Fidel Castro in Washington op 15 april 1959. Bij de pogingen van de CIA om hem te doden werden ook Siciliaanse huurmoordenaars aangeworven (Creative Commons)

‘The Interview’ en de baard van Fidel Castro

Geruchten over de hand van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA achter de zogezegde 'Sony-hack' door Noord-Korea, zijn niet verrassend. De VS hebben immers een lange geschiedenis van dubieuze en bizarre pogingen om buitenlandse leiders uit te schakelen.

donderdag 8 januari 2015 16:32
Spread the love

De
controversiële Hollywood-comedy The Interview gaat over twee
Amerikaanse talkshowjournalisten die op weg zijn naar een interview
met Kim Jong-un. Onderweg worden ze gerekruteerd door de Amerikaanse
inlichtingendienst CIA, die wil dat de twee de Noord-Koreaanse leider
vergiftigen.

De
plot is overduidelijk fictie. De twee proberen Kim Jong-un te doden
met een handdruk en een strip vergif. De film heeft tot woede geleid
in Noord-Korea, dat beschuldigd wordt van het hacken van de computers
van filmdistributeur Sony Pictures.

De
klunzigheid van hun vergiftigingspoging doet denken aan pogingen van
de Amerikaanse inlichtingendiensten in de jaren zestig en zeventig
van de vorige eeuw om Cubaans leider Fidel Castro te vermoorden,
inclusief het inhuren van de Siciliaanse maffia.

Tot
de hilarische plotten van die acties behoren onder meer een poging om
vergiftigde sigaren naar binnen te smokkelen bij Castro en het
aanbrengen van haaruitvalmiddelen in zijn schoenen, zodat Castro zijn
baard zou verliezen. Die laatste actie was bedoeld om Castro het
“lachertje van de socialistische wereld” te maken.

Onderzoekscommissies

Enkele
van deze onsuccesvolle pogingen werden in 1975 gedocumenteerd in
rapporten van parlementaire onderzoekscommissie door het
Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, onder leiding van Democratisch
parlementslid Otis Pike en door de Senaat onder leiding van Democratisch senator Frank Church. Deze destijds mislukte aanslagen zullen
waarschijnlijk onderwerp van hernieuwde discussie worden, nu de
Amerikaanse president Barack Obama heeft aangekondigd de diplomatieke
betrekkingen met Cuba te willen herstellen

“Triest
genoeg is The Interview een film die de Noord-Koreanen en Kim Jong-un
niet konden negeren”, zegt Michael Ratner, oud-voorzitter van
het Centre for Constitutional Right in de VS en momenteel voorzitter
van het European Center for Constitutional and Human Rights in
Berlijn. “De CIA kent een lange geschiedenis van vaak mislukte
aanslagen op leiders van landen die zich niet naar de wens van de VS
gedroegen”, legt hij uit.

Naast
Castro ging dat bijvoorbeeld om Patrice Lumumba uit Congo, Rafael
Trujillo uit de Dominicaanse Republiek en Ngo Dinh Diem, de eerste
president van Zuid-Vietnam. Dat dergelijke aanslagen nu verboden
zijn, maakt volgens hem weinig uit: de VS noemen het nu ‘selectief
doden’, zegt hij. “Denk aan kolonel Khadaffi van Libië en
mensen die gedood zijn door drones of bij speciale operaties.”

In
deze context, zegt Ratner, was een Noord-Koreaanse reactie te
verwachten, ook al is er geen substantieel bewijs dat het land achter
de Sony-hack zit. “Bekijk het eens van de andere kant: het is
prima om grappen te maken over moorden op leiders van kleine landen
die door de VS gedemoniseerd worden. Stel je echter voor dat Rusland
of China een film had gemaakt over de moord op de Amerikaanse
president.”

Dat
zou in de VS niet zomaar zijn weggelachen als een grap, stelt Ratner.
“Er is geen probleem zolang het doelwit een klein land is waar
eenvoudig de spot mee gedreven kan worden. Als een ander land zo’n
comedy over onze president zou maken, kan ik je verzekeren dat dat
consequenties heeft.”

Vreemdere dingen

James
E. Jennings, voorzitter van Conscience International en directeur van
U.S. Academics for Peace, zet vraagtekens achter de bewering van de FBI
dat Noord-Korea achter de hack zit. Uit informatie van
internetbeveiligingsfirma’s zou daar op dit moment volgens hem nog
niets van blijken.

“De
snelle conclusie (dat Noord-Korea achter de hacking zou zitten) van
de FBI stuit op kritiek van beveiligingsexperts en voedt
samenzweringstheorieën over mogelijke Amerikaanse betrokkenheid bij
een bizar plot om het Noord-Koreaanse regime verder te isoleren.”
Op 7 januari 2015 stelde de FBI opnieuw dat Noord-Koreaanse servers
gebruikt zouden zijn bij de hack.

Critici,
zegt Jennings, wijzen erop dat er in het verleden wel vreemdere
dingen zijn gebeurd en dat het niet de eerste keer zou zijn dat de
CIA vuile trucs gebruikt in een poging buitenlandse regimes te
ondermijnen. Mensen hebben volgens hem het recht sceptisch te zijn
over de claims van de FBI en vragen te stellen over mogelijke
betrokkenheid van de CIA bij de controverse over de film The
Interview
. “We hoeven maar te denken aan 1953, toen het bewind
van de verkozen Iraanse leider Mohamed Mosaddeq omver werd geworpen
en aan Chili in 1973, toen president Salvador Allende werd vermoord.”

Exploderende
schelpen en giftige sigaren

Het
Amerikaanse Congres heeft steeds geweigerd het rapport van de
onderzoekscommissie-Pike te publiceren, maar de tekst is reeds in
1975 vrij snel gelekt. Zowel de CIA zelf als de toenmalige
onderzoekscommissie erkennen dat een groot aantal vreemde trucs zijn
uitgehaald in pogingen van Fidel Castro af te komen, inclusief
vergiftigde sigaren en exploderende schelpen.

“Je
vraagt je af wat die hoge CIA-ambtenaren gedronken hadden toen ze met
dergelijke ideeën kwamen”, zegt Jennings. “We weten
inmiddels allemaal ook van Abu Ghraib, martelingen en het overbrengen
van gevangenen naar detentiecentra in het buitenland. Als blijkt dat
de CIA op enigerlei wijze betrokken is bij de farce tussen Sony en
Noord-Korea, zoals sommigen beweren, wordt het hoog tijd voor een
nieuw parlementair onderzoek, net zoals dat in de jaren zeventig is
uitgevoerd.”

Bron: The
Day CIA Failed to Un-beard Castro in His Own Den

take down
the paywall
steun ons nu!