De Spaanse radar op de berg Hacho is permanent actief om vluchtelingen tegen te houden aan de grens (Andrea Pettrachin/IPS)

Spaanse enclave Ceuta in Marokko negeert probleem vluchtelingen

Dagelijks proberen Afrikaanse jongeren Ceuta binnen te geraken, de Spaanse enclave op de Marokkaanse kust. In de stad zelf is het alsof deze vluchtelingen niet bestaan. De meeste inwoners hebben zelfs de enorme afsluitingen rond hun enclave nog nooit gezien.

vrijdag 5 juni 2015 14:19
Spread the love

Even voor de grens met Marokko zingt Ceuta op reclameborden de lof van de
Spaanse enclave. Het amper 18,6 vierkante kilometer
grote gebied (ongeveer 3 op 6 km groot), dat al sinds 1668 bij Spanje
hoort, is immers een prachtige plaats om tienduizenden vogels te
observeren die elk jaar de Straat van Gibraltar oversteken, de
kortste route van Afrika naar Europa.

Over
die andere ‘migratie’ hoor je veel minder in Ceuta. Aan de grens zelf zijn enorme hekken opgetrokken. Ze moeten de Afrikaanse migranten
tegenhouden die op de vlucht zijn voor honger, wanhoop en gewapende
conflicten in hun land van herkomst. Heel af en toe spreken de media
erover, zoals begin mei 2015 toen de douane via een röntgenapparaat
Abu ontdekte, een achtjarige jongen uit Ivoorkust, die in de koffer
van zijn vader verborgen zat.

Radar

Ceuta
was jarenlang een van de weinige Afrikaanse rechtstreekse
toegangspoorten tot de EU. Eind jaren negentig werd die gesloten. De
Spaanse overheid begon toen met de bouw van twee parallelle hekken
van elk zes meter hoog met prikkeldraad erbovenop.

Net
zoals in Melilla, die andere Spaanse enclave in Marokko, kwamen er
bewakingsposten. Tussen beide afsluitingen bevindt zich een weg
waarop voortdurend gepatrouilleerd wordt. Vanop de top van berg Hacho
houdt de radar de naderende migranten in de gaten.

Verborgen
onder opblaasbootjes

Toch
blijven nog elke dag jongeren het proberen. De meesten via de zee,
omdat Ceuta op een schiereiland ligt. Ze gebruiken bootjes, soms
zelfs opblaasbare speelgoedbootjes, waaronder ze zich verbergen. In
februari 2014 kwamen er vijftien vluchtelingen om, toen ze al zwemmend
Ceuta probeerden te bereiken en de grenswachten hen met rubberkogels
beschoten. Anderen proberen het door zich in geheime bergplaatsen in
auto’s te verschuilen. Sommigen blijven het ondanks alles via de
hekken proberen, met zelfgemaakte ladders.

Voor
de 80.000 inwoners van Ceuta lijkt het alsof deze vluchtelingen niet
bestaan. De plaatselijke media spreken er amper over. Vluchtelingen
die toch binnen geraken, komen in het tijdelijke verblijfscentrum
voor immigranten terecht. Dat is een enorm, zeer goed verborgen
complex. Veel inwoners beweren dat ze nog nooit de enorme
afsluitingen gezien hebben, ook al bevinden die zich maar 5 kilometer
van het stadscentrum.

Geen
Arabisch op school

De
Spaanse inwoners vormen de meest welvarende groep, zijn zeer
conservatief, religieus en erg aan tradities gehecht. De
conservatieve Partido Popular, die ook de nationale Spaanse regering
leidt, heeft er al tientallen jaren de meerderheid en wil niets weten
van hervormingen. Daarom wordt in de scholen ook nog steeds geen
Arabisch onderwezen.

Toch
is de helft van de plaatselijke bevolking Marokkaans of van
Marokkaanse afkomst. Sommigen hebben fortuinen vergaard met
smokkelen, maar de meesten wonen in de arme wijk El Príncipe. Het
komt daar soms tot zware conflicten met de Spaanse inwoners.

Een
derde groep vormen de grensbewoners. Dit zijn Marokkanen die meestal
in het naburige Marokkaanse stadje Fnideq wonen en elke dag de grens
oversteken om in Ceuta te gaan werken of er producten te kopen of te
verkopen op de zwarte markt. Een akkoord tussen Spanje en Marokko uit
1960 bepaalt nog altijd, dat alles wat iemand op zijn schouders kan
dragen vrijgesteld is van taksen.

Bron: Ceuta,
An Enclave For Migrating Birds Not Humans

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!