom 16 miljard eind dit jaar.

Er is Simsek uiteraard veel aan gelegen die tendens vast te houden. Maar hoewel optimisten menen dat de FDI’s terug zullen keren naar het niveau van voor 2009, staat dat voor sceptici allerminst vast. Voor hen kan de toename van buitenlandse investeringen bevriezen, of zelfs teruglopen als gevolg van interne en externe dreigingen.

Drugsverslaving

De maatregelen die Simsek in het vooruitzicht stelde in WSJ, komen neer op beproefde methoden om aan de middle income trap te ontkomen: flexibele arbeidsmarkt, innovatie en beter onderwijs.

Turkije schreeuwt om dat laatste. De leerplicht werd in 2012 weliswaar uitgebreid, maar de kwaliteit van het onderwijs verbeterde allerminst. President Erdogan hecht in zijn uitspraken vooral aan meer religie binnen het onderwijs. Om drugsverslaving onder jongeren te voorkomen, zegt hij. Alsof Iran, dat toch zeker religieus onderwijs kent, niet het grootste drugsprobleem in de regio zou hebben…

Wiskunde

Simsek ziet andere prioriteiten dan alleen meer religie in het onderwijs. Hij beseft dat Turkse scholieren een achterstand hebben. De cijfers staan aan zijn kant. Een onderzoek van het aan de Sabanci-universiteit verbonden Initiatief tot onderwijshervorming plaatst Turkije bijvoorbeeld op de 35e plaats onder 50 onderzochte landen als het om wiskundekennis in groep vier gaat. En op de 24e plaats onder 42 onderzochte landen in groep acht.

Bovendien is het betere onderwijs slecht verdeeld over Turkije. De beste scholen scoren weliswaar bovengemiddeld, maar de slechtere bedroevend laag. Het kwaliteitsverschil kent sociaaleconomische oorzaken. Openbare scholen in wijken met een hoger gemiddeld inkomen doen het beter dan die in armere buurten.

Vrouwen

Simsek vestigt zijn hoop verder op een grotere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Turkije boekte in dat opzicht het laatste decennium een vooruitgang van acht procent, stelt hij.

Klinkt goed, maar het moet beter kunnen. Het eind oktober verschenen Global Gender Gap Report van het World Economic Forum plaatst Turkije op de 125e plaats onder 142 landen wat betreft gezondheid en opleiding, als mede economische en politieke participatie onder vrouwen. Turkije is in die rangschikking sinds vorig jaar vijf plaatsen gedaald.

Innovatie

Simsek benadrukt het belang van innovatie om uit de middle income trap te komen. Daar valt niets tegen in te brengen. Alleen via innovatie kan Turkije hoger technologische producten maken die de export structureel versterken en het spook van het handelstekort op afstand houden.

De Turkse economie is te afhankelijk geworden van de bouwsector. Vicepremier Babacan erkent dat, maar niet tot ieders genoegen. Toen hij zei dat het beter zou zijn om iets minder in de bouw en wat meer in industriesectoren te investeren, tikte een met Erdogan bevriende bouwondernemer hem venijnig op de vingers.

ICT

Babacan heeft echter gelijk. Turkije heeft in veel sectoren een achterstand. Neem de ICT-branche. In de softwaremarkt stelt Turkije nauwelijks iets voor. Van de 70 miljard dollar sofware die wereldwijd wordt verhandeld, is maar zes miljoen dollar voor Turkije. Het aandeel van internet binnen het Turkse Bruto Nationaal Product bedraagt 0,09 procent. Ter vergelijking: Zweden komt tot 6,3 procent.

Ik vraag me af hoe het bij Babacan en Simsek viel dat Erdogan naar eigen zeggen ‘iedere dag een grotere hekel aan internet’ krijgt. Het Turkse platform voor digitale technologie was er duidelijk over: ‘dergelijke uitspraken zijn een zware slag voor onze toekomst.’

Variabele factoren

Terug naar de vraag: kan Turkije uit de middle income trap komen? Medestanders van de AKP zullen daar waarschijnlijk van overtuigd zijn. Nationalistische euforie vertroebelt echter hun blik op de werkelijkheid. Want zelfs wanneer inspanningen tot beter onderwijs en innovatie snel en maximaal resultaat afwerpen, blijven er veel variabele factoren over die Turkije in de middle income trap dreigen te houden.

Een renteverhoging in de VS bijvoorbeeld. Of de situatie in Syrië, met de risico’s van grensoverschrijdend geweld en hoge kosten door een nieuwe vluchtelingengolf. Bovendien is de binnenlandse politieke stabiliteit allerminst gewaarborgd met het wankele Koerdische vredesproces en het aanhoudende protest tegen Erdogans autoritaire beleid. Vooral wanneer de twee laatstgenoemde factoren tot geweld leiden, kunnen ze de groei van de economie danig beperken.

Zeker, het zou mooi zijn wanneer Turkije de valkuilen weet te vermijden en door kan dringen tot de groep van higher income countries. Vooral wanneer de lager gesitueerde groepen in de samenleving daar volop van mee kunnen profiteren. Voorlopig zeg ik echter: eerst zien, dan geloven. 

take down
the paywall
steun ons nu!