De voorbije jaren
moesten steeds meer gezinnen de hulp inroepen van het OCMW. In 2006
waren er 22.676 gezinnen die een leefloon van het OCMW kregen. In
2012 waren dat al 31.671 gezinnen. Er kwamen dus een kleine 10.000
arme gezinnen bij. Die toename van arme gezinnen is een gevolg van de
crisis.
Hoe meer kinderen,
hoe armer de gezinnen vaak zijn. Ook gezinnen met maar één ouder
hebben het harder te verduren. Tachtig procent van de gezinnen die
steun van het OCMW krijgen, zijn éénoudergezinnen. In totaal groeit
ongeveer één kind op de vijf op in een arm gezin.