Saskia Sassen over de brutaliteit van de wereldeconomie

Saskia Sassen over de brutaliteit van de wereldeconomie

In juni was de vermaarde sociologe en econome, Saskia Sassen, jurylid op het Congo Tribunal. Tijdens de Berlijnse hoorzittingen legde ze de link tussen 'het roofkapitalisme' van banken en bedrijven, land grab en vluchtelingen. Het Congo Tribunal van de Zwitserse regisseur, Milo Rau, is politiek theater dat het verband zoekt tussen Congolese grondstoffen en de oorlog die er reeds meer dan 20 jaar woedt. Historisch precedent van deze rechtbank prestatie is het Russell Tribunaal, ook bekend als het Vietnam-Tribunaal, dat in 1967 plaatsvond.

dinsdag 14 juli 2015 16:29
Spread the love

DeWereldMorgen vertaalde het betoog van Saskia Sassen op het Congo Tribunal:

Men vroeg mij om te focussen op economische factoren, op banken en bedrijven en de vernielingen die deze bedrijven veroorzaken. Dit zien we nu ook in Europa gebeuren. Het is niet enkel een Afrikaans verhaal. 

In de jaren ‘60, ten tijde van de onafhankelijkheidsoorlogen, zag Afrika er helemaal anders uit dan vandaag. Veel landen hadden goede productiesectoren ontwikkeld. Een economie met een sterke productiesector is een gespreide economie, die z’n volledige grondgebied beslaat en volk nodig heeft. Het is ook daarom dat Duitsland het tijdens deze crisis veel beter doet, want Duitsland heeft de beste productiesector in de wereld die gespecialiseerd is in halfproducten. Machines die machines produceren. De hele wereld heeft die nodig. De vernieling van de productiesector in Afrika, en dat was een actief proces van vernieling, is een belangrijke variabele in wat we vandaag in Afrika constateren. 

Ik wil beginnen met een klein onderdeel, dat vaak vergeten wordt. Het heeft deels te maken met het waarom zoveel Afrikaanse regeringen uiteindelijk evolueren tot het soort van regeringen die we vandaag in veel Afrikaanse landen zien. Sommige huidige leiders zijn gestart als goede, heroïsche figuren. Maar vandaag zijn ze op een of andere manier deel geworden van een grotere groep  van niet zo bewonderenswaardige regeringen. Wat is er gebeurd?

Het is een constructie, het is geen natuurlijke evolutie. En één element ligt aan de grondslag: leningen. De leningen waren een catastrofe voor Afrika. Op welke manier gebeurde dit? 

Petrodollars waren de oorzaak, al hebben die nochtans doorgaans niets te maken met Afrika. Men zou zelfs kunnen stellen: als Saoedi Arabië en alle andere rijke olie-exporterende Golfstaten besloten hadden om hun geld ‘thuis’ te houden, dan had een deel van de ravage die Afrika en bij uitbreiding Latijns-Amerika trof, nooit plaatsgevonden.

Vanaf het einde van de jaren ’70 tot het begin van de jaren ’90 deponeerden de Golfstaten een ongelofelijke hoeveelheid geld bij banken. De banken hadden een enorme hoeveelheid cash. En ze moesten dit geld verkopen. De banken zetten regering na regering onder druk om leningen aan te gaan. Deze regeringen hadden hier niet om gevraagd. En dit was de eerste stap in de richting van de vernieling van de capaciteiten van deze regeringen. 




De schuld van arme landen, 46 hiervan bevinden zich in Afrika, groeide van 507 miljard in 1980 tot 1,4 biljoen in 1992. Dat is een verdriedubbeling in 12 jaar tijd. De interesten groeiden tot 1,6 biljoen.

Na de 2de Wereldoorlog, in 1953, schrapten de geallieerde mogendheden 80% van de Duitse schuld. Ik wenste dat ze dat met meer landen zouden doen, zoals vandaag met Griekenland bijvoorbeeld. Maar dat doen ze niet.

En voor de resterende schuld rekenden ze tussen 3 en 5% interest. Oost-Europese landen, zoals Polen, krijgen een iets strakker regime: 8%. De interest die aan Afrikaanse landen werd aangerekend was gemiddeld 47%. En de arme Aziatische landen die in dezelfde periode leenden, een fenomeen dat startte in de jaren ’80 en een explosie kent kende in de jaren ’90, een interest van 25%. Wat we dus zien, is een proces dat Afrikaanse landen zodanig in de schulden steekt dat die regeringen niet langer efficiënt zijn. Regeringen raken makkelijker de draad kwijt en stoppen met regeren. Het enige wat ze nog zien, is het geld dat ze moeten betalen voor een schuld die ze nooit gevraagd hebben, waarmee het bankensysteem hen opgezadeld heeft. Dit is een heel groot probleem.

Deze regeringen ‘degraderen’. De bevolking gelooft niet meer in hen want er is geen vooruitgang meer. We kennen allemaal de verhalen van scholen die gebouwd worden, maar 10, 20 jaar later nog steeds niet afgewerkt zijn. Verhalen over nederlagen, die je in veel Afrikaanse landen te horen krijgt.

Uit die verzwakte, gedegradeerde regeringen verrijzen roofzuchtige elites. Geen gewone elites, maar roofzuchtige. Ze zijn niet geïnteresseerd in fabrieken, noch in scholen. En dan verschijnen de mijnbedrijven op het toneel. Ze verwerven steeds meer macht. De tragische verhalen die we nu uit Congo horen, zijn het gevolg van de combinatie van tekorten die niet veroorzaakt werden door Afrika. 




Deze logica heeft zich nu ook verplaatst naar de USA en Europa. De bovenstaande grafiek toont de evolutie van winsten. Tijdens de crisis vertoont de grafiek een val. Die duurde ongeveer 2 jaar. En wat belangrijk is: daarna gaat de winst de hoogte in. Het niveau van de winst voor bedrijven is hoger na dan voor de crisis. Bij de middenklasse zie je het tegenovergestelde gebeuren.

Wat we zien in Afrika, en zeker in Congo met de mijnbedrijven, moet bekeken worden als een systematische trend die overal ter wereld plaatsvindt. De problemen van Afrika werden niet in Afrika gecreëerd. 

In Nigeria en Angola is er een heel rijke en mondaine elite en daarnaast ziet men enorme verwoestingen door armoede. Mijnbedrijven dragen hier duidelijk toe bij. Al zijn er ook andere factoren. Als we terug kijken naar de jaren ’60, de jaren van de onafhankelijkheidsbewegingen, dan zijn de negatieve evoluties werkelijk beangstigend. En in Europa dacht men gedurende lange tijd: wij doen het goed. Maar nu treft het dus ook Europa.

Een belangrijk Afrikaans gegeven vandaag, zijn de vele mensen die de Middellandse Zee proberen over te steken. Een deel van die mensen komt ook uit Syrië en de buurlanden. Je ziet hetzelfde fenomeen in de Andaman Zee naar Thailand en Indonesië. We herinneren ons allemaal de 7000 vluchtelingen op een 12-tal boten. We wisten dat ze er waren. Ze dobberden 2 maanden rond, zonder iets.

De zogenaamde migranten in de Middellandse en Andaman Zee zijn geen migranten. Ze zijn signalen van een aan de oppervlakte komende geschiedenis. Het zijn geen migranten op zoek naar een beter leven. Het zijn mensen op zoek naar een leven.




In Afrika is er extreem groot verlies van habitat. Eén component van dit verlies van habitat is de land grab (toe-eigening van land). En dit gebeurt overal. Geschat wordt dat er tussen 2006 en 2011 ongeveer 200 miljoen hectares land werd zijn gekocht. Toen in 2006  die land grab startte, waren de belangrijkste kopers hedge funds (beleggingsfondsen), vooral de eerste 6 maanden. De financiële instellingen kochten het land niet omdat ze landbouwers wilden worden. Ze kochten het land omdat land heel kostbaar is. Land vertegenwoordigt mijnen, water, voedsel en landbouwindustrie.

Afrika neemt hier een sleutelpositie in, maar het gebeurt ook in Latijns-Amerika, in delen van Azië en zelfs in Oost- en Centraal Europa. Het grootste deel van het gekochte land wordt niet gebruikt voor het verbouwen van voedsel maar om gewassen voor biobrandstof te telen. Dat is belangrijk want dat betekent dat men om het even welke pesticiden kan gebruiken. Bij voedsel is dat beperkt. Het randeffect hiervan is dat mensen die in de buurt van deze landbouwgronden wonen zelf geen voedsel meer kunnen telen. Ook de flora en fauna wordt aangetast.

Het land raakt ook veel sneller uitgeput dan bij traditionele landbouw, waar er kennis en bescherming van de grond is. Ze hebben dus steeds meer gronden nodig. Dit creëert een verlies van habitat. Daarbovenop komen de vernietigingen door de mijnbouw: als de mijnen uitgeput zijn en de bedrijven trekken verder dan laten ze dood land achter.

We worden geconfronteerd met een uitzonderlijke en ingewikkelde toekomst. Als we naar Congo kijken dan zien we een proces dat er op het eerste gezicht heel redelijk uitziet: een legaal bedrijf dat valabel werk verricht. Maar dat proces kan catastrofale gevolgen hebben. Ik herinner je aan de mensen die naar Europa komen. Het zijn geen migranten, niet in de traditionele betekenis van het woord. Het zijn mensen op zoek naar een leven.

Vertaling: Greet Brauwers

Milo Rau’s film ‘The Congo Tribunaal’ wordt uitgebracht in de herfst van 2015

Saskia Sassens nieuwste boek, Expulsions, verschijnt in september in het Nederlands

take down
the paywall
steun ons nu!