Seksisme in het huidig pensioenbeleid.

Seksisme in het huidig pensioenbeleid.

Voor het cultuurproject 11 JULI FEEST VAN DE DEMOCRATIE heb ik een filmpje gemaakt. Hieronder kan men de tekst ervan lezen.

zondag 19 juli 2015 21:09
Spread the love

Eerst en
vooral wil ik graag de term seksisme toelichten opdat we allen verstaan wat er
hieronder valt. Volgens het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen
bevat de term seksisme twee onderdelen (Michielsens & Angioletti, 2009).

1)   
Een
geheel van overtuigingen over de geslachten en de relatie ertussen waarbij er
een hiërarchische verhouding tussen beide geslachten bestaat en wenselijk wordt
geacht.

2)   
Een
handeling waarbij een ongerechtvaardigd onderscheid wordt gemaakt tussen de
geslachten met nadelige gevolgen voor één of meerdere leden van één van beide
geslachten.

Daarnaast
heeft seksisme een aantal mechanismen:

1)   
De
gendermachine. Dit is de permanente maatschappelijke constructie van mannen en
vrouwen.

2)   
Stereotypering
ofwel de veralgemening van vermeende eigenschappen van vrouwen of mannen en dit
toegepast op één individu.

3)   
Alledaags
seksisme. Dit uit zich in gelaatsuitdrukkingen, uitbarstingen, opmerkingen en
pesterijen, ongevraagde complimenten en toenaderingen in het dagelijks leven.

4)   
Humor
wordt vaak gebruikt ter legitimatie van seksisme, hoewel we de dag van vandaag
niet meer naïef zijn over wat er wel of niet mag gezegd worden of politiek
correct is.

Een
belangrijk punt dat Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen aankaart
in hun onderzoek is dat seksisme veel breder is dan enkel discriminatie op
basis van geslacht en dat terwijl er momenteel enkel wetten bestaan omtrent dit
laatste.

Waarom heb ik
het over seksisme en niet over discriminatie op basis van geslacht omtrent het
pensioenbeleid van ons land? Omdat volgens mij seksisme en niet discriminatie
aan de basis ligt van het vrouwonvriendelijk pensioenbeleid dat men recent
heeft voorgesteld. En dit seksisme start in feite al vanaf de geboorte waarbij
jongens en meisjes anders behandeld worden. Dit seksisme groeit door dankzij de
opvoeding van ouders en/of scholen en/of via verschillende andere activiteiten
waaraan het kind deelneemt. Dit seksisme komt tot stand door onze eigen
stereotyperende kijk op de maatschappij en dit seksisme zal in stand gehouden
worden als wij, als mens zijnde, er niet dringend iets aan doen. Dit seksisme
zorgt ook voor wrijvingen met de LGBT-community. Volgens mij zou het aanpakken
van seksisme ook kunnen leiden tot een vrijere wereld voor deze mensen.
Seksisme is in feite een idee dat leeft en vastgeankerd zit in onze
maatschappij en daardoor moeilijk uit te roeien is. De bestrijding van seksisme
begint bij onszelf en bij onze omgeving, maar hierbij vormt de regering een
belangrijk hulpmiddel. Het is immers onze regering die wetsvoorstellen kan
maken en goedkeuren en deze voorstellen kunnen het gedrag van de burgers helpen
veranderen.

Doorheen deze
ganse video zal ik mijn moeder als voorbeeld nemen en proberen uit te leggen
waar precies de problemen zitten in onze maatschappij. Vooraleerst is mijn
moeder geboren als vrouw in het jaar 1958. Om de 1 of andere reden vind ik dat
een mooi jaar, expo ’58 vond toen ook plaats. Nu, ze heeft er niet voor gekozen
om opgescheept te zitten met een baarmoeder en ze had waarschijnlijk ook liever
rechtstaand kunnen plassen. Veel vertelt ze niet over haar jeugd en dat hoeft
ook niet.

Maar wat ze
ons wel vaak heeft meegedeeld is het feit dat ze verplicht werd
beroepsonderwijs te volgen van haar moeder omdat vrouwen nu éénmaal moesten
leren naaien enzo. Een typisch gendergerelateerd stereotype net zoals jongens
vaak nog altijd worden aangeleerd om niet te huilen. Tot op vandaag worden
meisjes en jongens zowel bewust of onbewust nog altijd geduwd richting de
genderstereotype opdeling. Meisjes worden gestimuleerd om eerder voor de
“zachte” sectoren te kiezen. Sectoren die net meer: onvrijwillig deeltijds
werk, een lagere loon en minder aanvullend pensioen aanbieden. Sociologen
Ignace Glorieux, Ilse Laurijssen en Olaf Sobczyk toonden in 2014 aan dat de
studiekeuze aan universiteiten van jongens en meisjes nog altijd dezelfde is
als 50 jaar geleden. Uit het statistisch jaarboek van het Vlaamse onderwijs
voor het schooljaar 2013-2014 zien we deze trend ook in het middelbaar
onderwijs. Wat redelijk logisch is gezien heel wat leerkrachten niet echt
genderneutraal omgaan met hun leerlingen, alsook gezien heel wat ouders deze
stereotypes blijven bevestigen via de huishoudelijke taken verdeeld over de
genders. Een recent onderzoek van JeugdOnderzoeksPlatform wijst uit dat vooral
meisjes huishoudelijke taken op zich nemen en dit fenomeen is amper verandert
sinds 2006. Is het de dag van vandaag met al onze voorgaande evoluties van de
mens het wel nog normaal dat gemiddeld 95% van de leerlingen kinderzorg of 91%
van de leerlingen zorgkunde vrouwelijk zijn terwijl er tegelijk gemiddeld 0%
meisjes in de bouwopleiding aanwezig zijn (Vlaams
onderwijs in cijfers: Schooljaar 2013-2014
)? Of zullen we de eeuwenoude
reden hiervoor opnieuw bij onze biologie leggen, terwijl recent onderzoek
uitwees dat ten tijde van de voedselverzamelaars en jagers er meer
gendergelijkheid was dan nu. En dan nog als het traditie of inherent is aan
vrouwen om meer te zorgen, waarom dan deze beroepen zo laag belonen? Is zorg
niet belangrijk misschien? Het is nochtans de basis van een maatschappij.
Dezelfde genderstereotyperende behandeling krijgen onze jongens toegediend met
als resultaat dat zij eerder stoere mannelijke beroepen uitvoeren of meer
technologische en wetenschappelijke richtingen uitgaan terwijl bepaalden
misschien eerder voor zorgkundige willen studeren. De jongens die dan toch
slagen om hun genderbrekende droom te vervullen worden meestal raar aangekeken
of bestempeld als mietjes/ meisjes of venten zonder ballen. Alsof mannen niet
voor iemand kunnen zorgen of empathie kunnen hebben!

Om verder te
gaan: vanaf 1 september ’75 aan de leeftijd van 17 jaar begon mijn moeder te
werken als voltijdse arbeider in een textielfabriek. Dit gedurende 13,5 jaar
lang. Mijn mama haatte naaien al vanaf ze verplicht werd dit te doen van haar
moeder. Maar gezien ze voor zoiets had gestudeerd onder dwang, kon ze niets
anders dan zo’n job te aanvaarden tegen haar zin.

Hierna heeft
ze 13 maand volledig aan de dop gestaan met werkloosheidsuitkering. Dit wordt
later een gelijkgestelde periode voor haar pensioen. Een recht dat dreigt
afgeschaft te worden en mensen die tegen hun zin werkloos zijn worden hier het
slachtoffer van. Voornamelijk dan vrouwen, gezien er minder werkzaamheidsgraad
is dan bij mannen. Deze verminderde arbeidsparticipatie is vaker te zien bij
oudere en lager opgeleidde vrouwen. De vrouwen met de hoogste
werkzaamheidsgraad zijn de ongetrouwde vrouwen. Idem voor mannen. 1
gezinsconstructie zorgt ervoor dat de werkzaamheidsgraad van mannen lager is
dan die van vrouwen, namelijk bij de eenoudersgezinnen. Een aantal redenen voor
deze hogere werkloosheidsgraad bij vrouwen zijn: het krijgen van kinderen,
discriminatie o.b.v. geslacht, het hebben van een lager diploma of een andere
nationaliteit (loonkloof tussen vrouwen
en mannen in België: Rapport 2015
).

Vanaf 1990
tot nu werkt ze als poetsvrouw een driekwarter, ofwel dus deeltijds, in een
ziekenhuis met opleg van dop omdat men daar geen fulltime persoon vroeg. Deze
opleg duurde 2 jaar wegens plafonnering. Ze heeft dan ook een papier getekend
met behoud van rechten omdat ze zekerheid wou in haar leven. Met dit papier kon
ze immers fulltime dopgeld krijgen bij ontslag en werden de eerste 3 jaar
werken gelijkgesteld met fulltime werk voor haar pensioen. Het nadeel is wel
dat ze pas later op prepensioen kan gaan. Toch heeft mijn mama moeite gedaan om
te zoeken naar een voltijdse job omdat ze dat heel graag wou. Heel veel
minderwaardig bevonden jobs bieden enkel maar deeltijds werk aan, meestal ook
nog eens aan een lager loon, dit zijn vaak ook de jobs in de “zachtere” sector.
Gezien bijna 80% van de deeltijds werkenden vrouw zijn, zorgt dit voor een
extra benadeling, vooral wanneer men de toeslag van de RVA voor onvrijwillig
deeltijds werk in 2017 wil halveren. De loonkloof die tot 22% bedraagt op
jaarbasis is er mede dankzij het feit dat vrouwen vooral deeltijds werk
uitoefenen. Hoewel niet de ganse loonkloof verklaart kan worden dankzij dit
fenomeen. Dat bewijst het loonkloofrapport (loonkloof
tussen vrouwen en mannen in België: Rapport 2015
) en een recente studie van
SD Worx (2015) die deeltijds werk omrekende tot voltijds werk en nog altijd
vond dat er een loonkloof van 20% was. Wanneer extralegale voordelen zoals
bedrijfswagens hierin verrekend werden, bleek dat de loonkloof zelfs steeg tot
27%. Het loonkloofrapport zegt dat maar 48,7% van de loonkloof verklaard kan
worden en dat onder meer door deeltijds werk en 11 andere factoren waaronder
het glazen plafond een bekend fenomeen is (zie figuur 1 & 2). 




Daarbij zegt men ook nog dat de overige
51,3% van de loonkloof niet verklaard kan worden! Arbeidspsycholoog Frederik
Anseel vond in zijn studie dat vrouwelijke masters elke maand 155,50 euro
minder verdienen en vrouwelijke doctorandi zelfs tot 386,83 euro! En dat
terwijl zowel mannen als vrouwen hetzelfde profiel hadden (Levecque, Baute, Van
Rossem en Anseel, 2014).




Maar waarom werken vrouwen vaker deeltijds? Het loonkloofrapport van het
instituut voor de gelijkheid tussen vrouwen en mannen stelt dat dit
voornamelijk is om een betere combinatie te hebben tussen werk en gezin. 52%
van de vrouwen en slechts 30% van de mannen willen een betere combinatie
hebben. 1 op de 6 vrouwen versus 1 op de 14 mannen zorgen ook voor kinderen of
afhankelijke personen naast hun werk. Deze keuzes zijn misschien wel bewust
maar daardoor niet vrijwillig. Meestal ligt sociale, maatschappelijke druk of
druk van de partner hier aan de basis. 1 op de 4 mannen willen dat hun vrouw
deeltijds gaat werken, maar durft dit niet te vragen. Dit aandeel stijgt
wanneer er kinderen komen: 39% van de mannen wil dat de vrouw deeltijds werkt
om voor hen te zorgen en dat terwijl enkel 9% van de vrouwen dit verwachten van
hun man (zie Figuur 3).




Een paar jaar
geleden heeft mama een operatie moeten ondergaan. Een belangrijke zenuw in haar
pols zat gekneld en maakte haar het leven zuur, het Carpal tunnel syndroom. Een
gevolg van het soort arbeid dat ze moet doen: poetsen binnen een strakke
deadline. Dat is geen easy job zoals velen denken dat het is. Zelf heb ik dit
beroep 5 jaar lang als vakantiejob gedaan. Ik merkte zelf wat voor een
ondergewaardeerd beroep het is en hoe weinig geld je verdient omdat je enkel
maar deeltijds kan werken. Hoe vermoeiend het is als je een perfectionistisch
persoon bent die alles schoon wilt hebben tegen een deadline opgelegd door
bazen die waarschijnlijk zelf nog niet eens een poetskar hebben gehanteerd. En
hoe grof sommige mensen kunnen zijn tegen poetspersoneel, zowel verpleging als
patiënt/bezoeker. Kortom: het is niet echt een beroep waar je veel voldoening
uit kunt halen dus alsjeblieft, herwaardeer dit beroep zo snel mogelijk! Nu,
mijn moeder heeft de operatie ondergaan, maar heeft een complicatie erop
gekregen, namelijk Sudeck. Dit heeft ervoor gezorgd dat mijn mama 10 maanden
ziekteverlof moest opnemen om ervan te kunnen recupereren. Door deze ervaring
wilt ze haar tweede pols die ook dit Carpal Tunnel Syndroom vertoont niet meer
laten opereren. Het zijn voor zulke zaken dat de gelijkgestelde periodes nodig
zijn. Men weet nooit wat een mens kan overkomen en geen enkel mens kan 100%
gezond zijn tijdens gans zijn of haar leven. Over ziekte gesproken: Bossuyt,
Gadeyne, Deboosere en Van Oyen hebben in 2004 een studie gedaan omtrent de
globale en gezonde levensverwachting van mannen en vrouwen over verschillende
socio-economische klassen heen. Als we de pensioenleeftijd van 65 jaar
bekijken, dan zien we dat theoretisch gezien ieder gender en socio-economische
klasse deze leeftijd kan behalen. Maar als we kijken naar de gezonde
levensverwachting, dan zien we dat vooral mensen met geen diploma, een diploma
lager onderwijs of lager secundair onderwijs gemiddeld gezien deze grens niet
behalen. Voor mannen met een diploma hoger secundair onderwijs is het zelfs
nipt om gemiddeld gezien gezond deze grens te behalen. Mannen en vrouwen met
een diploma hoger of universitair onderwijs zijn beiden gezond tot 70 jaar. Dit
betekent dat gemiddeld gezien enkel de laatste categorie deftig kan genieten
van hun pensioen en dat slechts voor 5 jaar lang! Zoals mijn mama altijd zegt:
ze willen dat we werken tot we er dood bij neervallen. Vrouwen leven dan
misschien wel langer dan mannen, maar zij doen dit in een veel minder goede
gezondheid dan mannen gezien beide geslachten gemiddeld dezelfde gezonde
levensverwachting hebben (zie Figuur 4). 




Al deze
impliciete factoren afkomstig door ons genderstereotyperend denken zorgen
ervoor dat vrouwen de dag van vandaag een lager pensioen krijgen.

Momenteel
wordt mijn mama 57 jaar. Ze kan niet zoals mijn papa op brugpensioen gaan aan
58 jaar omdat ze geen 40 jaar volle dienst heeft zoals zoveel andere vrouwen,
maar ook omdat ze behoud van rechten heeft. Ze kan wel op vervroegd pensioen
gaan wanneer ze minstens 62 jaar is en 40 jaar volle dienst heeft. Op haar 62ste
zal ze 44 jaar gewerkt hebben waarvan 17 jaar volle dienst en de rest deeltijds
met behoud van rechten. Momenteel laat ze onderzoeken of dit genoeg is om
gelijkgesteld te worden aan 40 jaar volle dienst. Anders moet ze blijven werken
als poetsvrouw tot haar 65ste. De gemiddelde loopbaan van een vrouw
is 35 jaar, van een man 42 jaar. Vaker zijn het vrouwen die hun loopbaan
onderbreken om te zorgen voor kinderen of ouderen. Als ons seksistisch
genderstereotyperende kijk op onze maatschappij dezelfde blijft zoals nu, dan
zullen nog meer vrouwen slachtoffer worden gezien de regering amper iets doet
aan de duurdere kinderopvang. De Better Life Index van OESO (2015) laat blijken
dat vrouwen gemiddeld meer dan 4uur per dag bezig zijn met huishoudelijke taken
of het zorgen voor anderen terwijl dit gemiddeld iets minder dan 2,5u per dag
is voor mannen. De sociologen Ignace Glorieux en Theun-Pieter Vantienenoven vonden
in 2009 dat mannen gemiddeld 9u per week meer aan betaalde arbeid deden en
6,5uur meer vrije tijd hadden. Dit terwijl vrouwen gemiddeld 8,5u per week het
huishoudelijk werk deden en nog es een extra 1,5u meer dan mannen voor de
opvoeding van kinderen instonden. Deze cijfers werden frappanter tussen de
leeftijd van 25 en 55 jaar. In deze groep hadden mannen gemiddeld 10,5u meer
betaalde arbeid terwijl vrouwen gemiddeld evenveel uur meer besteden aan kinderzorg
en opvoeding. Dit is volgens mij seksisme en een duidelijke oorzaak voor de
genderongelijkheid in pensioenen.

 

Deze video
heb ik gemaakt aan de hand van verschillende bronnen die mij hun informatie
doorstuurden. Naast informatie omtrent deze genderongelijkheid heb ik hen ook
gevraagd naar alternatieven en verbeteringen om het seksisme in het huidige
pensioenbeleid te kunnen aanpakken. Deze heb ik samengevoegd tot 35 puntjes
waarover we samen kunnen discussiëren.

1.   
Verhoog
het minimumloon, de meeste vrouwen hebben door omstandigheden zoals
genderstereotypering in het onderwijs momenteel al de laagste lonen

 2.   
Meer
toegankelijke, kwalitatieve en betaalbare opvanginfrastructuur voor kinderen,
ouderen en zieke familieleden opdat deze zorg minder op de schouders van
vrouwen moeten rusten. Dit kan traditionele rolpatronen helpen vervagen

3.   
Valoriseer
voltijds werk en bestrijd verplicht deeltijds werk.

4.   
Verdedig
rechten zwangere werkneemsters, nog altijd zijn ze te vaak slachtoffer van
discriminatie

5.   
Garandeer
vrouwen meer toegang tot opleidingen door de stereotypering van bepaalde
opleidingen te bestrijden. Idem voor mannen!

6.   
Verplicht
het vaderschapsverlof en maak het uitgebreider.

7.   
Versterk
welvaartsaanpassingen van de sociale uitkeringen.

8.   
Verdeel
de rijkdom en werk een rechtvaardige fiscaliteit uit

9.   
Schaf
alle hardvochtige maatregelen in de werkloosheid af en individualiseer de
sociale zekerheidsrechten.

10.  Werk de loonkloof tussen man en vrouw
weg.

11.  Behoud en versterk gelijkgestelde
periodes ook voor tijdskrediet opdat werklozen, zieken en deeltijdse
werknemers, een groep vooral bestaande uit vrouwen, een deftig pensioen
krijgen.

12.  Garandeer iedereen een waardig
minimumpensioen, met een vervangingsgraad van 75%.

13.  Versterk openbare diensten en
respecteer het openbare ambt en ambtenaren. Openbare diensten zijn er voor
iedereen en kunnen vaak moeilijker rechten opeisen via stakingen.

14.  Hou rekening met evenwicht tussen werk
en privé bij de arbeidsorganisatie.

15.  
De
1ste pensioenpijler moet blijven en versterkt worden.

16.  
Voer
een pensioensplit in, verdeel de rechten die door beide partners zijn
opgebouwd. Een partner die dan meer werkt is solidair met diegene die meer thuisblijft
voor het gezin.

17.  
Investeer
als regering niet in de 2e pijler, want die is van nature ongelijk
omdat deze afhankelijk is van sector of bedrijf, functie of loon. Ook hierin
moet er een split uitgevoerd worden.

18.  
IJver
voor een evenwichtig en kwaliteitsvol combinatiemodel waarbij mannen en vrouwen
gemiddeld evenveel buitenshuis werken en evenveel tijd besteden aan zorg- en
huishoudtaken.

19.  
Vorm
het overlevingspensioen om tot een moderne inkomenscompenserende
nabestaandenregeling die de combinatie arbeid-gezin goed ondersteunt.

20.  
Doof
het gezinspensioen uit, dit rijmt niet met het evenwichtig combinatiemodel.

21.  
Vervang
pensioenleeftijd door loopbaanpensioen van 40 jaar, aaneengeschakeld of
uitgesmeerd.

22.  
Investeer
in een heroriëntering van productie naar duurzame toegevoegde waarde.

23.  
Zorg
voor een maximuminkomen voor alle burgers, actieven en gepensioneerden,
fatsoenlijk minimuminkomen en fiscale rechtvaardigheid tussen generaties.

24.  
Voer
de 30 uren week in. Dit bevordert gendergelijkheid en maakt gelukkiger en
gezonder. Het helpt ziekteverzuim en burn-out terug te dringen en gezondere
werknemers zijn immers productievere werknemers.

25.  
Installeer
een basispensioen van 1075 euro zodat onderbroken of deeltijdse loopbaan wordt
gecompenseerd.

26.  
Voer
ook de pensioensplit in bij echtscheiding.

27.  
Stimuleer
partners om tijdens hun loopbanen de zorgtaken sterker te verdelen. Stimuleer
vaders om ouderschapsverlof te nemen door 2 maanden bonusverlof toe te kennen
als beide ouders hun verlof hebben genomen.

28.  
Zorg
voor een versoepeling om studiejaren te regulariseren en vrijwillige bijdragen
te storten.

29.  
Informeer
jonge werknemers beter.

30.  
Hef
het samendrukkingsmechanisme tot voltijdse dagen van de gepresteerde dagen van
deeltijdse werknemers op.

31.  
Pas
de loonkloofwet toe en verplicht paritaire comités functieclassificaties te
laten screenen en te werken naar meer genderneutrale functieclassifficaties.

32.  
Maak
arbeidsmarkt toegankelijker en dynamischer. Van baan of bedrijf veranderen
wordt teveel ontmoedigd. Bovendien ervaren vrouwen vaak “sticky floors” en
“glass ceilings”.

33.  
Wet
van 1 op 3 van het minder vertegenwoordigde geslacht aanwezig in raden
uitbreiden naar ook niet-beursgenoteerde bedrijven en directiecomités van grote
bedrijven.

34.  
Maak
kinderopvang en onderwijs bewust van genderstereotypes die van kindsaf aan
worden geleerd. Ook bij vacatures, stages en opleiding moet er bewust gekozen
worden om zowel mannen als vrouwen evenveel kansen te bieden.

35.  Zorg voor ocllectieve
arbeidsduurvermindering. Van 38u per week naar 32u per week met behoud van
pensioenrechten, promotiekansen en loon. Een recente studie heeft aangetoond
dat zelfs een werkweek van 35u al de gendergelijkheid op de arbeidsmarkt
significant verhoogd.

Ik deel de
mening met heel veel van deze opmerkingen en alternatieven en natuurlijk met
alles wat er gezegd werd in deze video. Persoonlijk vind ik dat het probleem
omtrent seksisme in het huidig pensioenbeleid zijn oorsprong vindt in het
alledaags seksisme die zo diep verankerd is in onze maatschappij zonder dat
veel mensen dit beseffen. Als we als vrouw gelijkwaardige rechten en gelijke
kansen willen krijgen, dan zal er iets fundamenteels moeten veranderen aan de
manier waarop we vrouwen in onze samenleving bekijken. En vooral dan hoe we
omgaan met vrouwelijke eigenschappen in deze samenleving. Want hoe meer je
erover nadenkt, hoe meer je beseft dat die eigenschappen enorm ondergewaardeerd
worden in onze maatschappij. Ze krijgen een lager loon, mannen die zulke
eigenschappen vertonen worden gepest of niet au sérieux genomen, idem voor
vrouwen. Als we seksisme in onze samenleving willen bestrijden dan moeten we
beginnen bij onszelf en bij anderen, maar dan is het van heel groot belang ook
dat de regering dit seksisme erkent en hiermee leert omgaan. Dit is een oproep
aan iedereen om na te denken over jullie leven en jullie acties. Dit is ook een
oproep aan hen die willen vechten voor een rechtvaardigere samenleving om niet
op te geven en om de regering te dwingen maatregelen te nemen tegen de
onrechtvaardigheid die momenteel aan de gang is. Zowel man als vrouw heeft er
niet voor gekozen om als zodanig geboren te worden, maar samen kunnen we
elkaars leven verbeteren door elkaar met evenveel respect te behandelen en deze
handeling door te geven aan onze kinderen en naasten. 

Zie ook de site van 11 JULI FEEST VAN DE DEMOCRATIE.

Referenties

Bossuyt,
N., Gadeyne, S., Deboosere, P., en Van Oyen H. (2004). Socio-economic
inequalities in health expectancy in Belgium. Public Health, 118:3-10.

Departement
Onderwijs en Vorming. Stafdiensten. (2015). Vlaams onderwijs in cijfers:
Schooljaar 2013-2014.

FOD
Volksgezondheid Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. (2012a). Borstvoeding, natuurlijk. Waarom? Afkomstig
van: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu: http://www.health.belgium.be/eportal/Myhealth/Healthylife/Food/FoodandHealthPlan
2/Breastfeeding/19071561_NL?backNode=4237

FOD
Volksgezondheid Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. (2012b). Mythes en waarheden over borstvoeding. Afkomstig
van: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu: http://www.health.belgium.be/eportal/Myhealth/Healthylife/Food/FoodandHealthPlan
2/Breastfeeding/19070351_NL?backNode=4237

Gezondheid
NV. (2007). Borstvoeding. Afkomstig
van: Gezondheid NV: http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=129

Glorieux,
I., Laurijssen, I., en Sobczyk, O. (2014): De
instroom in het hoger onderwijs van Vlaanderen: Een beschrijving van de huidige
instroompopulatie en een analyse van de overgang van secundair onderwijs naar
hoger onderwijs. Steunpunt SSL, Leuven (Research paper SSL/2013.16/4.1.2
– D/2014/4718/22) – TOR 2014/28.

Glorieux,
I. en Vantienenoven, T-P. (2009). Gender en tijdsbesteding: Verschillen en
evolutie in de tijdsbesteding van Belgische vrouwen en mannen 2005, 1999 en
1966. Brussel: Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

Instituut
voor de gelijkheid van vrouwen en mannen en FOD Werkgelegenheid, Arbeid en
Sociaal overleg. (2015). De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België:
Rapport 2015.

JeugdOnderzoeksPlatform.
(2015). Facts and figures: Huishoudelijke taken.

Levecque,
K., Baute, S., Van Rossem, R., en Anseel, F. (2014). Money, money, money… On PhDs, wages and gender. Afkomstig van: ECOOM website:
https://www.ecoom.be/sites/ecoom.be/files/20140204%20Ecoom%20brief_EAK%20finaal%20Engels.pdf

Michielsens,
M. en Angioletti W. (2009). Definiëring van het concept ‘seksisme’. Brussel:
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.

OECD.
(2015). Better life index: Belgium. Afkomstig
van: http://www.oecdbetterlifeindex.org/countries/belgium/

SD
Worx. (2015, 14 juni). Bedrijfswagens
maken de loonkloof nog groter
[persbericht]. Afkomstig van: http://www.sdworx.be/nl-be/sd-worx-r-d/publicaties/persberichten/2015-06-24-bedrijfswagens-loonkloof-groter

Warnez, J. (2012). Child leave and childcare system, and their
relation to gender equality in labour market participation. A comparative study
of Belgium and Denmark
(Masterthesis, Vrije Universiteit Brussel, Brussel,
België). Bron.

take down
the paywall
steun ons nu!