De onderzoeksresultaten van de Universiteit van Wageningen staan in het vakblad Environmental Health. Men vergeleek tuiniers in 12 ‘volkstuincomplexen’ (groepstuinen aan de rand van de stad) met mensen zonder tuin en dat geeft twee markante conclusies: In de zomerperiode bewegen tuiniers in alle leeftijdscategorieën meer dan mensen in de controlegroep en boven de leeftijd van 62 jaar zijn de tuiniers duidelijk gezonder dan de niet-tuiniers.
De mensen met een tuin hebben minder gezondheidsklachten, gaan minder vaak naar de huisarts, zijn meer tevreden met hun leven en voelen zich ook nog eens minder eenzaam. Dat laatste houdt verband met de sociale contacten in een groepstuin en kan niet zomaar geëxtrapoleerd worden naar mensen met een individuele tuin. Maar dat tuinieren goed is voor de gezondheid en de tevredenheid, hoort en ziet Velt geregeld bij haar oudere leden.
‘Eco-actief oud worden’ noemen we dat. Het tuinieren moet wel degelijk ‘actief’ en ‘ecologisch’ zijn: rondrijden op een zitmaaier zet geen zoden aan de dijk, onkruid pak je best aan met de schoffel. Door pesticiden te mijden, spaar je bovendien geld uit, spaar je de natuur en mijd je contact met giftige stoffen of residu’s. De ecologische insteek zorgt ervoor dat mensen betrokken zijn op hun voeding.
We ervaren dat veel van onze leden bewust omgaan met hun voeding. Ze wisselen tips en recepten en slagen er in gevarieerd, lekker en gezond te eten. Zo voeden ze hun kinderen en kleinkinderen letterlijk op. Deze eco-actieve aanpak kan van pas kan komen in de strijd tegen obesitas.
Jan Vannoppen, directeur van Velt.
www.velt.be