Parking Nieuwe Graanmarkt in Brussel. Foto: Romaine, Wikipedia / CC0 1.0
Opinie - Studenten Stedenbouw & Ruimtelijke Planning

Stedenbouwkundigen van morgen geloven in de stad

vrijdag 15 mei 2020 12:09
Spread the love

 

Wij, studenten stedenbouw en ruimtelijke planning (KU Leuven), gaan de uitdaging aan. De quasi-quarantaine deed ons dromen van een betere stad. Een stad waar de voetpaden niet worden weggeduwd voor extra parkeerplaatsen, en waar mensen niet opgehokt wonen op een kleine oppervlakte. Het idee van een woning buiten de stad, in het groen en mooi afgescheiden van buren, lijkt terug aan populariteit te winnen. Zijn we tegendraads of slecht geïnformeerd als we niet willen meevluchten naar het platteland? Nee, wij lopen niet in de val van de éénzijdige gemakkelijke oplossing. 

Wij zien de stad als een plek vol potentieel; waar sommigen de stad door corona voorgoed hebben afgeschreven, zien wij in deze nieuwe context vooral kansen ontstaan om de stad radicaal te transformeren. Het behoud van open ruimte, herstel van eco- en watersystemen, bereikbaarheid op fietsafstand. Kortom, de klimaatuitdagingen horen samen met de ‘gezonde’ stad.

De periode van quasi-quarantaine heeft vooral stof doen opwaaien. Er wordt druk gedebatteerd rond publieke ruimte en hoe daar vandaag mee wordt omgegaan. Al wandelend door de straten – om even ons kot te ontvluchten – vielen vooral de brede verharde straten op. Die waren nu leeg sinds de auto’s in hun garage bleven, in plaats van in de file richting Brussel of Antwerpen. Fietsers en wandelaars veroverden tijdelijk het rijk van Koning Auto. Tijdelijk, want met het versoepelen van de maatregelen wint ook de wagen – het “veilige” vervoersmiddel, als we de luchtvervuiling en verkeersdoden even vergeten – terug terrein. Op die manier geven we onze kostbare publieke ruimte weg. Wij zijn er sterk van overtuigd dat het ook anders kan.

Meer groene publieke ruimte

De kreet voor groene ruimtes op straat klinkt luider in een tijd waarin verplaatsingen naar een park twee dorpen verderop bestraft werden. “Is er wel plaats voor nieuwe open ruimtes in de stad?”, is misschien uw eerste gedachte. Dat hangt ervan af waar de prioriteit wordt gelegd. Kijk eens aandachtig naar alle parkeerplaatsen en -terreinen die leeg achterbleven in het stadscentrum. Daar ligt de winst voor de voetganger in een groene omgeving. Willen we terug naar een stad gericht op auto’s, of bouwen we die liever op maat van de mens?

Er zijn tal van mogelijkheden om onze steden te wapenen voor de veranderende klimaatomstandigheden, als men daarvoor durft te kiezen. Het transformeren van verharde oppervlaktes naar groen geeft niet alleen de mogelijkheid tot ontspanning en het vinden van rust in de drukke stad, het creëert ook een klimaatbestendige omgeving, biedt kansen voor lokale voedselproductie en stimuleert om in de eigen straat te sporten. Als parkeerplaatsen omgetoverd worden tot voetgangerszones, kan zelfs in de stad anderhalve meter afstand gehouden worden van elkaar op weg naar de winkel.

Die parkeerterreinen zijn trouwens lang niet zo onmisbaar als sommigen onder ons denken. Elektrische (bak)fietsen zijn een prima alternatief voor de auto indien de afstanden niet al te groot zijn en passen veel beter in de stad van morgen. Ze vereisen wel een goede infrastructuur. Deze fiets- en wandelnetwerken kunnen bovendien perfect gecombineerd worden met meer groen. Een win-win situatie dus. Als dit samen gebeurt met een uitbreiding van het telewerk, blijft een aanzienlijk deel van de wagens in hun garage waardoor de stadsbewoners terug meer ruimte krijgen.

Anders wonen en werken

Het ontbreken van groen dicht bij de deur is natuurlijk niet het enige waar de stadsbewoners vandaag mee worstelen. We mogen niet vergeten dat in tal van huishoudens momenteel hard gewerkt wordt – door telewerkers, door studenten … zelfs als daar eigenlijk de ruimte niet voor is. De appartementen zijn vaak te krap om in alle rust en concentratie te kunnen werken, met heel wat ellende tot gevolg. Ook hier kan de publieke ruimte (een deel van) de oplossing bieden.

Wij denken hierbij aan het inrichten van delen van de publieke ruimte als werkplekken, rekening houdend met het anderhalve meteren. Flexibele modules kunnen bijvoorbeeld – al dan niet tijdelijk – op die ene grote lege parking gezet worden en zo het banale parkeerterrein omtoveren tot een alternatieve ruimte om samen in een relatief rustige omgeving te werken, lezen, studeren, dagdromen, mediteren … Ook kantoorgebouwen kunnen opengesteld worden voor thuiswerkers om hen een alternatief te bieden wanneer het werken in hun woning voor te veel problemen zorgt. Voor mensen die alleen wonen kan het bovendien een verademing zijn om via deze weg toch contact te leggen met anderen.

Een tweede oplossing voor de vlaag van eenzaamheid die de lockdown creëert, is het promoten van nieuwe woonvormen. Co-housing, kleine wooncorporaties en woonzorgvoorzieningen die decentraliseren in kleinere leefgroepen, vormen beheersbare en leefbare ‘woonbubbels’. Mensen zijn immers sociale wezens, en eenzaamheid kan verregaande gevolgen hebben voor de gezondheid. Nieuwe manieren van samenwonen kan hier verlichting bieden. Ook na de coronacrisis hebben deze woonvormen een positieve impact op de stad, omdat ze het stedelijk weefsel verdichten.

Misschien vindt u ons wel dromers; naïeve studenten die geen voeling hebben met de realiteit. Ruimtelijke planning is in essentie dromen van een betere wereld, is mogelijke nieuwe werelden bedenken en uitvoerbaar maken. Zeker in een regio als Vlaanderen waar stedelijke gebieden aaneengeschakeld zijn, is duurzaam omgaan met de schaarse kwaliteiten van onze fysieke leefomgeving van groot belang. Daarom moeten we samen werken aan goede oplossingen. In het klimaatdebat werd steevast naar de jongere generatie verwezen als ‘de hoop voor de toekomst’. Wij nemen anderhalve meter afstand van het verleden en kijken vol goede moed vooruit. Terugkeren is voor ons geen optie. Wij blijven dan ook ijveren voor de stad van morgen. Een leefbare, klimaatbestendige stad vol groen, mèt ruimte voor mensen.

 

Ondertekenaars:

Jessika Desmet (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Jade Kempynck (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Marie Geldof (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Emma De Backer (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Suzan De Grande (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Josefien Caes (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Ellen De Witte (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Emma Depoorter (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Maaike Vansevenant (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Alec Lamberts (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Sarah Wauters (student stedebouw & ruimtelijke planning)

Jannis Acbard (student stedenbouw & ruimtelijke planning)

Rik Houthaeve (docent Ruimte & Mobiliteit)

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!