Turkije, de uitspraak in de Ergenekonzaak
Nieuws, Politiek, Turkije -

Turkije, de uitspraak in de Ergenekonzaak

Turkije heeft er lang op gewacht: het vonnis in de geruchtmakende zaak rond Ergenekon, een vermeende samenzwering tegen zowel de regerende Gerechtigheids- en Ontwikkelingspartij (AKP), als de beweging rond de in de VS woonachtige prediker Fethullah Gülen.

vrijdag 16 augustus 2013 14:59
Spread the love

Meer dan 250 militairen, journalisten, wetenschappers en politici werden op 5 augustus jl. veroordeeld tot vaak lange gevangenisstraffen. Negentien verdachten hoorden zelfs levenslang tegen zich uitspreken. Slechts in 21 gevallen volgde vrijspraak.

Diepe staat

De Ergenekonaffaire begon in 2007. Turkije leek af te rekenen met de ‘diepe staat’, de geheime structuur die verantwoordelijk was voor talloze onwettige executies van Koerdische activisten en socialisten. Dat daar eindelijk werk van werd gemaakt vond ik een goede zaak, maar het liep op een teleurstelling uit.

Zeker, onder de veroordeelden bevinden zich keiharde criminelen die typerend zijn voor de diepe staat. Met voorop oud-generaal Veli Kücük, die eerder de leiding had over JITEM, de beruchte inlichtingendienst van de Turkse gendarme. Gezien het bloed aan zijn handen zijn de twee maal levenslang die Kücük aan de broek kreeg dan ook geheel terecht.

Tansu Ciller

Toch is er een kater. Wanneer het echt om de diepe staat was gegaan had bijvoorbeeld ook oud-premier Tansu Ciller vervolgd moeten worden. Omdat zij in de jaren negentig aan het hoofd stond van een bende binnen de diepe staat die niet alleen talloze moorden pleegde, maar ook in de handel en smokkel van heroïne betrokken was.  

Terwijl de vervolging van Ciller nooit aan de orde kwam, is het voor veel Ergenekonverdachten onaannemelijk dat ze ooit iets met de diepe staat te maken hebben gehad. Sommigen onthulden eerder zelfs de misdaden van de diepe staat, of waren er slachtoffer van. Naarmate het proces vorderde werd steeds duidelijker dat zij vervolgd werden vanwege hun ideologie. Dat zij gecriminaliseerd werden via een associatie met criminelen als Kücük, verandert daar niets aan.

De aanklacht

Door de enorme omvang van de aanklacht kwamen weinigen ertoe deze geheel te lezen (wat wellicht precies de bedoeling was). Zij die zich wel door de duizenden pagina’s worstelden waren vaak verbijsterd. Niet in de laatste plaats omdat er geen bewijs in voorkwam dat Ergenekon ooit werd opgericht. 

Evenmin bewees de eerste aanklacht dat Ergenekon een ander woord was voor de diepe staat. Er werd weliswaar beweerd dat Ergenekon verantwoordelijk was voor de meest zwarte pagina’s uit de moderne Turkse geschiedenis, maar dat werd op geen enkele manier onderbouwd. Het had er ook niet de geringste schijn van dat figuren als Kücük voor hun aan de diepe staat gerelateerde misdaden vervolgd werden.

De belangrijkste troef van justitie was een anoniem, uit 1999 daterend document, waarin een plan voor een organisatie met de naam Ergenekon uiteen werd gezet. Dit document werd in 2001 gevonden in het huis van Tuncay Güney, een met veel mysterie omgeven persoon die eerder voor de nationale inlichtingendienst MIT zou hebben gewerkt. Daarnaast onderhield hij eerder contacten met de Gülenbeweging. Naarmate duidelijk werd hoe ver de invloed van de Gülenbeweging binnen justitie gaat, viel des te meer op dat Güney niet in de aanklacht was opgenomen. Hij kon zelfs naar de VS vertrekken. Daar bekeerde hij zich tot orthodoxe jood, een van de merkwaardige feiten in de Ergenekonaffaire. Om maar te zwijgen van Güneys bewering dat Fethullah Gülen en Veli Kücük oude bekenden van elkaar waren…  

De tweede aanklacht benadrukte een samenzwering tegen de AKP en de Gülenbeweging Serieuze bewijzen ontbraken wederom, waardoor het steeds meer op een samenzweringstheorie neerkwam. De aanklacht bevatte weliswaar talloze transcripties van telefoongesprekken tussen verdachten, maar die bewezen niets substantieels over een samenzwering. Hooguit dat de verdachten elkaar in een aantal gevallen kenden.

De moord op Hrant Dink

Volgens de aanklagers wilde Ergenekon via false flag aanslagen en politieke chaos een militaire staatsgreep provoceren. De Gülenmedia schreven in dat kader moorden op niet-moslims in Turkije aan Ergenekon toe. Zoals de moord op de Turks/Armeense journalist Hrant Dink in 2007. De arrestatie wegens Ergenekonlidmaatschap van de aanklager Kemal Kerincsiz was daarbij een argument. Dink werd eerder door de weerzinwekkende Kerincsiz vervolgd voor het beledigen van de Turkse identiteit. Een sluitend bewijs dat Ergenekon achter de moord schuilging was dat echter verre van.

Verder kan niemand ontkennen dat de vaker met Ergenekon geassocieerde gendarme veel steken liet vallen rond de moord op Dink. Toen echter bleek dat politiefunctionarissen die tot de Gülenbeweging behoorden zelf nalieten tips over de ophanden zijnde moord op Dink door te geven, verloor dat argument veel kracht.

Justitie kwam niet verder dan de constatering dat de moorden op niet-moslims aansloten bij de doelstellingen van Ergenekon. Op die manier kun je wie dan ook van wat dan ook beschuldigen, hetgeen sinds 2007 regelmatig gebeurt in Turkije.

Basbug en Büyükanit

Veel aandacht was er voor de veroordeling van oud-opperbevelhebber Ilker Basbug tot levenslang. Hij zou leiding hebben gegeven aan een ‘terroristische organisatie’. Aan Ergenekon dus.

Basbug werd op 6 januari 2012 gearresteerd, vier dagen nadat hij als getuige had opgetreden bij een onderzoek naar het zogenaamde E-memorandum. In deze verklaring die voorafgaand aan de presidentsverkiezing van 2007 op een militaire website verscheen, werd gedreigd met een militaire interventie wanneer AKP-minister van Buitenlandse Zaken Abdullah Gül president zou worden.

Basbug was echter niet de schrijver van het E-memorandum. Dat was zijn voorganger, generaal Yasar Büyükanit, die dat zelf toegaf. Dat dit Büyükanit niet kwam te staan op beschuldiging van Ergenekonlidmaatschap is vaak verbonden aan een gesprek dat deze generaal een maand na het E-memorandum had met premier Erdogan. Omdat de precieze inhoud daarvan tot op de dag van vandaag in nevelen gehuld is gebleven, is vaak verondersteld dat de heren tot een deal kwamen. In ieder geval ging Büyükanit een jaar later met pensioen en hield hij zich verder gedeisd.

Vast staat dat de tandeloze bedreiging van Büyükanit de AKP geen windeieren legde. Het plaatste de partij in een slachtofferrol, wat zeker bijdroeg aan zijn verkiezingswinst een paar maanden later. Bovendien kon Abdullah Gül, geheel volgens plan, de nieuwe president van Turkije worden.

Basbug werd in 2008, het jaar na de eerste arrestatiegolf in verband met Ergenekon, tot opperbevelhebber benoemd. Met toestemming van premier Erdogan. Vergeleken met zijn voorganger, de seculiere hardliner Büyükanit, stelde Basbug zich gematigd op. Maar in januari 2009 maakte hij wel zorgen kenbaar aan Erdogan over de Ergenekonprocedure. Hij drong erop aan dat de regering voor een rechtmatige procesgang zou zorgen.

Basbug realiseerde zich kennelijk niet dat zijn verontrusting eenvoudig tot associatie met Ergenekon kon leiden. Hij was niet de eerste die dat heeft ervaren. Ook de linkse journalist Ahmet Sik plaatste vraagtekens bij de Ergenekonprocedure. Nadat hij door justitie met Ergenekon in verband was gebracht werd hij gearresteerd, maar een jaar later onder grote internationale druk vrijgelaten.    

Kemal Kilicdaroglu van de Republikeinse Volkspartij (CHP) suggereerde dat Erdogan aan de tand gevoeld moet worden over de toestemming die hij gaf aan de benoeming van Basbug. Leuk geprobeerd van de oppositieleider, die in 2010 overwoog een strafklacht tegen Büyükanit in te dienen. Maar Kilicdaroglu begrijpt ook wel dat hij geen schijn van kans maakt. Hoe dan ook, de veroordeling van Basbug stinkt. Zoals het gehele Ergenekonproces stinkt. Mij benieuwen wat het Europees hof voor de rechten van de mens (ECHR) er uiteindelijk van zal maken.

Bizar

De bonte verzameling verdachten, gecombineerd met ontbrekend bewijs en discutabele methoden als geheime getuigen, wekte de indruk van een strategie waarmee de meest uitgesproken critici van de AKP en de Gülenbeweging uitgeschakeld moesten worden. Hun lot schrikte bovendien anderen af, met als gevolg een atmosfeer van angst waarin de media tot zelfcensuur werden gedwongen.

Toch meen ik dat Ergenekon voor velen binnen justitie, de AKP en de Gülenbeweging wel degelijk een realiteit is. Dat samenzweringstheorieën en vage geruchten door hen als absolute waarheid worden aangenomen is bizar, maar niet ongebruikelijk in Turkije. Dat Erdogan onlangs een adviseur benoemde die meent dat buitenlandse machten de premier met behulp van telekinese trachten te vermoorden, zegt genoeg.

Peter Edel

Peter Edel is schrijver van ‘De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije’ (2012, uitgeverij EPO, Antwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!