Telma Yolanda Oquelí ontving op 7 oktober in Leuven de Quetzal-prijs voor haar werk voor de mensenrechten in Guatemala (foto: Guido De Schrijver).
Interview, Nieuws, Politiek, Mensenrechten, Straffeloosheid, Frans wuytack, KU Leuven, Militaire dictatuur, Guido de schrijver, Mijnbouwbedrijven, Telma Yolanda Oquelí, Quetzalprijs, Guatebelga, Missionarissen, Exmingua S.A., La Puya -

Telma Yolanda Oquelí: neergeschoten in Guatemala, in België gelauwerd

Op maandag 7 oktober kreeg Telma Yolanda Oquelí in de rechtenfaculteit van de KU Leuven de Quetzalprijs. Dit gebeurde in het kader van een internationale seminarieweek over 'Geweld en straffeloosheid in Midden-Amerika', georganiseerd door het Leuvens Instituut voor Criminologie en de Sociale Hogeschool Heverlee. De prijs werd in het leven geroepen door Guatebelga, een groep van families van in Guatemala vermoorde Vlaamse religieuzen.

woensdag 9 oktober 2013 18:55
Spread the love

Begin de jaren tachtig werden tijdens het intern gewapend conflict in Guatemala drie leden van de in oorsprong Vlaamse missiecongregatie van het Onbevlekt Hart van Maria (in de volksmond: Missionarissen van Scheut) door het leger vermoord.

In 2001 dienden de families van de vermoorde missionarissen een klacht in bij een Belgische onderzoeksrechter tegen 
oorlogsmisdadigers uit Guatemala die mogelijks verantwoordelijk waren voor de moord op hun bloedverwanten.

Samen met enkele begeleidende vrijwilligers, een juridische adviseur van de KU Leuven en twee advocaten volgen de families in de vzw Guatebelga tot vandaag de zaak op de voet. 

Een paar jaar geleden zette Guatebelga de eerste stappen om een tweejaarlijkse ‘Quetzalprijs’ in het leven te roepen om “de democratie en de mensenrechten in Guatemala te bevorderen en acties te ondernemen tegen de straffeloosheid voor schendingen van de mensenrechten in het land”. 

De prijs bestaat uit een bronzen beeldje van de Wachtebeekse kunstenaar Frans Wuytack. 

Telma Yolanda Oquelí werd door een internationale jury uit de genomineerden verkozen om de eerste Quetzalprijs in ontvangst te nemen. We hadden een gesprek met haar.

Telma Yolanda Oquelí, waarover gaat jullie strijd eigenlijk?

Telma Yolanda Oquelí:Kappes, Cassiday & Associates is een Amerikaanse multinational die aast op goud en zilver. De hoofdzetel bevindt zich in Nevada, in de VS. In Guatemala is de dochtermaatschappij Exmingua S.A. actief. Zij delft er in onze gemeenten San José del Golfo en San Pedro Ayampuc. Dorpen op nauwelijks 35 km van de hoofdstad.”

“We weten van de inwoners van deze dorpen dat de openmijnbouw, die de mijnbouwmaatschappij in deze streek toepast, verwoestende gevolgen heeft. Bergen worden afgraven en enorme putten in het landschap ontstaan. Ze gebruiken onvoorstelbaar veel water. Water is in onze streken al dikwijls een schaars goed. Bovendien behandelen ze de grondstof met het giftige cyanide dat het water van de rivieren dreigt te besmetten.”

“De inwoners richtten de groep La Puya op en organiseerden spontane volksraadplegingen. Een groot deel van de bevolking verzette zich tegen de aanwezigheid van het vervuilende mijnbouwbedrijf. Daar er altijd mensen te vinden zijn die hopen om aan beter betaald werk te geraken en door het bedrijf aangeworven te worden, werd de gemeenschap verdeeld tussen voor- en tegenstanders van de mijn.”

“Zo’n vierduizend inwoners wierpen daarlop een levende blokkade op om zo de toegang tot de site van het mijnbedrijf dag en nacht te versperren.” 

Jij werd neergeschoten, maar toch ga je door met je actie.

“Dat gebeurde in juni 2012. Een man op een moto reed achter mij aan. Ik zwenkte met mijn wagen naar rechts, gooide het portier open en vluchtte de berm op. Toen schoot hij op mij, maar ik overleefde het. Heel wat kinderen hebben in deze conflicten hun vader verloren. Ik ga verder met een kogel in mijn lichaam.” 

“Opkomen voor de mensenrechten in Guatemala is verschrikkelijk moeilijk en gevaarlijk. Er is veel agressie, we moeten constant aanvallen incasseren. Maar we weten dat we niet alleen staan. De bevolking ondersteunt ons. Ook in het buitenland, zoals hier in België. Mijn kinderen zullen trots zijn dat ik deze prijs in ontvangst mocht nemen.” 

Bedrijven zijn toch beducht voor hun imago.

“Daar merken we niet veel van in Guatemala. Sinds ik met mijn engagement begon, heb ik voortdurend bedreigingen gekregen. Ik denk dat het mijnbedrijf zelf verantwoordelijk is voor de haast fatale aanslag. Anderzijds kwam – eigenaardig genoeg – de minister van Volksgezondheid mij in het hospitaal opzoeken. Dat gebeurde zo kort na de overval, toen nog niemand wist, behalve enkele familieleden en buren, wat er gebeurd was.”

Dat soort conflictsituaties doen zich ook elders in Guatemala voor.

“Totonicapán, Barillas, Ixcán, Mataquescuintla, overal willen multinationale bedrijven ertsen en mineralen weghalen, stuwdammen bouwen en elektrische stroom opwekken. De staat wordt er niet beter van, laat staan de lokale bevolking. Die moet wel de verloedering van het milieu en de negatieve gevolgen van de mijnbouwontginning dragen.”

“Op al die plaatsen biedt de lokale bevolking heftig weerstand. Maar de angst en de vermoeidheid slaan toe, vooral wanneer leiders opgepakt worden en achter de tralies belanden. Het optreden van politie en leger lokt agressie uit bij de bevolking die zich verzet.”

“Bij ons hebben ze al tweemaal geprobeerd om de blokkade tegen het mijnbedrijf op te doeken. Agressie wordt als een misdaad beschouwd en met gevangenis bestraft. Wij zijn er integendeel in geslaagd om ons niet te laten verleiden tot agressie.”

“Bij de blokkade staan vrouwen en kinderen voorop. Mannen zouden al gauw bezwijken onder de drang agressie met agressie te beantwoorden. Vrouwen slagen er beter in de kalmte en de koelbloedigheid te bewaren. Ze bidden zelfs en zingen kerkliederen.”

“We hebben immers bewust gekozen voor een strikte geweldloze weerstand. Daardoor zijn we erin geslaagd al 19 maanden lang de blokkade voort te zetten. Om de 24 uur volgen ploegen elkaar op. We laten de openbare weg vrij en beletten enkel de toegang tot de mijnsite van het bedrijf.”

“Maar vorige maand is een paramilitaire groep ‘s nachts één van de dorpen binnengevallen. De gemaskerde groep begon in het wilde weg te schieten en vermoordde zo elf inwoners.” 

Hoe moet het nu verder? 

“We gaan op nationaal vlak alle nodige juridische stappen zetten. De studie die het bedrijf indiende, klopt niet. We gaan dit desnoods op internationaal vlak aanklagen, om de mijnbouwactiviteiten te doen stoppen.”

“Spijtig genoeg hebben we veel meer vertrouwen in de internationale gemeenschap dan in de autoriteiten van ons eigen land, waar de regering geleid wordt door de bedrijven. De regering zegt dat we tegen de ontwikkeling van het land zijn. En dat we arm zijn omdat we arm willen zijn. Maar wij weten dat de regering de belangen van de bedrijven prioritair stelt en niet maalt om de belangen en het welzijn van de bevolking.”

Veelgestelde vraag: wat kunnen wij van hieruit doen?

“Regelmatig komen internationale delegaties op bezoek. Die steken een hart onder de riem van de blokkerende gemeenschap, maar vormen door hun aanwezigheid tegelijk een vervelende situatie voor de regering. Die is er zich van bewust dat vele ogen van de wereld op het mijnconflict gericht zijn.”

“De regering aanziet degenen die de mensenrechten verdedigen als ‘criminelen’. En ze weet dat vele buitenlandse NGO’s die zogezegde criminele organisaties steunen. Vandaar dat ze probeert te onderzoeken wie de steungevers zijn om hen op hun beurt aan te klagen. Jullie kunnen ons ondersteunen door onze strijd kenbaar te maken en de misbruiken van de multinationale bedrijven en de medeplichtigheid van onze regering aan te klagen.”

Guido De Schrijver

Guido De Schrijver was zelf jarenlang actief in Guatemala en is lid van Guatebelga vzw.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!