Interview, Nieuws, Samenleving, België, De Verenigde Verenigingen, VVSG, Beleidscultuur, Kabinetten, Mark Suykens -

Sporen naar een andere beleidscultuur met Mark Suykens

‘De Verenigde Verenigingen’ interviewde beleidsbedenkers, -makers en -uitvoerders over hun ervaring met en visie op de huidige Vlaamse beleidscultuur. Het resultaat werd de publicatie 'It’s the culture stupid! Sporen naar andere beleidscultuur!’. Een vierde interview met Mark Suykens, directeur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en lid van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken.

donderdag 22 december 2011 10:25
Spread the love

Mark Suykens preekt uiteraard voor eigen kerk wanneer hij stelt dat het lokale niveau in Vlaanderen stiefmoederlijk behandeld wordt. “Beleidsdomeinen afstoten. En ontvetten, op alle niveaus.” Voor hem houdt een goede beleidscultuur vooral in: het evenwicht bewaren tussen sturing door de overheid en het werk van mensen op het terrein.

Wat typeert voor u de beleidscultuur in Vlaanderen?

Mark Suykens: “Een geheel van cultureel gegroeide gedragsnormen en waarden, dat per departement en per minister wel kan verschillen. Algemeen is wel de verkokering: Vlaanderen werd de jongste twintig jaar puur sectoraal bestuurd. Voor meer coherentie in het beleid – met respect voor de sectoren – is een overkoepelende benadering nodig.”

“Vervolgens is er te veel dirigistische sturing via detailregelgeving, te weinig beleid op hoofdlijnen en dwarsverbindingen. De uitbouw van een autonoom Vlaanderen heeft geleid tot decreten voor elke sector. Stilaan groeit het besef dat de slinger te ver is doorgeslagen.”

“Ten derde worden dossiers veelal erg partijpolitiek vertaald. Alles samen leidt dit tot onzorgvuldigheid, met als gevolg de povere kwaliteit van onze regelgeving. Je kunt als overheid sturen en faciliteren, maar alleen geen samenleving maken. Daar gaat men al te lang vanuit.”

Wat typeert de relatie tussen het Vlaamse en lokale beleidsniveau?

“Vlaanderen ziet lokale besturen te veel louter als uitvoerders. Lokale besturen moeten in eerste instantie zelf bepalen wat ze willen bereiken op het vlak van duurzaamheid, milieu of kwaliteit. Sluit daarom coalities tussen sterktes op Vlaams en lokaal niveau. Lokaal kent men het terrein beter, kan men maatwerk realiseren en beleidsdomeinen integreren. Dat veronderstelt vertrouwen in lokale besturen, die je ook mogelijkheden moet geven – het Planlastendecreet is een begin.”

“Vlaanderen heeft daarnaast wel het recht om een (uitdovend) impulsbeleid te voeren. Lokale besturen voelen zich dan al te snel in de kou gezet. Ik denk nu aan de Milieuconvenant of de overheidsbibliotheken: na twintig jaar maken die deel uit van het dagelijkse beleid, maar lokale besturen blijven vragen om meer financieel engagement.”

“Regulier beleid permanent sectoraal subsidiëren, moeten we in vraag durven te stellen en die middelen overhevelen naar het Gemeentefonds. Zo  komt er ook geld  vrij voor  nieuwe impulsen. Daar wringt het tussen overheidsniveaus.”

“Menselijk, maar ik vind het cruciaal om na een tijd dingen af te stoten naar middenveld of privésector: anders wordt het overheidsapparaat te zwaar. Nu, het lokale niveau is vaak in hetzelfde bedje ziek. Ontvetting is nodig op alle overheidsniveaus”.

Spoort beleidsparticipatie met het primaat van de politiek?

“Ik zie veeleer een moeilijk drieluik: het primaat van de politiek, de responsabilisering van ambtenaren en burgerparticipatie. Op Vlaams niveau is de responsabilisering van ambtenaren soms wat ver doorgeschoten, in de lokale besturen is de politiek te dominant.”

“Als ik collegeverslagen lees, dan gaat het vaak over uitvoeringsmodaliteiten die veel beter aan ambtenaren zouden worden toegewezen. De juiste verhouding is dus belangrijk. Met burgerparticipatie bestaat er ook een spanningsveld. Op het Vlaamse niveau vind ik de strategische adviesraden een geslaagde zet, hoewel ze volgens mij toch nog te sectoraal functioneren. Metaraden kunnen daar helpen.”

“Adviseren op strategisch niveau gebeurt stilaan ook: voorontwerpen van decreet, conceptnota’s, wit/groenboeken … dat is recent, en positief. De adviesraden moeten dat naar zich toe trekken. Op lokaal niveau ligt het anders en zijn veel adviesraden vaak versteend, veeleer organisatiecomités dan instrumenten voor beleidsparticipatie. Daar moeten we zoeken naar nieuwe instrumenten en naar een meer geïntegreerde aanpak.”

Lokale adviesraden worden vaak onvoldoende gehonoreerd

“Een sterke schepen met een visie moet niet bang zijn voor adviesraden. Die gebruikt kritiek om voorstellen bij te sturen. De overheid heeft een opdracht om inspraak te faciliteren, maar moét alles ook door hen georganiseerd worden? Lokale democratie is maar zo sterk als het zelfinitiatief van inwoners en middenveld.”

“Als die zelf in een wijkcomité, een actiegroep opkomen voor dingen is dat even belangrijk. Er is meer nodig dan adviesraden. Het middenveld moet echt open initiatieven nemen als tegengewicht tegen officiële, formele inspraak. Maar vaak zie je toch wel dezelfde mensen die zich via verschillende kanalen engageren.”

Wat stoort u het meest in de huidige beleidscultuur?

“Het kortetermijndenken en -scoren, de waan van de dag. In de media worden items opgepikt, uitvergroot, en na twee dagen is de relevantie verdwenen. Politiek evenwicht primeert al te vaak ook op werkbaarheid: er valt vaak geen speld meer tussen te krijgen in een partijpolitiek compromis. Meestal met hersteldecreten als resultaat, omdat de besluiten – zoals voorspeld! – niet werken op het terrein.”

“Ik zou graag eens het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie de werking van interkabinettenwerkgroepen onder de loupe laten nemen. Alle besluitvorming komt daar tot stand, maar je wéét daar dus niks over. Zijn teksten zijn officieel geen bestuursdocumenten, dus geldt de wet op openbaarheid van bestuur niet.”

“Een voorbeeld: een poging tot breed maatschappelijk debat op basis van het Groenboek Interne Staatshervorming, mondt uit in een Witboek dat integraal opgesteld werd door interkabinettenwerkgroepen. Zo staan oppositie en middenveld toch weer buitenspel.”

“Ander voorbeeld: de reguleringsimpactanalyses (RIA’s). Een bureaucratisch instrument zonder wezenlijk effect want het gaat voorbij aan de kabinetswerking. Van die beleidscultuur – te danken aan de traditionele meerderheidspartijen – moeten we af.”

Moeten kabinetten afgeschaft worden?

“Nee. Ik denk dat de ambtenarij politiek gecorrigeerd moet worden wegens een te ‘verbureaucratiseerde’ benadering die soms haaks staat op de werkelijkheid. Ik ben voor beperkte, ondersteunende kabinetscellen die hun minister ondersteunen, zonder te vervallen in parallelle administraties.”

Wat moet er dan wel gebeuren?

‘‘Ambtenaren hebben niveau gewonnen de laatste tien jaar, maar lijden collectief aan juridiserend denken. Dat reflecteert een maatschappelijke realiteit waarin alles juridisch benaderd wordt, vaak vanuit individuele belangenbehartiging. Ik denk dat we minder ambtenaren nodig hebben, maar ook minder politici. En dat is mogelijk.”

“Er wordt in het Witboek gekozen voor minder provincieraadsleden, gedeputeerden, schepenen … Minder parlementariërs moet ook, want het Vlaams parlement is verworden tot bezigheidstherapie: de uitvoerende macht heeft de touwtjes in handen. Afslanken, ontvetten en meer ruimte creëren voor burgerinitiatieven is fundamenteel. De rest is gerommel in de marge.”

“Duurzaamheid door een langetermijnvisie dan. Ik ontmoet vaak burgemeesters van wereldsteden die zich daartoe engageren. In Vlaanderen ontbreekt dat. Een politieke academie oprichten zou kunnen helpen. Vroeger zorgden politieke partijen zelf voor vorming, maar die middelen gaan nu naar de verkiezingscampagnes – hetzelfde geldt voor de studiediensten van de partijen.”

“Op lokaal vlak zouden gemeenteraadsleden bijvoorbeeld extra politiek verlof kunnen krijgen voor opleiding politieke besluitvorming. Ook burgemeesters en schepenen: maak hun wedde voor een stuk afhankelijk van opleiding en vorming. Een aantal politici volgen mij daarin. Door een historisch gegroeide vermenging van grote belangenverenigingen met de politiek kunnen politici onvoldoende afstand nemen.”

Waar kan je op korte termijn aan sleutelen en wat is er al gerealiseerd?

“Uit de Planlastreductie blijkt alvast een langetermijnvisie op een efficiënter lokaal bestuur. Als we nu tot meer coherente bevoegdheidspakketten kunnen komen op het Vlaamse niveau, een meer terughoudende Vlaamse overheid die zich meer op kaders focust en meer subsidiariteit toestaat … dan gaat het de goede kant op.”

“Dereguleren op Vlaams én lokaal vlak is essentieel. En het middenveld moet inzien dat de overheid niet alles kan oplossen. Iederéén moet verantwoordelijkheid opnemen.”

Mark Suykens is directeur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en lid van de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken.

U kunt deze gratis publicatie ‘It’s the culture, stupid! Sporen naar een andere beleidscultuur’ (84 pagina’s) nog steeds bestellen via de bestelknop op onze website. Vanwege groot succes is onze voorraad momenteel uitgeput, maar we reserveren dan een exemplaar voor u, als we later in herdruk gaan.

take down
the paywall
steun ons nu!