Avner Gvaryahu deed als sergeant bij de speciale eenheden dienst in het IDF van november 2004 tot november 2007. Foto: Quique Kierszenbaum

Soldaten getuigen: Israëlisch leger gebruikte doelbewust disproportioneel geweld

Breaking the Silence is een Israëlische organisatie van ex-soldaten di in de Palestijnse gebieden vochten. De organisatie wil de werkwijzen van het Israëlische leger in de bezette gebieden publiek maken. Avner Gvaryahu, actief bij de Breaking the Silence, heeft het in dit stuk over hoe het Israëlisch leger tekeer ging tijdens de operatie Protective Force in Gaza van afgelopen zomer.

maandag 4 mei 2015 17:13
Spread the love

Hoe kon het dat er afgelopen zomer 2.200 Palestijnen gedood werden in Gaza? Dat 18.000 woningen vernietigd werden? Dat 100.000 mensen dakloos werden? Deze vragen, en vele andere, zouden tot de kern van het publieke debat over de Operatie Protective Edge moeten behoren. Maar niemand stelt die vragen.

De
brochure met getuigenissen die recent gepubliceerd werd door Breaking
the Silence
is
een poging om antwoorden te verschaffen op enkele van deze
vragen. Breaking the Silence heeft sinds het jaar 2000 meer dan 1000 getuigenissen verzameld van Israëlische
soldaten die dienst deden in de bezette gebieden. Uit de tientallen getuigenissen van soldaten die betrokken waren bij operatie Protective Edge blijkt dat gevechtsregels vrijblijvender dan ooit zijn geworden.

Schoonvegen

De
gehanteerde regels stelden dat “je mocht schieten op eender wat
of wie, eender welke persoon waarvan je met zekerheid kon zeggen dat
hij niet tot het Israëlisch leger behoorde.” Een andere soldaat vertelde aan Breaking the Silence: “We
schoten om schoon te vegen … wat ons betrof, bestond er niet zoiets
als burgers.”

Wanneer er een aanval op til was, kregen burgers de waarschuwing om het gebied te verlaten. Daarna werden burgerbuurten oorlogszones. Iedereen die zich nog ter plaatse bevond werd als schuldig beschouwd.

19000 bommen

Voortbouwend op die logica werd er zogenaamde “statistische artillerie” gebruikt in burgergebieden. Dat zijn wapens die per definitie onnauwkeurig zijn. Ze landen doorgaans honderden meters naast het beoogde doelwit. De gebruikte artillerie werkt eigenlijk als een granaat, maar dan een granaat van vierenveertig kilo die iedereen in een straal van vijftig meter doodt. Al wie zich binnen een bereik van honderdvijftig  meter bevindt, raakt gewond.

Beeld je je eigen straat in, of de buurt waarin je woont. Wat zou er gebeuren als een bom als deze ontploft? Wat voor schade zou ze aanrichten aan zowel mensen als eigendommen? Probeer je even voor te stellen wat er precies gebeurt als dergelijke explosieven landen in een erg dichtbevolkte buurt. Welnu, tijdens operatie Protective Edge heeft het Israëlische leger meer dan 19000 van dit soort bommen afgevuurd in Gaza.

Twee doctrines

Om de paar jaar voert het Israëlische leger een operatie uit in Gaza. Protective Edge is de meest recente operatie in de reeks. Elke nieuwe operatie heeft driestere gevolgen. Die toenemende escalatie met betrekking tot het aantal doden en gewonden is het gevolg van de introductie van twee nieuwe doctrines, die het Israëlisch leger volgt wanneer het operaties onderneemt in Gaza.

De eerste doctrine luidt dat Israëlische soldaten aan geen enkel risico mogen blootgesteld worden, zelfs als dit betekent dat Palestijnse burgers hierdoor getroffen worden. Deze doctrine zorgt er dus voor dat een Palestijns leven op het terrein minder waard wordt dan een Israëlisch leven. Dit werd ook treffend beschreven in een lezing die Brigadier-Generaal Avi Benayahu gaf aan de universiteit van Tel Aviv op 18 maart 2015.

In die lezing verklaarde Benayahu dat “het belangrijk is om uit te leggen aan de wereld dat de Israëlische burgers eerst komen, daarna de Israëlische soldaten, vervolgens de Palestijnse burgers en in laatste instantie de Palestijnse ‘terroristen'”. De leiding van het Israëlische leger heeft deze lijn nooit officieel aangenomen (vermoedelijk omdat het regelrecht indruist tegen de internationale wetgeving), maar uit getuigenissen blijkt dat het de richtlijn is die op het terrein wordt gevolgd.

Disproportioneel

De
tweede doctrine die de acties van het Israëlisch leger vorige zomer bepaalde, is
de
Dahiya doctrine
(
de naam verwijst naar een sjiitische buurt in Beiroet, die door het
Israëlisch leger vernietigd werd gedurende de Tweede Libanese Oorlog in 2006). De logica achter deze doctrine werd in 2008 door Gadi Eizenkot, voormalig stafhoofd van het Israëlisch leger, als volgt omschreven: “In elk dorp
van waaruit wordt geschoten op Israël, zullen wij met disproportioneel geweld antwoorden. Bedoeling is veel schade en vernietiging
aanbrengen. Wat ons betreft, is dat de basis van het militaire handelen. Deze
actiemethode is gebaseerd op het principe dat disproportioneel geweld en een groot aantal burgerslachtoffers kan dienen als afschrikkingsmiddel.” De
getuigenissen gepubliceerd door Breaking
the Silence

tonen aan dat “disproportioneel geweld” inderdaad werd gebruikt
tijdens de Operatie Protective
Edge
.

Bloed aan de handen

Officieel
beweert Israël dat het leger alles deed om
burgerslachtoffers te vermijden tijdens Protective
Edge
.
Maar de gebruikte methodes van het Israëlische leger en de effectief gebruikte methodes tonen aan deze retoriek hol en betekenisloos
is, om niet te zeggen flagrant leugenachtig. Ervaring leert ons dat als er niets verandert, de volgende
operatie in Gaza nog meer onschuldige slachtoffers en willekeurige vernietiging zal veroorzaken.

Het
is onze plicht om ons, als burgers en als mensen, te verzetten tegen
de Israëlische controle over Gaza en
tegen de doctrines die het leger de afgelopen jaren
ontwikkelde. Als wij nu niet onze stem verheffen, dan
zal het bloed van burgers aan onze handen kleven.

Vertaald door Sarah Waegemans.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!