De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

dienstencheque
Veerle Beirnaert

Column: mijn gesubsidieerde poetshulp…

maandag 27 april 2020 12:48
Spread the love

“Kijk, de pizza’s zitten aan de buitenkant”, legt mijn zoon uit. Het toeval wil dat hij vandaag net dezelfde sokken aanheeft… met een hapklare pizza-punt boven z’n linkerenkel. En rechts het spiegelbeeld van de linkerpizza.

In deze Corona-tijden zitten we met z’n allen rond de wasmand. Gezellig in kleermakerszit. De jongste heeft de onderkanten van z’n jeans omgeplooid. Dat moet ons helpen bij het puzzelwerk… nu zien we tenminste de boorden van z’n sokken.

We gaan ons focussen op de fastfood-sokken, daar waren we snel uit… Tja, fastfood-sokken. Of hoe noem je kindersokken die door Hema werden opgeleukt met een hamburger, een hotdog en heel veel smeuïge pizza-punten? De kinderen blijven nog even vrolijk doorvissen. Heel even… want drie paar gesorteerde sokken later vinden ze het genoeg voor vandaag. Dit is géén leuke Corona-activiteit. Ze willen liever iets met water doen. De ramen soppen of zo.

Een afgevaardigde die sokken sorteert

Maar voor onze poetsvrouw is het bittere ernst. Leuk of niet leuk… elke donderdagochtend duikt ze in onze sokkenmand, want dat hoort nu eenmaal bij haar job description. En dat heb ik niet zomaar zelf uitgevonden. Tuinieren mag niet, de was opplooien wel. En zo onderneemt ze wekelijks een poging om onze sokken te ontcijferen… ze snapt wel dat we ons geen zorgen maken om de verloren helften. Die zijn gewoon foetsjie, geen probleem. Nie ma problemu, druk ik haar op het hart in het Pools. Ze is ééntalig Pools en zo weet ze meteen dat we geen mierenneukers zijn.

Ik moet ineens terugdenken aan een quote op de sociale media. Iets wat mijn nichtje uit New York enkele jaren geleden had gepost: “Life is too short to waste time matching socks”. Ik had er meteen een overtuigend hartje bij gezet. Ei zo na had ik er een comment aan toegevoegd, iets als: “We’re so lucky! Onze Belgische regering betaalt een afgevaardigde die bij ons thuis de sokken komt sorteren.

Ik wist dat mijn internationale vrienden dat op z’n minst een beetje vreemd zouden vinden. Goed dat ik mijn comment heb ingeslikt.

Later kwam ik te weten dat de uitspraak van Einstein kwam. Maar hij had het niet over een wasmand met een relatieve overvloed aan sokken… maar wel over het matchen van sokken met de rest van je outfit. De visionair in kwestie wilde geen tijd verliezen met onbenulligheden.

Hoe onbenullig sokken ook zijn… onze poetsvrouw krijgt wekelijks een enorme lawine over zich heen. In principe zou de hoeveelheid nòg groter kunnen zijn, want ik draag aldoor jurkjes… met warme panty’s in de winter en blote benen in de zomer.

Het zijn dus mijn drie huisgenoten die zo’n sokken-tsunami veroorzaken. Er zit ook nog ander ondergoed in de mand. Daar maakt ze dan mooi geordende stapeltjes van… elke week opnieuw is ze daar een uur mee zoet. Daarna begint ze te poetsen. Maar de wasmand op zich is dus één dienstencheque waard. Dus 9 euro.

De prijs van een gin-tonic

Voor de prijs van een gin-tonic of een cinematicket zijn we zelf van die vervelende sokken-stress verlost. We drinken een gin-tonic minder en ons (relatief) luxeleventje kabbelt gewoon verder.

Feit is wel dat onze Vlaamse overheid meer moet ophoesten dan de prijs van een gin-tonic… want de reële kostprijs van een dienstencheque zit rond de 24 euro.

Persoonlijk ben ik heel blij met het systeem van de dienstencheques. Ik heb zelf geen huishoudelijke genen, en ik probeer van schrijven mijn beroep te maken. Dat laatste is al een uitdaging op zich. Een uitdaging waar bovendien veel tijd in kruipt. Dus vind ik het mooi meegenomen dat Vadertje Staat een afgevaardigde betaalt die onze sokken komt plooien… Of ben ik nu de gekste taak aan het uitvergroten?

Het Ministerie van Huishoudkunde

Hoe zijn we ooit in zo’n knotsgek systeem beland? Een Overheid die met plezier 15 euro investeert in elke uitpuilende wasmand…

Eigenlijk is het poepsimpel. We wonen in een land waar legale arbeid extreem duur is. En net in dit land werd poetshulp even extreem duur gemaakt als alle andere vormen van arbeid. Met één groot verschil: het is niet de reële werkgever die de loonkosten op zich neemt, maar wel de overheid. En de overheid? Dat zijn wij allemaal: de gebruikers van dienstencheques, maar ook wie de cheques niet gebruikt. En o cynisme… ook de poetshulpen zelf dragen bij!

In sommige linkse kringen zijn ze vlijmscherp in hun analyse van het dienstencheque-systeem. Zo zouden arme mensen verplicht worden om de luxe en de luiheid van de rijken te subsidiëren. Net als laaggeschoolden die meebetalen aan ons -bijna gratis- hoger onderwijs, terwijl hun eigen kinderen statistisch gezien maar weinig kans maken om op de universiteitsbanken te belanden.

Particratie van de middenklasse

We zouden haast vergeten dat het ooit een warm idee was om de hele huishoudsector over te brengen naar het witte circuit. In ons land is het witte circuit meteen ook een heel duur circuit, logisch het is gekoppeld aan één van de strafste sociale zekerheidssystemen ter wereld.

Als je dan naar onze buurlanden kijkt… dan zien we dat Duitse minijob-werknemers ervoor ‘kiezen’ om niet voor hun pensioen te betalen. Maar zoiets zou in België nooit werken. Wij zien het als een knap staaltje van gemeenschapszin om aan iedereen dezelfde sociale voordelen geven.

En zo geraakten we verstrikt in een systeem waarbij de overheid 15 euro pompt in elke uitpuilende wasmand. De dienstencheques waren bedoeld als kort intermezzo, om de huishoudhulpen een reguliere job te geven, maar het systeem zelf diende afgebouwd worden.

Euh, wat hadden we eigenlijk gedacht? Een cadeau voor de middenklasse… dat kan je niet zomaar afbouwen, toch?

“We hebben het nu al zo druk-druk-druk” … hoor ik de tweeverdieners uit de middenklasse hardop denken. “Het kan toch niet zijn dat we plots zonder poetsvrouw zouden vallen? Hoezo… moet dat 15 euro méér kosten? Per uur dan nog wel. Dat is toch compleet van de pot gerukt? Zoiets kunnen we toch niet uit eigen zak betalen?”

Tja, 15 euro extra… wie kan dat betalen? Of wie moet dat betalen? De overheid dan maar? Vinden we het met z’n allen normaal dat die 15 euro van onze overheid komt?

Zijn wij dan echt allemaal zo’n luie krengen geworden? Hebben we streken gekregen? Of zijn we gemakzuchtiger dan de generatie van onze ouders?

Niet noodzakelijk, denk ik dan…

SOS ontplofte wasmand

In de jaren dat het dienstencheque-systeem tot een explosie kwam, zijn ook onze wasmanden ontploft. En dat laatste mogen we letterlijk nemen. We werken steeds harder buitenshuis… en dus blijft er nog maar weinig energie over om het huishouden te runnen.

We presteren niet noodzakelijk meer uren op ons werk, maar de lat ligt hoger, veel hoger dan ooit tevoren… dat is alvast de perceptie van de meeste white collars. Tegelijk zien we meer burnouts dan ooit tevoren. En dat laatste gegeven is wél empirisch vast te stellen.

En zo kregen we medelijden met onszelf en met de hele middenklasse. Iemand die op het randje van een burnout balanceert heeft toch recht op een (betaalbare) poetshulp? En daarnaast vinden alle hard werkende mensen dat ze ook recht hebben op een poetsvrouw. Behalve de poetsvrouwen zelf… ook zij moeten steeds harder werken en ’s avonds moeten ze ook nog eens hun eigen vloeren schrobben. Als ze er nog de kracht voor vinden.

Corona: back to reality

In deze Coronatijden zijn we ineens met onze voeten op de grond beland. Met twee voeten op onze plakkerige keukenvloer. We werken van thuis uit in een huis waar kinderen ravotten en kliederen met verf en ‘slime’… terwijl de hele wereld toekijkt hoe we met z’n allen experimenteren met thuisonderwijs. En er komt er nieuwe leerstof bij. Ondertussen blijven onze wasmanden en keukeneilanden ontploffen.

En dus gaan we met het hele gezin rond de wasmand zitten, want dit is misschien ook een creatieve activiteit. We stellen vast dat er wel heel veel sokken overblijven. Eenzame sokken… waarvoor we niet meteen een match kunnen vinden. Zijn de andere helften dan echt opgegeten door de droogkast?

“Moet ik eens onder jullie bed gaan kijken?”, bedenkt mijn zoon. Alweer oplossingsgericht.

We doen het nu minstens een maand zonder hulp. Ik waardeer wat onze poetsvrouw allemaal voor ons doet… en daarvoor hoefde nu niet per se een Corona-crisis los te barsten. Ik heb altijd al een diep respect voor haar gevoeld: voor haar en haar collega’s. En dat heeft ook te maken met het feit dat ik zelf geen huishoudelijke genen heb. Als je je eigen minpunten kent, dan weet je dat je een partnership moet aangaan. En liefst met iemand met complementaire vaardigheden.

Ik ben blij voor hen. Blij dat het hen eindelijk is gelukt om er een loonsverhoging door te duwen. Al gaat het om een karig percentje… het was op het nippertje. Ze wisten de deal af te ronden in februari, nog net voor we in deze vreemde status quo zijn beland. De stilte voor de storm. Nu gaan we andere tijden tegemoet. Er komen bezuinigingen op ons af… en als er één zekerheid bestaat, dan is het wel deze. Bezuinigingen.

En dan vind ik dat we eerlijk moeten zijn met onszelf en met onze poetsvrouwen. We weten allemaal dat 9 euro spotgoedkoop is. Zeker als die 9 euro ook nog eens wordt gekoppeld aan een fiscaal cadeau. We moeten ook eerlijk zijn met onze welvaartsmaatschappij. Soms moeten de spelregels veranderd worden, ook dat is fairplay.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!