Schrijfster Sevdije Ahmeti en regisseur Zenel Laci
Nieuws, Europa, Cultuur -

Theatermonoloog ‘Dagboek van een Kosovaarse’: klinische verslagen over een oorlog

Eén jaar lang hield de Kosovaarse vrouw Sevdije Ahmeti een dagboek bij over de wreedheden in Kosovo. Ze zette er een punt achter na het begin van de Navo-bombardementen op voormalig Joegoslavië. Dit 'Dagboek van een Kosovaarse' werd omgevormd tot een theatermonoloog die zaterdag te zien is op het festival Balkan Trafik in Bozar.

woensdag 13 april 2011 17:43
Spread the love

“De Albanese minderheid die met ongeveer 3,5 miljoen de derde grootste bevolkingsgroep was in voormalig Joegoslavië werd door de Servische meerderheid altijd beschouwd en behandeld als tweederangsburgers. Er waren allerlei wetten die Albanezen uitsloten. Het was een vorm van apartheid”, zegt Sevdije Ahmeti.

Sevdije Ahmeti werkte eind jaren ’80 samen met verschillende mensenrechtenorganisaties en wilde de situatie van vrouwen en kinderen aanklagen. “Iedereen denkt dat de oorlog in Joegoslavië begon op de dag van de bombardementen van de Navo maar dat is niet waar. De oorlog begon eerder. Eind jaren ’80 richtte ik samen met een dokter een centrum op voor de bescherming van vrouwen en kinderen. We documenteerden de dagelijkse repressie op vooral vrouwen en kinderen en zonden de rapporten naar de internationale instellingen.”

“In 1998 zagen de jongeren geen uitweg meer in de duisternis en kwamen in opstand. Ze verdedigden hun huizen tegen de Servische milities. Toen begon ik systematisch een dagboek bij te houden. Ik schreef eerst over de brutaliteiten op vrouwen en kinderen. Ik voelde de plicht om de stem te zijn van de vrouwen die het slachtoffer waren misdaden tegen de mensheid. Nadien besloot ik om als getuige over alles te schrijven wat ik zag tijdens de oorlog. Ik ging elke dag de straat op en praatte met mensen die uit hun huizen waren gezet en schreef ‘s avonds een mail die ik via de telefoonmodem stuurde naar al mijn contacten. Er was toen nog niet echt internet maar we hadden wel een e-mailaccount en je kon je mail versturen via de telefoonlijn.”

Hartverscheurende taferelen

“Mijn dagboek was heel zakelijk. Ik wou zo afstandelijk en neutraal mogelijk schrijven. Ik beschreef feiten, gaf de namen van de vermoorde mensen, beschreef de verkrachtingen, de plaatsen, huizen die afgebrand waren, de deportaties,…  Ik wilde mijn gevoelens achterwege laten. Ik wilde dat ze me vertrouwden en mijn verslagen serieus namen. Dat gebeurde ook. Iedereen las mijn verslagen. Tien van mijn familieleden werden gedood en tien werden vermist. Ik schreef er niet over. Ik wilde objectief en afstandelijk zijn. Om het vertrouwen te houden.”

“Ik werd enkele maanden nadien op de hoogte gebracht dat ze een website gingen starten onder de naam Warreports waarop ze mijn e-mails ging publiceren.”

“Het was niet gemakkelijk om mijn gevoelens achterwege te laten in de verslagen. Ik zag hartverscheurende taferelen. Het was enorm moeilijk om toegetakelde en verkrachte vrouwen in waterputten te zien drijven. Er stond geen leeftijd op de verkrachtingen. Ook oudere vrouwen werden verkracht. Het was een wapen om mensen te doen vertrekken. Naast verkrachtingen en mishandelingen werden ook de huizen en ander bezittingen van Albanezen in brand gestoken. Hele steden werden in brand gestoken.”

NAVO-bombardementen

“Voor mij waren de Navo-bombardementen een verlossing, een teken van hoop. Ik kende heel wat mensen die in de vredesbeweging zaten en die tegen de Navo-bombardementen waren. Ik ben ook een vredesactivist. Ik ben ook tegen geweld, maar als er geen enkele andere manier is om je vrijheid te bekomen dan via een oorlog dan is dat maar zo. Wanneer je brutaal geweld en onderdrukking hebt meegemaakt, bekijk je vrijheid op een andere manier. Daarom omschreef ik de bommen als “they look as flames but fall as stars”. Ze brachten vrijheid en veiligheid op langere termijn. Voor de komende generaties.”

“Ik ben gestopt met het dagboek omdat ik vervolgd werd. Ze hebben me verkracht en ik moest onderduiken. Ik verkeerde na de oorlog in een soort staat van shock. Ik kon niet meer normaal praten, niet meer normaal doen. Al diegenen die in het land gebleven waren tijdens de oorlog voelden hetzelfde. We herkenden elkaar. Het was een verschil met de vluchtelingen die terugkeerden na de oorlog. Zij hadden ook hun vluchtelingenverhalen. Maar diegenen die bleven waren psychologisch kapot. We konden niet meer denken. We konden de hel waar we in gezeten hadden niet omschrijven. Ik krijg er nog altijd angstdromen van.”

Libië

“De situatie in Libië is heel herkenbaar. Ook hier bombeert de Navo, maar het verschil hier is dat we niet goed weten wat er echt aan de hand is in Libië. Is iedereen tegen Khaddafi of staat er nog een deel van de bevolking achter hem? Er zijn weinig goede verslagen van ter plaatse om de situatie te begrijpen. Hoe de bevolking zich voelt en wat ze vinden van de Navo. De meeste buitenlandse media komen even verslag uitbrengen en vertrekken nadien. Er is geen geld om mensen langer te laten blijven en onderzoek te laten doen. Ik heb die rol ingevuld in mijn land. Van binnenuit gerapporteerd.”

Internetlessen voor vrouwen

“In het centrum voor de bescherming van vrouwen en kinderen hebben we een internetzaal ingericht en we geven ook lessen aan vrouwen hoe je internet moet gebruiken. Ik vind internet enorm belangrijk voor vrouwen die geen vrijheid hebben. Alle vrouwen van alle culturen en status hebben te maken met geweld en kunnen slachtoffer worden van verkrachtingen. Ze kunnen zich via het internet bewust worden van hun rechten en zich verenigen. Zo voeren we met vrouwen uit verschillende landen regelmatig mailcampagnes naar politici bijvoorbeeld tegen het stenigen van vrouwen. Internet is ook een heel belangrijk middel voor vrede en voor preventieve diplomatie. Hopelijk kan het in de toekomst oorlogen vermijden. ”

Geen vrijheid van bewegen

“De situatie in Kosovo is nu veel beter. Er zijn geen paramilitairen die ons afmaken maar er is nog veel werk aan de winkel. Je hebt de Europese landen die een Unie vormen. Ook onze buurlanden als Roemenië, Bulgarije, Polen, Slovenië, Kroatië, Bosnië, … Ze kunnen zonder visa in en uit het land. In Kosovo kan dat niet. Ik heb het enorm moeilijk gehad om naar België te komen. Dit Europa dat ons geholpen heeft om vrij te zijn laat ons niet vrij. We hebben EU-officials in het land maar hebben geen vrijheid om in de EU te reizen. Ik vind het sarcastisch.”

Dagboek op de planken

De Albanese toneelschrijver en regisseur Zenel Laci heeft het dagboek van Sevdije omgevormd tot een theatermonoloog die zaterdag opgevoerd zal worden tijden het festival Balkan Trafik.

Zenel Laci: “Ik ben in België geboren, maar Kosovo ligt me heel nauw aan het hart. Mijn vrouw is ook een Kosovaarse. En we hebben er nog veel familie wonen. We hebben de gebeurtenissen daar ook op de voet gevolgd.”

“Het dagboek van Sevdije heeft me enorm gepakt. Een vriend heeft me er op attent gemaakt. Toen ik het las was ik geshockeerd en verbaasd tegelijk. Het dagboek was als een klinische politierapport van de horror die er gebeurde. Zonder emotie, zonder personage. Je had geen houvast.  Na het lezen wilde ik in het theater de vrouw Sevdije terug uit het verhaal laten verschijnen. Ik wilde me vooral focussen op de verkrachtingen van vrouwen tijdens de oorlog.”

“We besloten terug emotie te steken in de de klinische verslagen, ze terug een ziel te geven. We vertrokken van de vrouw, de moeder die getuigt voor de hele wereld. Niet enkel Sevdije maar alle vrouwen die getuigen over de gruwel van de oorlog. We hebben het verhaal  geuniversaliseerd. We praten over alle conflicten en over alle vrouwen in de wereld. Het theaterstuk is hard maar bevat ook een boodschap van liefde.”

Het theaterstuk ‘Dagboek van een Kosovaarse’ kan je zaterdag bekijken tijdens het festival Balkan Trafik.

Meer info: http://www.1001valises.com/spip.php?article256

take down
the paywall
steun ons nu!