De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Syrië 2013 Achtergronden en persoonlijke verhalen Herent 3 dec 2013
Syrië -

Syrië 2013 Achtergronden en persoonlijke verhalen Herent 3 dec 2013

donderdag 12 december 2013 18:22
Spread the love

Syrië 2013

In Syrië werden tot voor enkele jaren overal T-shirts verkocht met als opdruk “The craddle of civilisation”. Toerisme is nog jong in Syrië. Reizigers kwamen meestal enthousiast terug: zoveel monumentale sites, gastvrije mensen een goed georganiseerd transport op de grote assen, gelaïciseerde steden, noem maar op. Een aantal randverschijnselen zoals de gigantische foto’s van Assad, het gebrekkige muntwisselingsysteem en het “niet spreken” over politiek en leger werden er maar bijgenomen.

Maar sedert drie jaar bestaat het Syrië dat men 10 jaar geleden bezocht, niet meer.

Wat er nu gebeurt is slechts te verstaan tegen de achtergrond van de geschiedenis en van de evoluties in Noord-Afrika en het Midden-Oosten.

Tijdens de informatieavond, georganiseerd door de Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking  in Herent, schetste Brigitte Herremans een historisch, geografisch en sociologisch kader. Waren er voor de opstand al verschillen en geschillen tussen bevolkinggroepen en gelovigen, dan zijn deze verschillen nu sterk geaccentueerd. De bevolking bestaat voor 80% uit Arabieren. In het noorden is de bevolking vooral Koerdisch en er is een zeer kleine minderheid Droezen en Joden.

De meerderheid van de inwoners is soennitisch moslim, daarnaast zijn er Sjiieten die grotendeels behoren tot de Alawieten. Deze laatsten zijn meestal meer geseculariseerd (v.b. dragen Westerse kledij) en politiek gezien zijn ze medestanders van de clan Assad.

Syrië was een dictatuur met een zeer aanwezige geheime dienst, een meedogenloze repressie, beruchte gevangenissen en nul tolerantie tegenover politieke opposanten. Assad was letterlijk overal te zien en had overal oren. De topposities in de regering, het leger, de administratie en in justitie waren praktisch allemaal in handen van Assad-getrouwen. “Assadistan” noemde een van de getuigen Syrië. Soennieten werden afgeschermd van de macht.

Toen in juni 2000 president Hafez Assad overleed, was er hoop op verandering. Zijn zoon, Bashar, was arts, had in Londen gewoond en gestudeerd en is getrouwd met een Soennietische vrouw. Maar na enkele maanden werd de repressie weer scherper en de corruptie nog groter. Bashar bevoordeligde weer de eigen Alawietische minderheid terwijl de andere minderheden, vooral de christenen, hoopten op bescherming door het regime in ruil voor hun loyauteit.

Toen de Arabische lente regimes deed wankelen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika, werd ook de onrust in Syrië groter. Assad rekende echter op de geheime polities, het leger en de getrouwen die van het regime afhankelijk waren. De onlusten begonnen in maart 2011 in Dara’a, een provinciestadje in het zuiden van Syrië. De bevolking wilde hervormingen, een deling van de macht en concrete maatregelen om de sociale problemen (werkloosheid, woningtekort) aan te pakken. Toen enkele tieners graffiti tegen de regering op muren spoten, sloeg de plaatselijke gouverneur hard toe. Daarop werd gereageerd met een keten van protesten in andere steden zoals Deir ez-Zor, Quamishli en Homs. Men eiste eerst hervormingen, later het aftreden van de president.

Het regime legde de pers aan banden waardoor alleen nog nieuws mogelijk was via de oppositie in het buitenland en via de sociale media.

De motor van de protesten lag bij de lokale Coördinatie Comités die nog altijd burgermanifestaties organiseren. De oppositie is echter zeer verdeeld. De Syrische Nationale Raad kent veel interne tegenstellingen. De gewapende oppositie (rebellen) vormden oorspronkelijk een bescherming voor de vreedzame betogingen tegen het gewelddadig optreden van het regime. Intussen werden er ook “strijders” gesignaleerd vanuit Europa (gewoonlijk niet welkom) en vanuit de Kaukasus en landen in het Midden-Oosten. Die laatste extremistische groepen hebben soms een Al Qaeda signatuur.

Syrië was echter tot 3 jaar geleden een semi-geseculariseerde staat waar ook op lokaal vlak moslims en christenen naast en met elkaar leefden. In plaatsen zoals Saydnaya en Deir Mar Musa werd bewust gewerkt aan een respectvol samenleven.

Nu, december 2013, is er sprake van een groeiende militarisering van het conflict. Het regime gebruikt zware wapens voor beschietingen en bombardementen van rebellengebied waarbij het op steun rekent vanuit Iran (ook een Sjiitisch regime) en Hezbollah. De regeringen van Qatar en Saudi-Arabië steunen dan weer groepen uit het Vrije Syrische leger. Hun interesse komt voort uit de band met de Soennieten maar heeft ook te maken met hun oliebelangen in de regio.

Bij het begin van de opstanden rekenden de rebellen op steun, ook militaire, uit Europa en de USA, liefst met een mandaat van de Verenigde Naties.

In de Veiligheidsraad gebruikten China en Rusland echter hun veto om een resolutie tegen Assad onmogelijk te maken. Het wapenembargo, afgekondigd door de Europese Unie en de USA, bleek echter niet effectief.

Op diplomatiek vlak boekt men ook weinig vooruitgang, alhoewel het compromis tussen Rusland en de USA om chemische wapens te laten vernietigen een stap in de goede richting is. Op 22 januari 2014 is er een vredesconferentie gepland in Genève.

Het regime staat intussen weer sterker op het terrein. Zij houden vast aan enkele dichtbevolkte gebieden, vooral in de kuststrook rond Lattakia, het traditionele thuisland van de Alawieten. De Koerden hebben voor een groot deel het Noorden in handen, maar het is deels bevolkt met ander bevolkingsgroepen. Jarenlang werden de Koerden sterk onderdrukt in hun bewegingsvrijheid en in het gebruik van hun eigen taal cultuur. In een “bevrijd gebied” wonen, doet volgens Akram Hamo, een Syrische dissident die al 17 jaar in België woont, dromen van een eigen Koerdische staat. Toch opteerde hij voor een “Nieuw” Syrië met vrijheid en gelijkheid voor alle inwoners. Akram Hamo wil in België een Syrische Vereniging oprichten waarin plaats is voor alle Syriërs. Dezelfde wens voor vrede was er bij Mervath Warda, een Syrische christelijke vrouw uit Quamishli, die met haar drie kinderen en haar man sedert 2 jaar in België is. Als christen voelt ze zich bedreigd door het groeiend moslimextremisme maar ook zij sluit zich aan bij de wens voor vrede en voor een respectvol samen leven. Voor haar is de toekomst van haar kinderen het belangrijkste.

Intussen heerst er een ongekende humanitaire crisis. Zeven miljoen mensen zijn gevlucht uit hun woonplaats, waarvan er 2 miljoen nu in het buitenland (Turkije, Jordanië, Libanon) verblijven. De Europese Unie-landen vangen 50 000 vluchtelingen uit Syrië op. Men schat dat er 10 miljoen burgers hulp nodig hebben. De strijdende partijen, zeker het officiële leger, sluiten echter de toegang voor hulp af en dat zowel voor goederen als voor hulpverleners. Mensen sluiten zich op in hun woning, leven van kleine voorraden en van de solidariteit die, ondanks alles, plaatselijk nog werkt. Basisbewegingen doen, voor zover de gewelddadige conflicten het toelaten, nog zeer goed werk via bakkerijen, veldhospitalen en scholen. En nog altijd zijn er vrije radio’s, kleine kranten en betogingen.

En wat kunnen wij doen?

De informatieavond in Herent was geen benefietactie.
Maar de vraag blijft wat men kan doen?

Brigitte Herremans suggereerde het volgende:

  • Zich informeren via de websites van o.m. Broederlijk Delen & Pax Christi Vlaanderen, van MO* [wereldblog: http://www.mo.be/wereldblog/tussen-vrijheid-en-geluk], Syria Untold [http://www.syriauntold.com/en]
  • Acties van NGO’s ondersteunen. Vele handtekeningen en/of betogers kunnen druk uitoefenen om een “vredesbeleid” te voeren en na te denken over hoe vluchtelingen opvangen en bijstaan.
    Zie bv. Pax Christi International en Amnesty International.
  • Vreedzaam basisactivisme ondersteunen
  • Noodhulp ondersteunen. De winter kan in de kampen en in geïsoleerde dorpen en steden zeer hard zijn. Noodhulp is er nog altijd nodig. Syrië heeft vroeger zelf zeer veel vluchtelingen uit Armenië (1920), Palestina (1948) en Irak (Golfoorlog) opgevangen.
    Financiële hulp kan via het consortium 12-12, Artsen zonder Grenzen, Broederlijk Delen enz.

Enkele bedenkingen bij de Syrië-avond

  • Er was een talrijk, gevarieerd en zeer geïnteresseerd publiek. Reizigers naar Syrië waren zeer nadrukkelijk aanwezig. Het beginnende toerisme naar Syrië en de ontwikkeling van sociale media boden perspectieven  voor een grotere openheid in de Syrische samenleving. Maar de aankomende revolutie was al jaren discreet aanwezig. In Hama werd trouwens al in februari 1982 een opstand van de Moslimbroeders bloedig neergeslagen.
    Van de verschillende bevolkingsgroepen en strekkingen in Syrië waren er mensen aanwezig. De verscheidenheid bood ook kansen voor informele discussies.
  • Het overzicht van de situatie en de getuigenissen geven, hoe adequaat ook, slechts een beperkt, tijdsgebonden beeld. De situatie verandert voortdurend. Wie de internationale pers volgt, hoort en ziet dat er elke dag nieuwe “veroveringen “en “verliezen” zijn.
    Veel van de informatie op het terrein komt via de sociale media, is direct en dikwijls subjectief, en reguliere media geven die berichten soms door zonder controle bij een andere bron of ze plaatsen het nieuws niet in een context.
     
  • Toch bestaat het grote nieuws ook uit al die kleine berichten, verzuchtingen en hartenkreten die ons bereiken via tussenpersonen en sociale media. Misschien zijn het deze berichten (soms afgedaan als emotioneel) die mensen ertoe aanzetten om zich te informeren en te steunen waar het mogelijk is.
     
  • Informatie geven of niet geven, manipuleren, is een zeer oud oorlogswapen. Het is ook een drukkingsmiddel dat kan gebruikt worden in een diplomatieke context.
    Humanitaire werkers klagen nu aan dat de OCHA (het “Office for the Coordination of Human Affairs”, een VN-organisatie) niet luid genoeg vrije doorgang eist voor hulp in Syrië. Er zouden ongeveer 300 000 personen zijn die nog altijd afgesneden zijn van hulp. Om het cru te stellen: Assad hoopt dat de Syriërs op hun knieën naar hem toe komen omwille van brood, bescherming en een job. De VN-organistie verkiest daarbij stille diplomatie om de poorten toch te openen. (zie Middle East Spectator, 19 november 2013, http://mespectator.blogspot.be/2013/11/why-has-un-given-assad-free-pass-on.html).

Leni Creuwels

take down
the paywall
steun ons nu!