Interview, Mediakritiek -

Tim Verheyden: “We moeten de vertrouwensband tussen media en publiek herstellen”

Fake news. Sinds Donald Trump is de term niet meer weg te denken. Sinds corona is het ook heel dichtbij. En na de inval in Oekraïne weten we hoe desinformatie ons elke dag belaagt. Tim Verheyden, VRT-journalist met all things digital als specialisatie, is de geknipte persoon om een breed publiek bewust te maken van die problematiek. Hij maakte de boeiende docuseries Privacy en ik en Facebook en ik. Je kent hem ook als de journalist die Dries Van Langenhove confronteerde met de inhoud van de geheime chatgroepen van Schild en Vrienden. Recent verscheen zijn boek Het had waar kunnen zijn, op zoek naar de impact van desinformatie en fake news.

maandag 27 juni 2022 15:36
Spread the love

 

Tim Verheyden: “Het is zonde dat de sociale media geworden zijn wat ze zijn. Er gebeuren ook leuke dingen op. Er zijn creatieve en innovatieve vlogs, mensen doen fantastische dingen op Instagram en TikTok, op Wikipedia waar goede moderatoren aan de slag zijn, Reddit… maar er is een donkere zijde aan.”

“We kunnen niet langer vriendelijk aan big tech vragen om het op te lossen, want die gaan het niet aanpakken. Alle mogelijke schadelijke content, van desinformatie tot tieners die worstelen met hun zelfbeeld, het brengt gewoon geld op. En dat moeten we in vraag stellen.”

“Frances Haugan, de klokkenluider bij Facebook, zegt dat ook. Je moet Facebook niet afschaffen, maar het moet een gezonde werkplek worden. Ze weten perfect waar het misloopt.”

Fake news bestaat al langer, denk maar aan de presidentsverkiezingen in de VS in 2016, waar desinformatie een belangrijke rol speelde. Maar corona bracht het voor ons allemaal dichtbij. Had je dit boek ook kunnen schrijven als we niet door de coronacrisis waren gegaan?

Verheyden:“Ik denk het wel. In Amerika is het na Trump ook niet verdwenen. Al die complotdenkers uit de ‘alternatieve media’ blijven bestaan, zoals Alex Jones.”

“Maar corona heeft het tastbaar gemaakt, heeft de verwarring nog groter gemaakt. Er is een lockdown, dus veel mensen zijn eenzaam. De gevestigde waarden verliezen aan vertrouwen, maar dat is wat sommigen juist willen. En er wordt bewust geknaagd aan het vertrouwen in wetenschap, de overheid en de media.”

“Er wordt bewust geknaagd aan het vertrouwen in wetenschap, de overheid en de media”

“Uit onderzoek blijkt dat er 81 overheden zijn die sociale media gebruiken om de eigen bevolking te onderdrukken. Met valse informatie, trollcampagnes, wetgeving om mensen de mond te snoeren, tot in Myanmar waar de overheid via sociale media een volkerenmoord in de hand heeft gewerkt.”

Wie gaat dat reguleren?

Jouw antwoord daarop is regulering.

Verheyden: “Deels. Ik denk dat de Digital Services Act, waar nu in het Europees Parlement aan gewerkt wordt, een goede stap is om te zorgen dat die bedrijven gezonder worden. De vraag is wel wie dat gaat handhaven. Als ik met Europese Parlementsleden spreek zeggen die: ‘NGO’s, journalisten en wetenschappers’. Dat is geen echte handhaving voor mij.”

“Ik geloof in communitybuilding, elkaar ontmoeten, in het echt het gesprek terug aangaan. Ik lees dat burgemeester van Brussel Philippe Close 150 camera’s wil bijhangen. Dan vraag ik mij af, waarom geen 150 wijkagenten? Die gaan voelen wat er in bepaalde wijken scheef zit. Sociaal werk, onderwijs, overal handen te kort. Nochtans kan je juist daar het wantrouwen helpen wegwerken.”

Is de digitale ruimte geen deel van de publieke ruimte, en is het dan niet vreemd dat heel die digitale ruimte in privéhanden is?

Verheyden: “Daar heb ik ook al aan gedacht. Misschien moeten we van een digitaal kapitalisme naar een digitaal socialisme, waarbij die grote technologiebedrijven nutsbedrijven zijn die ons ten dienste staan?”

“Misschien moeten we van een digitaal kapitalisme naar een digitaal socialisme, waarbij die grote technologiebedrijven nutsbedrijven zijn die ons ten dienste staan?”

“De digitale ruimte is tastbaar gemaakt door grote bedrijven, heel goed gedaan trouwens, maar we leven onder hun voorwaarden. Qua regelgeving en democratische afspraken is het de far west. Er zijn gebruiksvoorwaarden, maar we hebben geen idee hoe bijvoorbeeld de moderatoren van Facebook werken. Ik hoop dat de Digital Services Act kan helpen om de zaken gezonder te maken.”

Wordt het geen kat-en-muisspel tussen de grote bedrijven en de overheid? Meta, het bedrijf achter Facebook, en Google hebben budgetten die hoger zijn dan de begroting van veel van de landen waar hun gebruikers wonen. Kan je daar tegenop?

Verheyden: “We moeten íets doen, natuurlijk. Geef je ze boetes geven als ze bepaalde fouten maken, bijvoorbeeld desinformatie verspreiden of schadelijke producten promoten? Bon, dan betalen ze die boetes. In hoeverre wordt dat een spelletje? Zolang het daarbij blijft gaan ze weinig veranderen. Vorig jaar heeft Facebook 950 miljoen dollar winst gemaakt op advertenties die getoond worden in complotgroepen. Waarom zou je ingrijpen als je er zoveel mee kan verdienen?”

“Met wat we nu weten…”

Vind jij dat ‘de waarheid’ bestaat? Of heeft ieder zijn waarheid?

Verheyden: “Moeilijke vraag. Ik denk dat de waarheid bestaat. Als journalist moet je daarin geloven, vind ik. Maar je moet beseffen dat je soms niet de hele waarheid kent of kunt kennen. Er zijn verschillende invalshoeken. Na de pandemie besef ik dat we vaker moeten zeggen: “met wat we nu weten…”. Wat we over een virus of een vaccin weten kan met de tijd veranderen. Maar er waren ook mensen die begonnen te beweren dat het vaccin de immuniteit van kinderen wegneemt. Dat is pertinent onjuist, en dat moet je dan ook duidelijk zeggen.”

Je schetst een profiel van virusontkenners als kritische, intelligente mensen.

Verheyden: “Ze zijn inderdaad intelligent, maar ze hebben niet de kennis die nodig is voor wetenschappelijk onderzoek. Het is normaal dat ze vragen hebben en op onderzoek willen gaan, maar wij als leek zijn niet in staat om alle studies te interpreteren. Dus dan gaat het weer over vertrouwen, en wat desinformatie doet is het vertrouwen in de wetenschap aantasten.”

“Ik blijf met zo’n mensen in gesprek gaan, zoals Andy, die ik in mijn boek beschrijf. Hij is de eerste die mij toonde hoe het Covid Safe Ticket mensen kon uitsluiten. Het was een middel om de horeca open te krijgen en de economie op gang te brengen. Maar moet je zo’n systeem installeren op het moment dat zo veel mensen zich al hadden laten vaccineren? Ik ben daar niet van overtuigd. Ik blijf het ook moeilijk hebben met het privacyaspect.”

Het DNA van de journalist

Heb jij tips voor burgerjournalisten? Hoe vermijd je dat je ongewild desinformatie helpt verspreiden?

Verheyden: “Je moet je bronnen onderzoeken. Door je eigen vooroordelen kijken, open naar een onderwerp kijken. Geef de feiten weer zoals ze zijn, en vermeld je bronnen. Als je een fout maakt, geef het toe en pas het aan. Zo creëer je een vertrouwensband die vandaag ontbreekt tussen de media en het publiek. En uiteraard checken en dubbelchecken.”

Tegenwoordig lees je op VRTNWS en in de Knack vaak factchecks, en die vormen dan een soort definitief oordeel over een bericht. Na de factcheck is de discussie afgelopen.

Verheyden: “Factchecken zit in het DNA van de journalist. Een claim veroorzaakt deining, dan zoek je naar achtergrond en dan maak je een conclusie. Ik vind het een heel helder model, en waardevol, omdat je je onderzoek aan de mensen duidelijk maakt, en het mechanisme achter de foute informatie zichtbaar maakt. Dus het is een vorm van mediakritiek.

“De term is wel stilaan verbrand, omdat ze evengoed wordt gebruikt door wie desinformatie wil verspreiden, bijvoorbeeld in de oorlog in Oekraïne.”

Meer perspectieven

Je boek komt heel snel na de inval in Oekraïne uit, en je hebt het veel over desinformatie door de Russen. Als je het over desinformatie door het Westen hebt beperk je je tot voorbeelden uit het verleden, de massavernietigingswapens in Irak. Ga je ervan uit dat in het huidige conflict enkel de Russen desinformeren en het Westen niet?

Verheyden: “Neen, alleen is er nu meer informatie voorhanden over hoe Rusland al jarenlang desinformatiecampagnes opzet, ook in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ze ontkennen het intussen ook niet meer. Uiteraard ga ik er ook van uit dat het Westen probeert de publieke opinie te bespelen. Alleen heb ik er op dit moment geen aanwijzingen voor dat Amerika gecoördineerde desinformatiecampagnes voert. Het zou wel eens moeten onderzocht worden welke mechanismen bij de Westerse propaganda gebruikt worden.”

In een interview met De Wereld Morgen zegt Noam Chomsky dat je in de Amerikaanse media enkel het Amerikaanse standpunt hoort. Is dat bij ons ook een probleem? Horen we in een conflict te weinig de stem van onze tegenstander?

Verheyden: “Als ik naar mijn eigen VRT kijk vind ik dat er wel wat verschillende stemmen aan bod komen, maar het mogen er nog meer zijn.”

“We hebben gelukkig journalisten die veel kennis hebben over wat er in bepaalde delen van de wereld gebeurt. Denk maar aan Jan Balliauw, die mij beter heeft doen beseffen waarom Poetin doet wat hij doet.”

“We hebben nood aan meer perspectieven, en dat was ook de belofte van het internet toen het ontstond. We zouden elkaar beter begrijpen en conflicten vermijden. Je ziet vandaag dat net het omgekeerde is gebeurd. De klassieke media moeten een tegengewicht bieden door aan goede journalistiek te doen.”

Het had waar kunnen zijn, op zoek naar de impact van desinformatie en fake news verscheen bij Pelckmans, ISBN 978 94 6401 609 3

Lees ook onze boekbespreking van Het had waar kunnen zijn

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!