Dagenlang is Sidi Bouzid in de greep van sociaal protest na drie zelfmoordpogingen door jonge werklozen
Nieuws, Afrika, Economie, Politiek, Jongeren, Vakbonden, Economische crisis, Persvrijheid, Mensenrechten, Werkloosheid, Betogingen, Tunesië, Sidi Bouzid, Social protest, Ben Ali, Habib Bourguiba, Politierepressie, Tunis, Zelfmoorden -

Sociaal protest tegen werkloosheid breidt nog uit in Tunesië

Voor de tiende opeenvolgende dag nam het sociaal protest uitbreiding in steeds meer Tunesische steden. Maandag hadden de vakbonden opgeroepen tot een nationale betoging in de hoofdstad Tunis. De werkloosheid piekt en vele hoogopgeleide jongeren zijn wanhopig op zoek naar werk dat er niet is.

maandag 27 december 2010 19:55
Spread the love

Maandag was Tunis aan de beurt, maar ook in vele andere steden kwamen mensen spontaan op straat om te protesteren tegen de verslechterende sociaal-economische omstandigheden en het repressieve regeringsbeleid.

Het protest begon op 17 december in het stadje Sidi Bouzid op 60 km ten zuiden van Tunis. Een jongeman van 26 overgoot er zichzelf met benzine op een plein voor de prefectuur en stak zich vervolgens voor de ogen van een verschrikte menigte in brand. Hij werd met zware brandwonden in kritieke toestand naar een ziekenhuis overgebracht.

Zelfmoorden uit wanhoop

Volgens getuigen handelde hij uit wanhoop omdat hij geen passende job kon vinden. Zelfs met een universitair diploma op zak, moest hij zien te overleven als verkoper van groente en fruit op de lokale markt. Hij was de enige kostwinner van zijn familie. De politie had net die vrijdag zijn koopwaar in beslag genomen omdat hij volgens de autoriteiten ‘illegaal’ handel dreef op een plek zonder dat hij over de nodige papieren daartoe beschikte.

De dagen daarna bleef het erg onrustig in het stadje en kwam het geregeld tot gewelddadige confrontaties tussen groepen werkloze jongeren en de politie. De politie gebruikte traangas en de wapenstok om betogers uit elkaar te drijven. Enkele mensen werden opgepakt. Niemand weet waar zij zich bevinden.

De onrust breidde zich al snel uit naar andere steden in het zuiden en centrum van Tunesië. In de regio van Sidi Bouzid zou volgens officieuze bronnen minstens 30 procent van de jongeren met een diploma hoger onderwijs werkloos zijn. Voor heel Tunesië zou het gaan om 13 procent.

Op 22 december werd Sidi Bouzid opgeschrikt door een nieuw dramatisch voorval. Een jongeman klom op een elektriciteitspaal en werd dodelijk geëlektrocuteerd. Volgens het getuigenis van een lokale vakbondsman riep de jongeman terwijl hij naar boven klauterde “dat hij de miserie en de werkloosheid niet langer kon verdragen”.

En het voorbije weekend was er een derde zelfmoordpoging in die regio. Een man van 34 sprong er in een put. Hij was al vijf jaar werkloos en zou volgens zijn familie daardoor psychologische problemen hebben gekend.

Hard optreden tegen ‘relschoppers’

In een poging om het protest te smoren, reisde de Tunesische minister van Ontwikkeling, Mohamed Al Nouri Al Juwayni, donderdag naar Sidi Bouzid. Hij zei dat de regering rekening zou houden met het terechte ongenoegen van de bevolking en beloofde 10 miljoen dollar extra middelen voor lokale streekeconomie. Maar hij waarschuwde meteen dat hard zou worden opgetreden tegen ‘relschoppers’.

Vrijdag 24 december viel er één dode door een politiekogel tijdens een woelige betoging in Sidi Bouzid tegen het regeringsbeleid en het repressieve optreden van de politie. Ook in vele andere steden was het de voorbije dagen bijzonder onrustig.

Volgens Tunesische vakbondsmensen kwamen mensen spontaan op straat om hun steun te betuigen voor de inwoners van Sidi Bouzid en om hun ongenoegen te uiten met de neoliberale economische politiek van de regering “die alleen maar tot meer armoede leidt voor de grote meerderheid van de bevolking”.

Ben Ali al 23 jaar met harde hand aan de macht

Sociaal protest op een dergelijke schaal is veeleer ongewoon in Tunesië dat zich graag een imago aanmeet van een westers-liberaal Arabisch land. Maar het land wordt al 23 jaar met strakke hand geleid door president Zine Al-Abidine Ben Ali en zijn partij.

Sommigen maakten al de vergelijking met de beruchte ‘broodrellen’ van 1983, toen nog onder het bestuur van de historische leider Habib Bourguiba, de voorganger van Ben Ali. Dagenlang werd er geprotesteerd tegen de verhoging van de prijs van brood en bloem. Bourguiba moest uiteindelijk buigen voor het straatprotest om zijn regime te redden.

Of het nu anders zal uitdraaien, is nog maar de vraag. Veel ruimte voor afwijkende meningen is er niet en persvrijheid is zo goed als onbestaande. Op economisch vlak voert Tunesië een neoliberaal beleid waarbij buitenlandse investeerders worden aangetrokken met voordelen als belastingvrije zones en gebrek aan stevige vakbondswerking.

De wereldwijde economische crisis laat zich sinds 2008 ook voelen in Tunesië dat erg afhankelijk is van de export. Multinationals die hopen elders nog goedkoper te kunnen produceren, hebben al fabrieken gesloten die nog maar enkele jaren op volle toeren draaiden.

Gebrek aan vrije pers

Het is ook opvallend dat in de regeringsgetrouwe Tunesische pers uiterst omzichtig wordt bericht over het sociaal protest, dat bovendien wordt voorgesteld als het werk van jonge ‘relschoppers’ en ‘vandalen’. En dat gebeurde dan nog maar nadat de populaire Arabische nieuwszender Al-Jazeera, die vanuit Qatar uitzendt, beelden bracht van het protest in diverse Tunesische steden.

In de nacht van zaterdag op zondag kwam het weer tot heftige confrontaties tussen groepen jongeren en de oproerpolitie. Een man werd zwaargewond door een verdwaalde kogel. In het stadje Souk Jedid op 15 km van Sidi Bouzid omsingelden betogers het gebouw van de Garde Nationale en staken vervolgens de sous-préfecture in brand. De hele nacht bleef het er erg onrustig. De oproerpolitie liet versterking aanrukken uit Tunis. Ook in Regueb, een ander stadje in de buurt, werd de hele nacht een kat-en-muis-spel gespeeld tussen betogers en politie.

“Schande over de regering”

Volgens vakbondskringen waren er in het weekend betogingen in Menzel Bouzayane, Regueb, Souk Jedid, Ben Guerdane, Kairouan, Mednine, Sfax en Bizerte. Volgens Al-Jazeera waren er zondag in Kairouan honderden betogers op de been in een solidariteitsmars voor ‘werk en waardigheid’. Toen de betogers “schande over de regering” begonnen te roepen, greep de politie in. Een onbekend aantal mensen werd opgepakt.

Tot de spontane manifestaties wordt vooral opgeroepen via sociale netwerksites als Facebook en Twitter. De enige kanalen die aan de regeringscensuur lijken te ontsnappen.

Zondag zouden 500 mensen, vooral uit vakbondskringen, mensenrechtenactivisten, studenten en bloggers in Tunis slogans geroepen hebben tegen de regering van Ben Ali. Op borden droegen ze teksten mee als “Weg met de tirannie” en “Vrijheid en nationale waardigheid”. Het kwam tot een harde confrontie met de oproerpolitie net buiten het hoofdkwartier van de Tunesische vakbondscentrale waar vele betogers een toevlucht hadden gezocht.

Maandag sloeg het protest dan helemaal over naar de hoofdstad Tunis, waar de vakbonden een grote betoging tegen de armoede en de werkloosheid hadden gepland.

“Tot onze waardigheid is hersteld”

Said Ferjani, een lid van de sociale beweging Nahda, die buiten de wet is gesteld, verklaarde aan een correspondent van Al-Jazeera dat “werkloosheid momenteel het grootste probleem is in Tunesië, maar dat dit slechts een gedeeltelijk gevolg is van de wereldwijde crisis. Deze regering is incompetent en uiterst corrupt. Niet de mensen gebruiken geweld, maar de oproerpolitie.” Hij voegde er nog aan toe: “Het protest zal nog uitbreiden tot onze waardigheid is hersteld.”

Volgens een verklaring van de enig toegelaten oppositiepartij, de Parti démocratique progressiste, zou de regering beter meteen stoppen met repressief optreden tegen de jonge werklozen, maar zorgen voor jobs en democratie.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!