De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Tax Freedom Day again: de brutale oorlog tegen de verzorgingsstaat

Tax Freedom Day again: de brutale oorlog tegen de verzorgingsstaat

vrijdag 12 augustus 2011 12:07
Spread the love

Op 3 augustus jl. was het weer eens zover. Zelfs de “kwaliteitskranten” zoals De Morgen, De Standaard en gerenommeerde magazines zoals Knack blokletterden zonder schaamte: “Belgische bediende werkt tot en met vandaag voor staat”. Van De Tijd of Trends zijn we niet beter gewoon natuurlijk, ze hebben hun anti-belastingsideologie nooit onder stoelen of banken gestoken.

Het was weer eens tijd voor Tax Freedom Day en de media deden alsof hun neus bloedde, alsof Tax Justice Day nooit had bestaan, alsof dit een serieuze mededeling was.

Eerst overviel me een gevoel van diepe tristesse (wat heeft het allemaal voor zin als de uil niet zien wil?), even later overheerste toch een gevoel van woede. Woede om de macht van de leugen, de hypocrisie, om de macht van de mediatieke invloed van het grote geld. Maar bovenal vind ik het een schande dat onze media zich zo laten misbruiken voor een anti-belastingsideologie gekoppeld aan een anti-overheidsideologie, als onderdeel van een oorlog tegen de sociale verworvenheden van de verzorgingsstaat.

Dus ik moet wel reageren, voor de duizendste keer, tegen alle bierkaaien in.

De teneur van het bericht op 3 augustus was het volgende: “De Tax Freedom Day voor Belgische bedienden, de dag waarop de gemiddelde bediende niet langer belastingen betaalt en dus voor eigen rekening begint te werken, valt dit jaar op 4 augustus. Dat is een dag later dan in 2010, blijkt uit een studie van het Institut Économique Molinari op basis van berekeningen van consultancybedrijf Ernst & Young. De Belgische bedienden betalen het meeste belastingen van hun collega’s binnen de Europese Unie. Voor Cypriotische bedienden valt Tax Freedom Day het vroegst, namelijk op 13 maart.

Uit de studie blijkt dat voor iedere euro die een Belgische bediende betaald krijgt, zijn bedrijf 1,43 euro aan de staat moet geven. “Om competitief te blijven moet België kiezen: ofwel de bedienden minder betalen, ofwel minder aan de regering geven”, oordeelt het Institut Molinari in Parijs. In juni dit jaar berekende consultancybedrijf PwC Tax Freedom Day voor de gemiddelde Belg op 10 juni. Voor de gemiddelde Belgische bediende valt die dag dus twee maanden later. (belga/sam)”

Na PwC heeft nu dus ook Ernst & Young zijn ongenuanceerde en mileidende boodschap in de media gekregen, waarbij sommige redacteurs zich zelfs geen kritische bedenkingen vormen. Hoogdagen voor tegenstanders van een “herverdelende” overheid en een sociale verzorgingsstaat waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten zouden moeten dragen nog eens ondersteund door kritiekloze media in zomervakantiestemming.

Deze internationale accountants en belastingadviseurs werken voor de rijksten en de meestbetalenden en verstrekken aan deze “hulpbehoevenden” fiscaal en juridisch advies. Ze helpen (in  hun eigen “dure” woordenkramerij) ondernemingen om ‘duurzame fiscale efficiëntie’ te bereiken en ‘de aandeelhouderswaarde te vergroten’. In de volksmond staat dit voor zoveel mogelijk belastingen ontwijken en ontduiken, kortom “de fiscus tillen”.

Ze splitsen belastingen op in een tijdperk voor de overheid en een tijdperk voor de belastingplichtige. Men telt alle belastingen en sociale bijdragen op die een overheid int. Dat bedrag wordt dan gedeeld door het bruto binnenlands product (BBP). PwC leidde daaruit af dat de Belgen tot 8 juni niets voor zichzelf verdienden en nu Ernst & Young dat de Belgische bedienden tot 4 augustus niet voor eigen rekening konden werken.

De boodschappen van PwC en Ernst & Young zijn populistisch en ongenuanceerd. Ze zwijgen over de erg ongelijke verdeling van de belastingdruk. Arbeid wordt zwaar belast, kapitaal en vermogen veel minder. Stel dat we alleen kijken naar de vennootschappen. Die blijken op basis van hun gemiddelde effectieve aanslag al op 18 februari de Tax Freedom Day te mogen ‘vieren’. Wie veel vermogen heeft, doet het nog beter. Voor hen valt de Tax Freedom Day al op de tweede dag van het jaar.

De overheid wordt voorgesteld als een vijand, een tegenhanger van de belastingbetaler terwijl belastingen een grote bron van inkomsten zijn voor die overheid, die daarmee vooral haar collectieve dienstverlening kan organiseren en financieren, in het belang van de hele bevolking.

Wat PwC en Ernst & Young (en Trends en De Tijd) en VBO en VOKA niet vertellen…

Elke regering heeft ten minste twee fundamentele functies: bescherming en ondersteuning. Beschermende structuren omvatten onder meer de politie, brandweer, hulpdiensten, de volksgezondheid, en zo verder.

Ondersteuning omvat de infrastructuur die nodig is voor het bedrijfsleven en het dagelijkse leven: wegen, communicatiesystemen, openbaar vervoer, watervoorziening, openbaar onderwijs, het bankwezen voor leningen en economische stabiliteit, de rechter voor de naleving van contracten, de luchtverkeersleiding, steun voor wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling, parken, sportfaciliteiten, natuurgebieden en openbare gebouwen, enz. .

Wij zijn meestal wel op de hoogte van het deel bescherming. Maar de ondersteuning , of m.a.w. de publieke infrastructuur ten dienste van de meerderheid van de bevolking, mogelijk gemaakt door belastingen, wordt meestal als vanzelfsprekend beschouwd of gewoon genegeerd. Toch is die van cruciaal belang.

Belastingen maken deel uit van onze gemeenschappelijke rijkdom, waarin we allemaal delen. Dankzij dit gemeenschappelijk bezit genieten we allen van de bescherming en ondersteuning die het algemeen belang dienen. Niet genoeg, maar dat is een voortdurende politieke strijd tussen links en rechts waarbij rechts minder wil herverdelen, meer oproept om eigen verantwoordelijkheid op te nemen (waarbij de zwakkeren de klos zijn en de winnaars bekend) en waarbij links meer wil herverdelen van rijk naar arm vanuit het morele principe dat “de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen” in een samenleving. Dat is een fundamenteel democratische waarde: de gemeenschappelijke welvaart moet het algemeen belang dienen. Het voordeel is voor iedereen.

Burgers dragen de financiële verantwoordelijkheid om deze gemeenschappelijke welvaart te handhaven. Mochten we deze verantwoordelijkheid ontwijken, dan konden we geen wegennet onderhouden en openbaar vervoer organiseren, onze scholen financieren, de gezondheidszorg en zorg voor ouderen en gehandicapten verzekeren, de variatie aan culturele rijkdom zo breed mogelijk spreiden, de handhaving van onze wetten verzekeren, en ga zo maar door.

Minstens even belangrijk is het dat we geen welvaart zouden kunnen voortbrengen voor onszelf, want we zouden geen bescherming van onze intellectuele eigendom genieten, geen overzicht houden over onze markten, niet beschikken over wettelijke middelen om contracten af te dwingen, geen mogelijkheid hebben om onze kinderen een degelijk onderwijs te geven.

Diverse waarden ondersteunen het idee van progressieve belastingen. Een daarvan is de overtuiging dat de gemeenschappelijke welvaart moet worden gebruikt voor het gemeenschappelijk goed. Een ander voorbeeld is de verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid die stelt dat alle burgers moeten betalen voor de voordelen die ze krijgen uit de gemeenschappelijke rijkdom. En nog een andere waarde is de rechtvaardigheid. Deze waarden komen samen in de kwestie van “progressieve belastingen”.

Progressieve belastingen: het publieke cement waarop vermogenden hun particuliere rijkdom verzamelen

Een belangrijk punt, dat vaak uit het oog verloren wordt in dit debat is het feit dat de gemeenschappelijke rijkdom, die door onze belastingen wordt gecreëerd en in stand gehouden, de rijken op talloze manieren helpt om hun rijkdom op en uit te bouwen. We noemen dit samengestelde steun – het is namelijk het versterkte gebruik van onze gemeenschappelijke welvaart door bedrijven, investeerders en andere vermogende particulieren. Een groot deel van hun “financieel succes” is dus gebouwd op ons systeem van fiscale herverdeling.

Het liberale denken over belastingen beschouwt belastingheffingen enkel als een kostenplaatje. Dat de meeste belastingheffingen volledig als openbare dienstverlening in de samenleving herverdeeld wordt lijkt een te verwaarlozen neveneffect.

Onderwijs, openbaar vervoer, milieubeschermingen, gezondheid, bibliotheken, musea, enz. zouden inderdaad geen handelswaarde mogen hebben, daarom moeten ze publieke diensten blijven die de solidariteit in de samenleving ondersteunen. Belastingen zijn dus slechts de financieringsmiddelen van het algemeen belang. Diegenen die zich tegen belastingen keren en ook tegen de progressiviteit van het belastingssysteem hebben alleen oog voor de aangroei van hun private rijkdommen die de gemeenschap niet ten goede komen. Of profiteert de gemeenschap van een jacht in de haven Nice misschien?

Denk bijvoorbeeld aan Bill Gates. Hij begon Microsoft als een gesjeesd student en is uitgegroeid tot ‘s werelds rijkste persoon. Hoewel hij ongetwijfeld gebruik maakte van zijn ongewone intelligentie en zakelijk inzicht, kon  hij zijn persoonlijke rijkdom nooit in die mate hebben ontwikkeld zonder gebruik te maken van onze gemeenschappelijke rijkdom.

Het juridisch systeem beschermde de intellectuele eigendom van Microsoft en zijn contracten. Dankzij de belastinggesteunde financiële infrastructuur kon hij toegang krijgen tot de kapitaalmarkten en zijn goederen verhandelen op een markt waarin beleggers vertrouwen hebben. Hij bouwde zijn bedrijf op met veel medewerkers, die werden opgeleid in openbare scholen en universiteiten.

Door belastingen gefinancierd onderzoek hielp bij het ontwikkelen van informatica en van het internet. Handelswetten, onderhandeld en afgedwongen door de overheid, beschermen zijn mogelijkheid om in het buitenland zijn producten te verkopen. Dit zijn maar een paar van de manieren waarop Bill Gates’ aangroei van “private” rijkdom mogelijk werd gemaakt: door de “gemeenschappelijke” welvaart en door de belastingen.

Je mag gerust deze Bill Gates vervangen door Albert Frère of Baron Lippens, elk individueel verhaal heeft natuurlijk zijn unieke pointe en couleur locale, maar elk van deze imperiums is gebouwd op de uitgebreide verzorgingsstaat die door de arbeid en het progressieve belastingsstelsel van alle werkende mensen is betaald.

Zoals de inmiddels beroemde Amerikaanse miljardair en speculant Warren Buffet terecht opmerkte, had hij waarschijnlijk nooit zo’n groot financieel succes geboekt, als hij geboren was in Bangladesh in plaats van de Verenigde Staten, eenvoudigweg omdat Bangladesh geen ontwikkeld bancair systeem had maar bovenal geen uitgebouwd progressief belastingstelsel waardoor de ontwikkeling (en rechtvaardige verdeling) van publieke diensten, het cement van de gemeenschappelijke welvaart, belemmerd wordt.

Gewone mensen rijden op snelwegen, maar ondernemingen besturen er volledige wagenparken van vrachtwagens. Gewone mensen kunnen van de bank een lening krijgen voor hun hypotheek; ondernemingen lenen geld om hele bedrijven op te kopen.

Gewone mensen maken slechts zelden gebruik van de rechtbanken, de meeste van de rechtbanken worden gebruikt om geschillen te beslechten m.b.t. het ondernemingsrecht en het contractenrecht. Bedrijven en hun investeerders – die meer geld verdienen dan ze nodig hebben om te voldoen aan hun basisbehoeften, en voldoende overhouden zodat ze kunnen investeren , maken veel meer gebruik – samengesteld gebruik – van de ondersteunende infrastructuur van onze samenleving, op zijn beurt gesteund door het belastinggeld van de gemeenschap.

De rijken hebben een groter gebruik gemaakt van het gemeenschappelijk goed – ze werden erdoor geholpen bij het creëren van hun rijkdom – dus hebben zij ook een grotere morele verplichting ertoe bij te dragen om het in stand te houden. Ze betalen op die manier slechts de achterstallen af van hun schuld aan de samenleving in haar geheel, en investeren in de ondersteuning voor de toekomst.

Dit zijn de fundamentele waarden die progressieve belastingen motiveren. Het is een waarheid die conservatieve argumenten over belastingen van de baan veegt. Belastingen zorgen voor de bescherming en ondersteuning van de infrastructuur die ons aller inkomen mogelijk maakt .

Onze fiscaliteit verbergt deze waarheid. Ze wijst onvoldoende op de mate waarin de belastingen de gemeenschappelijke welvaart hebben gecreëerd en in stand gehouden, opdat je zou kunnen verdienen wat je nu hebt. Ze laten uitschijnen dat de ondersteunende infrastructuur er gewoon is, als door magie ontstaan of via onwrikbare natuurwetten, en dat de overheid gaat lopen met het geld uit je zakken. De waarheid bestaat er echter in dat, via de gemeenschappelijke rijkdom, onze samenleving veruit meer geld in veel zakken steekt dan ze eruit haalde.

Maar deze situatie wordt bedreigd door een conservatief fiscaal beleid en fiscale dumping. Door steeds maar weer belastingverlagingen die uiteindelijk betaald worden door de gewone mensen, door steeds meer doelgroepen te bedienen met allerlei belastingaftrekken waarvan vooral de middenklassen beter worden en waardoor opnieuw het geheel van de progressiviteit van de belastingen wordt aangetast.

Door het feit dat de belastingen niet meer geglobaliseerd worden hetgeen vooral voordelig is voor diegenen die leven van vermogen en niet van arbeid. Door het voortdurend verder verlagen van vennootschapsbelastingen en vermindering van inkomsten door notionele interestaftrek. Door het libertarische pleidooi voor de invoering van een vlaktaks waarbij alle inkomens gelijk worden behandeld. Door het onbeschroomd promoten van creatieve boekhouding door gespecialiseerde private diensten waarbij belastingontwijking, het “ontwijken van Vadertje Staat of de Fiscus” tot maatschappelijk model wordt verheven.

Vanaf nu vertellen we een nieuw verhaal: het verhaal over Tax Justice Day

Met Tax Justice Day wil het FAN (Financieel Actie Netwerk) de andere kant van het verhaal tonen. Die andere kant is dat de Belgische belastingbetaler vanaf 1 januari op allerlei collectieve diensten kan rekenen. Degelijk en goedkoop onderwijs voor de kinderen, wegen, openbaar vervoer, bescherming enzovoort. Zonder genoeg belastinginkomsten kan de overheid nooit al die dienstverlening organiseren.

De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen naar draagkracht bijdraagt voor de collectieve diensten. Beter begoeden moeten meer bijdragen dan anderen. Op dat punt schort er nog wel wat aan ons belastingstelsel. Inkomsten uit arbeid worden veel sterker belast dan inkomsten uit vermogen.

De overheid talmt met het treffen van de juiste maatregelen om de sociale en fiscale fraude in te dijken.
Het Belgische overheidstekort moet tegen 2015 worden weggewerkt. Sommige partijen en politici willen dat vooral bereiken door te besparen. Het FAN wil met zijn campagne voor een rechtvaardige fiscaliteit beklemtonen dat er langs de inkomstenkant nog heel wat mogelijk is. De overheid moet de belastingen correct innen en grote vermogens meer laten bijdragen.

Gewone mensen ondervinden inderdaad de zwaarste belastingdruk, dus vooral de werknemers, en ook de “bedienden”. Maar de meeste grote bedrijven, vrije beroepen en grote vermogens ontlopen belastingen door allerlei aftrekposten en al dan niet legale fiscale constructies, zoals de “vervennootschappelijking van de fiscaliteit” (zie de tekst van belastinginspecteur Danny Bruggeman).

De 500 vennootschappen met de grootste winsten in ons land betalen gemiddeld amper 3,76 procent belasting op hun winst! En de inkomsten uit kapitaal dragen ook weinig bij: slechts een goede vijf procent van de belastinginkomsten komt uit de roerende voorheffing, terwijl 70 procent gehaald wordt bij de loontrekkenden door belasting op arbeid en indirecte belastingen. (Zie tabel onderaan)

Je hebt ook grote bedrijven die het klaarspelen om nauwelijks of geen belastingen te betalen. Spelers als ArcelorMittal, Electrabel, Janssen Pharmaceutica. Een wereldreus als bierbrouwer AB InBev betaalde vorig jaar nul euro belasting op een winst van 6,38 miljard euro. Ook Solvay en KBC betalen nauwelijks belastingen. Exxon Mobil had meer dan vijf miljard euro winst maar kwam er vanaf met een schamele belasting van 1.019 euro.

Dat België de hoogste belastingdruk heeft, is dus een flagrante leugen. Wel juist is dat de Belgische werknemers te hoge belastingen betalen omdat de meeste rijken en grote bedrijven aan de fiscus ontsnappen.

Het is bittere noodzaak om de fiscale inspanningen anders en eerlijker te verdelen tussen de gewone mensen en ‘het grote geld’. Bedrijven en vermogenden krijgen veel te veel fiscale cadeaus van de overheid.

Dit stond bijvoorbeeld te lezen in de Nederlandse Volkskrant: “Rijkaards profiteren het meest van de overheid”. De tien procent rijkste huishoudens profiteren financieel het meest van de overheid. Jaarlijks krijgen ze gemiddeld 11.500 euro aan voorzieningen; bijna twee keer zoveel als huishoudens met een modaal inkomen.

Het solidariteitsmechanisme staat onder zware druk

Belastingen zouden een prachtig solidariteitsmechanisme moeten zijn. Een herverdeling van rijkdom, van welvaart en dus ook van welzijn en geluk. Waarin de rijksten, de sterkste schouders, de grootste bijdragen leveren aan de sociale gemeenschap, de publieke diensten.

Vandaag zijn het echter de werknemers die solidair zijn met de rijksten en meestvermogenden en telkens opnieuw de plundering van de gemeenschapspot (via notionele interestaftrek, belastingontwijking, belastingontduiking, “creatie fiscaal beheer”, bankgeheim, “fiscale optimalisatie”, belastingparadijzen) moeten bijpassen.

De personenbelasting weegt het zwaarst op kleine en middelgrote inkomens. Er bestaat hier een ?agrante onevenwichtigheid tussen de belasting op inkomsten uit arbeid en die op financiële inkomsten. De belastingsprogressiviteit tussen de kleine en grote inkomens is miniem, wat in een periode van loonmatiging bijzonder onrechtvaardig is.

De meest mobiele inkomens, deze uit kapitaalbezit dus, kunnen steeds beter – legaal of illegaal – aan de belastingen ontsnappen. In twintig jaar tijd zijn over de hele wereld de fiscale paradijzen, vluchtheuvels voor fraude en zwart geld, van een dertigtal toegenomen tot een kleine honderd. Een kwart van het Belgisch financiële patrimonium zou zich in het buitenland bevinden.

De “volledige” opheffing van het fiscale bankgeheim zowel in België als in de Europese Unie zou de financiële geldstromen doorzichtig kunnen maken, wat een doeltreffende strijd tegen de belastingfraude en de witwaspraktijken mogelijk maakt.
We moeten komen tot een rechtvaardig fiscaal beleid dat de financiële verantwoordelijkheid erkent voor het gebruik van onze ondersteunende infrastructuur.

Het wordt tijd om de brutale aanvallen van de vermogenden over de hoge belastingsdruk te beantwoorden met meer rechtvaardige fiscaliteit, zoals een vermogenskadaster en vermogensbelasting, waarbij hen duidelijk wordt gemaakt dat het vooral de gewone werkende mensen zijn die het cement van de publieke welvaart gieten, waarop zijn hun particuliere rijkdom bij elkaar kunnen graaien.

En het wordt tijd dat de graaiers mee betalen voor het cement

Tijdens de voorbije eerste Tax Justice Day verwoordde regisseur Luc Dardenne zijn aanwezigheid en steun voor ons initiatief als volgt: ‘Belastingen zijn de prijs voor onze beschaving, voor onze sociale welvaartsstaat. Het is de mooiste uitvinding van de democratie. Als verantwoorde burger wil ik die belastingen betalen. Als ze rechtvaardig zijn.’

We moeten ze samen rechtvaardig maken, tegen de leugens van de anti-belastingsideologen in.

Hun leugens dienen een brutale oorlog tegen de verzorgingsstaat, het sociale fundament van onze welvaart en ons welzijn.

En al diegenen die vandaag zo uitgesproken meningen vertolken over de oorzaken en gevolgen van de rellen in Groot-Brittannië (Londen, Birmingham, Manchester, Notttingham, Liverpool) moeten zich wel degelijk realiseren dat het vergroten van de sociale ongelijkheid door het afbouwen van de verzorgingsstaat, bevolkingsgroepen vooral aan de onderkant en in de marge van de samenleving (de rafelranden van de grote steden) fragmenteert in verliezers en nog grotere verliezers.

Het ondergraven van de verzorgingsstaat leidt uiteindelijk tot een oorlog van allen tegen allen.

En de rijken en meestvermogenden vieren verder feest.

Aan u om te oordelen aan welke kant Bart De Wever en zijn ideologische vriend Dalrymple uiteindelijk staan

Eric Goeman, coördinator FAN, woordvoerder Attac Vlaanderen, augustus 2011

take down
the paywall
steun ons nu!