Jeremy Corbyn (mei 2017). Foto: Chatham House/CC BY 2.0
Analyse - Jonathan Cook,

Schorsing Corbyn na rapport antisemitisme veroorzaakt interne burgeroorlog in Labour

Het rapport van de Britse overheidscommissie voor mensenrechten EHRC stelt geen institutioneel antisemitisme vast in Labour en pleit Jeremy Corbyn vrij. Toch was dit niet wat mainstream media verkondigden. Jonathan Cook behoort tot de zeer zeldzaam wordend soort journalisten die nog zelf rapporten lezen alvorens er een mening over te geven. Hij komt in deze vrij lange maar zeer pertinente analyse tot een totaal tegengesteld besluit. Zelfs de EHRC geeft impliciet toe dat de voorbije vijf jaren een aanval tegen Corbyn waren voor zijn standpunt dat ook Palestijnen mensenrechten hebben.

maandag 16 november 2020 13:40
Spread the love

 

Sommige leden van Labour hopen misschien dat het EHRC-rapport een einde zal maken aan het verontrustende antisemitisme-hoofdstuk van de partij. Ze vergissen zich. Demonstranten namen deel aan protesten buiten een vergadering van het nationaal bestuur, toen dat op 4 september in Londen de definitie van de partij voor antisemitisme besprak.

Het was gemakkelijk om de ware betekenis van het rapport van de Equalities and Human Rights Commission (EHRC) over de aanklachten van antisemitisme binnen Labour over het hoofd te zien. Het verscheen immers te midden van de ophef over de opschorting van voormalig Labour-leider Jeremy Corbyn.

Deze omstandigheden zorgden ervoor dat het Britse publiek de indruk kreeg dat het 130 pagina’s tellende EHRC-rapport de beweringen bevestigde die Corbyns critici opperden, namelijk dat de partij onder zijn leiding “institutioneel antisemitisch” was geworden, een beeld dat werd gevormd door hitsige berichtgeving.

Niets (in het rapport) bleek neer te komen op wat een “plaag” en “vloedgolf” van antisemitisme genoemd werd, beweringen die de krantenkoppen al vijf jaar domineren.

In werkelijkheid weerlegde het rapport van de EHRC-toezichthouder dergelijke conclusie. Het rapport was veel dubbelzinniger. De bevindingen – gebrekkig, opzettelijk vaag en ronduit onsamenhangend – waren bij lange na niet zo dramatisch als de krantenkoppen suggereerden.

De EHRC stelde vast dat “er sprake was van onwettige intimidatie en discriminatie waarvoor Labour verantwoordelijk is”. Die tekortkomingen hadden, volgens de commissie betrekking op de behandeling van klachten voor antisemitisme, inmenging door de leider in disciplinaire procedures en “onwettige intimidatie” door twee leden van de Labour partij.

Naast de feiten

Paradoxaal genoeg leken de conclusies van de gelijkheidscommissie veel op de verklaring van Corbyn zelf, die stelde dat de omvang van het probleem van antisemitisme binnen Labour “dramatisch overdreven” was. Toch was net die opmerking de reden voor Labour om hem te schorsen.

De ophef over “institutioneel antisemitisme” achtervolgt Labour al zo lang dat volgens een recent onderzoek van academici Greg Philo en Mike Berry het Britse publiek inmiddels schat dat gemiddeld een derde van alle partijleden voor antisemitisme gedisciplineerd waren, meer dan 300 keer het echte cijfer.

Palestijnse kinderen in vluchtelingenkamp Azkar, Nabloes Foto: Ludo De Brabander

Uiteindelijk kon de commissie slechts twee gevallen van onwettig antisemitisme signaleren waarvoor de partij verantwoordelijk kon worden gesteld. Volgens het rapport waren er 18 “grensgevallen”, waarvoor “echter niet genoeg bewijsmateriaal bestond om uit te maken of Labour al dan niet wettelijk verantwoordelijk was voor de individuele gedragingen.”

In een reactie op vragen van Middle East Eye antwoordde de EHRC dat de opzet van het rapport was om te onderzoeken “of Labour de de “gelijkheidswet” (Equality Act) over Joodse etniciteit of Jodendom had geschonden, om te onderzoeken welke stappen de partij genomen had om de aanbevelingen van eerdere rapporten op te volgen en om na te gaan of de partij klachten voor antisemitisme rechtmatig, efficiënt en daadwerkelijk had afgehandeld.”

De leden van de commissie stemden er gewillig mee in de indruk te verspreiden dat Labour doordrongen is van antisemitisme, zelfs als ze vaststelden dat het fenomeen in de praktijk marginaal was.

Behandeling van klachten werd tegengewerkt

Het valt op dat de EHRC vermeed de verantwoordelijkheid voor de tekortkomingen van de partij bij de behandeling van klachten over antisemitisme – de ernstigste aanklacht die op tafel ligt – aan met naam genoemde personen toe te schrijven.

Die beslissing maakte het onvermijdelijk mogelijk de schuld bij voormalige Labour-leider Jeremy Corbyn te leggen. In haar verklaring aan Middle East Eye, gaf de EHRC toe dat “het falen van het leiderschap zich over heel de partij verspreidde tijdens de periode van ons onderzoek”.

Het rapport heeft er in de praktijk inderdaad voor gezorgd dat de schuld regelrecht bij Corbyn terecht kwam. Alasdair Henderson, hoofdonderzoeker voor de commissie meldde: “als toenmalig leider van de partij is … Jeremy Corbyn uiteindelijk aansprakelijk en verantwoordelijk voor wat op dat ogenblik gebeurde”.

Maar Corbyn was niet verantwoordelijk voor die gebrekkige procedures. Die bestonden al voor zijn verkiezing tot partijvoorzitter. Verder was zijn vermogen om de klachtenprocedure ten goede te beïnvloeden zeer beperkt door het feit dat de disciplinaire dienst van de partij stevig in handen was van een centristische bureaucratie die hem diep vijandig gezind is.

Peter Oborne en Richard Sanders, mijn collega’s bij Middle East Eye, hebben deze situatie ironisch genoemd. Het gaat namelijk over de partij-ambtenaren die zichzelf als “klokkenluiders” manifesteerden in een gelekt rapport waarin ze zelf verantwoordelijk geacht worden voor de grootste tekortkomingen die door commissie aangeklaagd werden.

Het waren deze ambtenaren die het disfunctionele en gepolitiseerde klimaat binnen Labour mee hielpen creëren, wat het 18 maand durende onderzoek van de EHRC mogelijk maakte, het eerste dat ooit in een belangrijke partij in Groot-Brittannië werd gehouden.

Deze partijfunctionarissen hebben in dit interne rapport gelekte beschuldigingen echter steeds resoluut afgeweerd. Zij beweren daarentegen dat hun werk werd gehinderd door voortdurende inmenging van de partijleider.

Oneerlijke onderzoeken

De tweede bevinding van de commissie tegenover Labour is een gevolg van en in sterke tegenspraak met de eerste. Het team van Corbyn krijgt de schuld van “politieke inmenging” in de klachtenprocedure, waardoor het risico op “indirecte discriminatie” zou ontstaan zijn.

Van de 70 klachten die werden onderzocht, vond de EHRC 23 in de laatste drie jaar waar sprake was van “politieke inmenging” door de partijleider en door andere spelers bij de behandeling van klachten voor antisemitisme.

In de meeste gevallen probeerden Corbyns medewerkers de antisemitismeprocedures die de partij in grote verlegenheid brachten – en die bedoeling hadden – echter te bespoedigen. Zij poogden dus net dat te doen wat critici als de Board of Deputies of de Jewish Chronicle van hen eisten.

Het EHRC-rapport erkent inderdaad dat in een aantal gevallen de bemoeienis van de medewerkers van Corbyn een stimulus was voor de ondernomen acties.

Diep begraven in het rapport staat de verbazingwekkende bekentenis van de commissie dat zij in de 70 onderzochte zaken “bezorgdheid over eerlijkheid” vonden van 42 Labour-leden die waren onderzocht voor antisemitisme. Met andere woorden, het waren zij die beschuldigd werden van antisemitisme, niet zij die de beschuldigingen uitten die slecht behandeld werden door de partij – hetzij door de disciplinaire eenheid die Corbyn vijandig gezind was, hetzij door Corbyns medewerkers in hun ijver om de lopende zaken snel op te lossen.

Vervloekt als je het doet, vervloekt als je het niet doet …

In het rapport houdt de commissie het team van Corbyn aan een onmogelijke standaard. Van Labour werd verwacht dat zij een beleid van nultolerantie aanhield tegen antisemitisme, maar het team van Corbyn wordt nu beschuldigd van discriminerende acties, net omdat het die beloftes trachtte na te komen.

Als voorbeeld van deze onsamenhangendheid stelde de commissie dat Ken Livingstone, voormalig burgemeester van Londen, “onwettige pesterijen” had begaan. Tegelijkertijd verweet de commissie het team van Corbyn dat het gepoogd had strenger tegen Livingstone op te treden.

Palestijnse betogers in Gaza eisen medische verzorging voor vier besmette Palestijnen in een gevangenis in Israël. Foto: palestinechronicle.com

In een andere zaak die werd onderzocht uitten Corbyns intimi – na een vraag om advies van de eigen interne disciplinaire dienst zelf – hun bezorgdheid over het feit dat de klachtenprocedure in diskrediet dreigde te worden gebracht als Joodse leden onderzocht bleven worden voor antisemitisme, net nadat zij Israël hadden bekritiseerd.

Dit lijkt een klassiek voorbeeld van “Vervloekt als je het doet, vervloekt als je het niet doet…”.

Toen Middle East Eye de EHRC over dit punt vragen stelde, reageerde de commissie als volgt: “De ongepastheid van politieke inmenging in klachten over antisemitisme heeft niet noodzakelijkerwijs te maken met het opgeleverde resultaat, maar eerder met de bezoedeling van de oprechtheid van het proces. De commissie stel dat het een kwestie van “publiek vertrouwen” was.

Maar dat “publiek vertrouwen” kreeg stilletjes een andere bedoeling: het ging niet langer om het gebrekkig aanpakken van antisemitisme door Labour. De commissie geeft daarentegen aan dat Labour te haastig en, in sommige gevallen, agressief heeft gehandeld in haar aanpak van antisemitisme binnen de partij.

Het gebruik van de term “indirecte discriminatie” is eveneens zeer contra-intuïtief in het kader van het onderzoek naar racisme binnen de partij, waartoe de commissie opdracht kreeg. “Discriminatie” lijkt eerder te wijzen op pogingen van Corbyns team om ervoor te zorgen dat Joodse partijleden, of ze nu beschuldigd werden van antisemitisme of van het uiten van de beschuldigingen, tactvol behandeld werden – zelfs als dat ten koste ging van de rechtvaardigheid tegenover niet-Joodse partijleden.

Opgejaagd uit Labour

De door de commissie genegeerde olifant in de kamer is dat er voor iedereen in de partij een “vijandige omgeving” was, niet alleen voor de Joodse leden.

Voelden Joodse en niet-Joodse leden die beschuldigd werden van antisemitisme – vaak na het bekritiseren van Israël of nadat ze waarnamen dat er pogingen waren om links uit de partij te smijten onder het mom van beschuldigingen van antisemitisme – zich nog welkom in Labour? Of voelden ze zich opgejaagd en gestigmatiseerd?

Met dit in het achterhoofd kunnen we eveneens opmerken dat het meest prominente geval, dat van voormalig Labour-parlementslid Chris Williamson, afwezig is in de belangrijkste kritieken van het rapport.

Williamson, een bondgenoot van Corbyn, werd in 2019 uit de partij gedwongen nadat hij suggereerde dat Labour te veel terrein had afgestaan aan critici die beweerden dat de partij overspoeld werd door antisemitisme. Labour, zo stelde hij, had die beweringen daardoor aannemelijker laten klinken.

De commissie stelt in het verslag herhaaldelijk voor dat dit soort opmerkingen “antisemitische tropes1” waren. Veel partijleden werden geconfronteerd, onderzocht, opgeschort of uit de partij gezet na het maken van dergelijke opmerkingen.

De bemerking van Williamson weergalmt namelijk Corbyns opmerkingen bij het EHRC-rapport, die eveneens luidden dat de omvang van het antisemitisme in Labour “dramatisch overdreven” werd. Deze uitspraak leidde vervolgens tot de schorsing van Corbyn.

Vorig jaar vocht Williamson echter onverwacht zijn schorsing door Labour bij het Britse Hooggerechtshof aan en won. Nadat hij een ontwerp van het rapport had ontvangen, dreigde Williamson met juridische stappen tegen de EHRC voor wat hij “een assortiment aan belachelijke en beledigende commentaren” noemde.

Blijkbaar wordt hij als gevolg van dit vonnis niet genoemd naast de twee partijambtenaren die bekritiseerd werden in het rapport, Ken Livingstone en Pam Bromley. Williamson werd in feite, opnieuw paradoxaal, vooral vernoemd in verband met “politieke inmenging” in de klachtenprocedure van Labour – omdat hij op schandalige wijze was geschorst, vervolgens weer in ere hersteld en uiteindelijk opnieuw in alle haast geschorst.

De mishandelingen geleden door Williamson tonen nogmaals aan hoe pervers het mediaverhaal over de behandeling van antisemitisme door Labour is. Eerder dan het negeren van antisemitisme joeg Labour al te vaak mensen zoals Williamson uit de partij op basis van uitermate mager bewijsmateriaal.

Het zijn net dit soort “politieke inmengingen” jegens Williamson en anderen die suggereren dat Labour zich wel degelijk tegen antisemitisme bewapende.

Recht op vrije meningsuiting genegeerd

De commissie is wettelijk verplicht een evenwicht te vinden tussen concurrerende rechten – de vrijheid van meningsuiting en de bescherming tegen racisme. Dergelijke overwegingen zijn in het bijzonder ingewikkeld bij het onderzoek naar het gedrag van een grote politieke partij.

De EHRC moet als toezichthouder voor gelijke kansen rekening houden met artikel 10 van het Europees Verdrag tot de Bescherming van de Rechten van de Mens – bescherming van de vrije meningsuiting – dat ook in de Britse wetgeving is verankerd. Maar de bevindingen die de commissie voorlegt blijken fundamenteel te botsen met het respect voor de vrije meningsuiting.

Arrestatie Palestijnse kinderen door Israëlische bezettingstroepen. Bron: Palestina Solidariteit vzw

Elke redelijke lezing van de wet suggereert dat een politieke partij alleen onderzocht moet worden als zij de antiracismewetgeving op flagrante en systematische wijze overtreedt. Het rapport zelf toont daarentegen aan dat die voorwaarden bijlange niet vervuld werden.

De commissie maakte dit punt zelf in het verslag, zij het onbedoeld. Zij stelt dat het beschermende artikel 10 van toepassing is, zelfs als er beledigende en provocerende opmerkingen gemaakt worden, en dat deze bescherming vooral geldt voor verkozen politici.

Het rapport voegt toe: “Artikel 10 zal de leden van Labour beschermen die bijvoorbeeld legitieme kritiek uiten op de Israëlische regering of hun mening geven over interne partijzaken, zoals de omvang van het antisemitisme binnen de partij”. Vervolgens negeert de commissie deze bescherming echter volledig. Met haar schorsing van Jeremy Corbyn negeert Labour deze regelgeving op identiek dezelfde manier.

Een redelijke lezing van artikel 10 zou ook suggereren dat de commissie bij de afweging van de benadering van antisemitisme door Labour verplicht geacht werd om een duidelijke, nauwkeurige en niet-controversiële definitie van antisemitisme aan te bieden. Een dergelijke definitie zou de commissie kunnen helpen bepalen of er al dan niet gewichtige bewijzen te vinden zijn die op antisemitisme wijzen binnen de partij, wat de beknotting op vrije meningsuiting al dan niet zou kunnen rechtvaardigen.

Betwist taalgebruik

De commissie heeft echter nooit duidelijk toegelicht wat met antisemitisme wordt bedoeld. De commissie heeft zich veeleer ingeschakeld in een oorlog tussen facties binnen de belangrijkste oppositiepartij, een oorlog waarin de taal zelf met al zijn dubbelzinnigheden van grondig betwist werd.

In reactie op deze kritiek merkte de EHRC-commissie zelf op dat de definitie van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) – die alom wordt bekritiseerd omdat ze kritiek op Israël samensmelt met antisemitisme, een definitie die Corbyn eveneens opgedrongen werd tijdens zijn leiderschap van Labour – “niet wettelijk bindend is”.

Zij voegde daaraan toe: “Wij nemen nota van de aanpak van de Onderzoekscommissie voor Binnenlandse Zaken, die stelt dat het niet antisemitisch is om de Israëlische regering aan dezelfde maatstaven te houden als andere liberale democratieën, om kritiek op de Israëlische regering te uiten, of om een bijzondere interesse te betonen voor het beleid en acties van de Israëlische regering, zonder dat dit aanvullend bewijs zou zijn voor antisemitisme.”

Die definitie laat uiteraard velen aan de linkerzijde van Labour in de kou staan, zoals onder meer linkse Joden, die geloven dat Israël geen liberale democratie is en er zelfs niet naar streeft dat te zijn, zoals de goedkeuring van de Israëlische wet op de Joodse natiestaat van 2018 duidelijk heeft gemaakt.

Met deze wet sloot Israël een vijfde van de Israëlische bevolking, die niet Joods is, uit van de eigen definitie van de staat. Door dit soort ideologische uitgangspunten aan een politieke partij op te leggen, lijkt de commissie zelf nog het meeste schuldig aan “politieke inmenging”.

Gebrek aan enig bewijs

Het EHRC-rapport lost de spanningen niet op. Integendeel, het benadrukt de etterende open wonden en het onverzoenlijke discours over antisemitisme. Het voegt daarmee een aanzienlijke hoeveelheid vuur toe aan een reeds sudderende burgeroorlog.

Corbyns aanhangers beweren dat de beweringen van een ernstig antisemitismeprobleem in Labour in feite een moddercampagne was met ideologische doeleinden, zonder dat enig bewijsmateriaal voorgelegd werd. Toen Corbyn na het verschijnen van het rapport zijn prestaties als partijleider verdedigde – stelde dat de omvang van het antisemitismeprobleem “dramatisch” overdreven was, en dit “met politieke doeleinden” – werd hij geschorst.

Maar hij en zijn bondgenoten hebben solide bewijzen om die stelling te staven:

  1. Eerst en vooral, zo stellen zij, tonen opiniepeilingen aan dat aanhangers van Labour minder geneigd zijn om antisemitische houdingen uit te dragen dan de aanhangers van de Conservatieve partij of de bevolking in het algemeen. Uit een opiniepeiling van het tijdschrift The Economist van 2019 bleek dat uiterst links in Groot-Brittannië veruit de meest kritische standpunten tegenover Israël innemen, maar dat zij eveneens het minst geneigd waren om zich aan antisemitisme te bezondigen.
  2. Ten tweede verwezen Corbyns aanhangers naar de statistieken van Labour zelf, waaruit blijkt dat slechts een minuscuul deel van de leden ooit naar de disciplinaire procedure tegen antisemitisme doorverwezen werd. Dat was zelfs het geval nadat pro-Israëlische groeperingen als de Campaign Against Antisemitism tegen Antisemitisme en de Jewish Labour Movement op zoek gingen naar voorbeelden om Corbyn in diskrediet te brengen en nadat ze erin slaagden de partij over te halen de nieuwe IHRA-definitie van antisemitisme aan te nemen, waarin kritiek op de Israëlische staat werd gelijkgeschakeld met Jodenhaat.
  3. Ten derde moet worden gezegd dat een aanzienlijk deel van diegenen die onderzocht werden voor antisemitisme binnen Labour, zelf Joden waren die openlijk kritiek op Israël geuit hadden. Tot op heden zijn veel Joden die zich uitdrukkelijk tegen Israël verzetten actief in Labour, onder meer in de groepering Jewish Voice for Labour. Door te verdoezelen dat veel van de meest uitgesproken critici van Israël binnen de Labourpartij zelf Joods zijn, gaven de media en pro-Israëlische partijleden de tegenstander van Corbyn een handig wapen om hem mee te slaan.

Opnieuw ondervraagd over de reden waarom het rapport zijn gebrek aan bewijsmateriaal naliet te bespreken, herhaalde de commissie aan Middle East Eye het argument dat het rapport “zich niet geconcentreerd had op het beoordelen van de omvang van het antisemitisme binnen de partij”.

Daarmee bevestigde zij het punt dat groepen zoals Jewish Voice for Labour innemen, namelijk dat er zeer weinig gevallen van antisemitisme onder de 500.000 Labour-leden te tellen zijn. De verklaring voegde er aan toe: “De klachten omvatten meer dan 220 beschuldigingen van antisemitisme binnen de Labour partij, die teruggaan tot 20112“.

Een lastercampagne door het establishment

In het rapport van de Commissie wordt geen aandacht besteed aan deze bewijzen, wat de reden voor haar onderzoek zou hebben ondermijnd en haar politieke aard suggereerde. Maar, als de aanhangers van Corbyn gelijk hebben dat er zeer weinig tastbaar bewijs was om te beweren dat Labour een uitzonderlijk antisemitismeprobleem had – op een onvermijdelijk klein aantal antisemieten onder haar leden na – hoe heeft dit tumult dan zo kunnen aanzwellen?

Een van de vele redenen waarom de Britse mainstream media Corbyn zo passioneel haten: zijn mediakritiek. Screenshot Channel4 YouTube

Hier sluit de EHRC een alliantie met de critici van Corbyn, omdat ze een zelfvervullende theorie naar voren schuift. Het lijkt er dus op dat de EHRC-commissie aanvaardt dat iedereen die ontkent dat Labour onder Corbyn een duidelijk antisemitismeprobleem had – of beweert dat Labour niet met een groter probleem te kampen had dan de rest van de Britse samenleving – daarmee bewijst dat hij of zij antisemiet is.

Maar in werkelijkheid zijn er andere, volstrekt geloofwaardige redenen waarom de claims voor antisemitismeclaims tegen Labour, zoals Corbyn opmerkte, “dramatisch overdreven waren om politieke redenen”, of zelfs regelrechte laster waren.

Corbyn was inderdaad om zeer begrijpelijke redenen het doelwit van pro-Israëlische groepen. Hij was de eerste Britse partijleider binnen het bereik van de machtsuitoefening die de Palestijnse zaak zonder enige terughoudendheid steunde en Israël met ernstige sancties bedreigde wegens de voortdurende onderdrukking van het Palestijnse volk.

De aanspraken van pro-Israëlische groeperingen kregen echter enkel politieke aandacht omdat Corbyn, in gemeenschappelijk overleg, het doelwit werd van het neoliberale establishment. Dat gold ook voor de media, de Conservatieve Partij en, misschien nog schadelijker, de nog steeds dominante Blair-vleugel binnen zijn eigen partij, die hunkert naar een terugkeer van de gloriedagen van Labour onder voormalig leider Tony Blair.

Ze wilden allen voorkomen dat Corbyn Nummer 103 zou halen. Uiteindelijk bleek antisemitisme het meest doeltreffend van een reeks verdachtmakingen die zij op Corbyn uitprobeerden. Hun doel was Corbyn in diskrediet te brengen ten aanzien van de Britse kiezers en hem er zo van te weerhouden een socialistisch platform te implementeren, een platform dat de belangen van de gevestigde orde frontaal zou uitdagen.

Onderdeel van de regeringsmachine

In zijn verklaring aan Middle East Eye stond de EHRC erop dat het een “onafhankelijke toezichthouder” is die “politieke onpartijdigheid uiterst serieus neemt”. De commissie lijkt nochtans eerder de belichaming van het establishment te zijn, zoals ze is samengesteld uit bedrijfsmensen en juristen die door de Koningin aangeprezen wreden.

In juni meldde Corbyn aan Middle East Eye dat de Conservatieve regeringen de afgelopen tien jaar de begroting van de EHRC-commissie met bijna driekwart hadden teruggeschroefd. De commissie was daardoor, aldus Corbyn, voortaan “een deel van de regeringsmachine”. Er is wijdverspreide bezorgdheid dat de commissie de regering gunstig wil stemmen om verdere bezuinigingen te vermijden.

Dit zou kunnen verklaren waarom de commissie – nadat ze het stokende besluit had genomen om de Labour oppositiepartij te onderzoeken – weigerde een gelijkaardig onderzoek naar de Conservatieve Partij uit te voeren, zelfs wanneer bewijsmateriaal aantoont dat zowel Islamofobie als antisemitisme veel gangbaarder zijn binnen de regerende partij dan binnen Labour.

Slechts een begin, zonder einde in zicht

Sommigen in Labour mogen hopen dat dit rapport een einde maakt aan het verontrustende hoofdstuk antisemitisme in de partij. Ze vergissen zich.

Gewapend met de zegen van de EHRC-commissie, en aangemoedigd door de schorsing van Corbyn, stuurde de Campaign Against Antisemitism meteen een brief naar de Labour partij waarin zij de hoofden van nog eens een dozijn parlementsleden eiste, waaronder Angela Rayner, ondervoorzitter van de partij.

De Jewish Chronicle, die al jarenlang beweert dat Labour doordrenkt is van antisemitisme, publiceerde een hoofdartikel waarin het blad stelt dat het EHRC-rapport ‘niet een einde maar een begin inluidt.”

Aan het EHRC-rapport is een vijfjarige mediahetze voorafgegaan. Foto MRC

De EHRC-commissie zelf beveelt Labour aan om zijn functionarissen over het gevaar van antisemitisme te trainen, trainingen die georganiseerd zouden worden door niet nader bepaalde “belanghebbenden van de Joodse gemeenschap”.

In de praktijk zullen de belanghebbenden waarschijnlijk “de Board of Deputies en de Jewish Labour Movement zijn, die elke kritiek op Israël met antisemitisme gelijkstellen.

In een nu genoegzaam bekende autoritaire beweging heeft secretaris-generaal van Labour David Evans de lokale partijafdelingen gewaarschuwd om het rapport niet te bespreken en om zijn bevindingen niet in twijfel te trekken.

Daarbovenop dreigde Jeremy Corbyns opvolger, Keir Starmer, ermee dat iedereen die suggereert dat antisemitisme in Labour “overdreven” werd of voor politieke doeleinden wordt gebruikt – zoals de EHRC-commissie zelf in haar rapport aangaf – onmiddellijk op gelijkaardige manier zal gestraft worden door de partij.

Functionarissen van Labour treffen reeds voorbereidingen om steunbetuigingen aan Corbyn op sociale media te onderzoeken, dit terwijl parlementsleden die achter Corbyn staan naar verluidt overwegen het schip te verlaten, voor ze zelf uit de partij gezet worden.

Len McCluskey, hoofd van Unite, de grootste vakbond die Labour steunt, heeft gesproken van een komende “chaos”. Hij waarschuwde ervoor dat “een gesplitste partij gedoemd is tot een nederlaag.”

Hij heeft hoogstwaarschijnlijk gelijk. Een burgeroorlog binnen Labour is begonnen – terwijl Groot-Brittannië wankelt onder schrijnende wanbeleid en corruptie van de Conservatieve regering – en dat zal sommigen zeer gelukkig maken.

 

How the EHRC antisemitism report added fire to Labour’s simmering civil war verscheen op 5 november in Middle East Eye en werd vertaald door Louise Hantson. Een meer uitgebreide versie van deze tekst staat op zijn blog.

Jonathan Cook is Brits onafhankelijk journalist die sinds 2001 in Nazareth woont en drie boeken schreef over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Hij is een vroegere winnaar van de Martha Gellhorn Special Prize for Journalism. Zijn website en blog zijn te vinden op www.jonathan-cook.net. Niemand betaalt Jonathan Cook voor zijn blogs. Als je ze apprecieert, overweeg dan een bescheiden schenking via deze link: “No one pays me to write these blog posts.”

 

Notes:

1   Een ‘trope’ is een uitdrukking die al dan niet bewust verkeerd wordt gebruikt of een figuurlijke uitdrukking die iets suggereert dat niet correct is (voorbeeld: “Time flies like an arrow; fruit flies like a banana”).

2   Corbyn werd partijvoorzitter in juni 2015.

3   Downing Street, 10 is het adres van het kabinet van de eerste minister.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!