Analyse -

The war on terror is a joke

Sinds het begin van the war on terror is het aantal doden door toedoen van terrorisme gestegen met 4.500 procent. Een schrikbarend cijfer. Hebben we dan helemaal geen vooruitgang geboekt of zit hier iets anders achter?

maandag 11 januari 2016 16:14
Spread the love

“Everybody’s worried about stopping terrorism. Well, there’s a really easy way: stop participating in it.” – Noam Chomsky

De aanslagen op 11 september 2001 gaven de directe aanleiding voor the war on terror die door de Bush administratie werd afgekondigd. Hoewel niemand van de 19 vliegtuigkapers de Afghaanse nationaliteit bezat, was het Afghanistan dat zonder pardon werd binnengevallen. Het Taliban-regime zou namelijk onderdak bieden aan het Al Qaida van Osama Bin laden.

In 2002 ging de Amerikaanse regering nog een stap verder door in twee etappen een lijst van landen vrij te geven die zogezegd onderdak boden aan terroristen. Deze axis of evil (as van het kwaad) bestond uit zes landen die weinig gemeenschappelijke kenmerken vertoonden. Buiten dan dat ze diplomatiek op ramkoers lagen met de Verenigde Staten van Amerika. Wanneer we deze lijst vandaag hernemen valt het op dat een aantal NAVO-landen in twee van deze landen effectief een regime change hebben geforceerd. Zowel het Irak van Saddam Hoessein als het Libië van Mouammar Khadaffi is niet meer. De uitkomst van de oorlog in het derde land op de lijst, het Syrië van Bashar al-Assad, is uiterst onzeker. Los van deze landen bestond de as van het kwaad nog uit Iran, Cuba en Noord-Korea.

De balans tot nog toe is dus: Afghanistan, Irak en Libië zijn binnengevallen door Westerse mogendheden en in Syrië woedt een burgeroorlog. De strijd tegen terreur eiste een ongelofelijke materiële, maar vooral menselijke tol. Wat is nu het resultaat van deze strijd tegen terreur vraagt een mens zich dan af? Wel, in Libië staat het jihadi-salafisme sterker dan ooit en in Irak en Syrië heeft de terreurorganisatie Daesh (IS) grote delen van het land onder zijn controle.

Het jihadi-salafisme als strategische bondgenoot




Om te achterhalen hoe het zover is kunnen komen gaan we terug naar de tijd dat Osama Bin Laden (zie foto krantenartikel) in onze contreien als een vrijheidsstrijder werd aanzien en Nelson Mandela als een terrorist. In het Afghanistan van de jaren ’80 hadden de Verenigde Staten er geen probleem mee om geld, wapens en militaire training te verschaffen aan de Moedjahedien in hun strijd tegen de Sovjet-Unie. Een kapitale fout om niet te herhalen zou je denken. Wel, niets is minder waar zo tonen onder meer de recente oorlogen in Irak, Libië en Syrië aan.

Irak

Boots on the ground in Afghanistan en Irak legde een bedrijf als Halliburton dan misschien geen windeieren. Via de Amerikaanse vicepresident van dat moment en voormalig CEO van Halliburton, Dick Cheney, was het voor deze multinational geen probleem om uiterst winstgevende contracten in de wacht te slepen. De Amerikaanse staat daarentegen kon een dergelijke bezettingsoorlog financieel nog amper dragen. Een studie uitgevoerd aan de universiteit van Harvard in 2013 geeft aan dat de oorlogen in Afghanistan en Irak de duurste uit de Amerikaanse geschiedenis zijn. Eind 2014 komt de onderzoeksdienst van het Amerikaanse congres (CRS) met cijfers naar buiten waarbij de totale kostprijs voor de oorlog in Afghanistan op 685,6 miljard dollar wordt geschat en de oorlog in Irak op 814,6 miljard dollar. Dergelijke uitgaven zijn zelfs voor een land als de Verenigde Staten niet vol te houden.

Om de Iraakse campagne niet op een totale mislukking te laten uitdraaien werd de verdeel-en-heers-tactiek verder geoptimaliseerd. Om het Iraakse verzet te breken werd er meer en meer gebruik gemaakt van sectaire doodseskaders. Hierbij werd vooral de sjiitische kaart getrokken. Het regime van Al-Maliki zwaaide de plak en sjiitische milities werden tot de tanden bewapend. Deze doodseskaders stonden onder het rechtstreeks bevel van David H. Petraeus, de man die het later tot opperbevelhebber van de Amerikaanse troepen in Irak zou schoppen, en daarna tot directeur van de CIA. Op het moment dat de sjiitische milities te machtig werden en hun rug dreigden te keren naar hun vroegere broodheer werd het roer omgegooid. Ook de angst voor een al te hechte band tussen de Iraakse regering en het sjiitische Iran was een doorn in het oog van Washington.

Wat bij ons als een burgeroorlog werd voorgesteld was in feite een doelbewuste politiek.

Als reactie hierop werden ook soennitische milities bewapend. Dat er zich tussen deze milities ook leden van Al Quada bevonden, deerde de bezettingsmacht allerminst. Wat bij ons als een burgeroorlog werd voorgesteld was in feite een doelbewuste politiek. Het aanwakkeren van sectair geweld moest het Iraakse verzet breken. Het was namelijk veel interessanter om de bevolking onder elkaar te laten vechten dan dat ze zich tegen hun bezettingsmacht verzetten.

Libië

De lessen van de Irakoorlog indachtig kende de Libische oorlog in 2011 een geheel andere aanpak. In de plaats van een dure bezettingsmacht werd er hier meteen overgegaan op het trainen en bewapenen van rebellerende milities in het oosten van Libië. Een opgelegde no-flyzone en bombardementen deden de rest. Meer was er niet nodig om het land met het tot dan toe hoogste HDI (Human Development Index) van Afrika in een bloedige burgeroorlog te storten. En the war on terror? Tja. In dit verband is het verhaal van ene Abdelhakim Belhadj uiterst interessant. Deze man onderhield nauwe contacten met Al Quada kopstukken uit Irak. Onder meer met ene Abu Musab al-Zarqawi, een Jordaniër die de leiding zou hebben gehad over de terroristische activiteiten van Al Quada in Irak. Nog opmerkelijker is de directe link die wordt gelegd tussen Belhadj en de bomaanslagen in Madrid in 2004. Het is uitgerekend deze man wiens milities door de Verenigde Staten werden getraind net voor de Libische oorlog uitbrak. Tijdens de oorlog gaf hij leiding aan een van de belangrijkste rebellengroepen in het land,  de Libyan Islamic Fighting Group (LIFG). Na de oorlog werd hij benoemd tot militair gouverneur van Tripoli. Een post die hij later opgaf om de politiek in te gaan. Vele medestrijders van Belhadj zijn vervolgens naar Syrië getrokken om er te strijden tegen Bashar al-Assad.




Het mag niet verbazen dat het jihadi-salafisme in Libië weliger tiert dan ooit te voren. Je moet geen geostrategisch genie zijn om dat te zien aankomen. Een interventie die de mensenrechten pretendeerde te vrijwaren maakte plaats voor chaos. Rapporten  van onder meer Amnesty International tonen aan dat de rebellen zich aan foltering, systematische discriminatie en schendingen van de mensenrechten schuldig maakten. Zo zou een heel dorp met zwarte inwoners zijn uitgemoord. Ophef hierover blijft in onze reguliere media vooralsnog uit. De Franse krant, La libération, bracht wel naar buiten dat Frankrijk de Nationale Overgangsraad heeft erkend in ruil voor 35% van de Libische olie. Hoewel de Franse regering dit ontkent zou het niet verwonderlijk zijn dat deze informatie klopt. Frankrijk is namelijk het eerste land dat de rebellen, die verzameld zaten in de Nationale Overgangsraad, heeft erkend als de legitieme vertegenwoordigers van Libië.

Syrië

We volgen de wapens en de jihadi-salafisten tot in Syrië waar we ons verhaal hernemen. In 2005 bevriest de Bush administratie de politieke banden met Damascus. Documenten gelekt door WikiLeaks tonen aan dat de Verenigde Staten het jaar erop Syrische opposanten is beginnen financieren. De voormalige Franse minister van Buitenlandse Zaken, Roland Dumas, gaat nog een stap verder door te stellen dat de Britten in 2009 de oorlog in Syrië al aan het voorbereiden waren. Dit is twee jaar voor het uitbreken van de eerste protesten Syrië. Volgens Israëlische inlichtingenbronnen is het dan weer duidelijk dat de NAVO vanaf het begin van de protesten zogenaamde ‘vrijheidsstrijders’ heeft opgeleid en uitgerust om te vechten in Syrië.




In september 2013 kondigt President Obama ook officieel aan dat rebellen die door de CIA getraind zijn het regime van Assad gaan bevechten. Naast militaire training werd ook geld en wapens geleverd aan het Vrije Syrische Leger. Ondanks de steun liep een groot deel van het Vrije Syrische Leger over naar andere oppositiegroepen. Dit is niet zo verwonderlijk aangezien een rapport van het Amerikaanse Defense Intelligence Agency (DIA) ons reeds in 2012 weet te vertellen dat: “The salafist, the muslim brotherhood, and AQI are the major forces driving the insurgency in Syria”. De geleverde versterkingen kwamen dan ook al snel in de handen van jihadi-salafisten zoals Daesh en het Al-Nusra Front terecht. Op deze manier werd het voor Daesh mogelijk om in 2014 ook een groot deel van Irak te veroveren. Alsof de snelle opgang van deze beweging nog niet genoeg vragen doet rijzen wordt het nog vreemder. Daesh werd het bij zijn verovering van Irak niet bepaald moeilijk gemaakt. De terreurorganisatie had het achtergelaten U.S.-made militair materieel maar voor het oprapen. Het persagentschapsbureau Reuters laat weten dat het onder meer gaat om 2.300 humvee armored voertuigen, 40 M1A1 Abram tanks, 52 M198 Howitzer mobile gun systems en 74.000 Army machine guns. Ook munitie en kogelvrije vesten werden achtergelaten. Met de verkoop van olie groeide Daesh verder uit tot de best gefinancierde terreurgroep ter wereld.

We zouden kunnen argumenteren dat deze gebeurtenissen het failliet van het Westers buitenlands beleid ten aanzien van het Midden-Oosten illustreren. Het uitblijven van een effectieve bestrijding van Daesh doet anders vermoeden. Zo is het ontzettend vreemd dat Daesh per dag tot 2 miljoen euro winst kan blijven maken met de verkoop van olie. Deze olie moet nog steeds verkocht worden. NAVO-lidstaat Turkije heeft er geen probleem mee om hier een handje mee te helpen. Verder zijn er geen sancties voor banken die geldtransacties voor de terreurgroep regelen. Evenmin zijn er sancties voor oliebedrijven die Daesh helpen bij de olieproductie. Ook een wapenembargo wordt maar niet afgekondigd. Het is veelzeggend dat een boycot, een embargo of andere sancties tegenover een heel land al in moeilijkere situaties is bewerkstelligd. Opvallend ook dat uitgerekend het hackerscollectief Anonymous de propaganda van Daesh op het wereldwijde web bestrijdt

Verdeel en heers

Het lijkt erop dat het Pentagon er dan toch in aan het slagen is om het Iraakse volk uit elkaar te spelen. Na jaren van verzet is Irak de facto opgedeeld in een sjiitisch deel dat door de Iraakse regering wordt gerund, een soennitisch deel waar Daesh de plak zwaait en een autonome koerdische regio. Een machtige Iraakse staat met veel invloed in de regio is op deze manier verleden tijd.

Toen Iraaks premier Al-Maliki niet meer zo gewillig uit de hand van zijn leenheer at en zijn oor eerder te luisteren legde bij het sjiitische Iran was het hek van de dam. Ook de nauwere contacten met China en Rusland waren een steek in de rug van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten. Zo tekende Irak in 2013 een wapendeal met Rusland voor 4,2 miljard dollar en nam China een steeds groter deel van de olieproductie af. Het is niet verwonderlijk dat de Verenigde Staten een sterker wordend Daesh objectief gezien goed uit kwam op zo’n moment. De op dat ogenblik vicepresident van Irak, Nouri al-Maliki, stelde eind 2014 dat de Verenigde Staten op deze manier een legale pretext hadden om hun militaire aanwezigheid in Irak te behouden. Om Daesh te bestrijden kijkt Irak dan ook meer en meer in de richting van Rusland waar het sinds begin november 2015 ook inlichtingen mee deelt.



Vereenvoudigde kaart. The Economist, augustus 2014.

Voorlopig staat de Iraakse regering relatief zwak en is het Daesh dat de aanwezigheid van de Verenigde Staten in Irak legitimeert. De bommencampagne die de Westerse coalitie tegen deze terreurorganisatie voert, is niet van harte. Olie-installaties worden ontzien terwijl hele steden zoals Raqqa onder vuur worden genomen. Het lijkt erop dat de bommencampagne dient om aan de buitenwereld te laten zien dat er actie wordt ondernomen, terwijl het er op het terrein op aan komt Daesh niet te groot te laten worden. Indien dat gebeurt, wordt een andere zijde getrokken. Zo zijn er de Peshmergas, de Koerdische gewapende strijders in Irak, die een reëel tegengewicht bieden aan Daesh. Zij worden niet voorzien van zwaar wapengeschut om het evenwicht in de regio niet uit balans te brengen. Bovendien is Turkije de Koerdische ambities niet al te gunstig gezind.

De Koerden in Turkije zouden namelijk ook wel eens voor een autonome Koerdische regio kunnen pleiten. Deze strategie waarbij telkens een evenwicht wordt gezocht tussen strijdende partijen om het Midden-Oosten te verdelen wordt de strategie van de chaos genoemd. Verwijzend naar wat er in ex-Joegoslavië is gebeurd wordt het opdelen van een sterke natie in kleinere entiteiten ook wel eens balkanisatie genoemd.

Niet alleen vechten jihadi-salafisten ‘onze’ oorlogen uit, ze vormen ook nog eens een geweldig pretext om alsnog te interveniëren waar nodig.

Ook in Syrië zouden we weleens tot een patstelling kunnen komen waarbij de Westerse grootmachten, de Verenigde Staten en zijn Europese bondgenoten, de oorlog voor ettelijke decennia gaan blijven rekken om de vorming van een grootse Syrische staat voorgoed te verhinderen. Dit ligt ook in de lijn van wat Saudi-Arabië, de Golfstaten, Israël, Turkije en Jordanië graag zien gebeuren en waar deze landen mede op aansturen. Het inperken van de invloed van Irak, Iran en Syrië komt deze landen namelijk goed uit. De regeringen van de laatstgenoemde landen zijn samen met Libanon een front aangegaan om dat te verhinderen. Vanuit een geopolitiek oogpunt worden deze landen daarin gesteund door Rusland. Het is veelzeggend dat de enige militaire haven buiten Rusland uitgerekend in Syrië ligt.

Het ziet er dus niet meteen naar uit dat er snel een einde komt aan de oorlogen in het Midden-Oosten. Daarvoor staat er te veel op het spel.

Het failliet van the war on terror?

Verbazingwekkend genoeg stellen we vast dat de strijd tegen terreur geen mislukking is. In welbepaalde gevallen steunen op terreurorganisaties en jihadi-salafisten komt Westerse mogendheden goed uit.  Niet alleen vechten deze mensen ‘onze’ oorlogen uit, ze vormen ook nog eens een geweldig pretext om alsnog zelf te interveniëren waar nodig. That’s why, the war on terror is a joke!

take down
the paywall
steun ons nu!