De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

The Web knows what you did last summer

zondag 6 november 2011 11:22
Spread the love

Die dronken uitspatting enkele jaren geleden tijdens je eerste jaar aan de universiteit. Een foute onenightstand met de hottie van de studentenclub. Of gewoon een vestimentaire flater, zoals de traditionele sandalen met witte sokken. Geen zorgen, de kans is groot dat jouw vrienden en kennissen die dingen al lang vergeten zijn. Het geheugen van de gewone mens is nog steeds beperkt, gelukkig maar. Dat is echter geen reden tot juichen. Want er bestaat iets dat minder snel vergeet. Sommigen zeggen zelfs dat het nooit vergeet. Eens het foto’s te pakken krijgt van jouw knuffels met het toilet of van wat tonguewrestling met een nobele onbekende, laat het die nooit los. What happens on the Net, stays on the Net. En dat valt, vrees ik, heel letterlijk te interpreteren. De 21e eeuw en the end of forgetting.

Als uitgangspunt neem ik een artikel van The New York Times (NYT) over ‘the end of forgetting’. Voor de mensen die liever luisteren dan lezen, er bestaat ook een documentaire van ongeveer een uur (deel 1 en deel 2).

Het artikel gaat heel ver terug in de geschiedenis. Tijdens de middeleeuwen en de renaissance werden de mensen meer bewust van zichzelf als individu. De gedachte van de self-made man en de maakbaarheid van de eigen identiteit raakten ingeburgerd. Er werd algemeen aangenomen dat iedereen verschillende identiteiten kon construeren en behouden: een werkmasker, een uitgaansmasker en een familiemasker. In de 20e eeuw kwam er een einde aan het ideaal, doordat de grenzen zich begonnen te vormen en de mens minder mobiel werd. Het Internet bracht later soelaas: iedereen kon naar hartenlust pseudoniemen en avatars creëren. Ook dat droombeeld bleek echter van korte duur. Door de opkomst van sociale netwerksites werd het net moeilijker om verschillende identiteiten aan te nemen, aangezien verschillende contexten (werk, familie en vrienden) samenkwamen op eenzelfde platform. In plaats van verschillende identiteiten op te bouwen, is het nu van het grootste belang de identiteit(en) die we hebben te beschermen tegen een systeem met een oneindig geheugen.

Het meest klassieke voorbeeld van de stinkende informatievijver die het internet ons biedt, is het stijgende aantal ontslagen gebaseerd op statussen of foto’s van sociale netwerksites. Werknemers die foto’s posten van een wild feestje, wanneer ze eigenlijk ziek zijn of een secretaresse die haar baas uitscheldt in een status, vergetende dat zijn echtgenote een Facebook-vriendin is. Ook tijdens sollicitaties speelt zulke informatie steeds vaker een rol. In Amerika geeft 75% van de human resource-werknemers toe dat zij kandidaten online checken en 70% onder hen hebben ooit al iemand geweigerd door wat ze online vonden.

Ondertussen zijn er al bedrijven die ons helpen bij de bescherming van onze digitale identiteit. ReputationDefender bijvoorbeeld belooft de digitale sporen van zijn klanten uit te wissen of op te fraaien, tegen betaling uiteraard. Het bedrijf laat compromitterende informatie verwijderen of overstelpt het internet met (positieve) informatie over zijn klanten. De efficiëntie van deze service is twijfelachtig, vooral door de snelle evolutie van het world wide web. Zo bestaan er al websites waar je via gezichtsherkenning foto’s kan opzoeken van een bepaalde persoon. Momenteel gaat dat enkel voor Facebook-vrienden, maar het valt niet uit te sluiten dat dit in de toekomst verder zal gaan. Stel je voor: je ziet de man of vrouw van je leven over straat wandelen. Je neemt je smartphone – die tegen dan waarschijnlijk ingeburgerd is –, neemt een foto, gaat online en enkele seconden later ken je naam en, met wat geluk, adres. Klinkt verleidelijk, maar het zet wel de deur open voor minder onschuldige bedoelingen.

Een ander voorstel is de invoer van houdbaarheidsdata voor informatie. TigerText is een programma dat je toelaat te bepalen wanneer jouw sms verwijderd wordt van de servers van je provider en van de gsm van de ontvanger. Het bevat ook een handige recall-functie, waarmee je een bericht kan terughalen wanneer je de verkeerde persoon hebt ge-sms’t (promofilmpje). Ook andere data, zoals foto’s en documenten, kunnen voorzien worden van een houdbaarheidsdatum. Deze oplossing klinkt al interessanter en vooral blijvender. Enige – voorlopige – nadeel is dat de services niet beschermen tegen herposten van eventuele foto’s. Foto’s of andere documenten die door anderen worden overgenomen en gepubliceerd, krijgen dan geen houdbaarheidsdatum mee en dan zijn we terug bij af. Dit soort diensten hebben echter een toekomst en zullen zich ongetwijfeld verder blijven ontwikkelen.

De gemakkelijkste oplossing is en blijft natuurlijk twee keer nadenken voor je iets post. Hoe minder je op het internet gooit, hoe minder het kan onthouden. Het wereldwijde web maakt van de global village opnieuw een klein dorpje, waar roddels zich verspreiden als vuur en waar iedereen alles weet of kan weten over iedereen. Privacy bestaat niet op het internet en dat zal waarschijnlijk nooit het geval zijn. De NYT verliest de moed echter niet en geeft ons een laatste (goede?) raad:

In the meantime, as all of us stumble over the challenges of living in a world without forgetting, we need to learn new forms of empathy, new ways of defining ourselves without reference to what others say about us and new ways of forgiving one another for the digital trails that will follow us forever.

“The Web knows what you did last summer” en zo veel meer…

take down
the paywall
steun ons nu!