Situatie rond Turkse bank leidt naar Nederlandse tak Gülen-beweging

Situatie rond Turkse bank leidt naar Nederlandse tak Gülen-beweging

Turkije, december 2013. Aan imam Fethullah Gülen verbonden aanklagers onthulden de resultaten van een onderzoek naar corruptie bij de regerende Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP). Toenmalig premier Erdogan sprak van een poging tot staatsgreep en nam wraak.

woensdag 6 mei 2015 10:29
Spread the love

Daarbij kwam ook Bank Asya, een
tot de Gülen-beweging behorende bank op islamitische grondslag,
onder vuur te liggen. Zowel staatsondernemingen, als met Erdogan
sympathiserende beleggers, haalden er hun geld weg. Naarmate
staatsinstanties de druk opvoerden daalden de aandelen van Bank Asya
in waarde.

Op 3 februari jl. gaf de Turkse
bankautoriteit BDDK opdracht aan het overheidsorgaan voor
fondsmanagement en verzekeringen TMSF om 63 procent van de Bank
Aysa-aandelen onder beheer te nemen. Officieel vanwege een ‘gebrek
aan transparantie over aandeelhouders’, al had deze maatregel
uiteraard alles te maken met Erdogans campagne tegen de
Gülen-beweging.

De gang van zaken deed veel
wenkbrauwen fronzen. Het is immers niet gebruikelijk dat een regering
alles uit de kast haalt om een op zich niet ongezonde bank in
problemen te brengen. In het buitenland leidde dit bovendien tot
vragen over de onafhankelijkheid van de BDDK. Die kwamen bovenop
twijfels over de onafhankelijkheid van de Turkse Centrale Bank als
gevolg van de druk die Erdogan daarop uitoefende.

Kaynak

Bank Asya-aandelen zijn deels in
bezit van Sürat Basim en Forum Insaat, ondernemingen behorend tot de
nauw aan de Gülen-beweging verbonden Kaynak Holding.

Op 16 februari werd Kaynak,
inclusief de Bank Asya-aandelen, overgeheveld naar INL Partners B.V.,
gevestigd in het World Trade Center (WTC) te Amsterdam. INL staat
sinds 19 januari van dit jaar geregistreerd bij de Kamer van
Koophandel (KvK) en beschikte bij haar oprichting over een kapitaal
van € 20.000.000.

Dat INL nog geen drie weken voor
de maatregel tegen Bank Asya in Nederland werd geregistreerd, maakt
de timing opvallend. Ik heb INL gevraagd om deze wel erg toevallige
samenloop van omstandigheden toe te lichten, maar dit verzoek bleef
onbeantwoord.

Zo moest ik onwillekeurig denken
aan een artikel in de regeringsgezinde krant Sabah, waarin de
aanwezigheid van een ‘mol’ bij de BDDK werd gesuggereerd. Die zou
Bank Asya vooraf geïnformeerd hebben over de op handen zijnde
maatregel van de BDDK.

Hoewel de pro-AKP media de
grootste onzin over de Gülen-beweging verspreiden (Gülen zou een
vrijmetselaar zijn…), valt dat van die mol niet geheel uit te
sluiten.

In de jaren waarin het nog goed
ging tussen de AKP en Gülen kregen volgelingen van de imam vaak
posities binnen staatsinstanties. Toen de verhoudingen verzuurden
trachtte Erdogan hen daaruit te verwijderen. Dat was geen eenvoudige
opgave, aangezien Gülens volgelingen zich erg verdekt kunnen
opstellen. Ook binnen de politie zitten ze bijvoorbeeld nog. Anders
zouden de politieacties tegen Gülens media eind 2014 niet door het
mysterieuze – doch overduidelijk aan de Gülen-beweging verbonden –
Twitter account Fuat
Avni
zijn
voorspeld. Daardoor is het niet uitgesloten dat de Gülen-beweging
ook binnen de BDDK nog een mannetje heeft zitten.

Toestemming

Dat de TMSF in opdracht van de
BDDK aandelen van Bank Asya in beheer nam betekent niet dat
aandeelhouders daar geen rechten meer over kunnen laten gelden. Voor
de overdracht van meer dan tien procent aandelen is echter
toestemming van de TMSF en de BDDK vereist.

Volgens de eerder genoemde krant
Sabah werd in totaal 16,3
procent

Bank Asya-aandelen overgedragen aan INL. Meer dan tien procent, wat
het zonder toestemming van de TMSF en de BDDK tot een illegale
transactie maakte volgens Sabah. Kaynak reageerde door die krant, de
TMSF en de BDDK van laster te beschuldigen en met juridische stappen
te dreigen.

Kaynak stelt via Sürat Basim en
Forum Insaat slechts 7,1 procent Bank Asya-aandelen in handen te
hebben. Minder dan tien procent dus. Daardoor hoefde er volgens
Kaynak geen toestemming aan de TMSF en de BDDK gevraagd te worden.

7,1 procent lijkt in eerste
instantie strijdig met de door Bank Asya verstrekte cijfers. Daar
wordt voor Sürat Basim 6,74 procent opgegeven en voor Forum Insaat
9,63 procent, wat samen inderdaad op 16,3 procent neerkomt. Kaynak
hoeft echter niet alle aandelen van beide ondernemingen te bezitten,
waardoor het totaal toch slechts 7,1 procent kan bedragen.

Uit een artikel op de aan de
Gülen-beweging verbonden website BGN
News
blijkt
echter dat Kaynak de TMSF en de BDDK ‘al op een veel eerder
tijdstip’ informeerde over de overdracht van Bank Asya-aandelen
naar INL. Waarom, als dat met minder dan tien procent aandelen niet
nodig was?

Twee verzoeken van mijn kant aan
INL om dit uit te leggen bleven onbeantwoord. Ik ontving weliswaar
een wat algemene verklaring van INL, maar op vragen die ik vervolgens
had werd ook na een maand niet gereageerd.

Er is nog een ander punt, want de
Bank-Asya-aandelen van Sürat Basim en Forum Insaat worden op de
website van Bank Asya als groep A/preferent opgegeven. Dat verandert
de zaak, want het Turkse bankreglement stelt dat voor de overdracht
van preferente aandelen altijd toestemming van de TMSF en de BDDK
nodig is. Ook als het om een overdracht van minder dan tien procent
gaat.

HOGIAF

Volgens informatie van de KvK
werden de Kaynak-bestuursleden Naci Tosun, Izzet Akyar en Ali
Karabulut directeur bij INL. Karabulut is een bekende naam. Hij
beheert tevens de Feza Media Groep, waar de kranten Zaman en Today’s
Zaman van de Gülenbeweging onder vallen.

Een andere directeur van INL is
Erol Uysal. Met hem ontstaat een link naar de Nederlandse tak van de
Gülen-beweging, want hij wordt genoemd als penningmeester van de
daartoe behorende (onderwijs)stichting Cosmicus in Den Haag.

Ook Ahmet Taskan, de
vicevoorzitter van de eveneens tot de Gülen-beweging behorende
Nederlands/Turkse ondernemersorganisatie HOGIAF, werd directeur bij
INL. Taskan is daarnaast evenals Uysal verbonden aan de stichting
Cosmicus. Hij zit daar in de raad van toezicht. Bij INL heeft Taskan
een beperkte volmacht tot € 20.000.

Toen ik het World Trade Center in
Amsterdam belde en vroeg om doorverbonden te worden met INL kreeg ik
een dame aan de lijn die vriendelijk zei: ‘Merhaba (goedendag), met
HOGIAF.’

Ahmet Taskan ontkent dat HOGIAF
iets met INL te maken heeft. ‘Blijkbaar heeft iemand per ongeluk
het telefoonnummer van HOGIAF aan u doorgegeven als zijnde het
telefoonnummer van INL Partners’, liet hij mij weten. WTC was daar
ondertussen over geïnformeerd, voegde hij daaraan toe. Kennelijk was
mijn telefoontje daar aanleiding toe. 

Asscher

Op 16 maart jl. had de
Nederlandse vicepremier en minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid Lodewijk Asscher in het Amsterdamse College Hotel een
ontmoeting met bijna honderd aan HOGIAF verbonden ondernemers,
waarbij hij sprak over jeugdwerkloosheid, radicalisering van
moslimjongeren en integratieproblemen.

In 2013 zou Asscher aanwezig zijn
bij de lancering van Gülens Nederlandse krant Zaman Vandaag. Een
kritisch item van het Tv-programma Nieuwsuur over de Gülen-beweging
weerhield hem daar toen echter van.

Vervolgens gaf Asscher opdracht
aan de onderzoekers Thijl Sunier en Nico Landman om de Gülen-beweging
samen met de Turks religieuze organisaties Diyanet, Milli Görüs en
Süleymanci in een pakket te onderzoeken.

Er ontstonden twijfels over de
objectiviteit van beide onderzoekers, vooral over die van Sunier.
Achteraf niet zo vreemd, want hij is tegenwoordig columnist bij de
zojuist genoemde krant Zaman Vandaag.

Asscher vond het onderzoek van
Sunier en Landman tekortschieten. Dat schreef hij in een brief
die de Tweede Kamer op 25 september jl. ontving. De minister stelde
een vervolgonderzoek in het vooruitzicht waarbij de genoemde
organisaties ‘minimaal vijf jaar’ gevolgd zouden worden.

De brief van Asscher leidde tot
veel commotie, omdat zijn partijgenoten in het parlement Kuzu en
Öztürk er aanleiding in zagen om de Partij van de Arbeid te
verlaten en hun eigen fractie te beginnen. Over hun nieuwe partij
verscheen het een en ander in de media, maar rond Asschers brief werd
het stil. Niet in de laatste plaats bij de minister zelf. Terwijl hij
er toch het volgende in schreef:

‘Ik
zal uw Kamer in januari 2015 informeren over de verdere invulling en
voortgang van de maatregelen hieromtrent en het vervolg daarop.’

Een volgende brief van Asscher
aan de Kamer kwam er niet in januari. Volgens een woordvoerder van
het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) omdat toen
‘geen nieuws te melden was.’ Dezelfde woordvoerder zei dat
ondertussen gesprekken zijn gevoerd met genoemde Turkse organisaties.
Wat betreft de Gülen-beweging lijkt dat duidelijk, want Asscher was
zoals gesteld in maart bij HOGIAF op bezoek.

Naar verluidt zal de Tweede Kamer
later deze maand een nieuwe brief van Asscher ontvangen over de
kwestie. Daarin worden de Kamerleden ook geïnformeerd over een
ambtelijk bezoek aan Duitsland in verband met een onderzoek dat daar
loopt naar Diyanet, Milli Görüs, Süleymanci en de Gülen-beweging.

Internationale financiële
dimensie

Het ligt voor de hand dat het
Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte is van het
overhevelen van Bank Asya-aandelen naar INL. Of Asscher er daardoor
ook van weet is niet vanzelfsprekend.

De overdracht van aandelen zal in
Nederland wellicht niet tot grote beroering leiden. Goed mogelijk dat
er, zelfs als het Turkse bankreglement creatief werd geïnterpreteerd,
begrip voor bestaat dat Kaynak zich wilde beschermen tegen Erdogan.
Hoewel ik liever geen partij kies tussen Erdogan en Gülen, kan ik me
daar zelf tot op zekere hoogte ook iets bij voorstellen.

Dit verhaal kent echter ook een
andere kant, want het schetst een aardige indruk van de
internationale financiële dimensie van de Gülen-beweging. Alsmede
van de betrokkenheid daarbij van personen die actief zijn binnen
daartoe behorende organisaties in Nederland.

Al in 2010 stelde kamerlid Sadet
Karabulut van de Socialistische Partij (SP) een onderzoek voor naar
de financiële stromen tussen de verschillende organisaties van de
Gülen-beweging. De twee onderzoeken naar de beweging waartoe de
regering opdracht gaf gingen aan dat aspect echter voorbij. In het
vervolgonderzoek dat volgens SZW in mei nader door Asscher zal worden
toegelicht kan dat alsnog.

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een
politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!