Nieuws, Samenleving, Cultuur, Racisme, Recensie, Slavernij, Filmrecensie, Steve McQueen, Historisch drama -

Steve McQueens ’12 Years a Slave’: van mens naar werktuig en terug

Met zijn derde langspeelfilm tracht Steve McQueen de gruwelen van de slavernij fysiek voelbaar te maken. De Britse regisseur van 'Hunger' en 'Shame' vertelt het waar gebeurde verhaal van een vrij man die na ontvoering twaalf jaar (over)leeft als slaaf en zo ondervindt hoe dehumanisering, uitbuiting en racisme werken. Een oerkrachtfilm met Oscar-potentieel maar helaas nièt het ultieme slavendrama.

woensdag 22 januari 2014 20:04
Spread the love

Op 3 maart 2015 zal de allereerste vertoning van The Birth of a Nation exact 100 jaar achter ons liggen. Deze film van de Amerikaanse regisseur D.W. Griffith wordt beschouwd als een meesterwerk en een mijlpaal in de filmgeschiedenis. De narratieve en esthetische kwaliteiten van deze ‘klassieker’ konden zijn racistische inhoud echter niet verhullen.

Met zijn positief beeld van slavernij, zijn heroïsche voorstelling van blanke racisten en zijn karikaturale schets van zwarten lag The Birth of a Nation als propagandawerk toen mee aan de basis van de heropleving van de Ku Klux Klan. Bovendien zou Hollywood lang worstelen met de erfenis van deze problematische film.

De onmenselijke behandeling van zwarten werd al te vaak bedolven onder valse romantiek (genre Gone with the wind) en zowel racisme als (vooral) slavernij groeiden zelden uit tot centrale thema’s in filmverhalen. De spiegel die Hollywood de Amerikaanse samenleving voorhield vertoonde dus markante blinde vlekken.

“Begrijpelijk,” aldus de Britse (zwarte) filmmaker Steve McQueen, “de mensen schaamden zich om dit onderwerp aan te snijden. Ze geneerden zich, en dat was terecht”. De tot regisseur omgevormde plastische kunstenaar toonde zich reeds met Hunger (2008) en Shame (2011) een beeldenstormer en zijn derde film is dan ook niet toevallig een frontale aanval op slavernij.

Inhoud primeert (in tegenstelling tot McQueens twee eerste films die sterk gestileerde egotrips waren) bij 12 Years a Slave op vorm en het genre oogt ook al conventioneel. De cineast kent echter zijn klassiekers. Hij weet dat Douglas Sirks melodrama Imitation of Life (1959) een veel krachtigere anti-racismefilm was dan bejubelde themafilms zoals The Defiant Ones (1958) en In the heat of the night (1967).

Daarom serveert hij ons onder de vorm van een onsentimenteel melodrama een vlammende aanklacht tegen het criminele, racistische systeem dat slavernij was. Zijn bronmateriaal is een getuigenis, het verslag uit 1853 van Solomon Northup over zijn twaalfjarig slavenbestaan. Een Kafkaïaans verhaal, de tocht door een hel op aarde van een vrij man die aan de lijve ondervindt hoe mensonterend slavernij is.

Het lichaam als werktuig

Na jarenlang te zijn doodgezwegen, duikt slavernij plots op in verschillende Amerikaanse films. Na Django Unchained (Quentin Tarantino), The Retrieval (Chris Eska) en Lincoln (Steven Spielberg) is er nu dus 12 Years a Slave, een historische film die met zijn belangrijk onderwerp, zijn kunstzinnige zwarte cineast en zijn mega-vertolkingen (Michael Fassbender, Chiwetel Ejiofor) gesneden koek lijkt voor de Oscars en andere filmprijzen.

Het classicisme van 12 Years a Slave is opmerkelijk, maar dat belet niet dat Steve McQueens film een heel eigen karakter heeft. Dit is geen ludieke spaghettiwestern waarin slachtoffers zich wreken (Tarantino), geen moreel actie-avontuur over vervolging en solidariteit (Eska) en geen oerernstige intellectuele debatfilm waarin de Amerikaanse democratie triomfeert (Spielberg).

Nee, dit is een donker en realistisch portret van een misdaad, van een systeem dat vele jaren lang mensen beroofde van hun menselijkheid en dat pas zo’n 150 jaar geleden werd afgeschaft (maar lang daarna nog weerslag had). 12 Years a Slave is een film over slavernij als een vorm van dehumanisering.

Die dehumanisering vormt zowat de rode draad door het werk van McQueen. Na uithongering (de hongerstaking van een IRA-militant in Hunger) en seksverslaving (de kroniek van een ontspoorde Newyorkse yuppie in Shame) is er nu de slavernij die van het menselijk lichaam een willoos werktuig maakt.

De intensiteit, de kracht en de moraliteit van het verhaal zijn andermaal niet verbonden met ideeën maar met de fysieke impact van een beproeving. In vlees gekerfde stigmata zeggen meer dan verbale argumenten en emotionele explosies. Cruciaal is de sfeer van wanhoop en vervreemding die verbonden is met vormen van gevangenschap (gevangenis, verslaving, slavernij).

Vastgeketend en vervreemd

12 Years a Slave ketent de kijker meer dan twee uur lang vast aan een held die constant mishandeld wordt en toont via hem de dehumanisering, het fysieke lijden en de vernedering van zwarte slaven in Amerika. Wat Steve McQueen voor ogen heeft is te tonen hoe slavernij mensen berooft van hun vrijheid en hoe het lichamen vervreemdt.

De neerwaartse spiraal is des te krachtiger omdat de centrale figuur, Solomon Northup, aanvankelijk een vrije zwarte man is die anno 1841 met vrouw en kinderen in New York leeft en daar werkt als violist op decadente society-feestjes. Een schijnbaar droombestaan dat verandert in een nachtmerrie wanneer hij ingaat op een aantrekkelijk financieel voorstel van twee ‘artiesten’ die met hem op tournee willen trekken.

Deze heerschappen blijken ontvoerders te zijn die werken voor slavenhandelaars. Wanneer Northup na een dronken nacht wakker wordt is hij beroofd van zijn vrijheid en identiteit. “Je bent niets meer dan een ontsnapte nikker uit Georgia” krijgt hij te horen, waarna hij afgetuigd wordt tot hij zijn verzet opgeeft.Hij is herboren als slaaf.

I don’t want to survive, I want to live” probeert Solomon nog tijdens het transport richting New Orleans maar in het Zuiden is hij overgeleverd aan de willekeur van plantage-eigenaars (die hem kopen en aan elkaar doorverkopen) en blijkt overleven al moeilijk genoeg. Het bestaan van slaven is meedogenloos en zelfs schijnbaar liberale (maar laffe) blanken hechten weinig waarde aan hun zwart werkvolk, tenzij als bezit.

McQueen ontrafelt haarfijn dit perfide systeem van ontmenselijking: moeders worden gescheiden van hun kinderen, slavinnen worden verkracht en vernederd, mannen en vrouwen worden afgebeuld op het land en geslagen, elk verzet wordt met brutaal geweld onderdrukt en een sfeer van terreur (“je zal deze dag niet overleven, nikker!”) breekt de wil en de persoonlijkheid van de slaven.

Segregatie en slavernij vormen overduidelijk de perfecte combinatie om een op racisme en uitbuiting gebaseerde samenleving draaiende te houden. De dehumanisering van slaven, het tot willoos werktuig maken van hun lichamen, en het ideologische misbruik van godsdienst (religieuze geschriften worden racistisch geïnterpreteerd) zorgen voor het behoud van de racistische hiërarchie die fungeert als een van de steunpilaren van het Zuiders economisch systeem (dat om machtsredenen en niet uit morele overwegingen vernietigd zal worden door/na de Burgeroorlog).

Overleven in een vijandige omgeving

12 Years a Slave opent met een vreemd lichaam in een vertrouwd plaatje: de held staat roerloos temidden een katoenveld terwijl rond hem zwarte arbeiders driftig aan het plukken zijn. Er volgen nog enkele moeilijk te plaatsen losse fragmenten, nachtelijke beelden van diezelfde held die bij kaarslicht tracht iets op papier te zetten en een liefdeloze vrijpartij in een donkere slaapzaal.

Deze chaos maakt snel plaats voor een lineair verhaal (waarin de beelden later hun plaats zullen krijgen), het unheimliche gevoel wordt vlug vervangen door gevoelens van dreiging, gevaar, vernedering, mishandeling. Overleven in een vijandige omgeving blijkt moeilijk, ontsnappen aan dit bestaan kan enkel door een mirakel.

Dat mirakel vindt plaats nadat een liberale reizende losse werkkracht vertolkt door Brad Pitt (“No Brad, no movie” zegt McQueen om de inbreng van de acteur-producent te duiden) die een abolitionist (een man die streeft naar de afschaffing van slavernij) blijkt te zijn de Noorderlingen tipt dat ‘een van hen’ onder valse identiteit gevangen wordt gehouden in het Zuiden. Solomon Northup ziet zijn ‘gevangenis’ uit beeld verdwijnen wanneer hij wegrijdt met paard en kar, maar gerechtigheid zal nooit geschieden ondanks talrijke processen (het zet Northup aan tot het schrijven van ’12 Years a Slave’, dat nu wordt heruitgegeven in de hoop het te introduceren in Amerikaanse scholen).

Solomon heeft overigens zelf een evolutie doorgemaakt. Aanvankelijk focust hij vooral op het persoonlijke onrecht, op het feit dat zijn identiteit hem ontnomen werd. “Ik ben geen slaaf” herhaalt hij steeds en hij blijft zich ‘anders’ voelen dan die miserabele slaven rond hem. Pas aan het slot – tijdens een samenzang bij een begrafenis – voelt de muzikant verbondenheid met de gekwelde slavengemeenschap en is de weerzin die de mishandelingen bij hem opwekken veranderd in walging voor slavernij.

Het individueel avontuur sluit hier aan bij een collectieve beleving. In tegenstelling tot wat de Amerikaanse cineastendie hem voorgingen – van Tarantino over Eska tot Spielberg – geloven, geeft McQueen aan dat vrijheid en individualisme geen synoniemen zijn. Integendeel.

“Mijn film is een oproep om te strijden tegen al wie gelooft dat vrijheid een ad vitam aeternam gegeven is,” zegt McQueen, “je moet immers steeds blijven vechten, ook voor kleine zaken. In de perverse wereld waarin we leven kunnen we ons enkel verzetten door samen te werken en een gemeenschap te vormen”.

Onmogelijk te ontsnappen

12 Years a Slave is een oerkrachtfilm die de kijker geen ontsnappingsroute biedt, die hem of haar vastketent aan de in beeld mishandelde slaven. McQueen beukt op fysieke, visuele wijze in op de kijker door het geweld haast tastbaar te maken.

Dat gebeurt door extreme close-ups van wonden, littekens en verminkingen maar ook via McQueens gebruikelijke uitgesponnen scènes. Zo kijken we in een lange scène naar hoe Solomon met het hoofd in de lus van een touw en de handen vastgebonden op de rug overeind tracht te blijven op een onstabiele, slijkerige bodem. In een andere extended take zien we hoe slavin Patsey met een zweep tot pulp wordt geslagen, een bestraffing die ook afrekent met getuigen/medeplichtigen.

Solomon blijft doorgaans onbewogen bij het gebeuren, op een zelfdzame uitbarsting na wanneer hij een opzichter neerslaat of Patsey terechtwijst bij de vraag te helpen bij haar zelfmoord. Door Solomons emoties te onderdrukken legt McQueen de bal in het kamp van de kijker, die reageert met schuld- en schaamtegevoelens op het trauma van de slaaf.

Een slaaf die aan het einde van de film via enkele close-ups de toeschouwer haast in de ogen kijkt. Zoals voordien het frontale groepsbeeld van de in de camera kijkende slavengemeenschap enkele keren terugkeert. Een ‘j’accuse’ in de vorm van een blik die de kijker voor zijn verantwoordelijkheid bij deze barbarij stelt; hem of haar dwingt na te denken over slaverij en dehumanisering.

Er valt ook een parallel te trekken met het heden. Want bij het optimaliseren van manuele arbeid is er ook nu sprake van een ontmenselijking die herinnert aan de druk die slaven ondervonden bij het katoen plukken, suikerriet kapen of hout verzagen.

Toch primeert de metafoor niet in 12 Years a Slave, terwijl ook de politieke boodschap (inserts van Washington DC en ontmoetingen met indianen wijzen op het uitblijven van wettelijke oplossingen én het vervolgen van een andere minderheid) een onderstroom blijft. Waar het McQueen om gaat is slavernij op een fysieke manier tastbaar maken.

Via een luidruchtige soundtrack, een zondvloed van details, wervelende camerabewegingen en benadrukking van de brutaliteit laat de cineast zijn publiek niet los. Dat maakt 12 Years a Slave ook omstreden want de kijkers geen ontsnappingsruimte bieden levert niet meteen en automatisch verhelderende inzichten op.

Steve McQueen is een typisch post-modernistische kunstenaar en filmmaker die van mening is dat door toeschouwers te laten lijden hij ze ook een inzicht in lijden kan schoppen. Wat niet meteen klopt. Een cineast die grenzen wil verleggen (en McQueen wil de ultieme slavernij-film maken) moet de kijker geen ervaring doen doormaken maar dient op filmische wijze te komen tot een waarheid omtrent die ervaring.

Tussen schaamte en pessimisme

Dat 12 Years a Slave de waarheid (lees: McQueens waarheid) omtrent slavernij er wil inrammen is op zich nog niet het probleem. Problematischer is het feit dat McQueen niet verder geraakt dan ons te doen aanvoelen wat we al wisten: slavernij is slecht, slavernij is verwerpelijk, slavernij is onmenselijk.

In interviews onderstreept hij dat slavernij “belangrijke gevolgen had voor de zwarten: werkloosheid, gezondheidsproblemen, mentale kwalen, eenoudergezinnen, criminaliteit,… Er bestaat een oorzaak-gevolg relatie tussen slavernij en de hedendaagse situatie van de Afro-Amerikanen. Niemand behandelt dit onderwerp”.

Maar de regisseur zelf dus ook niet en af en toe vervalt hij in een oude kwaal: holle, hippe esthetisering. Bizarre camerastandpunten zonder dramatische redenen, een verkrachtingsscène die in fraaie kunstmatige kleuren gefilmd wordt, extreme close-ups die ogen als goedkope Terrence Malick-imitaties,…

Terwijl er ook opnieuw een sadomasochistische onderstroom opduikt die leidt tot een dunne scheidingslijn tussen kastijding en zelfkastijding. Met als surplus de christelijke symboliek van Patsey als gekruisigde Jezusfiguur, als iemand die lijdt voor haar volk. Dat impliceert echter een keuze-mogelijkheid die de slaven niet gegeven was.

Hier worden de slaven dus geofferd op het altaar van McQueens ambivalentie en pessimisme; de regisseur gelooft niet in verlossing maar (ondanks hoger geciteerde beweringen) ook niet in de kracht van verzet. Zwart en blank, filmakers en toeschouwers vinden elkaar in een nooit genezen trauma en een collectief gevoel van schaamte maar niet in gevoelens van woede, rebellie en hoop.

Steve McQueen ontdoet zich van de ironie van Tarantino, de verontwaardiging van Eska en het idealisme van Spielberg maar blijft met 12 Years a Slave jammer genoeg steken in pessimisme. De ultieme film over slavernij is helaas nog geen feit.

Trailer van de film:

take down
the paywall
steun ons nu!