De El Manar universiteit in Tunis was dit jaar gastheer voor het WSF. Duizenden Tunesische jongeren namen deel aan workshops of zetten zich in als vrijwilliger.
Reportage, Nieuws, Afrika, Samenleving, Jongeren, Tunesië, Arabische Revoluties, Ennahda -

“Tunesiërs vochten voor werk, waardigheid, vrijheid en democratie; twee jaar later rest vrijheid”

Tunesische jongeren, zowel meisjes als jongens, lagen twee jaar geleden aan de basis van de revolutie. Ze leidden de protesten via Facebook en kwamen op straat. Enkele jongeren uit de omgeving van Tunis praten over het leven voor, tijdens en na de revolutie. Elk hun verhaal, elk hun visie. “Tunesië zit in een diepe economische crisis en de toekomst is onzeker, maar het blijft mijn land. Ik blijf hier, een vis moet je ook niet uit het water halen.”

maandag 8 april 2013 20:46
Spread the love

Jongeren vinden die over politiek willen praten is niet echt een moeilijke opgave in Tunis. Je spreekt gewoon lukraak iemand aan. “Voor de revolutie maakte iedereen voetbalanalyses, nu proberen we vooral de politiek te doorgronden”, vertelt Wicem, een jongen van 23 die binnenkort als ingenieur afstudeert.

Nadenken over politiek speelt een belangrijke rol in het dagelijks leven van vele Tunesiërs. Het wachten op een nieuwe grondwet duurt lang. “We verlangen naar verkiezingen en naar een goede grondwet, maar bovenal zijn we op zoek naar een teken van de politici. We willen hun wil om te veranderen voelen”, zegt Wicem. Een teken dat ook hoop moet schenken aan een jonge gedreven generatie.

Moez is 21 en werkte als vrijwilliger tijdens het Wereld Sociaal Forum (WSF) in Tunis. “Het is aan de Tunesische jongeren om de wereld te tonen dat we bestaan. Zo’n forum is daar een ideaal platform voor. We hebben de revolutie meegemaakt en verdienen meer dan wat ons nu door de regering wordt aangeboden.”

Gediplomeerde werklozen

Tunesië heeft een zeer jonge populatie. In 2010 maakten kinderen tussen 0 en 14 jaar 29 procent van de populatie uit[1]. Kinderen en jongeren tussen 10 en 19 jaar vormen een groep van 17 procent[2]. Daarnaast woont ongeveer 67 procent van de bevolking in steden[1].

In combinatie met een goed onderwijssysteem heeft dit een mondige, stedelijke en jeugdige generatie opgeleverd. Een generatie die twee jaar geleden een gemeenschappelijk doel leek te hebben: ‘weg met Ben Ali’. Een generatie die nu vaak werkloos is.

Voor de revolutie, in 2010, werden de werkloosheidscijfers voor jongeren al op 31 procent geschat[4]. Dat hoge cijfer lag mee aan de basis van de volkswoede die de revolutie inleidde. Twee jaar nadien is de situatie er niet beter op geworden.

“Ik weet nu al dat ik met mijn diploma van ‘commerce électronique’ eender welke job zal moeten aannemen. Ik heb gekozen om dit te studeren omdat mijn hart er in zit, maar er is geen markt voor”, vertelt Moez.

Hiba is 25 en ze studeert in september af. “Mijn droom is om vrij en onafhankelijk te zijn, maar zonder werk is dat moeilijk. We hebben dankzij de revolutie vrijheid gewonnen en die moeten we gebruiken om aan onze economie te werken, want zonder job geen waardigheid en zonder waardigheid, geen echte vrijheid.”

Economie en de Soenna

Sinds Ben Ali onder druk wegvluchtte naar Saoedi-Arabië werd snel duidelijk dat er uiteenlopende ideologische visies achter de vraag naar werk, waardigheid, vrijheid en democratie schuilden. Iedereen wil werk, maar hoe creëer je het beste jobs?

Volgens Moetez (24), ingenieur en lid van de Ennahda-jeugdafdeling moet heil gezocht worden in een op islamitische fundamenten opgebouwde economie: “Onze economie moet geschoold worden op de Soenna, enkel zo raken we uit de crisis. En dat is heus niet conservatief, maar eerder sociaal-liberaal. Denk bijvoorbeeld aan het principe van de zakat (nvdr: het afstaan van een deel van je kapitaal als belasting), dat kan onze samenleving toch enkel ten goede komen?”

“Vele mensen klagen dat het de foute kant op gaat met de revolutie, maar dat ligt niet aan Ennahda. Het is te wijten aan sabotage gesteund door leden van het oude regime en acties van populistisch links. Zo zijn wij niet tegen vakbonden, maar UGTT (nvdr: Union Générale Tunisienne du Travail) wil politiek gewin halen uit haar positie, dat kan niet de bedoeling zijn. Ze sturen het land met al hun stakingen de verkeerde weg uit.”

Niet iedereen kan zich vinden in de Ennahda lezing van de feiten. Moez vindt dat de Ennahda-jongeren geen eerlijke discussie voeren. “Ze verdraaien de waarheid altijd. Voor de revolutie zaten we vast aan Ben Ali en nu zitten we vast aan Ennahda. Ze willen dat we terugkeren naar de Middeleeuwen en dat vrouwen allemaal met een niqab rondlopen, daar ben ik tegen.”

Wicem vertelt een gelijkaardig verhaal: “Ennahda werkt met een dubbele moraal. Zo willen ze de communistische partij in Tunesië verbieden, maar de president van China wordt wel met open armen door hen ontvangen, is dat dan geen communist?”

De 22-jarige Allédin studeert rechten en wil toch wat nuanceren: “Ik sta niet achter het Ennahda-programma, maar vind het belangrijk om te zeggen dat niet alle Ennahda-aanhangers salafisten zijn. Er zijn ook gematigde stemmen binnen de partij en haar achterban.”

Ook wat de rol van het UGTT betreft lopen de visies uiteen. “UGTT speelde een belangrijke rol tijdens de revolutie. Ze hebben ze onmiddellijk krachtig ondersteund,” vertelt Allédin.

Word wakker

De vakbond had dus een grote mobiliserende kracht, net als Facebook. “Facebook bracht mensen samen. Het toonde aan dat er vele gelijkgezinden waren. Het is die Facebookgemeenschap die de stille meerderheid van de Tunesische bevolking heeft wakker geschud”, vertelt Moez.

“Ik vond het te gevaarlijk om de straat in te trekken, ook mijn familie dacht er zo over, maar dankzij Facebook kreeg ik de kans om de revolutie op mijn eigen manier te ondersteunen,” zegt Hiba.

Ook Wicem denkt er zo over: “Tijdens de eerste grote demonstraties liep ik mee, maar het werd al snel gevaarlijk, ik was mijn leven niet beu. Ik werd wel actief als blogger. Daardoor leerde ik andere bloggers kennen die bleven demonstreren, heel dapper vond ik dat.”

Blijven demonstreren, dat is wat Moez deed: “Lege bierblikjes gebruikten we als basis voor molotovcocktails die we naar de politie gooiden. We dachten nergens aan, er hing een heel vreemde sfeer in de lucht.  De politie schoot op ons, een vriend van mij is zo gestorven.”

“Ik moest de revolutie wel actief mee ondersteunen. Een aantal jaar geleden zag ik Maya Jribi (nvdr: partijleidster van de PDP en eerste vrouwelijke partijleidster in Tunesië) spreken tijdens een televisie uitzending. Ze uitte directe kritiek aan het adres van Ben Ali. Ze straalde zoveel passie uit dat ik niet anders kon dan mij aansluiten bij de PDP (nvdr: Parti Democrate Progressiste).”

“Er ging een lange strijd aan de revolutie vooraf, maar op 14 januari 2011 ben ik alle moeilijkheden compleet vergeten. Het was één groot feest, onbeschrijfelijk gewoon”, besluit Moez.

Tunis ?Tunesië

Maar na het feesten volgde uiteraard de vraag: wat nu? En die vraag wordt door het versplinterde Tunesische politieke landschap op diverse manieren beantwoord. Er zijn genoeg partijen die voor ‘de gulden middenweg’ pleiten, maar het politieke centrum kent vele benamingen in Tunesië. Voor de ene is het eerder sociaal-liberaal (Nidaa Tounes), voor de andere islamitisch (Ennahda) en voor nog anderen meer aan de progressieve kant (Republikeinse Partij).

Niet alleen het politieke landschap valt moeilijk te doorgronden, ook binnen het land zelf heerst enige verdeeldheid. “Tunis is Tunesië niet,” zegt Wicem, “Ik was verbaasd dat Ennahda zoveel stemmen haalde bij de verkiezingen. Volgens mij hebben veel mensen eerder uit medelijden dan uit overtuiging gestemd. Het verhaal van de gevangengenomen en gefolterde Ennahda-aanhangers sloeg aan.”

“Aan de andere kant heerst er meer armoede in het zuiden van het land. Je kan daar nog spreken over een plattelandssamenleving. De mensen zijn er veel conservatiever.”

Hiba heeft het over een verschil in mentaliteit: “Ik heb de indruk dat veel mensen uit het Zuiden een andere mentaliteit hebben.  Ze schijnen te denken dat Europa het paradijs is, maar daar is het ook crisis.”

De Tunesische hoofdstad verlaten om geluk te zoeken in een Europese grootstad? Het is voor deze jongeren een overbodige vraag: “Tunesië zit in een diepe economische crisis en de toekomst is onzeker, maar het blijft mijn land. Ik blijf hier, een vis moet je ook niet uit het water halen,” zegt Moez.

De 23-jarige student rechten Dous vult aan: “Sommigen denken dat wanneer je naar Frankrijk migreert, de president je persoonlijk  geld komt toestoppen. Je moet hier blijven en je eigen land vooruit helpen. Mijn zus was de beste studente van haar jaar, maar in Europa betekende dat niets.”

Qatar en de VS

Je eigen land vooruit helpen dus, maar op welke manier doe je dat het best? Allereerst lijken de jongeren het er over eens dat de buitenlandse inmenging moet stopen.

“Qatar schonk ons na de revolutie veel leningen, terwijl wij eigenlijk nooit een hechte band hadden met dit land. Nu eisen ze plots hogere intresten dan het IMF. Om de schulden af te betalen worden verschillende bedrijven aan de Qatarezen verkocht,” vertelt Wicem.           

De 23-jarige Mouna hekelt de hypocriete houding van de VS. “De oorsprong van het extremisme vind je in Saoedi-Arabië, maar dat wordt niet aangepakt. Waarom? Omdat er olie is, maar in andere landen vindt de VS het wel gerechtvaardigd om ‘terroristische dreigingen’ aan te pakken. In Tunesië willen we geen buitenlandse bemoeienissen.”

Volgens Hiba moet ook de media anders werken. “Er werd bijvoorbeeld amper gepraat over het WSF. Als een docent mij niet had voorgesteld om deel te nemen, had ik niet eens geweten dat het plaatsvond. Dan leveren die journalisten toch slecht werk?”

Broze vrijheid

Als neutrale toeschouwer zou je op het eerste gezicht kunnen denken dat revolutie niet veel heeft veranderd. Daar bovenop komt de schaduw die de salafisten werpen op de revolutie. Zeker in de VS en Europa wordt het spookbeeld van een nieuwe ‘Shariastaat’ opgehangen.

Toch is de bedrukte sfeer die aan dit soort beklemmende voorspellingen vast hangt ver te zoeken in Tunis. Ontgoocheling over het tempo van de veranderingen is er wel, maar bovenal is er toch hoop. Hoop dat de revolutie echt haar beloftes van werk, waardigheid, vrijheid en democratie kan waarmaken, meestal onmiddellijk gevolgd door een dosis realisme. 

“We vochten voor werk, waardigheid, vrijheid en democratie, twee jaar later rest ons voorlopig enkel vrijheid”, zegt Hiba. Toch is dat op zich al een hele verwezenlijking, die er voor zorgt dat mensen eindelijk terug vrij kunnen ademen.

“Voor de revolutie liep een vriend van mij eens voorbij het partijgebouw van Ben Ali met zijn fototoestel in de hand. Hij werd meteen gearresteerd en ondervraagd. Zijn camera werd afgepakt en hij moest een dag in de cel. Hij wilde niet eens een foto maken, nu mag je er zoveel nemen als je wil”, lacht Wicem.

“Vrijheid is iets broos en kan snel verloren gaan. De moord op Chokri Belaid toont aan hoe snel het allemaal kan keren. Toch is er ook reden om positief gestemd te zijn. Ik denk niet dat ze bij Ennahda – want iedereen weet dat zij erachter zaten – verwacht hadden dat zoveel mensen woedend zouden regeren en opnieuw de straat op zouden gaan”, zegt Moez.

Herwonnen waardigheid

Maar naast de voorzichtige blijdschap om meer vrijheid, is het vooral waardigheid waarnaar deze jongeren op zoek zijn. “Wat betekent waardigheid voor mij? Ik moet het geloof hebben oprecht gehoord te worden. Het gevoel dat mijn mening telt,” zegt Wicem.

Hiba vult aan: “Waardigheid is de ruimte krijgen om je eigen identiteit te creëren. Je leven invullen zoals je dat zelf wil”. “Het is vertrekken op de eerste trede maar weten dat je ooit helemaal bovenaan de trap kan eindigen,” besluit Dous.

De revolutie zette alvast een proces ingang. Tunesiërs gaan nu op zoek naar hun invulling van ‘de democratie’. En waardigheid? Die werd alvast voor een stukje tijdens de revolutie herwonnen:

“Tijdens de revolutie barricadeerden we ‘s avonds de toegang tot ons dorp. Iedereen moest langs ons passeren, zelfs de politieagenten. Voor het eerst in mijn leven voelde ik de rollen omkeren. Na jaren van willekeurige politiecontroles hadden wij het nu voor het zeggen. Je merkte dat de agenten dat ook zo aanvoelden. Voor ons was het een moment van overwinning.”

Voetnoten

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!