Betoging in Frankrijk op 28 maart. Foto: Louis Boyard

Sociale strijd in Europa wakkert aan: kiezen we voor bewapening of voor sociaal welzijn?

Dezelfde landen waar mensen op straat komen om te demonstreren tegen stijgende kosten, gebrekkige gezondheidszorg, langer werken... zullen in de toekomst beduidend meer uitgeven aan bewapening. Dat is geen toeval, want het accepteren van hogere wapenuitgaven betekent inleveren op sociale uitgaven en welzijn. Het wordt tijd dat we die tegenstelling goed onder ogen zien.

donderdag 30 maart 2023 15:03
Spread the love

 

Woede en onrust

De afgelopen weken is het in een aantal Europese landen bijzonder onrustig. De confrontatie tussen grote delen van de bevolking en de regering staat op scherp.

Op 15 maart legden stakende arbeiders London plat. Meer dan 40.000 arbeiders kwamen op straat. Een maand daarvoor was Groot-Brittannië ook al overspoeld door een storm van protest. Half februari vonden er in meer dan 40 steden demonstraties plaats.

Net zoals in maart luchtten de demonstranten toen hun woede over de stijgende kosten van levensonderhoud die miljoenen werkende mensen dieper in de armoede drijft. Op spandoeken stond te lezen: “Bevries de energierekening”, “Belast de rijken” en “Wij betalen niet voor de crisis”.

Begin februari had al meer dan een half miljoen Britten het werk neergelegd in overheidsdiensten en bedrijven. De huidige golf van sociale onrust is vorige zomer begonnen. Onder de naam enough is enough hebben sociale bewegingen en vakbonden zich verenigd in een front tegen de asociale politiek van de Britse regering.

De confrontatie tussen grote delen van de bevolking en de regering staat op scherp

In Frankrijk is het sinds 19 januari zeer onrustig omwille van de aanval die president Macron heeft ingezet op de pensioen. Sindsdien leggen verschillende sectoren het werk neer, worden wegblokkades georganiseerd en zijn er al tien actiedagen geweest. Bij al die acties kwamen honderdduizenden mensen op straat in tientallen steden.

 

Toen Macron op 16 maart het parlement buiten spel zette om zijn pensioenwet erdoor te duwen, was het hek van de dam. Er braken spontane rellen uit in diverse steden. De wet is gestemd, maar de onrust is zeker niet voorbij. Opvallend is dat niet alleen arbeiders maar ook veel jongeren de straat optrekken om de wet vooralsnog tegen te houden.

Duitsland ontsnapt ook niet aan de onrust. Eind maart was er een staking – een van de ergste in decennia – in de transportsector. Ze veroorzaakte enorme verstoringen op de luchthavens, het openbaar vervoer en in de grootste havens van het land.

In Duitsland is er geen automatische aanpassing van de lonen aan de index. Gezien de hoge inflatie van het afgelopen jaar vragen de werknemers een loonsverhoging van 650 euro, terwijl de werkgevers maar 92 euro willen geven.

Half maart legden de Duitse gezondheidswerkers voor 48 uur het werk neer. Naast een loonsverhoging verzetten ze zich tegen plannen om ziekenhuisbedden en banen te schrappen. Dat zijn maatregelen die deel uitmaken van een bredere aanval op de openbare gezondheidszorg.

Het gaat hier wellicht om de grootste oproer sinds de rellen tegen de bezuinigingen in 2010

In Griekenland was de aanleiding voor de onrust het tragisch treinongeluk in Tempe. Grieken van alle leeftijden en achtergronden nemen al weken deel aan massale demonstraties in het hele land. Ook hier wellicht de grootste oproer sinds de rellen tegen de bezuinigingen in 2010.

De woede richt zich tegen een corrupte politieke elite wiens palmares van bezuinigingen en privatiseringen terecht verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van 57 mensen.

Geen geld?

De aanleiding voor de sociale onrust verschilt van land tot land, maar de oorzaak is eigenlijk dezelfde. Elk van deze regeringen hanteert een bezuinigingsagenda die de openbare diensten afbreekt en die de rijke toplaag in de watten legt terwijl ze de werkende bevolking laat verarmen en langer laat werken.

“Dit gebeurt niet om de orde te beschermen. Dit is een stel schurken die ons in elkaar slaan zodat andere schurken ons kunnen beroven. Macron doet Frankrijk en de Fransen pijn. We zullen hem veroordelen.”

In sommige gevallen leidt dat tot dodelijke slachtoffers, hetzij door uitgeholde veiligheidssystemen (in Griekenland) hetzij door vertraagde ambulances (in Groot-Brittannië).

Deze regeringen hebben nog meer met elkaar gemeen. Ze hebben een schijnbaar zeer grote voorraad geld die ze besteden aan een nieuwe wapenwedloop.

Groot-Brittannië besteedt beduidend meer aan militaire uitgaven dan zijn buurlanden.[1] Toch besliste de Britse regering om het leger 11 miljard pond (12,5 miljard euro) extra te geven terwijl er niets af kan voor verpleegkundigen, leraren of ambtenaren.

Elk van die regeringen heeft een schijnbaar zeer grote voorraad geld die ze besteedt aan een nieuwe wapenwedloop

De Franse regering beweert dat haar pensioenen onbetaalbaar zijn, maar kondigde in januari doodleuk aan dat ze haar defensiebudget de komende jaren met meer dan een derde zou verhogen. Dat is meer dan vijf keer zoveel als de opofferingen die nodig zijn voor de pensioenen.[2]

Omwille van hoge energiekosten kampen Duitse ziekenhuizen met financiële tekorten. Daardoor zullen ze het personeelsbestand moeten inkrimpen en zullen geplande operaties uitgesteld worden. De Duitse regering is blijkbaar niet in staat om hier bij te springen en een gat van 9 miljard euro te dichten, maar heeft wel aangekondigd dat ze de komende jaren 100 miljard euro extra voorziet voor de strijdkrachten.

De Griekse regering, die het zich zogenaamd niet kan veroorloven om een veilig transportnetwerk te onderhouden, heeft de militaire uitgaven sinds 2019 met meer dan 60 procent verhoogd. Het arme Griekenland geeft in verhouding nu al bijna driemaal zoveel uit aan militaire uitgaven als de rest van Europa.[3]

Kernvraagstuk van de democratie

Waaraan een regering zijn geld besteedt is een kernvraagstuk van de democratie. Het maakt duidelijk waar de prioriteiten liggen en welke maatschappelijke keuzes er gemaakt worden. Geven we meer geld uit aan gezondheid, welzijn of onderwijs, of voorzien we daarentegen meer geld voor militarisering en bewapening?

En, als we meer uitgeven aan bewapening, creëren we dan wel een veiliger wereld? Hebben jaren van militaire opbouw van de NAVO aan de Russische grenzen de verschrikkelijke oorlog in Oekraïne voorkomen of juist uitgelokt?

Zal de huidige wapenwedloop in Europa, inclusief de wapenleveringen aan Oekraïne, de vrede dichterbij brengen? Of hebben we, zoals Tom Sauer bepleit, juist nood aan een evenwichtige veiligheidsarchitectuur waarin op gelijke voet met Rusland wordt samengewerkt?

Wordt de wereld veiliger door het zenden van Franse, Nederlandse, Duitse en Britse oorlogsbodems voor de Chinese kust, of plaatst het ons onnodig in de vuurlinie als de Verenigde Staten besluiten een oorlog in de Stille Oceaan te beginnen?

Terwijl er vanuit Brazilië, India en China oproepen komen tot een onderhandelde vrede in Oekraïne worden vredesonderhandelingen door het Westen geboycot. Laat dit niet zien dat het NAVO-kamp op gespannen voet staat met de wereldopinie?

De VS is een imperium dat in relatief verval is en klaarblijkelijk bereid is om een wereldoorlog te beginnen om zijn suprematie te behouden. Is het voor Europa wel zo verstandig om onze wagon aan die oorlogstrein te hangen? Wordt het niet dringend tijd om een eigen onafhankelijk buitenlands beleid uit te tekenen?

Onze onderdanigheid aan Washington heeft niet alleen (gevaarlijke) geopolitieke gevolgen, maar ook sociale

Dat zou ons opties geven op het vlak van handel, internationale samenwerking en ook op het vlak van uitgaven die ons momenteel worden ontzegd. Want onze onderdanigheid aan Washington heeft niet alleen (gevaarlijke) geopolitieke gevolgen, maar ook sociale. Het accepteren van hogere wapenuitgaven betekent dat we hoe dan ook inleveren op sociale uitgaven en welzijn.

Is het die keuze die we willen maken? Aan de vakbonden en de middenveldorganisaties om daar goed over na te denken en de stem te laten horen in dat belangrijk debat.

 

 

Inspiratiebron: Public spending, war and a Europe in revolt: political choices

 

Lees ook: Sociale onrust in heel wat Europese landen tegen het verrot politiek-economisch bestel

 

 

Notes:

[1] Groot-Brittannië besteedt 2,25 procent van zijn bnp aan militaire uitgaven. Voor Frankrijk is dat 1,9 procent, voor Nederland 1,45 procent, voor Duitsland 1,5 procent en voor België 1,1 procent.

[2] De verhoging van het militaire budget bedraagt 100 miljard euro. De verhoging van de pensioenleeftijd met twee jaar zou 18 miljard euro op leveren.

[3] Griekenland besteedt 3,59 procent van zijn bnp aan militaire uitgaven. In de Europese Unie is dat gemiddeld 1,3 procent.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!