Trom in de RUZ – afl 24

Trom in de RUZ – afl 24

dinsdag 7 augustus 2018 16:54
Spread the love

 

Vorige keer leerde Trom van Atomù dat vallen helemaal niet zo erg is – als je het van de luchtige kant bekijkt. In een mindtrip krijgt hij een kwantumimpressie van zijn grootvader Merengo te zien. Maar is alles wel zo optimaal als het lijkt in de Geheime Vallei? Er komt onherroepelijk een tegenstroom op gang. Ook in de diepschool zijn er ontwikkelingen. Moona maakt spectaculair vooruitgang en de voorbereidselen voor het schoolfeest, dat de kids zullen opvoeren in de RUZ, gaan eindelijk van start. 

 

Tegenstroom

uit Nisja’s log De Opstand der Dieren, 2016/24

‘Als de Geheime Vallei een vacuüm is waar alles tegelijk gebeurt en waar iedereen tegelijk aanwezig is,’ redeneert Trom, ‘hoe komt het dan dat ik alleen jullie zie en wat antilopen ginder in de verte?’

‘Dat komt door de beperkingen van ons brein,’ zegt Atomù filosofisch, terwijl hij een dot stof over zich heen spuit. ‘Wij olifanten kunnen infrasoon horen en telepathisch communiceren, maar we gebruiken nog altijd maar een beperkt deel van onze hersens. Hè, Quark?’

‘Laten we zeggen dat we alles bij elkaar over een paar slordige duizend giga beschikken,’ zegt Quark. ‘Bovendien kunnen we voortdurend schuiven tussen werkgeheugen en virtueel geheugen. Maar dat levert telkens maar een momentopname op. Snap je?’

‘Niet helemaal,’ zegt Trom.

‘Ja, het is moeilijk om overzicht te krijgen op de materie. Er is wat we kunnen vatten en wat er echt is. Dat laatste is immens. Je kunt het zo resumeren: in de donkere energie van de Geheime Vallei kunnen we selectief inpluggen op het geheel. We kunnen tijdreizen en onszelf teletransporteren. Dan komen we in een andere tijd of op een andere plek terecht. Allemaal virtueel, dat wel.’

‘Alleen in de dimensie van het hiernamaals wordt ons een blik geboden op de totaliteit,’ zegt Atomù. ‘Maar daar zijn we nog niet aan toe. Als je dat wil weten, vraag dan maar aan je grootvader hoe hij het maakt. Dan vang je een glimp van de eeuwigheid op. Als we hem op het moment dat hij stierf zouden opzoeken, zou je zien hoe eng zijn kijk nog was. Hoe eng iemands kijk buiten de Geheime Vallei sowieso is.’

‘Kan dat?’ Trom zijn hart springt op bij het idee de oude Merengo terug te zien. ‘Ik sliep naast hem toen hij doodging. Ik wou dat ik hem had kunnen bijstaan.’ 




‘Als het erop aankomt leven we allemaal naast elkaar,’ zegt Atomù. ‘We kunnen nooit helemaal in een ander opgaan. Maar we maken wel deel uit van een groepsziel. Dus ja, als je je erop toelegt, kun je contact leggen met iemand over tijd en ruimte heen. Zelfs voorbij de dood.’ 

‘Het is een beetje zoals spacetimen, maar dan een stuk echter,’ zegt Quark. ‘Je hoeft er geen gigantische netpanty met sensoren voor aan. Je kan bij wijze van spreken jezelf oud zien worden en sterven. Maar dat zou ik je nog niet aanraden.’

‘Nee, dat liever niet,’ huivert Trom. ‘Maar Merengo had ik graag nog eens ontmoet. Daar heb ik spijt van.’

‘Geen probleem, jongen,’ zegt Atomù. ‘Kijk, daar komt hij al aangesjokt. Mijn vader, jouw grootvader. Zie eens hoe eenzaam hij is. Zullen we dichterbij komen? Eens horen wat hij loopt te mokken in zichzelf.’

Zonder veel erg nadert Merengo het drietal in ultra-4D. Pal voor hen valt hij stil en richt hij zijn hoofd op.

‘Wat hebben we hier?’ rochelt hij dieper dan diep. ‘Mijn zoon Atomù en mijn kleinzoon Trom? Hebben jullie elkaar gevonden dan? Mooi zo. Maar hebben jullie niks beters te doen dan een aftandse bul te sarren? Laat me maar. Jullie zijn bang voor mijn aftakeling en mijn rotte kiezen, voor mijn gram en mijn zwartkijkerij. Het confronteert jullie te zeer met jullie eigen vergankelijkheid.’

‘Welnee,’ toetert Trom schril. ‘Misschien kunnen we samen wat tijd inhalen. Ik heb u nooit echt gekend.’

‘Ik ook niet, jochie. Maar ik kan je niet helpen. Ik ben in wezen nog steeds hetzelfde weeskind als jij. Ja, ook ik ben wezenbroed en kijk, toch ben ik zover geraakt. Laat me dus maar, ik ben een chagrijnige oude knar die de regels aan zijn laars lapt.’

De kwijl druipt van Merengo’s slagtanden. Een ervan is zwaar gehavend, de ander boort zich bijna in zijn kaak.

‘Grootvader,’ probeert Trom nog, maar hij zwijgt als hij de korzelige oogopslag van zijn voorzaat bemerkt. Daarop zet deze zich weer in beweging, de verte tegemoet.

‘Wacht,’ zegt Quark, ‘dit was Merengo’s projectie hier in de Geheime Vallei. Waar zag je hem voor het eerst?’

‘De dag voor hij stierf, in de Siringet. Hij was totaal uitgedroogd. Als hij van de mineraalbronnen van het Daktabos had kunnen drinken, had hij het misschien gehaald.’

‘Let op, nu moet je je concentreren, dit kost wat inspanning. We zullen ons verplaatsen naar Merengo’s dood. Of naar een versie ervan, wat je ervan maakt.’

‘Je hoeft alleen maar je virtuele geheugen aan te spreken, jongen’, zegt Atomù. ‘Rustig maar, we zijn bij je.’

Trom knippert even met zijn ogen en bevindt zich stante pede in de hete woestenij van de Siringet, met het kadaver van Merengo voor zich. Plotseling schiet er een glimp van licht in het oog van zijn grootvader. Even later komt er ook een amechtig geluid uit zijn mond.




  

 

 

  

 

 

‘Ken je deze wijs nog?’ rochelt de stervende olifant.

‘Wat zegt hij?’ fluistert Trom. De anderen gebaren dat hij moet zwijgen en dan hoort hij het ook: een zacht gereutel dat overgaat in een hees, kortademig wijsje.

Ik hoor niet al te best

en ik ben mijn tanden kwijt

maar wat kan het mij schelen,

al die haat en nijd

Ik heb het goed gehad

hier op de savanne

van alle wijfies was jij

wel de lekkerste, Susanne

En nu sta ik hier

voor de hemelpoort

en ik fluit een deun,

men zegge het voort

Nog even geeft Merengo de maat aan met zijn slurf, dan blaast hij met een zucht zijn laatste adem uit. Trom staat eens te meer machteloos bij het zien van het oog dat breekt, het karkas dat verstart.

‘Ja, het is een mysterie, de dood…’ zegt Atomù. ‘We kunnen niets anders meer doen dan hem de laatste eer bewijzen.’

‘Hij is met een kwinkslag gestorven,’ zegt Quark.

‘In mijn herinnering ging het helemaal niet zo,’ protesteert Trom. ‘Merengo was op, hij had een slechte dag gehad, hij zag er vreselijk tegenop.’

‘Het is wat je ervan maakt,’ zegt Atomù. ‘Misschien wijst het erop dat hij nu in vrede is. Die ouwetjes blijven steken in het verleden. Maar wat wil je, toen ze er nog bij hoorden, hadden zij het voor het zeggen. Het was hun muziek die de toon aangaf.’

‘Wat een krachtig bewijs is voor de theorie van de filteruniversa,’ zegt Quark. ‘Voor de relativiteit van het temporele en van het ouder worden. Een bejaarde bul is alleen maar fysiek oud. Zijn gedachten zijn zo pril als toen hij als jonkie de vlakte bestormde. In zijn ogen draait de wereld nog steeds om hem, tot hij inziet dat het voorbij is en loslaat.’

‘Je kunt het ook zo zien. Aan de ene kant geven we onze genen door, zodat de soort blijft overgaan in nieuwe entiteiten. Aan de andere kant gaan onze individuele levens op in het rijk van de geest. Ook daar blijven we voortbestaan, maar in een andere dimensie. Daar heb je zonet een voorsmaakje van gekregen.’

‘Het is een kwestie van trillingen en frequenties, niet meer dan dat. Maar we moeten terug. Ben je klaar?’

Met een flits die Trom even doet wankelen belandt het drietal weer in de krater van de Amhetat, waar het zijn wandeling voortzet alsof er niets gebeurd is.

‘Het probleem is dat kornuiten als Bozo en papa Zeus onze aantallen decimeren,’ pikt Atomù de discussie weer op. ‘Om het tij te doen keren moeten we solidair zijn, want tegen corrupte parkwachters en jagers met schietijzers en vliegende kruisen hebben we geen schijn van kans.’

‘Eh, solidariteit, waar komt dat precies op neer?’ zegt Trom, nog altijd onder de indruk van zijn mindtrip.

‘Als we met de rug tegen de muur staan weegt enkel nog ons aantal door. Dat is het enige wat op kan tegen de fonkelende cijfers van de markt. Het is achter ons ivoor dat de tweevoeter aanzit. Maar wat als we er niet meer zijn? Dat besef moeten we de wereld bijbrengen, nu het nog kan. Met zo’n overwicht, dat al wie de natuurbalans verstoort tot inzicht komt.’

‘De markt wil niet liever dan ons uit elkaar drijven,’ zegt Quark. ‘Eigenlijk willen ze Atomù dood, zodat hij zijn kennis niet kan doorgeven. Ze willen geen leidersfiguur, ze willen weesjes zoals jij die hun kop houden. Dan kunnen ze het Tingatongapark inkrimpen en bergen ze ons in een hoekje tot we uitsterven. Dan wordt het hele reservaat gekapt en volgebouwd, tot er niets meer te halen valt. De markt is een zwart gat: ze slokt alles op, tot de boel uiteenspat.’

‘Maar zover hoeft het niet te komen,’ zegt Atomù opgewekt. ‘De aarde zit vol wormgaten, waarmee we van de ene dimensie naar de andere kunnen. Of van het ene tijdperk naar het andere. Daarom komen we hier samen, voor actie over tijd en dood heen. Daarmee willen wij, de dieren, de tweevoeter met verstomming slaan. En paal en perk stellen aan de verkwisting van gemeengoed. Dat is het plan.’

‘Fantastisch,’ is het enige wat Trom weet uit te brengen. Om onzeker te vervolgen: ‘Maar hoe? En wat is mijn rol daarin?’

‘Dat zul je wel zien,’ zegt Atomù. ‘De volgende fase kondigt zich al aan. Hoor je dat gedonder, zie je die stofwolk daar? Dat is vast een bode met een urgente boodschap. Ik denk dat we ons verzet niet lang meer kunnen uitstellen. De tegenstroom komt onherroepelijk op gang.’

 

Van persoon tot persoon

Red Jezelf in Bruciety/24, maart 2045

‘Moona gaat spectaculair vooruit,’ zegt Atika. Ze klinkt veel gedecideerder dan bij het vorige oudercontact.

‘Wat niet belet dat er vragen rijzen bij haar veranderde attitude,’ zegt Adelheid zuinigjes.

‘Ze participeert inderdaad beter dan voorheen,’ zegt Estelle Meles, de psychocoach van OOO. ‘Maar soms op het prikkelbare af. Bij haar laatste teamtalk monopoliseerde ze de groepsdiscussie. Ze beet de anderen toe dat ze geen flauw idee hadden. In feite gaat ze nog steeds niet rimpelloos op in het onlinegebeuren.’

‘Dat was die talk over het werk van haar vader, hè?’

‘Op zich best lovenswaardig. Ze is erin geslaagd om zowel biologie, milieu als globale economie in haar betoog te betrekken. Maar het was ietsje te politiek.’

‘Het is een ernstig onderwerp,’ zeg ik. ‘Ze vindt het erg dat er niemand wakker ligt van de ellende in Afrika.’

Het is nu al de tweede keer dat ik voor Moona bij de schoolautoriteit kom. Ik schrok me rot van het ptp-verzoek, ik dacht eerst dat Ziva toch nog geklikt had over het incident met de laarsjes. Maar het ging gewoon over Moona’s inhaaloperatie.

‘Ze is nog altijd niet populair,’ zegt Adelheid. ‘Ze spreekt weer, ze klapt niet meer dicht. Maar op een cassante manier, ze kan zich niet beheersen. Ook in de dojo is het of ze haar tegenstander de hele tijd aanvliegt.’




‘Je moet haar tijd gunnen,’ zeg ik. ‘Ze komt uit een persoonlijke hel. Misschien is het overcompensatie. Vroeger was ze toch sociaal genoeg? Moona is een verzoener, ze kan met iedereen overweg. Iemand heeft op een keer misbruik gemaakt van haar zachte, meegaande natuur.’

‘Alle begrip,’ zegt Atika.

‘We herkennen Moona niet meer,’ zegt Estelle Meles bits. ‘Ik vraag me af wat de volgende fase zal zijn.’

‘Dat valt wel mee,’ repliceert Atika diplomatisch. ‘We willen het haar ook niet moeilijk maken. Ik vind dat ze vorderingen maakt, in het bijzonder met haar praatvermogen. Haar stem heeft meer klank.’

‘Dat komt doordat ze weer is beginnen zingen.’

‘O ja? Dat wist ik niet. Adelheid, noteer je dat in haar curriculum?’

‘Wat, zingen?’ Adelheid begint blozend op haar bandje te swipen, ze is manifest in de war.

‘Dat heeft er tot vorig jaar in gezeten,’ zeg ik. ‘Maar ze is gestopt omdat ze problemen kreeg met haar stem. Meer bepaald toen ze opzij geschoven werd door de groep.’

‘Ja, vervelend,’ zegt Atika. ‘Ziva doet het iets rustiger aan nu. Maar Moona die zingt, dat komt ons mooi uit.’

‘Ziva Krechnick heeft het anders niet makkelijk in haar homesituatie,’ stelt Estelle Meles. ‘En kijk haar presteren in het team. Online is ze superflexibel. Trek haar een sensesuit aan en ze speelt elke rol.’

‘Volgens mij verdient Moona meer geduld,’ snoert Atika haar de mond. ‘Van de twee is zij wellicht de meest kwetsbare. Het werkt contraproductief haar pogingen om zich opnieuw te integreren teniet te doen. Is iedereen het daarover eens? OK, bedankt voor jullie aanwezigheid.’

‘Bespreek jij de rest met Quinten?’ zegt Adelheid, verrast door haar aplomb. Estelle Meles kijkt als een snoek op zolder, ik kan nauwelijks een glimlach onderdrukken.

‘Natuurlijk weet ik dat Moona weer zingt,’ zegt Atika als we door de stuurkamer naar de uitgang lopen. ‘Dat is het net, ik wil haar dringend aan het werk horen. Maar het is nog te vroeg voor een teamperformance. Ik wil wachten tot het schoolfeest.’

‘Hoe komt het dat je zo op dreef was?’ zeg ik. ‘Ik heb Adelheid en Estelle zelden zo mak geweten.’

‘Ha!’ zegt ze triomfantelijk. ‘Dat komt omdat we een kleine overwinning hebben geboekt. We hebben Adelheid in een patstelling gedreven. Stijn en ik hebben een investering gelobbyd bij Bruciety en ons eindetermijnfeest heeft het gehaald. Een musical op het schoolkanaal of in de RUZ, het staat nog niet vast. Maar we brengen wel degelijk het verhaal van Trom. Als jij het goedvindt tenminste.’

‘Waarom niet? Ik vind het een geweldig idee.’

‘Het is toevallig wel zo dat Nisja in juni vijf jaar geleden overleed,’ zegt Atika zacht.

‘Dan is het meteen een soort herdenking. Ik ben alleen bang dat andere ouders dat misschien niet zo gepast vinden. Je moet goed beseffen waar je aan begint.’

‘Maak je geen zorgen, de ouderraad is pro. En alle coaches staan erachter. Nu we Adelheid in het defensief hebben gedwongen, is het resoluut go.’

‘Het is wel een blamage voor haar, met haar contacten bij het vrijhavenbestuur en zo.’

‘Ze zal twee keer nadenken voor ze zich van Bruciety distantieert. Quint, het wordt helemaal iets voor en door de kids. Stijn heeft al een choreo in de steigers. Weet je dat Brim de 3D-outfits en de decorontwerpen programt? Melda, de coach expressie, zal hem erbij helpen. Heeft hij het er al over gehad?’

‘O, hij zit de story voortdurend te ensceneren met zijn asimo, daar is hij gek op.’

‘En Moona vertolkt natuurlijk de liedjes. De vraag is, kunnen we ook op jou rekenen?’

‘Het is toch een show voor en door de kids, zei je? Wat kan ik dan voor je doen?’

‘Zoals je heel goed weet, wil ik jou als verteller,’ zegt Atika. ‘Dat willen de andere leden van de raad ook. Je stem is een referentie, dat geeft het project body. Bovendien sta je er zo dicht bij. Doe het voor Nisja. Wat denk je?’

Ik registreer de boventonen die ze produceert, ik kan nu al geen nee meer zeggen.

‘Het telt mee voor je punten,’ zegt ze nog voor ze me uitlaat. Ten afscheid raakt ze vertrouwelijk mijn arm aan. De terugtocht langs het bospad rij ik met mijn hoofd in de wolken. Ik wil het goede nieuws kunnen delen, maar thuis lijkt de boel uitgestorven. Het is woensdagmiddag, de kids moeten een buitenactiviteit hebben. Er sijpelt een waterzonnetje binnen, een gele sluier laat de stilte nauwelijks waarneembaar resoneren. Ik heb geen besef van tijd.




‘Hoe is het gegaan, Q?’ vraagt een stem achter me ineens. Het is Moona die een pak haverdrank uit de koelkast neemt. ‘Je bent toch naar de RUZ geweest?’

Terwijl ze haar glas leegdrinkt, vertel ik haar over het onderhoud met Adelheid en Estelle Meles.

‘Mijn talk is de mist ingegaan door een paar flauwe opmerkingen van Ziva en Terry,’ zegt ze. ‘Losse flodders waar ik niet op had mogen reageren. De anderen hebben nog gesist dat ik moest zwijgen.’

‘Het zijn achterhoedegevechten, Moona. De volgende keer denk je maar aan regel één van de krijgskunst. Laat de energie van de ander niet op je inslaan, maar van je afglijden. Dan is de strijd al half gewonnen.’

Volgende keer komt Veyron met een kwade tijding: driehonderd olifanten zijn vergiftigd met cyanide. Ook in Bruciety is niet alles koek en ei, maar het helpt niet om te jammeren: reality surft nu eenmaal op entertainet. 

 

Auteursrecht bij SABAM – illustraties Inge Moijson – eigen foto’s

 

 

take down
the paywall
steun ons nu!