Foto: Peter Terryn
Reportage - Peter Terryn

Spanningen in Turkije lopen op

Aan de wapenstilstand tussen het Turkse leger en de PKK kwam een einde toen op 21 juli 31 Koerdische activisten omkwamen bij een aanslag in de Turkse plaats Suruc. Sindsdien lopen de spanningen tussen demonstrerende Turkse nationalisten en Koerdische burgers steeds hoger op. Peter Terryn trok naar Diyarbakir, een stad in het oosten van Turkije die hoofdzakelijk wordt bewoond door koerden.

zaterdag 12 september 2015 19:13
Spread the love

Diyarbakir 11 september 2015 – Het is bijna tien uur en ik wilde schrijven “en alles is rustig”. Maar dat is het niet. Bij aankomst in de stad zijn we wat buiten het centrum thee gaan drinken. Mehmet verontschuldigde zich dat hij ons zo ver meenam: met de taxi thee gaan drinken, het is er wat over.

Maar er zijn goede redenen: verschillende wijken van Diyarbakir zijn afgesloten en terwijl we praten, houdt hij zijn vinger omhoog: “luister”. We horen het knallen van granaten en occasioneel geweervuur. “Traangas”, zegt hij. De rest van het café let er niet op: ze zitten op hun lage stoeltjes en tafeltjes en kijken naar het voetbal. Niet zo bevreemdend als men zou denken; vooral in gespannen situaties en oorlog doen mensen veel moeite om de schijn van normaliteit op te houden.

Autonome regio’s

In een reactie op de recente bombardementen van het Turkse leger op Koerdische stellingen en dorpen in het zuidoosten van het land en het noorden van Irak, hebben verschillende regio’s en wijken met hoofdzakelijk Koerdische bewoners zichzelf autonoom verklaard. Ze eisen zelfbestuur, omdat ze van Turkije niets te verwachten hebben. De golf breidt zich nog uit tot in de Turkse hoofdstad, waar wijken zelfstandigheid eisen. Met die bombardementen kwam een einde aan het staakt-het-vuren tussen de overheid en de Koerdische Arbeiderspartij (PKK).

Onveilig

In Diyarbakir hebben de bewoners van verschillende districten barricades opgeworpen en ’s avonds is het daar niet veilig. Er wordt namelijk gevochten. “Overdag is het te doen,” zegt Mehmet, “maar vanavond blijven we beter binnen.”

Later op hotel kan ik begrijpen waarom hij dat zegt: harde knallen hier in de straat of een zijstraat, een groepje mannen loopt in de richting van het lawaai, een helikopter vliegt over, de geur van traangas uit de verte.

“Voorlopig hoopt iedereen nog op vrede,” zegt hij. Maar die hoop verdampt steeds meer. Hij vertelt over Cirze dat belegerd wordt, de stad die met goed 100.000 inwoners van de buitenwereld afgesloten is, mensen zitten al dagenlang zonder brood of groenten en er zijn al tientallen burgers gedood. Ze hebben geen toegang tot de ziekenhuizen en de doden kunnen niet begraven worden. Het leger hanteert een strikt uitgaansverbod. Enkele duizenden mensen zijn te voet op weg naar de stad om met hulpgoederen de blokkade te doorbreken. Nadat het leger het konvooi de weg versperde, zijn ze te voet verder getrokken. Onder hen bevinden zich 32 parlementsleden van de Democratische Partij der Volkeren (HDP) waaronder beide co-voorzitters, Figen Yüksekda? en Selahatin Demirtas.

Nieuwe stembusgang

Die partij haalde bij de verkiezingen van 7 juni een onverhoopte score van 13% en verhinderde zo het plan van Erdogan om een tweederde meerderheid te behalen. Die had hij nodig om grondwetswijzigingen door te voeren in functie van een presidentieel regime en fundamentele veranderingen in de samenleving, weg van haar seculiere roots. Maar niet alleen haalde de Vaderlandpartij van Erdogan geen tweederde meerderheid, ze bleef steken op 41% en moest dus op zoek naar een coalitiepartner. Dat is mislukt en dus worden er nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Die zijn gepland voor 1 november.

“Maar Erdogan is niet van plan ze te houden,” denkt Mehmet. Vandaar de provocaties, de escalatie van geweld, de bombardementen en het bewust oplaaiende nationalisme. De afgelopen dagen werden door nationalistische Turken meer dan 400 kantoren van de HDP belegerd en in brand gestoken. Er vonden ware lynchpartijen plaats en het kantoor waar we in juni nog waren, is met de grond gelijk gemaakt. Toen ik daar met Serkan over sprak, haalde hij gelaten de schouders op. “Dat gebeurt elke jaar wel eens,” lachte hij het weg.

HDP geen Koerdische partij

De nationalistische Turken zien de HDP als een Koerdische partij, maar dat is eigenlijk onterecht. Het is een coalitie van diverse linkse bewegingen, waarbij niet alleen de Koerden een belangrijke rol spelen, maar evengoed andere gemeenschappen als de Alevieten, christenen en sociale groeperingen rond gender issues, de jongeren die zich verenigd hadden in Gezi-park tegen de corrupte en destructieve immobiliënprojecten en andere bewegingen. Niet geheel ten onrechte wordt de partij wel eens vergeleken met Syriza of Podemos, al zijn er ook belangrijke verschillen. Maar zoals die twee voornoemden gaat het om een brede coalitie, die dus kan wegen op het beleid of op zijn minst de beeld- en besluitvorming.

Misschien het meest cruciale standpunt van HDP is de roep om vrede, de vraag naar politieke oplossingen voor de vele problemen die Turkije kenmerken. Zo staan ze voor onderhandelingen tussen de Turkse staat en de Koerdische bevrijdingsbeweging PKK, die op de Europese lijst van terroristische organisaties figureert. Ze willen een verderzetting van de vredesonderhandelingen en een onderhandelde oplossing inclusief ontwapening in Turkije.

Dat HDP zowel een mannelijke als een vrouwelijke co-voorzitter heeft, is verder natuurlijk geen toeval. Ze drukken daarmee niet alleen een van de kernpunten van hun verkiezingsprogramma uit, maar brengen het ook zichtbaar in de praktijk. Toen de verschillende partijen voor de verkiezingen in de kranten werden gepresenteerd, was HDP de enige met een vrouwelijke voorzitter en de enige ook met twee voorzitters. Zo spring je eruit en maak je – concreet – het verschil. Dat principe past de partij overal toe, of het nu gaat om woordvoerders, burgemeesters of andere belangrijke functies: men kiest telkens een man en vrouw. De mandatarissen zijn overigens ook onmiddellijk afzetbaar waarmee ze een tweede principe onderlijnen: radicaal democratisch.

Zelfbestuur

Dezelfde visie en praktijk vind je terug in de drie kantons van Rojava. De kern is zelfbestuur en autonomie. Veeleer dan een onafhankelijke natie of staat – zoals vroeger wel de ambitie was – ijveren de Koerden voor zelfbestuur. Ook dat brengen ze in de praktijk en ze verdedigen hun inzichten, maar ook die praktijk. Met wapens als het moet: bij autonomie hoort zelfverdediging. Het zijn die zelfverdedigingseenheden die vorig jaar met succes Kobane beschermd hebben tegen IS, die de omstreken ervan gezuiverd hebben en die de Jezidi ontzet hebben, toen ze door IS omsingeld werden.

Het optimisme van de verkiezingsnacht was dan ook aanstekelijk: iedereen was er van overtuigd dat de vrede de bovenhand zou halen, dat Erdogan zou moeten inbinden, dat onderhandelingen tot een succesvol einde konden gebracht. Er werd gefeest, hoewel de HDP zelf had opgeroepen het bescheiden te houden en niet te provoceren. Ze hadden overigens redenen genoeg om niet te fel te feesten: in Istanbul leek de staat van beleg uitgeroepen en de wijken waar de HDP sterk staat, wemelden van zwaar bewapende agenten in gevechtsuitrusting. Maar ook: ze hebben in de aanloop naar de verkiezingen goed 200 leden en militanten verloren door aanslagen allerlei. De overwinning was zuur bevochten en ze smaakte dus bitter.

Vandaag lijkt iedereen zich in te houden. Men praat hier over vrede, over het beëindigen van het militaire conflict, over de vluchtelingen die willen terugkeren.

Maar die keuze ligt helaas niet bij de Koerden. “Als het terug oorlog wordt”, zegt Mehmet, “dan vechten we verder. We zijn het gewend.”

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!