Analyse - Maud Bracke

Schotland aan de vooravond van het referendum

Een kleine twee weken voor in Schotland het referendum over onafhankelijkheid plaatsvindt, blijkt volgens de officiële wekelijkse YouGov-opiniepeilingen voor het eerst de stem vóór onafhankelijkheid voor te liggen. Dit is lang onwaarschijnlijk geweest voor het Britse establishment, maar een constitutionele omwenteling lijkt plots voor de deur te staan. Wat ging vooraf? Hoe valt dit onwaarschijnlijke scenario te verklaren?

maandag 8 september 2014 10:34
Spread the love

De ja-stem voor onafhankelijkheid krijgt momenteel 51 procent, de nee-stem 49 procent. Als men de 7 procent onbeslisten in aanmerking neemt, dan wordt het 47 procent ja tegen 46 procent nee. Hoewel opiniepeilingen uiteraard geen enkele
zekerheid bieden, is de trend naar een steeds sterkere ja-stem
duidelijk: begin augustus was de verhouding nog 39 procent ja tegen 61 procent nee.

Het is de Britse pers en politici de afgelopen twee weken beginnen te dagen dat wat er op 18 september staat
te gebeuren, wel eens een van de grootste constitutionele en politieke
omwentelingen zou kunnen betekenen sinds de Acts of Union. Dit
akkoord tussen de parlementen van Engeland en Schotland bracht in 1707
Groot-Brittannië tot stand. Tot een jaar geleden werd die kans in de rest van het Verenigd Koninkrijk afgewimpeld als
miniem en het hele idee van Schotse onafhankelijkheid als ridicuul, en
werd er nauwelijks aandacht aan besteed in de niet-Schotse kranten.

De trend is nochtans al een hele tijd voelbaar in de straten van Glasgow, Dundee en Aberdeen (veel minder in Edinburgh en St Andrews). Pas nu lijkt er in het Britse establishment een echte
schrik te groeien dat het Verenigd Koninkrijk uiteen kan vallen. Terwijl er geen
enkel zekerheid bestaat over ja dan wel nee, blijkt iedereen het erover
eens dat de marge waarschijnlijk niet groter dan
3 à 4 procent zal zijn. Hoe heeft het zover kunnen komen?

Overlopen

De gestage opgang van
de ja-stem wordt algemeen toegeschreven aan de zwakheid en verdeeldheid
van de nee-campagne tegenover de ongeziene dynamiek en
engagement bij de ja-campagne.
De Scottish National party (SNP), geleid door Alex Salmond en Nicola
Sturgeon, is de belangrijkste partij in de ‘Yes Scotland’-campagne. Als Schotse regeringspartij heeft ze het referendum
voorgesteld en afgedwongen. Andere partijen in die coalitie zijn de
Scottish Greens (twee vertegenwoordigers in het Schots parlement
maar relatief sterk op lokaal gebied), kleinlinkse partijen zoals de
Scottish Socialist Party (met enige invloed in de postindustriële
regio’s van Glasgow en Dundee) en sociale bewegingen zoals Scottisch
CND (Campaign for Nuclear Disarmament – omdat het verwijderen van atoomenergie uit Schotland van oudsher een centraal programmapunt
en een cruciale mobiliseringsfactor is in de
onafhankelijkheidsagenda).

Belangrijk is het bestaan binnen de ja-campagne van een dissidente Labourgroep, ‘Labour for
Independence’. Openlijk afwijkend van het partijstandpunt zouden
volgens de meest recente YouGov peilingen zo’n 30 procent van de Schotse
Labour-kiezers intussen ‘overgelopen’ zijn naar het ja-kamp. De
Labourpartij is sterk gecentraliseerd: Scottish Labour mag dan wel
aparte structuren hebben, ze heeft weinig strategische
onafhankelijkheid van de moederpartij in London, en daar heeft ze de
afgelopen maanden een zware tol voor betaald.

De British Labour
Party heeft meer dan wie dan ook te verliezen als Schotland
onafhankelijk wordt. De Conservatives hebben slechts één Schotse MP in het Brits parlement, terwijl 41 van
de 59 in Schotland verkozen MP’s in Westminster tot de Labourpartij behoren. Dat komt neer op ongeveer een vijfde van alle Labour MP’s – tweemaal
het aantal Schotse kiezers in verhouding tot Britse kiezers. Na de oorlog is de Labourpartij Schotland als haar
territorium gaan beschouwen. Het keerpunt was de SNP’s
verkiezingsoverwinning in de Schotse verkiezingen in 2011, waarbij Sturgeon werd verkozen in Govan. Dit is
een verarmde buurt in Glasgow aan de Clyderivier, bekend als het
hart van de historische scheepsbouwindustrie en van West-Schots
klassebewustzijn dat nog steeds leeft. Labour haalde hier ooit 90 procent.

Malaise

De drie
belangrijkste Britse partijen – Labour, Conservatives en Liberal
Democrats – leiden de ‘Better Together’-campagne voor de unie
en tegen onafhankelijkheid. Het is een ongemakkelijke coalitie die vooral
binnen Scottish Labour tot een malaise heeft geleid. De indruk
is dat Scottish Labour een veel effectievere nee-campagne had kunnen
voeren zonder de Tories (gehaat in Schotland sinds Margaret
Thatcher) en zelfs zonder British Labour.

Het is na de recentste peiling duidelijk dat alleen radicale koersomwentelingen door (Scottish) Labour nog een
solide nee-meerderheid kunnen garanderen. Daar hoort bij het
verbreken van de campagne-alliantie met de Tories en, vooral, het in
extremis
voorstellen van een gedetailleerd en
geloofwaardig plan voor verregaande en versnelde federalisering
(‘devolution’). Labourleider David Miliband lijkt de urgentie van de situatie te ontgaan, maar mogelijk ziet hij nog het licht – tegenwoordig is twee weken een lange tijd in de Britse
politiek.

Zowel eerste minister David Cameron als Miliband
hebben na de schok van de opiniepeiling meteen verklaard dat er in de loop van de week een plan komt voor de verdere overheveling van
bevoegdheden van Westminster naar het Schotse parlement in Holyrood. Dit had minstens een jaar geleden moeten gebeuren. Het is onduidelijk hoe gedetailleerd het plan zal zijn en hoe geloofwaardig
het zal overkomen – er is nooit gebrek geweest aan loze
beloftes over devolutie. Vooral blijft onduidelijk of
Labour en de Tories hetzelfde plan op tafel zullen leggen.
Miliband heeft het nu over ‘devo-max’. Dit is een codewoord voor verregaande
devolutie, een oplossing die in 2012-13 besproken werd als
derde optie op het stembiljet, maar gedecideerd verworpen werd door Cameron
en niet duidelijk verdedigd door Alex
Salmond. De Tories weigeren nog steeds het woord te
gebruiken.

Festivals of politics

Wat er in
Schotland de afgelopen paar maanden is gebeurd, is ongezien,
vaak naief en utopisch, maar aanstekelijk. Engagement,
mobilisatie, publiek debat en verruiming van de politieke horizonten, die allemaal volslagen vreemd zijn aan het Verenigd Koninkrijk, contrasteren sterk met de
algemene politieke apathie, verslagenheid en pessimisme in de rest van
het land. Er wordt ietwat hyperbolisch gesproken over een
‘second Scottish enlightenment’. Het is alsof een hele
maatschappij plots haar stem vindt. In Glasgow, Edinburgh, Dundee en
Aberdeen zijn de hele zomer ‘festivals of politics’
georganiseerd, met debatten, lezingen, workshops, theater en muziek.

Burgerparticipatie is
hoger dan ik ooit waar dan ook heb meegemaakt. In winkels, op straat,
op scholen en campussen, in town halls, in sociale bewegingen –
overal heeft men het niet alleen over onafhankelijkheid, maar, in een
veel ruimer perspectief, over het soort maatschappij dat men wil
bouwen. Basisactivisten van beide kampen zijn intens in de weer met
het organiseren van allerhande debatten en bijeenkomsten – maar het
is toch vooral het ja-kamp dat Schotland aan de
vooravond van het referendum heeft weten te transformeren in een diep
geëngaeerde samenleving met een ongezien hoog niveau van politieke
kennis.

Een natie die zichzelf
heruitvindt, in een proces dat onomkeerbaar lijkt. ‘Whatever
happens on 18 September, this is not going to go away
’, is de teneur in het ja-kamp – maar ook in de meest geëngageerde
delen van het nee-kamp en bij diegenen die een nee-stem verbinden met
de eis van verdere federalisering.

Left-nationalists

Elders in Europa kan de alliantie tussen nationalisten en
linkse groepen vreemd overkomen. Alex Salmond – wiens bewering dat hij
een sociaaldemocraat is zelfs door velen in de SNP niet serieus wordt
genomen – beseft al te goed hoezeer de spectaculaire
vooruitgang van Yes Scotland afhangt van de massale steun van
linkse groepen. Daartoe behoort de recente steunbetuiging van de
belangrijke transportvakbond RMT, ondanks het feit dat alle vakbonden
formeel verbonden zijn aan de Labour Party. Het is natuurlijk een
fragiele en problematische alliantie, die gedoemd is uiteen te vallen
na 18 september, los van het referendumresultaat.

Om te begrijpen waarom
linkse individuen en groepen zich schijnbaar zo
gemakkelijk aan de nationalisten verbinden, en waarom velen in de SNP
zich ‘left-nationalists’ noemen, moeten we naar de recente
geschiedenis kijken. Modern Schots nationalisme is een kind
van de de-industrialisatie van de jaren ‘70-‘80 met de welbekende
nefaste sociale gevolgen, en van de oppositie tegen
Thatcher. Haar regeringen gebruikten Schotland om te
experimenteren met besparingsmaatregelen zoals de poll tax
van 1989, een lokale belasting die de laagste inkomens relatief
zwaarder trof en tot woede leidde. Ik denk niet dat ik
ooit een referendumdebat in Glasgow heb meegemaakt waar de poll tax
niet vermeld werd. Zo’n argument heeft een blijvend mobiliserend
effect, vooral als het in verband wordt gebracht met de ‘bedroom
tax
’ – een ‘austerity’-belasting die ingevoerd werd door de Cameron-regering in 2013 maar die alweer afgeschaft zal worden, na een beslissing in het
Brits parlement die duidelijk invloed onderging van de debatten in
Schotland.

De-industrialisatie
was het cruciale historische moment, toen de meerderheid binnen de
SNP, een partij die tot dan toe de ‘Tartan Tories’ werd genoemd,
begon te pleiten voor neo-keynesiaanse politiek, het scheppen van
werkgelegendheid, het uitbouwen van nieuwe sectoren zoals
alternatieve energie – kortom, diepe staatsinterventie om het
proces van de-industrialisering te begeleiden en sociaal zo pijnloos
mogelijk te maken. Het ja-kamp verbindt dit aan een
ruimer historisch verhaal dat, hoewel het simplistisch is, weerklank vindt. Schotland heeft sinds 1945 gediend als economisch
achterland voor het rijke Zuid-Engeland en het economisch beleid zal altijd in functie van de noden van die regio
worden bepaald.

Een van de meest gehoorde slogans op Glasgow
University campus is: ‘We will no longer be the City of London’s
periphery
’. Of zoals de folkgroep The Proclaimers (die in het centrum stond van een politiek-culturele heropleving in Schotland in de jaren ’80 en die nu een van de
belangrijke sponsors van de ja-campagne is) het verwoordt in het liedje ‘Letter
from America’: ‘Bathgate no more / Linwood no more / Methil no
more / Irvine no more
’. Daarbij zijn de plaatsnamen symbool voor een industriële teloorgang.

 Democratisch deficit

Geografisch is
deze analyse natuurlijk niet helemaal correct. Een sociologische en
ideologische breuklijk met een linkser Noorden en een rechtser Zuiden
bestaat, maar de grens ligt ergens tussen Manchester en Newscastle.
Bovendien heeft zo’n sociaal-economisch argument voor
onafhankelijkheid enkel betekenis als het in verband wordt gebracht
met een politiek-institutioneel argument. De ja-campagne spreekt van
het ‘democratisch deficit’ van het Britse politiek system vanuit
Schots perspectief: dat sinds de jaren 1960 Schotland nooit
de regering heeft waarvoor het stemt. De structurele redenen
hiervoor zijn onontkoombaar: het feit dat 5 miljoen keizers moeilijk
een impact kunnen hebben op een totaal van zo’n 50 miljoen, in
combinatie met het feit dat politieke cultuur en stemgedrag, vooral
sinds de jaren ‘70, gestaag uit elkaar zijn gegroeid aan beide
kanten van de Engels-Schotse grens (en in versneld tempo sinds 2011).

Een van de meest effectieve ‘no’-argumenten, zoals onlangs
verwoord in een live televisiedebat in Aberdeen door Kezia Dugdale, die voor Labour in het Schots
parlement zetelt: ‘The UK’s
democratic deficit is about class, not nation
’. Nochtans, toen ik
een paar maanden geleden een lezing gaf in het postindustriële
Newcastle, was er geen student of collega die me probeerde te
overtuigen Nee te stemmen; een student zei: ’We’d join you if we
could
’. Engelse publieke figuren zoals Tariq Ali, George Monbiot en
Billy Bragg steunen Scotse onafhankelijkheid, omdat ze geloven dat het
een politieke aardbeving teweeg zal brengen die links in Engeland
bitter nodig heeft.

Privatisering

Het debat gaat
nagenoeg volledig over thema’s als sociale gelijkheid, het
instandhouden van de welvaartsstaat, alternatieve antwoorden op de
economische crisis, werkgelegenheid, en vooral de strijd tegen de
privatisering van de National Health Service (wat in de rest van het
Verenigd Koninkrijk gestaag aan het gebeuren is). De ruime consensus rond het feit dat
de welvaartsstaat moet behouden worden en dat de inleveringspolitiek
als antwoord op de economische crisis gefaald heeft, is het meest
opmerkelijke aan deze campagne. Zelfs de Schotse Tory-leider Ruth
Davidson zou er zich niet aan wagen om voor de privatisering van de
NHS in Schotland te pleiten.

Het grote gelijk van de Better Together-campagne is dat een aantal van de sociale maatregelen die volgens het
Yes-kamp enkel in een onafhankelijk Schotland kunnen ingevoerd
worden, in feite al gefederaliseerde beleidsthemas zijn, en dat
Schotland een eigen, alternatieve sociaaleconomische agenda kan
uitbouwen binnen het Verenigd Koninkrijk, dankzij het devolutieproces. Een belangrijk
knelpunt is dat onder het huidige federale systeem de Schotse regering
een kleine extra inkomstenbelasting mag invoeren en mag bepalen hoe
progressief die zou zijn. Hiermee zou de SNP bijvoorbeeld extra fondsen kunnen scheppen voor de Schotse NHS, en bovendien aantonen dat
het menens is als ze het heeft over sociale gelijkheid en
herverdeling.

De SNP heeft totnogtoe geweigerd die belasting te
heffen, en dit duidelijk uit electoraal opportunisme. Daarentegen, de
grote fout die de Better Together gemaakt heeft, is dat ze niet
verdergegaan is dan vage beloftes omtrent ‘more devolution
(verdere federalisering) en dat ze gefaald heeft een duidelijk plan
met beloftes voor te stellen van welke bevoegdheden
overgeheveld zullen worden naar Edinburgh en wanneer. Geruchten doen
de ronde dat dit precies is wat Labour-MP en voormalig Brits eerste
minister (en trotse Schot) Gordon Brown had gewild. Hij werd niet
gekozen als leider van de nee-campagne.

Cynisch populisme

Tijdens een
recent BBC-referendumdebat in het Kelvingrove museum in Glasgow was
het langste applaus voor een jongeman die aan Alisdair
Darling, leider van de Better Together campagne, vroeg: ‘You say we
would be better together; why are we not better together already
?’
Kortom, de ja-campagne is erin geslaagd vele Schotten (en vooral de
armsten, die massaal ja zouden gaan stemmen) te overtuigen
dat een onafhankelijk Schotland een sociaaldemocratisch beleid zal
voeren gebaseerd op sociale herverdeling, dat het zal ingaan tegen de Britse
trend naar privatisering en het uithollen van publieke diensten, en dat het zal steunen op een sterke publieke sector.

Dit alternatief politiek
en sociaal-economisch systeem, zeggen ze, kan onmogelijk binnen de context van het Verenigd Koninkrijk uitgebouwd worden, zelfs met
verregaande devolutie. Dit soort discours getuigt van een cynisch
populisme, zegt Labour, waarbij gewone mensen zand in de ogen
gestrooid wordt en een toekomstbeeld van een Schots socialistisch
paradijs wordt voorgehouden. De realiteit is dat een
onafhankelijk Schotland een klein, machteloos land zal zijn met een
zeer fragiele economie, dat zich moeizaam zal redden in een situatie
van globale economische crisis en waar de armsten arm zullen blijven.

Momentum

Salmond probeert
een fragiel evenwicht in stand te houden tussen de puur
nationalistische achterban (geografisch sterk in het rurale
centrum van het land rond Stirling en Perth, en in het relatief rijke
noordoosten rond Aberdeen, waar de kwestie van de Noordzee-olie, en
aan wie die toebehoort, een centrale rol speelt), en de centrum- tot
radicaal-linkse opinies in Glasgow en de postindustriële
‘Clyde valley’. Op deze regio – die ongeveer een derde van
het Schotse electoraat vormt en de armste regio van het land is – zijn
vele ogen gericht.

Activisten van de ‘Radical Independence’-campagne, een groep in 2013 in het leven geroepen door studenten van
de Universiteit van Glasgow, trekken al maandenlang ieder weekend
naar de meest achtergestelde buurten van Glasgow (Dalmarnock,
Bridgeton en Easterhouse, wijken met werkloosheid rond de 20 procent en waar
de gemiddelde levensverwachting voor mannen nauwelijks 68 jaar is),
gewapend met pamfletten, boeken, kinderanimatie, en met argumenten voor
onafhankelijkheid.

Een campagne die druipt van gemakkelijk en
gevaarlijk populisme, beweren Labour-activisten. Dit valt niet te ontkennen, maar het moet ook worden gezegd dat ze het al jarenlang vertikken om zelf ook maar een voet te
zetten in dit soort wijken. De ja-campagne begon pas zijn momentum te
krijgen toen deze kleinlinkse groepen in actie schoten, hierbij vaak
openlijk afstand nemend van SNP-argumenten en met als mantra: ‘This
is not about Salmond, this is about self-determination
’.

The SNP
no longer controls the Yes camp
’, begonnen linkse en groene
activisten triomfantelijk te zeggen aan het begin van de zomer. Wishful
thinking ter linkerzijde en een excessief pragmatisme in hun keuze
van bondgenoten? Misschien. Maar duidelijk is dat duizenden mensen
voor het eerst sinds lange tijd voelen dat hun stem telt. De opkomst
wordt rond de 90 procent geschat (bij de Engelse
verkiezingen in 2010 lag dat getal op 65 procent).

Europa

Dat de Better
Together-campagnes aan geloofwaardigheid inboeten, is vreemd als men
bedenkt dat ze er toch in geslaagd zijn aan het licht te brengen dat de
SNP weigert een duidelijk antwoord te geven op twee ontzettend
belangrijke kwesties: de munt en Europa. In een context van
tegenstrijdige reakties vanuit de EU-instellingen gaat de ja-campagne
er gemakshalve van uit dat Schotland misschien niet volledig
automatisch maar toch vlekkeloos als onafhankelijk land zal kunnen
toetreden, en dat de oppositie op een andere manier zal
geneutraliseerd worden.

De kwestie van EU-lidmaatschap blijft
onduidelijk, en toch is voor vele EU-burgers in Schotland Europa
een van de belangrijke redenen om voor onafhankelijkheid te
stemmen. In een interesante samenloop van omstandigheden hebben de
Tories een ‘in/out’-referendum over de EU aangekondigd in 2017
als ze in 2015 verkozen worden. Volgens de voorspellingen zou deze
belofte hen inderdaad aan een verkiezingsoverwinning kunnen helpen. De
Conservatieven staan onder zware druk van het extreem anti-EU-gezinde
UKIP (twee weken geleden is opnieuw een conservatieve MP overgelopen
naar die partij), en opiniepeilingen duiden op een meerderheid vóór uittreding uit de EU in Engeland, maar niet in Wales, Schotland of
Noord-Ierland.

Een van de opvallenste mentaliteitsverschillen die ik
aanvoel als ik de grens overtrek, is de scherpe en groeiende
anti-Europastemming in Engeland (die zowel cultureel is als politiek, en
verdergaat dan oppositie tegen de EU). Die stemming is nagenoeg volledig
onbestaand in Schotland, waar een nieuw discours rond ‘Europeanness
opleeft. Dat is ironisch, gezien de politieke crisis van ‘austerity’ waarin de EU zich zelf bevindt.

Onvermogen

Toen de Britse
regering in 2012 instemde met een referendum – tot grote woede van
Spanje en tot verbijstering van de EU-partners – deed het dit niet als
erkenning van de legitimiteit van een mogelijke Schotse
onafhankelijkheid, maar veeleer uit typische postkoloniale
arrogantie. Het ontplooide een volslagen onvermogen om zich in de Schotten in leven dat er voor hen een
betere oplossing kan bestaan dan in het Verenigd Koninkrijk te
blijven.

Bekend is de
uitspraak van Labour-zwaargewicht George Robertson in 1997, toen het
Schotse parlement in Edinburgh in het leven werd geroepen en de
federalisering begon: ‘Devolution will kill nationalism
stone-dead
’. Zoals een aantal historici (aan beide zijden van het
debat) toen al voorspelden: exact het tegenovergestelde is gebeurd.

Wat er ook moge gebeuren op 18 september, het is duidelijk dat Schotland in de
ban is – en zal blijven – van alternatieve toekomstvisies. De woorden
van schrijver en kunstenaar Alisdair Gray, nu te zien als graffiti op
campussen in Glasgow, Edinburgh en Dundee, getuigen hiervan: ‘Work
as if you live in the early days of a better nation
’.

Maud Bracke is Senior Lecturer in Modern European History aan de Universiteit van Glasgow  en woont en werkt al negen jaar in Schotland.

take down
the paywall
steun ons nu!