Shell weet met medewerking van de Nigeriaanse overheid woekerwinsten te halen, dankzij de lakse exploitatieregels, wat onder meer tot zware vervuilingen leidt (informacionydinero.com)

Shell wast witter dan wit in Nigeria

Het Nederlands-Britse oliebedrijf Shell en de Italiaanse energiemultinational ENI betaalden meer dan een miljard dollar voor een olieveld voor de kust van Nigeria. Het geld verdween in de zakken van een Nigeriaanse corrupte ex-minister. Shell was op de hoogte, besluiten twee onderzoeksjournalisten van het Nederlandse OneWorld.

maandag 9 februari 2015 16:24
Spread the love

Het
betrokken olieveld OPL245 is bijna tweeduizend vierkante kilometer
groot en bevat een kwart van alle (nu bekende) Nigeriaanse
oliereserves, 9,23 miljard vaten, of voldoende om heel Afrika zeven
jaar van energie te voorzien. Sinds de ontdekking is het veld
meerdere malen van eigenaar gewisseld, er werden rechtszaken over
gevoerd en geheime deals gesloten. De hoofdrolspelers komen uit de
hoogste Nigeriaanse kringen. Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor
Shell.

Onderzoekersjournalisten
Sanne Terlingen en Idris Akinbajo reconstrueerden het verhaal voor
OneWorld op basis van interviews, openbare documenten en
rechtbankvonnissen. Ze kregen ook inzage in een intern rapport van de
Nigeriaanse onderzoekscommissie tegen economische en financiële
misdaden Economic and Financial Corruption Commission (EFCC). Shell
en ENI wilden niet reageren op hun bevindingen.

Gigantisch
olieveld

Alles
begint in 1998, wanneer in de Golf van Guinee het gigantische
olieveld OPL245 wordt ontdekt. Nigeria wordt op dat moment geleid
door militair dictator Sani Abacha. Zijn minister van Olie, Dan
Etete, kent het olieveld toe aan het pas opgerichte bedrijfje Malabu
Oil and Gas, eigendom van onder meer de zoon van dictator Abacha en
van Etete, onder een pseudoniem. Minister van Olie Etete zal op
termijn hoofdaandeelhouder worden van het bedrijf.

Malabu
Oil and Gas bezit dan wel een olieveld, maar heeft geen werknemers of
capaciteit om in diep water naar olie te boren. Daarvoor is een grote
oliemaatschappij nodig zoals Shell, maar officieel mag Malabu niet
samenwerken met een buitenlands bedrijf dat al actief is in de
exploratie in Nigeria. Toch sluiten Malabu en Shell in 2000 een deal.
Shell gaat olieveld 245 exploiteren en krijgt 40 procent van de
aandelen.

Getouwtrek
om de licentie

Nog
geen twee maanden nadat het olieveld is toegewezen, sterft echter
dictator Abacha en in 2001 trekt de nieuwe Nigeriaanse regering de
exploitatielicentie van het olieveld terug in. Shell, dat inmiddels
miljoenen in het olieveld heeft geïnvesteerd, wil de licentie terug.
Na heel wat getouwtrek daagt Shell Malabu en de Nigeriaanse regering
voor het gerecht en kaart het de zaak aan bij het arbitragetribunaal
van de Wereldbank. Shell-ceo Jeroen van der Veer vliegt naar Nigeria
om de offshore-belangen van Shell te behartigen. Intussen blijft het
olieveld onbenut.

In
2010 veranderen de kansen opnieuw: de nieuwe president Goodluck
Jonathan is net als Etete een christen uit de Bayelsa-regio en al
binnen twee weken na zijn aantreden wordt het olieveld weer aan
Malabu en Etete toegewezen, die de vergunning vervolgens te koop
aanbieden. Ondanks de grote waarde haken kopers als het Russische
Rosneft en het Franse Total af, mede door de slechte reputatie van
Etete, die inmiddels in Frankrijk veroordeeld is wegens witwassen en
corruptie. Kopers vrezen ook de claims van Shell op het olieveld.

Gedragsregels

Een
overname door Shell zelf is geen optie, omdat de gedragsregels van de
multinational witwassen verbieden. “Er is sprake van witwassen
als de criminele herkomst of aard van gelden of goederen wordt
gecamoufleerd onder legitieme zakelijke transacties”, stellen de
regels. “Handel nooit met vermoedelijke criminelen en raak niet
betrokken bij transacties waarin de opbrengst van strafbare feiten
een rol speelt.” Een
miljard betalen voor een licentie die een ex-minister zichzelf onder
een dictatuur heeft toegekend, is volgens de eigen regels van het bedrijf dus uit den boze.

De
zaak lijkt muurvast te zitten, maar op 7 december 2011 raakt plots
het nieuws bekend dat OPL245 toch in handen komt van Shell en het
Italiaanse energiebedrijf ENI. De deal blijkt zelfs al gesloten op 29
april van datzelfde jaar. Vreemd genoeg is er volgens de officiële
persberichten geen geld betaald aan Malabu Oil and Gas, enkel aan de
Nigeriaanse regering.

Hoe
kun je echter een licentie overnemen zonder geld aan de eigenaar te
geven? De onderzoeksjournalisten leggen de ingewikkelde constructie
bloot die achter gesloten deuren is opgesteld. Ze krijgen daarbij
onverwachte hulp: twee ‘fixers’, de Rus Ednan Agaev en de Nigeriaan
Ameka Obi, hielpen de koop regelen maar zijn naar eigen zeggen niet
correct betaald en trekken naar de rechtbank. Shell en ENI zijn geen
betrokken partij, maar door de rechtszaken in de VS en
Groot-Brittannië komen tientallen e-mails en getuigenissen over de
besprekingen met Etete en de Nigeriaanse regering aan het licht.

Drie parallele overeenkomsten

Uit
de rechtbankvonnissen blijkt dat Shell en ENI het geld inderdaad aan
de Nigeriaanse overheid hebben betaald. Wat de bedrijven er niet bij
vermelden is dat de overeenkomst zó is geconstrueerd dat ze dit
statement kunnen maken zonder dat het een aperte leugen is. Op de
bewuste vrijdag in april 2011 werd namelijk niet alleen een deal
gesloten tussen Shell en ENI en de Nigeriaanse overheid, maar ook
tussen die overheid en Malabu.

In
de eerste overeenkomst, tussen de Nigeriaanse overheid en Malabu,
draagt Malabu de OPL-aandelen over aan de Nigeriaanse overheid, en
ziet het bedrijf af van iedere aanspraak op het olieveld. In ruil
betaalt de Nigeriaanse regering 1.092.040.000 dollar. In de tweede
overeenkomst kent de Nigeriaanse regering het olieveld toe aan
dochterondernemingen van Shell en ENI in ruil voor exact hetzelfde
bedrag, 1.092.040.000 dollar, en een bonus van 207 miljoen dollar. Er
wordt ook nog een derde overeenkomst gesloten, waarin Malabu en Shell
hun lopende onderlinge juridische procedures schikken.

Tijdens
de rechtszaken blijkt ook de betrokkenheid van Shell en ENI bij de
deal met Etete. Vertegenwoordigers van de bedrijven hebben
voorafgaand aan de deal verschillende ontmoetingen met Etete in
Lagos, Den Haag en in Italië. ENI-directeur Claudio Descalzi dineert
in februari 2010 met Etete in het Principe di Savoia hotel in Milaan.
Een vertegenwoordiger van Shell getuigt over “een lunch en heel
wat koude champagne” met Etete.

Onderzoekscommissie

De
gebruikte drietrapsovereenkomst zou er op aanraden van de Russische
consultant Agaev zijn gekomen, zo blijkt uit een intern rapport van
de Nigeriaanse EFCC. “Eind maart 2011 lijkt de Nigeriaanse
regering deze suggestie te hebben opgevolgd”, stelt het rapport.
Ook de Nigeriaanse procureur-generaal Mohammed Bello Adoke beaamt dat
tijdens een hoorzitting van het Nigeriaanse parlement. De Nigeriaanse
regering was slechts tussenpersoon en Shell was er volgens Adoke
volledig van op de hoogte dat de betalingen voor OPL245 doorgesluisd
zouden worden naar Malabu en Etete.

De
drie deals worden in april 2011 beklonken, maar de overdracht van
OPL245 is pas officieel nadat de minister van olie zijn handtekening
onder de nieuwe licentiebestemming heeft gezet. Dat gebeurt in
december 2011. Toevallig is vlak daarvoor (half november) een nieuwe
minister aangesteld: Osten Olorunsola, voor zijn aanstelling nog
vicepresident van de afdeling Gas van Shell Upstream International.
In april 2013 is hij alweer minister-af.

Internationale
gemeenschap

Het
is inmiddels een jaar geleden dat het Nigeriaanse parlement vroeg om
de licentie voor OPL245 af te nemen van Shell en ENI maar er is niets
gebeurd. “Zolang de huidige regering aan de macht is, gaat er
ook niets gebeuren”, zegt Olanrewaju Suraju van de Nigeriaanse
anti-corruptieorganisatie HEDA. “Het zijn de president, de
minister van Olie en procureur-generaal Adoke die het advies van het
parlement moeten uitvoeren. Zij waren echter zelf betrokken bij het
opstellen van de deal.” Suraju doet daarom een oproep aan de
internationale gemeenschap: “Het geld verdwijnt vanuit Nigeria
naar buitenlandse rekeningen. Hier kunnen wij als Nigeriaanse
anti-corruptieorganisatie onmogelijk iets aan doen.”

Shell
houdt vol dat het correct heeft gehandeld. “Betalingen met
betrekking tot de afgifte van de licentie alleen werden gedaan aan de
Nigeriaanse overheid”, stelt het bedrijf in een verklaring.
“Shellbedrijven hebben zich te allen tijde aan de Nigeriaanse
wet gehouden, als wel aan de bepalingen die werden gesteld aan de
licentieovereenkomst met de Nigeriaanse overheid. We zijn open en
transparant over alle betalingen die door Shell aan de Nigeriaanse
overheid zijn gedaan.”

Witwassen
met hulp van Shell

take down
the paywall
steun ons nu!