De Burundese president Pierre Nkurunziza is er na zeven jaar nog niet in geslaagd om zoals zijn Rwandese ambtgenoot Paul Kagame zijn stempel te drukken op het land. De verkiezingen van 2010 hadden een mijlpaal moeten vormen omdat voor het eerst alle voormalige rebellengroepen als politieke partij meedongen. Maar ze hebben voor het democratiseringsproces een stap achteruit betekend (foto: WEF).
Nieuws, Afrika, Politiek, Geschiedenis, 50 jaar onafhankelijkheid, Rwanda, Burundi, Tmd, Genocide, Pierre Nkurunziza, CNDD-FDD, Hutu, Tutsi, President Paul Kagame, Centraal-Afrika, Analyse, Guy Poppe, Mwami, Mwami Ntare V, 1 juli 1962, Twa, Belgisch mandaatgebied, Duits Oost-Afrika, Grote Meren, Kinyarwanda, Kirundi, Ruanda-Urundi, Juvénal Habyarimana, Kayibanda, Rwandees Patriottisch Front (RPF), Eerste minister Louis Rwagasore, Mwami Mwambutsa, Tutsi-militairen, Melchior Ndadaye, Frodebu, Interahamwe, Oost-Afrikaanse Gemeenschap, Illegale exploitatie van Congolese grondstoffen, Gacaca - Guy Poppe

Rwanda en Burundi vijftig jaar onafhankelijk

Vaak vernoemen we Rwanda en Burundi in één adem, benaderen we ze als tweelingen of beschouwen we ze als elkaars spiegelbeeld. Daarvoor zijn er grondige redenen, in de eerste plaats de geografische ligging. Op 1 juli 1962, vijftig jaar geleden, werden ze beide onafhankelijk van België. Een analyse door Guy Poppe.

donderdag 28 juni 2012 18:10
Spread the love

Allebei zijn het kleine landen, aan elkaar grenzend en geïsoleerd in de heuvels van Centraal-Afrika aanleunend tegen de Grote Meren. Allebei zijn ze eeuwenlang een monarchie geweest, met een mwami (koning) aan het hoofd, die op een feodale manier heerste over een land, een voorschot grond, kleiner dan België. Zijn strijders en de edellieden aan zijn hof kwamen uit de Tutsi-minderheid voort. Ze domineerden de meerderheid van de bevolking, de Hutu, en een kleine groep Twa, de autochtone bewoners die we vroeger pygmeeën noemden.

Naast die gelijklopende samenstelling van de bevolking, haar hoge dichtheid, de identieke opbouw van de maatschappij en economische activiteiten als landbouw en veehouderij is er ook eenheid van taal. In Rwanda spreken ze Kinyarwanda en in Burundi het daarmee verwante Kirundi.

Net zo goed loopt de moderne geschiedenis van Rwanda en Burundi parallel. Na een korte bezetting door Duitse militairen, die de twee koninkrijken integreerden in Duits Oost-Afrika, het huidige Tanzania, komt het toenmalige Ruanda-Urundi na de Eerste Wereldoorlog als een mandaat van de Volkerenbond onder Belgisch gezag.

Na de Tweede Wereldoorlog vertrouwen de Verenigde Naties het als voogdijgebied toe aan België. Daaraan komt er op 1 juli 1962 een einde, als de twee landen afzonderlijk hun onafhankelijkheid verwerven.

Daarna vertonen de ontwikkelingen opnieuw gelijkenissen. Zowel in Rwanda als in Burundi nemen militairen met een staatsgreep het roer in handen. Een cultuur van geweld tussen de gemeenschappen installeert er zich, met massale bloedbaden tot gevolg. In Rwanda loopt het in 1994 uit op een regelrechte genocide op de Tutsi, die zeker 800.000 mensen het leven kost.

De wegen lopen uiteen

Heeft het om al die redenen zin om de evolutie in de twee landen door één bril te bekijken? We mogen niet blind blijven voor de verschillen. Zo breekt er in Rwanda voor de onafhankelijkheid een sociale revolutie uit. De Hutu zetten de monarchie aan kant en nemen de staatsmacht over.

Op 1 juli 1962 staat president Kayibanda aan het hoofd van een meerderheidsbewind. In 1973 is het na een coup de beurt aan stafchef Juvénal Habyarimana. Met zijn eenheidspartij, de MRND, regeert hij meer dan twintig jaar.

De volkerenmoord van 1994 zet daarachter een punt. Habyarimana sterft op 6 april 1994 bij een aanslag op zijn vliegtuig. Zijn medestanders en hun milities vluchten samen met een aanzienlijk deel van de bevolking het land uit. De rebellen van het Rwandees Patriottisch Front (RPF), die sinds 1990 het Hutu-regime met de wapens bestrijden, nemen de touwtjes in handen.

Rwanda krijgt een nieuw bestel, afgedwongen met de wapens. Het een jaar oude vredesakkoord is aan flarden geschoten. Sterke man, Paul Kagame, deelt vanaf het begin de lakens uit, hoewel hij het pas bij de verkiezingen van 2003 formeel tot president schopt. Al wil het RPF het niet graag gezegd hebben, sinds achttien jaar regeren opnieuw Tutsi over Rwanda.

In Burundi verloopt de aanloop naar de onafhankelijkheid heel anders. Kort na de parlementsverkiezingen, op 13 oktober 1961, vermoordt de Griek Jean Kageorgis eerste minister Louis Rwagasore, de zoon van mwami Mwambutsa. (1) In dat complot spelen politieke tegenstanders een hoofdrol. Het is een afrekening binnen de elite die ver staat van de in Rwanda kennelijk onoverbrugbare tegenstellingen tussen de bevolkingsgroepen. 

Ook daarna gaat het in Burundi een andere kant op. In 1966 zetten hogere officieren de laatste mwami, Ntare V, af en roepen ze de republiek uit. Tutsi-militairen, Micombero, Bagaza en Buyoya, volgen elkaar na telkens een nieuwe putsch als staatshoofd op en regeren met de steun van een eenheidspartij, de Uprona.

Dat blijft zo tot in 1993. Dan geven bij meerpartijenverkiezingen de Burundezen de voorkeur aan Melchior Ndadaye als president, de kandidaat van Frodebu, een partij die voornamelijk Hutu-belangen behartigt. In oktober belandt Burundi na een militaire coup en de moord op Ndadaye in een burgeroorlog. Formeel eindigt die in 2000 als de Hutu-rebellen een vredesovereenkomst sluiten met Buyoya, die een nieuwe staatsgreep weer aan het hoofd van het land gebracht had.

Na de verkiezingen van 2005 brengt de ooit ter dood veroordeelde gewezen rebellenleider, Pierre Nkurunziza, het tot president. In 2008 schoolt de laatste rebellenbeweging zich om tot politieke partij. Twee jaar later herverkiezen de Burundezen Nkurunziza en geven ze zijn partij, CNDD-FDD, een overweldigende meerderheid in het parlement. Enkele van zijn opponenten die voortijdig de race verlaten hebben en het verkiezingsproces geboycot hebben, proberen achteraf om een nieuwe rebellie op de been te brengen.

Vijftig jaar na de onafhankelijkheid merken we dat we onderscheid moeten maken tussen Rwanda en Burundi. In het eerste land hebben we te maken met een Tutsi-bewind dat zich niet zo wil noemen en met harde hand het nieuwe Rwanda op de sporen zet. De bevolkingsgroepen zijn er officieel van geen tel meer. In het laatste land regeren Hutu. De bevolkingsgroepen hebben er hun plaats in de grondwet gekregen. In de politiek en het leger van Burundi zijn quota van kracht. De politieke spanningen situeren zich binnen de Hutu-groep.

Onderlinge beïnvloeding

Ook al zijn Rwanda en Burundi in de loop van de voorbije halve eeuw uiteen gegroeid, wat er zich in het ene land afspeelt, heeft gevolgen voor het andere. De tenoren in het politieke en maatschappelijke spel bespieden elkaar als chiens de faïence, zoals dat in het Frans heet, en reageren op de gebeurtenissen aan de overkant van de grens. Op die manier blijven Rwanda en Burundi onlosmakelijk met elkaar verbonden.

Voorbeelden zijn legio. Als in 1993 muitende Burundese soldaten Ndadaye vermoorden, dan is dat in Rwanda voor Habyarimana een teken aan de wand. Zelfs als een Hutu meerpartijenverkiezingen wint, toch is hij nooit zeker dat de ‘onbetrouwbare’ Tutsi hem niet met de wapens onderuit halen. Het akkoord dat Habyarimana met het RPF gesloten heeft, raakt nooit uitgevoerd. De wapens spreken.

“Ook al zijn Rwanda en Burundi in de loop van de voorbije halve eeuw uiteen gegroeid, wat er zich in het ene land afspeelt, heeft gevolgen voor het andere. De tenoren in het politieke en maatschappelijke spel bespieden elkaar en reageren op de gebeurtenissen aan de overkant van de grens. Op die manier blijven Rwanda en Burundi onlosmakelijk met elkaar verbonden”

Als een jaar later in Rwanda moordzuchtige Interahamwe systematisch Tutsi-burgers afmaken, dan is dat een sterk signaal voor de Burundese Tutsi. Tegen de in het gewapende verzet getrokken Hutu moeten ze zich met hand en tand verdedigen. Met zulke genocidaire terroristen – het woordgebruik in die tijd – valt er met onderhandelingen geen oplossing te bereiken. Het duurt jaren voor de strijdende partijen een overeenkomst sluiten en ze ten uitvoer leggen.

Vluchtelingenstromen maken deel uit van de wisselwerking. In maart 1994 doe ik in Rwanda reportagewerk in de kampen van Burundezen die de ondermijning van de eerste democratiseringspoging ontvlucht zijn. Enkele weken later, bij de aanvang van de genocide, breken ze vierklauwens op en nemen ze in hun zog tienduizenden Rwandezen mee die het ongebreidelde geweld de rug toekeren.

Het is in Rwanda onder Habyarimana dat Burundese vluchtelingen uitgesproken Hutu-gedachtegoed ingelepeld krijgen dat ze vatbaar maakt voor de ideeën van de Palipehutu, de allereerste Burundese rebellenbeweging. Als in Rwanda het RPF zich in de cenakels van de macht vestigt, keren Tutsi na een jarenlang verblijf in Burundi terug naar hun leeggelopen land om het met hun geld en inzet op te helpen bouwen.

Uitgesproken keuzes

Het RPF van Kagame heeft gekozen voor een autoritaire aanpak. 1994 is voor Rwanda tot een kanteljaar uitgegroeid. Een strak geleide economie gestuurd door een uitgewerkte visie op de toekomst heeft van de wederopbouw een succesverhaal gemaakt. Het land is naar het Engels als officiële voertaal overgeschakeld en is naast lid van het Gemenebest ook een van de vijf lidstaten van de flink boerende Oost-Afrikaanse Gemeenschap.

Door het genocidedividend waarvan Rwanda zich verzekerd heeft, kan het op de steun rekenen van nieuwe donoren als Groot-Brittannië, Nederland en de VS. Het goed getrainde en uitgeruste leger stuurt vredeshandhavers naar Darfur en Zuid-Soedan en tot op Haïti. De corruptie is aan banden gelegd, maar de keerzijde van de medaille is de internationaal herhaaldelijk aan de kaak gestelde betrokkenheid van Rwanda bij de illegale exploitatie van Congolese grondstoffen.

Aan de andere kant duldt Rwanda nauwelijks tegenspraak en oppositie. Vrijheid van mening en pers staan niet hoog in het vaandel geschreven. De verkiezingen kunnen de internationale kritische toets niet doorstaan. Presidentskandidaten komen in de gevangenis terecht, journalisten wacht hetzelfde lot, mensenrechtenactivisten lopen gevaar. Wie tegenstellingen tussen Hutu en Tutsi beklemtoont, riskeert de toorn van het regime.

Met het verleden is, naast de gevallen die het Internationale Rwandatribunaal naar zich toegetrokken heeft, omgegaan op volksrechtbanken, de gacaca. Zij hebben de daden van 1.951.388 verdachten van volkerenmoord onder de loep genomen. Recent valt er in de schoot van de monolithische top dissidentie te bespeuren. Evenmin is het Rwanda van Kagame klaar met de gewapende Hutu-opposanten die al bijna twintig jaar in het oosten van Congo opereren.

Burundi is een ander verhaal. Nkurunziza’s CNDD-FDD is na zeven jaar nog niet erin geslaagd om zoals Kagame’s RPF zijn stempel te drukken. De verkiezingen van 2010 hadden een mijlpaal moeten vormen omdat voor het eerst alle voormalige rebellengroepen als politieke partij meedongen. Maar ze hebben voor het democratiseringsproces een stap achteruit betekend.

Fraude, riepen Nkurinziza’s opponenten, voor wat veeleer de door hen onderschatte mobilisatiekracht van de president is. Sindsdien is Burundi willens nillens een veredelde eenpartijstaat, met een buitenparlementaire oppositie die zonder forum moeilijk haar plaats vindt en een société civile die het daadwerkelijke weerwerk biedt.

Ook economisch heeft Burundi zijn draai niet gevonden. De bouwsector en het bier dragen, naast exportgewassen als koffie en thee, het overheidsinkomen. Transparency International heeft het land bestempeld als meest corrupte van Oost-Afrika. Op de armoedebarometer van de VN staat het op twee na laatste. De aansluiting bij de Oost-Afrikaanse Gemeenschap moet nog effect sorteren.

De andere kant van de medaille is dat de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting er onvergelijkbaar groter zijn dan in menig buurland. Dat onderdeel van de democratie hebben de Burundezen, zij het met vallen en opstaan, stilaan in de vingers. De onderhuidse spanningen tussen de bevolkingsgroepen zijn door ze te benoemen en bespreekbaar te maken fel ontmijnd in vergelijking met de onzalige jaren negentig. Maar de waarheidscommissie, die licht moet werpen op de misdaden van het verleden, is na twaalf jaar nog niet opgericht.

Guy Poppe

Guy Poppe is oud-journalist van de VRT-radionieuwsdienst die jarenlang Centraal-Afrika volgde. Eind vorig jaar publiceerde hij bij uitgeverij EPO het boek ‘De moord op Rwagasore, de Burundese Lumumba’.

(1) Zie: Guy Poppe, ‘De moord op Rwagasore, de Burundese Lumumba’, EPO, Antwerpen, 2011

take down
the paywall
steun ons nu!