Nieuws, Cultuur, Punk, The ex -

The ex: “wij willen gewoon vrij zijn”

Woensdagavond speelde de Hollandse punksensatie The Ex ter ere van het 100-jarig bestaan van de Vooruit in gent. The Ex is op zijn minst een aparte band te noemen. Al 34 jaar lang doen ze alles zelf. Toen ze in de Amsterdamse kraakscéne startten trokken ze strootjes om te zien wie welk instrument ging spelen.

maandag 20 mei 2013 14:19
Spread the love

Sindsdien speelden ze zo’n 1700 (!) optredens in wisselende bezettingen, gaande van klassieke punk-opstellingen tot  samenwerkingen met komedianten, dansers, cellisten, jazzlegendes, Ethiopische gastmuzikanten en zelfs een eigen 20-koppig orkest. Het is een bonte troep vrije muzikanten, die wars van alle commercie vooral hun eigen ding blijven doen, wat dat ook mag betekenen.

We spraken met drumster/zangeres Katherina en gitarist Terrie. De een beheerst en rechtuit, de ander lacherig en uiterst enthousiast.

Hoe zou je the ex omschrijven als iemand nog nooit van jullie gehoord heeft?

Terrie: Dat is ongeveer de moeilijkste vraag die je kunt stellen.

Katherina: Ja nou, ik ben heel snel klaar: een eigenwijze band (lacht) … die avontuurlijk is.

Terrie: Dat is nog moeilijker.

Katherina: Nou ja, dan moet de interviewer doorvragen (lacht) ‘hoezo?’

Hoezo?

Terrie: (lacht) Het is moeilijk om te beschrijven wat we precies doen. Muziek maken is iets sociaal. Je maakt connecties, maar het is heel persoonlijk wat voor soort connecties dat zijn. Waarom we met die Ethiopische dingen in contact komen, of met free-jazz gasten, dat blijft een soort mysterieus gegeven, maar dat is ook leuk om het zo te houden. Dat is echt puur op je gehoor of op je gevoel of jeiets leuk vind of niet. We zijn natuurlijk superkritisch, maar toch ook heel open, we komen heel veel dingen tegen, en dat al 34 jaar dus, nou goed.

Sinds een tweetal weken is jullie nieuwste plaat ‘Enormous Door’ onder eigen beheer uitgebracht. Kun je daar wat meer over vertellen?

Katherina: Dat is een samenwerking met blazers die we de naam ‘Brass Unbound’ hebben gegeven, en het zijn allemaal blazers die we al heel lang kennen en in veel verschillende projecten spelen. Eigenlijk is het begonnen in Engeland, wij werden gevraagd of we een project wouden doen en daar dan concerten aan konden vastknopen. Dan hebben we gewoon ja gezegd en hebben we dat verzonnen met die blazers en hebben we onze eigen nummers met hen samen ontwikkeld. Zij spelen dan hun eigen dingen maar ook dingen die wij hebben voorgesteld.
Sindsdien is dat project doorgegaan.

Terrie: We kennen die gasten al van lang daarvoor. Het is ongelooflijk dat top free-jazz blazers The Ex zo goed vinden.. Het is niet dat wij kunnen zeggen ‘jij speelt met ons’, het komt altijd een beetje van twee kanten en dan krijg je zo’n vonk en dat is heel bijzonder.

Wat kenmerkend is voor het album is dat er veel Ethiopische invloeden in de nummers zijn, en het is sinds een 3-4 tal albums dat jullie meer die Ethiopische kant zijn opgegaan. Hoe zijn jullie daar opgekomen?

Katherina: Dat heeft te maken met Getatchew Mekuria (een Ethiopische saxofoonlegende, ondertussen 78 jaar oud, waarmee ze twee albums uitbrachten). Die nummers komen van hem, en toen we dat project met brass unbound deden namen we die Ethiopische nummers mee.

Terrie: Ja , we krijgen die connectie met die oude Ethiopiër, die we op zich al geniaal vonden toen we hem hoorden op zo’n cassette uit ‘81. We wilden hem eens uitnodigen omdat het zo bijzonder origineel was, en toen hebben we hem uitgenodigd met een jazzband op een festival dat wij (ter ere van 25 jaar the ex) organiseerden …. Wanneer hij The Ex zag zei hij (enthousiast) ‘ik wil met jullie spelen!’, en hij is 75 jaar oud !. Zo beginnen die dingen en dat bouwt zich allemaal op. Dat is heel bijzonder aan The Ex dat we zowel in die jazzmuziek als in die Ethiopische wereldmuziek thuis zijn, en ook nog steeds in punkkeldertjes optreden ook. We komen gewoon waar we inspiratie vinden. En dat is heel divers, moeilijk te definiëren ook.

De teksten op dit album ‘Enormous Door’, waarover gaan die?

Katherina: Dat moet je aan Arnold vragen, wij schrijven die teksten niet

Terrie: Het zijn heel fantasierijke teksten.

Katherina: en net zo dat je denkt: “wat bedoelt-ie?”
Het laat je open om met je fantasie her en der dingen in te vullen.

Terrie: Het zet je een beetje op het verkeerde been, net als de titel ‘Enormous Door’. Dat is heel raar eigenlijk, je kan dit of je kan dit denken. Dat is heel spannend.

Tegenover de teksten van de vorige zanger (g.w. sok verliet de band in 2009) zijn die van Arnold erg speels, misschien iets minder direct en daarom net suggestief.

Terrie: Dat klopt. Dat is voor ons ook een heel spannende ontwikkeling. We hebben ook veel geleerd van Ethiopië wat dat betreft. Die hebben een enorme cultuur van alles een beetje speels zeggen. Dit zeggen maar dat bedoelen en dan moet je nadenken. Weet je, we komen natuurlijk uit de punktijd van ‘fuck dit’ en ‘fuck dat’ (lacht). Dat word op een gegeven moment ook wel irritant natuurlijk. Het is ook conservatief als je dan gaat vertellen hoe iets moet, dat is ook heel erg oubollig.
Het is natuurlijk leuk als iets een beetje speels is, en uitdagend, en zo blijft leven. Vooral als mensen zelf beginnen nadenken erover.

In een zekere zin is het zo dat de stijl van de teksten mooi meegaat met de stijl van de muziek. Sinds de laatste vijf albums zijn jullie iets minder chaotisch geworden. Niet minder intens of minder hard,maar die agressievere kant is wat verminderd en in plaats daarvan is er een meer melodische en speelse kant gekomen.

Katherina: Dat komt ook door Arnold zijn zang natuurlijk. Hij zingt wat meer melodisch.

Terrie: Een band is nog altijd de bandleden. Als er een nieuw bandlid komt, dan maak je gewoon iets met z’n vieren, of met z’n achten nu, of met Getatchew Mekuria, dat blijft heel spannend gewoon. Hoe dat precies uitpakt weten we ook nooit van te voren.

Katherina: Als we nieuwe nummers maken dan hebben we niet perse een idee daarover. Ieder voor zich heeft misschien een idee, ik heb misschien een drumlijn of iemand anders een gitaarlijn of zoiets maar voor de rest staat helemaal niets vast. Wij weten ook zelf niet wat voor een soort nummer wij gaan uitvinden. Dat is heel spannend en ook leuk omdat je achteraf een nummer hebt met zo’n karakter en een ander nummer heeft dan weer een ander karakter. Daar houden we juist van, dat het ergens heen gaat waar we ook nog niet weten.

Terrie: Het is ook spannend om die nummers van The Ex nummers die we met z’n vieren hebben gemaakt, om dan met die jazzblazers erbij te spelen. Dan krijg je een heel ander soort dimensie of dynamiek. Als die blazers plots iets spelen, dan moeten wij ons weer een beetje terugtrekken. Dat is heel spannend, dat is te gek.

The Ex is 34 jaar geleden ondertussen ontstaan in de kraakscéne van Amsterdam …

Terrie: Mensen kunnen zich vaak heel slecht voorstellen wat dat was toen. Amsterdam was toen zo chaotisch. Je had 20.000 panden die dichtgetimmerd waren en mensen hadden tegelijkertijd geen huis. Je had zo’n enorm sociaal protest. “Godverdomme we willen ergens wonen.  Huizen zijn ook om in te wonen, niet alleen om geld aan te verdienen.” Dat sloeg ergens op. En dan had je binnen de kortste keren allemaal kraakpanden waar je aan een stuk door kon spelen. Wij hadden al een optreden van voor we geoefend hadden zelfs. Hahaha, dat is totaal belachelijk! Die sfeer was geweldig.

Zien jullie jezelf nog als punkers?

Katherina: Het hangt er van af wat voor jou punk is. Als voor jou punk betekent om vrij te zijn, je uit de kettingen te werken, dan ben ik nog steeds punk want dat doe ik nog steeds. Maar als je het hebt over hanenkammen en dat soort dingen, dat heb ik niet dus dan ben ik geen punker.

Terrie: Het is totaal nutteloos of raar om je zo te noemen. We spelen bijvoorbeeld met Getatchew Mekuria en die heeft nog nooit van punk of rock gehoord. Dat is juist het gekke eraan, je maakt muziek met een totale openheid gewoon zonder daar definities van punk aan te geven. Dat is helemaal niet nodig gewoon.

Maar als je dan kijkt naar de attitudes die typisch zijn voor punk, die ‘do it yourself’ attitude.

Katherina: Natuurlijk, dat is er nog steeds.

Terrie : We zijn ook veel meer punk dan welke punkband dan ook tegenwoordig. Heel veel punkbands gaan voor één soort mode of voor één soort muziek, wat ook eigenlijk heel conservatief. Maar wij doen nog steeds alles zelf en dat zal eeuwig zo blijven. Dat zit in onze persoonlijkheid. Het zal nooit gebeuren dat wij onze muziek laten uitgeven door een of andere directeur in zo’n pak die daar geld mee wil verdienen of die gaat zeggen “nee Kat, je moet in 4 slaan”. Weet je, dan krijg je allemaal mensen die er zich mee gaan bemoeien. Dat zal ons nooit gebeuren, al zouden ze ons een miljoen geven, dat zouden we nooit doen. Dat is geen stoere praat maar dat zal nooit gebeuren (lacht). Dat doe je toch niet?

Ik heb de indruk dat er een bepaalde evolutie zit in de plaatsen waar jullie spelen. Als je kijkt naar die punk optredens, en dan nu de meer jazz-georiënteerde en progressieve scéne waarin jullie je nu bevinden. Hoe verhouden jullie zich ten opzichte van dat soort plaatsen zoals de Vooruit, die echt cultuurtempels zijn in vergelijking met pakweg die kraakpanden.

Katherina: We hebben hier al gespeeld, in ’82 (lacht)

Terrie: Je kan het jazzfestivals noemen maar we speelden bijvoorbeeld eens in Belgrado. Die gasten hebben tijdens de oorlog een jazzfestival gedaan. Die zijn veel meer punk dan welke punkers dan ook. Je speelt gewoon op plekken waar mensen een vrije geest hebben en waar mensen iets verzinnen voor zichzelf en iets leuks of iets nieuws doen. De Vooruit is ook zo’n centrum, dit heeft ook zo’n open iets.

Katherina: Dat is eigenlijk altijd al zo geweest. Het is wel veel breder geworden, maar we gaan ook nog steeds een benefiet doen.

Terrie: Twee weken geleden speelden we nog in Tournai. Daar speelden we ook gewoon nog bij iemand in de woonkamer, piepklein!

Katherina: Precies ja, onlangs nog. Het niet alsof we dat verlaten hebben. Er zijn andere dingen bijgekomen, dat is het meer.

Dat is interessant want bij heel veel bands zie je dat ze geïncorporeerd worden, deel van het muzikaal establishment gaan uitmaken. Bij jullie lijkt dat net niet zo.

Terrie:  Als we een nieuwe cd maken denken we geen moment ‘deze cd moet meer dan de vorige verkopen’, daar denkt niemand aan. We maken gewoon het beste wat we kunnen maken op dat moment, als je er nu 500 verkoopt of 10.000, dat maakt niet uit, dat zie je dan wel. Dat is ook met plekken zo, je probeert niet steeds groter te spelen. Dat is echt de grootste fout die bands kunnen maken. Voor ons is de beste grootte voor de muziek iets van 300-400, dat weten we uit ervaring. Soms is een optreden met 50 man veel beter dan één met 5000 man. Als het te groot word wordt het heel onnozel. Mensen kunnen het dan amper zien.

Hoe staan jullie ten opzichte van subsidies?

Katherina: We hebben die natuurlijk wel gebruikt om naar Ethiopië te kunnen gaan.

Terrie: De grote fout is dat bands afhankelijk worden van subsidies, dat je zonder subsidies geen muziek meer kan maken. Dat gebeurt veel met jazz groepen of in de klassieke muziek.
Maar als we dan een zinnig project bedenken om in Ethiopië dit en dat te doen, die mensen hebben geen geld, dan is subsidie wel handig. Dan is het heel praktisch en vergoeden we met die subisidie de reiskosten enzovoort, heel simpel.

Katherina: Plus we hebben hier tweedehands muziekinstrumenten gekocht en daar in de muziekschool achtergelaten. In dat geval is het geniaal om subsidie te hebben en daar iets goed mee te doen.

In Vlaanderen lijkt het vaak zo dat de bands die het minst nodig hebben, het meeste subsidies krijgen…

Terrie: Dat is in Nederland ook zo. Wat daar dan mee gebeurt, dat is tenenkrommend. In principe willen we daar ook niets mee te maken hebben, maar dat hangt gewoon van je project af.

Katherina: Ja wij vinden gewoon dat we goeie ideeën hebben (lachen), dan hebben we er niets op tegen als er subsidie komt om dat te financieren.

Terrie: Als we bijvoorbeeld met Getatchew Mekuria en een band van 10 man naar Canada willen, ja dan is het toch handig om je vliegtickets te krijgen. Dat moet kunnen. Als het niet kan dan verzinnen we wel weer iets anders, je moet er gewoon niet afhankelijk van worden.

Jullie spelen hier in het kader van 100 jaar Vooruit, en aangezien jullie hier al meermaals gespeeld hebben…

Katherina:  Ja 5-6, nee 10 keer …

De Vooruit is zowat de tempel van de socialistische beweging in Gent. Ik vroeg me af hoe jullie staan tegenover die socialistische ideologie.

Katherina: Wij zijn heel sociaal in ieder geval.

Terrie: Dat soort ideologie, in een bepaalde soort definitie vind ik dat heel raar. Het hangt er heel erg van af wat mensen er aan hebben of wat die daar bij bedenken. De Vooruit doet het heel goed, en heel vrij, maar ik weet er absoluut niet alles van wat hier gebeurt. Je hebt daar een goed gevoel bij met wat gebeurt.

Maar staan jullie zelf  in een bepaalde ideologie? Bijvoorbeeld voor de aankondiging van dit concert werden jullie op de website van de Vooruit als anarchistische band aangekondigd.

Katherina: wij willen gewoon vrij zijn. Wij zijn niet verbonden met een anarchistische groep of iets dergelijks.

Terrie: Dat klinkt heel erg oubollig vind ik. Waarom zou je zo’n definitie gebruiken? Ik denk wel dat wij een soort anarchistische inborst hebben, maar ik ken heel veel mensen die zich nooit anarchist zouden noemen die een veel anarchistischer karakter hebben dan mensen die zich anarchist noemen en alleen maar zwarte kleren dragen enzovoort.

Ik ken geweldige boeren uit Zambia waar 2.000 mensen werken in een heel anarchistische spirit, ik ken de Eritrese eerste vliegtuigkaper van Ethiopië, een professor. Dat is een anarchist voor mij. Dat is een lang verhaal (lacht). Ik ben heel erg geïnteresseerd in anarchistische geesten, maar niet in de definitie van anarchisme of zoiets. Vooral in de punk, dan krijg je zwarte kleren, of zo’n kalende hanenkam (lacht) die stomme dingen.

Katherina: Als het maar niet dogmatisch wordt. Het waren allemaal goeie ideeën toen, daar is helemaal niets mis mee. Maar dat denk je verder en dan gaat het weer anders. Misschien heet het straks weer anders. Daar moet je altijd open voor blijven staan, om je te vernieuwen.

Terrie:  De Ethiopische cultuur is heel anarchistisch, dat is heel vreemd. Ze heten dan orthodoxe Christenen, waar ik niets mee heb natuurlijk, maar die zijn waanzinnig vrij van geest. Niets is vast, iedereen moet voortdurend nadenken  en iedereen neemt elkaar voortdurend in de maling. Je moet de hele tijd denken van ‘huh, wat bedoelt ‘ie nou weer’? Dat is fantastisch.
We gingen in Frankrijk op tour met die grote harpspeler (Zerfu Demissie). Hij komt echt wel helemaal uit de strenge orthodoxe Christelijke cultuur maar dat is zo’n vrij iemand. Hij was net aan het vasten, dat betekent dat ze geen vlees en geen alcohol drinken. Arnold had op een gegeven moment een fles bier, en dat vliegt daar open, dat was enorm lachen. Dan zegt hij (zerfu) ‘nou als dat bier zo interessant is wil ik ook wel een biertje’, midden in de vastentijd. Dat vind ik ontzettend goed gewoon. Dat is een klein voorbeeld maar dat soort vrije geesten vind ik leuk.

In het verleden hebben jullie nummers uitgebracht zoals ‘Weapons for El Salvador’ of ‘RaRa rap’, heel directe politiek betrokken nummers. Ook in de vorige full cd had je een nummer zoals ‘catch my shoe’ waar vrij directe verwijzingen in zitten naar Bush. Zijn jullie zelf nog politiek betrokken?

Katherina: We zijn zeker politiek betrokken. We zitten niet in een politieke partij, we voelen ons nergens aan vast, maar ik lees elke dag de krant en ik heb daar ook en mening over.

Zijn er dingen die jullie doen naast the ex die ook met politiek te maken hebben?

Katherina: Met name muziek toch, het is niet dat iemand in een groep zit of politiek schrijft of iets dergelijks.

Terrie: Maar in de praktijk is het toch vrij ongelooflijk dat we 34 jaar totaal onafhankelijk zijn, en dat we daarvan kunnen leven, dat is toch heel politiek?

Katherina: Zoals die nummers dan ook aangeven springen wij soms wel ergens op in. De muziek is ons gereedschap.

Terrie: Wat je noemde van ‘RaRa rap’ en ‘Weapons for El Salvador’, dat waren in die tijd singeltjes en politieke pamfletten. Niet om te zeggen hoe het moet, maar om de discussie aan te zwengelen. Er gebeurden rare dingen in die tijd. Amsterdam had iets met Nelson Mandela, maar als er iets met geweld was dan zeiden ze plots van‘dat mag allemaal niet’. Nelson Mandela was ook behoorlijk militant natuurlijk. Wij maakten dan een nummer en dan had iedereen het daarover.

Katherina: Wij dagen uit, muzikaal, maar ook met teksten.

Kraken jullie nog?

Katherina: Neen. Wij zijn al boven de vijftig!

Terrie: Kraken om het kraken is ook heel raar.

Katherina: Het moet ergens op slaan. Ik kraak als ik een huis nodig heb, maar niet zomaar.

Terrie: Kraken tegen speculatie, dat hebben we allemaal wel nog gedaan. Je kan wel jaar in jaar uit denken , “ik moet kraken”, maar dat houd ook een hoop dingen tegen.

Daarnet hadden we het over de jaren ’80 in Amsterdam, maar kun je niet stellen dat het met de crisis het vandaag gelijkaardig is?

Katherina: Het is nooit hetzelfde, maar het is vergelijkbaar.

Terrie: Er komen wel dingen aan natuurlijk. Je voelt dat aan je water. Ik zie mezelf wel weer dingen kraken. Niet voor mezelf maar voor mensen die het nodig hebben.

Katherina: Voor asielzoekers bijvoorbeeld.

Terrie: Ja of om er benefieten voor te spelen. Maar ja dat doe je dan echt uit je gevoel. Niet vanuit een ideologie ofzo. Maar je voelt wel dat er dingen staan aan te komen.

Merken jullie, als The Ex dan, veel van de crisis? Is er een andere respons op jullie optredens?

Terrie: Wij trekken altijd mensen aan die een ander verhaal willen. In Griekenland hebben we een paar keer gespeeld, je merkt dat mensen ons dan nodig hebben, als inspiratie. Juist in die landen waar het crisis is doet The Ex het heel goed (lacht).

Ik vond het ook onwijs te gek dat we een uitnodiging kregen voor het allereerste ‘contemporary Music festival’ in Egypte, in Libanon kregen we ook zoiets, dat soort dingen zijn fantastisch gewoon.

Vorig jaar speelden we in 20 verschillende landen. Overal voel je het een beetje, we zijn geen commerciële band, wij hebben niet van dat soort gedoe eromheen. Er komen gewoon mensen die een verzetje nodig hebben. Dus moeten ze ons hebben.(lacht)

Jullie hebben ondertussen al zo’n 1700 optredens gespeeld. Hoe is het om als full-time do it yourself muzikant door het leven te gaan?

Katherina: Heerlijk, je bent je eigen baas. We zijn heel verstandig met hoe we dat allemaal indelen. We doen geen gek lange tours bijvoorbeeld, altijd houden we tussendoor even pauze. We hebben daar ons ritme in gevonden. Het is goed te doen. We besluiten zelf hoeveel we willen spelen. Dat is heel luxe eigenlijk.

Terrie: Het is sowieso heel luxe dat we altijd meer aanbiedingen hebben dan we kunnen doen. We hoeven nooit te zeuren of te slijmen. We doen gewoon precies waar we zin in hebben.

Het lijkt me een heel vrije manier om te leven, omdat je heel veel reist en zelf beslist.

Terrie: Ja. Ik voel me onwijs luxe. Het is zo bijzonder ook. We hebben ook onwijs geluk dat niemand rijk wil worden of een Mercedes wil kopen, of plotseling ingewikkeld wil doen. We houden het allemaal heel simpel.

Katherina: En we zijn alle vier ‘direct deur’ (rechtdoor) zeg maar. Wij bepalen alle vier wat gebeurt. We zijn een collectief.

Terrie: Daar kunnen bands echt wel wat van leren. Dat stomme geleuter met tourmanagers, of marketing, of roadies. Bands maken het allemaal veel te ingewikkeld. Waarom kan je niet met je eigen versterker sjouwen? Wij zijn allemaal, met ons vieren verantwoordelijk en dan doe je dat gewoon. Je moet nooit iemand erbij houden die dan weer iets belangrijker wil. Die bands krijgen allemaal ruzie. Al  die vallen allemaal uit elkaar die een manager hebben. Het is heel simpel.

Veel bands die ik ken die af en toe toeren, die hebben zoiets van ‘ja maar het is te vermoeiend’, dus ga je dingen uitbesteden. Dan heb je een tourmanager, een chauffeur, iemand voor de merchandise. Maar die moet je dan betalen, waardoor je commerciëler moet worden.

Terrie: Uiteindelijk is dat veel vermoeiender!

Katherina: Je krijgt een soort spiraal waarmee je jezelf in de problemen kan brengen. Je moet steeds meer geld vragen, want je hebt al die mensen in dienst en daar ben je verantwoordelijk voor. Op een gegeven moment is dat vast wel een steen aan je been volgens mij.

Terrie: Waarom zou je niet zelf kunnen rijden? Al die bands worden wat verwende kwasten, vind je niet? Zo zwaar is dat allemaal niet. Vroeger werkte je je hele leven in een fabriek, ik bedoel Jezus Mina. Dit stelt niet zo veel voor, je krijgt allemaal eten, iedereen zorgt voor je.

Katherina: Het houd je fit, niet?

Terrie: In een band zitten is eigenlijk een heel makkelijk leven.

Vandaag stond er een artikel in de krant, over een experimenteel onderzoek door Falk &Szech.
De conclusie was dat onderhandelen in het kader van een vrije markt mensen immoreler deed handelen.

Katherina: Er handelen heel veel mensen immoreel. Daarom gaat dat systeem ook kapot, dat gaat niet werken. Iets klopt niet. Mensen worden er alleen maar treurig van, en arm. Op een gegeven moment krijg je weer opstand.

Terrie: Het wordt zo egoïstisch allemaal, dat kan gewoon helemaal niet. Bijvoorbeeld het groeimodel, dat klinkt wel zo leuk, maar dat kan gewoon helemaal niet. Niemand snapt dat toch ? Dat zijn hele vreemde dingen.

Katherina: Weet je wat er zal gebeuren, en wat nu ook al gebeurt zoals in de transitiesteden, dat zijn gemeenschappen die proberen om er wat van te maken van onderop. Die gaan dingen ruilen, of elkaar helpen of samen werken en iedereen kan wat. Iedereen heeft talenten dus dat is geniaal. Ik denk dat dit de toekomst is, dat mensen van onderop weer hun eigen ding gaan doen zodat het leuk is.

Terrie: De pest is dat die hele grote bedrijven, die hebben zoveel macht over de hele wereld ondertussen.

Katherina: Dat moet je tegenwerken. Maar ja, dan moet je er misschien wel tegen schoppen.

Terrie: Dat komt er wel aan natuurlijk. Dat loopt heus wel uit de hand.
Nog een keer over Ethiopië: ontwikkelingshulp wordt gestopt en dan zeggen ze “in plaats daarvan gaan we investeren via bedrijven.” Dan noemen ze vier voorbeelden en dan snap je dat het totaal belachelijk is. Het eerste: Heineken. Alsof die ooit iets geven om dat land. Heftigere kapitalistische egoïsten bestaan er bijna niet. Het tweede waren de bloemenkwekers, als er iemand iets vervuilt en smerig bezig is zijn het die bloemenkwekers. Derde voorbeeld: een plastiekfabriek! Ze verkopen in Ethiopië wel vanalles, maar ze hebben blijkbaar helemaal geen verpakkingsmateriaal. Dat is zo erg gewoon. Het vierde voorbeeld een bedrijf dat ballonvaarten regelt voor toeristen. Dat zijn dan zogezegd de vier goeie voorbeelden van privé-investeringen. Dit gaat echt te ver, elke droplul snapt dat dit niet kan gewoon. Blijkbaar is de marketing nog zo goed dat dit alles zo logisch lijkt, maar het is gewoon een ramp.

Iets dat me interessant lijkt als je het had over de transitiebeweging. Het model waar zij naartoe willen, ligt niet zo ver af van de idealen van de kraakbeweging.

Katherina: Ja zeker! Dat heeft heel veel met elkaar te maken. Dat was toen in onze tijd ook wat zo leuk was. Het heette toen een subcultuur die ontstond. Op een gegeven moment had je vanalles: je had een alternatieve kapper, je had een alternatieve groentewinkel, een alternatieve studio en al dat soort dingen, en veel ervan zijn blijven bestaan.

Terrie: Ik denk wel dat de tegenpartij nu veel minder naïef is. Het is nu veel heavier. Ik denk dat je iets andere strategieën moet gebruiken dan toen in de kraakbeweging. Toen was het heel makkelijk ook,  de politie en de bestuurders waren naïef. We hadden binnen de kortste keren heel veel power, dat is nu moeilijker gewoon. Maar we verzinnen er wel iets op.

Met die positieve nood, en onder tijdsdruk, gaan we moeten afsluiten. Bedankt voor het interview!

take down
the paywall
steun ons nu!