De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

De (onderbewuste) behoefte aan Grote Reset is wat regeringen wind in de zeilen levert bij aanpak Corona

maandag 20 juli 2020 20:42
Spread the love
Voor de keuze van het Woord van het jaar 2020 heb ik een persoonlijk voorstel: het concept Resetbehoefte. Het is niet mijn bedoeling een voorlopige regering voor schut te zetten in crisistijd. En ook niet de vorming van een regering de wind uit de zeilen te nemen. Of de hardwerkende main stream media even voor schut te zetten. Daarom is dit geen publieke verklaring.

Maar de feiten sinds 13 maart geven mij gelijk in de algemene verklaring die ik kort na dit begin van de Quarantaine, later vooral lock down genoemd, heb gegeven voor wat er ons dit jaar gebeurt. De cijfers van vanavond in het tv journaal van VRT spreken boekdelen. Er zijn nog altijd maar, na recente stijgingen, een 135 nieuwe besmettingen. En tien (10) ziekenhuisopnames. Dit is het cijfer voor ons gehele Belgenland! Er is zelfs geen sprake van een enkele nieuwe dode. Ter herinnering de context: vandaag zijn ernstige aantallen doden gestorven ten gevolge van ‘gewone’ doodsoorzaken.

Zoals de gemiddeld negen doden door zelfdoding, een sector waar ik als observator en opiniemaker sinds vijfentwintig jaar expertise in opgedaan heb. En de nog talrijker doden die vallen door hartaanvallen en beroertes (herseninfarcten). (Deze laatste twee belangrijkste “doders”, om nog wat meer de zaken in context te zetten, komen totaal niet voor bij volkeren die gezonder eten en veel meer stappen, en ook meer warme sociale contacten hebben in kleine gemeenschappen. Zoals ik in mijn artikel over de Tsimane in Colombia heb uiteen gezet).

Na het nieuws heb ik de situatie andermaal besproken met een goede vriend, de voormalige hoogleraar geschiedenis Michel Cloet.

Hij stelt zich gelijkaardige vragen bij de cijfers en bij de breedschalige maatregelen. Hij merkt op dat de stijging van het aantal geregistreerde besmette gevallen heel waarschijnlijk veel beperkter is dan de absolute cijfers suggereren. Omdat er tegenwoordig veel meer en breder getest wordt dan in de beginweken na de uitbraak. Die verhouding-cijfers werden volgens Cloet, die dagelijks de uitzendingen volgt, slechts een enkele keer meegegeven. Onze conclusie: er wordt veel meer stennis gemaakt dan strikt noodzakelijk lijkt.

_____________________

Een verklaring waarom overheden de situatie aangrijpen om verregaande maatregelen door te voeren in vele domeinen

Ik zie een duidelijk en solide kader dat afdoende de fenomenen verklaart. Al enkele jaren terug signaleerde ik in geschriften de vraag, het dringende verlangen dat observatoren en agenten in zeer verschillende sectoren kenbaar maakten in opinieartikels, interviews: “We hebben in feiten grote nood aan niet nog meer bijsturingen en kleine maatregelen, maar aan een “algemene reset”. Aan een herstart met een nieuwe lei. Dit hoorde ik in uiteenlopende maatschappelijke kringen als economie, onderwijs, geneeskunde, politiek, recht.

Tenslotte, laten we vooral niet vergeten dat het bijzonder begrijpelijk wordt, deze vraag naar een schone lei en grondige veranderingen, wanneer wij de algemene en militaire context erbij halen: Alle generaties voor ons hebben na een dertig tot vijftig jaar een oorlog gekend. Naast veel doden en ellende en vernieling, geeft die precies de kans vele zaken op een andere manier aan te pakken. De  maatschappij, de industrie, de moraal, de religie… op een nieuw spoor te zetten. Dit jaar, het lijkt geen toeval te kunnen zijn, is het einde van de laatste wereldoorlog, in het bijzonder voor Europa buiten de Balkan, niet minder dan vijfenzeventig jaar geleden. D-Day, het Ardennenoffensief, het ondertekenen van de vrede nabij Berlijn… het is maand na maand precies driekwart eeuw geleden gebeurd.

Het kan vreemd klinken, maar dat betekent dat onze systemen, van politiek tot gezondheidszorg, al erg lang op dezelfde adem hebben moeten doorgaan. De laatste jaren was het voor mij merkbaar duidelijk dat vele personen en structuren op het tandvlees zaten, naar adem snakten, naar een nieuwe innerlijke oriëntatie, naar aflossing. Ook omdat er een opvatting was gegroeid dat de  perfectie niet alleen bereikbaar is door massieve en vakkundige inzet, dat alle rampen, alle eindigheid eigenlijk, alle tragiek, te controleren valt. Als we maar genoeg ons best doen. De dood, daar mocht niet meer over gesproken worden. Al dertig jaar geleden werden significant de bordjes in de buurt van spoorwegen en elektriciteitscabines met de woorden “Doodsgevaar” weggehaald en vervangen door het eufemistische “Levensgevaar”. Onze doden, we mochten ze niet meer thuis opbaren en groeten. De laatste tien tot vijftien jaar mogen wij hen zelfs omhuld door de kist niet meer schouwen wanneer ze in de aarde zakken. De brokstukken na verkeersongelukken, laat staan de gewonden en doden, ze worden in een mum van tijd aan het zicht onttrokken en weggewerkt.

Zo kon de illusie gevoed worden dat het leven, een ander woord voor De Grote Natuur, kan “onder controle” gebracht worden door dat creatuur dat op twee benen gaat. Dat alle rampzaligheid en kleinheid van dit menselijke blazoen langdurig en/of grondig kon weggepoetst worden. Uiteraard is dat een grote illusie, een hersenschim.

De mens denkt “Wat ben ik een grote olifant. Maar de jungle is veel groter.”, aldus een Afrikaans gezegde (uit Olivier Fölmi: “Wijsheid uit Afrika. 365 dagen”, Lannoo)

Ook juist in een mensengemeenschap waar meer en meer plaats kwam voor extreem met geld begiftigde individuen, die een navenant aanmatigend wereldbeeld en mensbeeld konden ontwikkelen, en zich met privilegies konden afschermen van (zelf)kritiek… kon de grote illusie groeien. Als een licht reuzenpaddenstoel waaraan iedereen verslaafd raakte.

Laat ons afdalen van die ijle hoogte.  Laat ons de natuurlijke nederigheid weer toelaten zichtbaar te worden, en haar omarmen. Het virus dat ons onmenselijke collectieve streven kwam aflossen en bekronen, het is voor velen vooral een pedaal. Een stok die gretig wereldwijd is opgepikt om een bepaalde problematiek slagkrachtig mee aan te pakken, en om de dingen al voor een deel over een andere boeg te gooien. Wel lijkt mij dat de meeste beleidsmensen die vaak niet bewust doen. Politici zijn geen geleerden.

Ook in mijn analyse schuilt er veel goeds in een situatie waarbij een gemeenschappelijke vijand, een groot gevaar, door iedereen samen wordt gezien en aangepakt. In onze ogen is er overigens een andere, betere gelegenheid, uitdaging die kansen biedt op een vreedzame grote reset biedt: namelijk de grote bedreiging die de mensheid vormt voor de natuur. De grote natuur die de mensenmaatschappij tenslotte draagt. Het gaat om de schade aan de biosfeer (biodiversiteit, soortenrijkdom), het klimaat dat wij ontregelen en de roofbouw op de voorraden die in de grond zitten (ertsen, van aardolie tot koper en koltan).

Het is een bijzonder spannende situatie, een fantastisch vraagstuk dat zich momenteel stel: zal de mens, die zichzelf vaak zo bijzonder en als enige echt verstandig acht, deze kans om de nodige grote bijsturing te maken, weten te grijpen? Of glijden wij in de komende tien jaar toch weer af naar de “remedie” die in het verleden plaatsgreep wanneer de situatie deze was van een “rien ne va plus”: oorlog. Het zou bijzonder jammer zijn indien dat zou gebeuren en op dat andere toneel niets meer zou (kunnen) worden gedaan aan het afglijden naar een ecologische ramp. De betere “reset” moet deze zijn die ook paus Francisus al voorstelde vijf jaar geleden in zijn ecologische encycliek “Laudato si”: de strijd voor meer ecologisch productie, voor minder consumeren, voor minder en voorzichtiger verwarmen, minder wereldwijd reizen enzovoort.

SHS

 

 

Epiloog. Reacties die mijn visie ontving via Sociale Media en nadere uitleg daarbij

Ik heb deze overweging en analyse gedeeld in de Faceboek-groep “Oikos denktank voor sociaal-ecologische verandering”. Dat betreft zevenduizend leden die vaak gespecialiseerde kennis hebben. Er is een en ander aan bedenkingen geformuleerd. Uit respect voor de privacy zal ik de naam van de vraagstellers en de bedenkingen niet letterlijk kopiëren hier. (Na lid worden van de groep kunt u ze nalezen. Ik geef wel mijn antwoorden en bijkomende duiding mee.

Iemand met voornaam Jef geeft een aantal bezwaren. Hij is optimistisch en meent dat er geen beletsel is om een aantal vormen van maatschappelijke scheefgroei, “koterijen” ook zonder gebruikmaking van de schok van een grote crisis recht te trekken.

Mijn antwoord: “Ik begrijp uw bedenkingen en bekommernissen. Maar wat er aan ontbreekt is de historische dimensie, Jef. Het is zeer lastig als maatschappij, als overheid (politiek personeel) zomaar koterijen wegsnijden wanneer je wil, enkel na een ‘rationele analyse’. Je bent verder niet geloofwaardig wanneer je als analyst gaat streven naar het doel van het bereiken van “een ideale maatschappij voor eens en altijd”. Dat is al vaak gepoogd, en telkens mislukt, al dan niet faliekant. Neen, je moet het bekijken van uit de  energie en kracht, het momentum dat een gemeenschap nodig heeft om echte, diepgaande verbeteringen door te voeren. De enige manier lijkt: je moet  bepaalde crisissen daartoe ontvangen en de ‘sense of urgency” die zij bieden, aangrijpen. Meer dan tevreden zijn met een grondig gesaneerde toestand kan je niet, hooguit voor een jaar of dertig, veertig. In de wijze wetenschap dat de aanwassen, de koterijen die zijn gegroeid uit bestaande systemen, opnieuw een sanering nodig zullen maken.

Ik begrijp de ogenschijnlijke “redelijkheid” van je opwerpingen. Eén denkfout in jouw analyse lijkt me echter dat je uitgaat van het bestaan van een soort menselijke actor die onveranderd doorheen de tijd leeft, toekijkt, analyses maakt en handelt. Zelfs tirannen als Napoleon of de Zonnekoning in hun tijd zijn echter niet in die positie. Essentieel is voor een realistische kijk op wat zich doorheen de eeuwen voordoet en wat de openliggende kansen op echte vooruitgang, betreft, een zogenaamd historisch bewustzijn hebt verworven. En daarnaast lijkt het nuttig voeling te hebben met hoe collectieve psychologie werkt. De geschiedenis van de politiek leert ons dat zelfs tirannen op zoek moeten gaan naar middelen om de bevolking mee te krijgen wanneer zij zeer ingrijpende veranderingen door willen voeren. Je ziet keer op keer dat er in gewone omstandigheden niet genoeg eensgezindheid te vindenvalt om de scheefgegroeide toestanden, aanpassingen bijvoorbeeld die gemaakt zijn à l tête du cliënt voor belangengroepen, opnieuw af te schaffen. Alleen sterk Crisisbewustzijn kan volgens mijn analyse alle neuzen in dezelfde richting krijgen. De mens is immers lui, hij zoekt de weg van de minste weerstand. Hij is vaak geheel ongevoelig voor intelligente lange termijn visie. Kijk bijvoorbeeld naar de weerstand die maandenlang opviel wereldwijd wanneer het erom ging visionaire klimaatactivisten te volgen of de tientallen jaren verzet tegen de grote boodschap van de klimaatwetenschappers. Een bevolking betekent in die zin nu eenmaal een grote inerte massa. Wetenschap alleen krijgt haar zelden vlot in beweging.

 

Er is voor deze analyse overigens voldoende positieve evidentie (bewijsmateriaal, illustraties) in het vergelijkbare universum van de persoonlijke psychologie: wat betreft het herstel na het vastlopen in verstrikkingen voor de individuele persoon en de aanpak via therapie en bevorderen van kansen op genezing. Therapeuten weten dat mensen vaak pas erin slagen hun leven te beteren na… scherp Crisis-bewustzijn. Pas als een alcoholicus een zwaar verkeersongeval maakt, vindt hij de motivatie om te stoppen met drinken. Is het niet zo dat de mens de neiging zich te gedragen als een voorwerp dat volgens de Wet van de Traagheid uit de fysica reageert? Zolang er geen dringende noodzaak opduikt, geen crisissituatie die de noodzaak tot (vermoeiende, kostelijke, arbeidsintensieve) bijsturing bijzonder duidelijk maakt, gaat hij liefst van al gewoon door op het oude spoor. Dit geldt m.i. evenzeer voor het individu als voor gehele naties en mutatis mutandis ook voor de wereldgemeenschap.

 

Jef, het valt op: uw voorbeelden zijn juist. Maar ze zijn geen refutatie, geen “tegenvoorbeeld” voor de hypothese die ik formuleer. Het gaat eerder om voorbeelden die dit zijn: “Uitzonderingen die de algemene regel bevéstigen”. Mijn punt is niet dat er onderweg doorheen de tijd geen goede dingen gebeuren of zelfs bepaalde scheefgroei op normale manier wordt weggesnoeid of rechtgezet. Het gaat hier om zeer fundamentele zaken, om de structuren, en daar schiet gewoon beleid nu eenmaal te kort op den duur, dat leert de geschiedenis. Leden van deze groep, zij hebben vaak kennis van de immense uitdagingen die op ons afkomen in het domein van de biosfeer, zij begrijpen allicht wat ik bedoel. Elke auto die rondrijdt, beschadigt de biosfeer; elke kilometer die hij rijdt. Dat werkt cumulatief. Een voor velen moeilijk te vatten situatie is daarbij is dat het gehele systeem van het leven op aarde dat is ontstaan gedurende meer dan een miljard jaar; het wordt momenteel tot in het hart geschaad door bepaalde “uitvindingen” en door zeer on-ecologische manieren van doen van de moderne mens. Kernenergie met zijn dodelijke straling is een extreem voorbeeld, met zijn eeuwenlange afbraaktijden wat de dodelijke straling betreft. Maar ook de klimaatverandering, die verergert met elke kubieke meter uitlaatgas en gas te wijten aan verwarming, werkt in die zin. De mens is gebruiker geworden van technieken die zozeer “natuurvreemd” zijn, zozeer “natuuronvriendelijk”, dat wij met een nieuw en uiterst gevaarlijk Probleem zitten. Een probleem dat ook de Natuur niet gemakkelijk kan neutraliseren; de “natuurlijke historie” heeft haar daar niet op voorbereid. De overbevolking, de bevolkingsdruk, die nooit zo sterk is geweest sinds de planeet is ontstaan, vier miljar jaar geleden, is eveneens zo een nieuw en moeilijk op te lossen, gevaarlijk feit in de geschiedenis van de planeet, van het Leven.

 

Door de dialoog met de critici en vragenstellers, besef ik dat mijn tekst veel voorkennis veronderstelt. Onder historici is het bijvoorbeeld gebruikelijk niet mee te gaan in het “vooruitgangsoptimisme” dat vele tijdgenoten lijken aan te hangen, wellicht onder invloed van de ongeziene vooruitgang in domeinen als geneeskunde en (elektronische) technologie. Wij historici weten echter met behulp van concrete feiten uit meer dan tweeduizend jaar studiemateriaal in diverse culturen dat er enkel – met het nodige optimisme – kan gesproken worden van een ‘spiraal’van de geschiedenis: af en toe is er vooruitgang, met vaak hervallen, en – misschien – een licht stijgende lijn over de lange termijn. Wij delen onderling vaak de boutade, het inzicht, die ons als historici stoort, maar die realistisch lijkt: “De enige les die de mens uit de geschiedenis kan trekken, is dat hij geen lessen blijkt te trekken uit de geschiedenis”.

 

Ik beschouw mijzelf overigens niet als een pessimist. (De gesprekspartner vond het getuigen van een pessimistische visie, dat elke veertig jaar opnieuw grondige bijsturingen aan maatschappelijke systemen nodig zijn). Ik geef wel toe dat ik een nuchtere analyse biedt. Abstract van aard, professioneel. Dat doe ik als historicus.

 

Om de situatie vandaag helder in te schatten, is de gecombineerde wetenschappelijke blik nodig

Wat ik in de geschiedenis waarneem, en dat zullen velen die zich op de materie toeleggen eveneens zien is dit. De twintigste eeuw was niet de beste tijd ooit, zoals sommigen lijken te menen, maar in wel de bloedigste! Stalin, Mao, Hitler, en de absolute dieptepunten van de shoah, & de nazi kampen…  met de ongeveer honderd miljoen dodelijke slachtoffers. En verder toont het beeld zich zo: opgang na het grote dieptepunt van 1945. Europa lag grotendeels letterlijk in puin na de oorlog. De economieën lagen plat. In zulke situatie komt er, bijna voorspelbaar, een tijd van herstel en van opbouw, en vooruitgang. Op vandaag is er in Leuven waar ik woon bijvoorbeeld nauwelijks nog één enkel monument of een stuk stadsmuur  dat niet gerestaureerd is. Toen ik jong was, was het beeld nog heel anders.

Dit is een ecologische groep, dat punt hoef ik dus niet verder uit te werken: de vooruitgang na 1945 op technologisch en economisch vlak is gemaakt met zeer ernstige schadelijke neveneffecten. De kopermijnen raken uitgeput, het land raakt onder het beton, habitats verdwenen, de wilde dieren maken maar een kleine fractie meer uit van de biomassa, abnormaal veel dier- en plantensoorten zijn uitgestorven door de hyperactiviteit van de mens. Daarom juist, vanuit dit bewustzijn, ben ik ook een aanhanger van de theorie dat er veel Wijsheid schuilt in de maatschappijmodellen en de levensvisie van zogenaamd inheemse volkeren. Daar is minder kapitaal beschikbaar en comfort, maar dat is een veel, veel duurzamer model. Wij van onze kant ondergraven de leefbaarheid van de toekomst voor niet zomaar een of twee, maar voor tientallen, zelfs misschien honderden generaties na ons! En het is heel ironisch en wrang dat er dan nog stemmen zijn in het debat die stellen, wat erg, voor het eerst sinds twee generaties gaan onze kinderen het misschien niet even goed en niet beter hebben dan onze generatie. De publieke opinie lijkt bijzonder kortzichtig. En uitlatingen als deze van de voormalige VLD voorzitster “onze cultuur is natuurlijk superieur” is gewoon absurd en onhoudbaar.

Naast geleerdheid in de geschiedenis steun ik voor mijn visie ook op kennis uit de hoek van eco-filosofen. Bij een ecofilsoof als Ullrich Melle (KU Leuven) leerde ik dat het op wetenschappelijke gronden mogelijk is te kiezen voor zogenaamde “precariteit”: een maatschappij die zeer, zeer, zeer sober leeft. Dat geeft zelfs de beste garanties voor de lange termijn toekomst. Maar daar staan wij vandaag natuurlijk zeer ver van af. Zelfs de groene partijen hebben nooit durven pleiten voor minder werkuren met inleveren van loon, bijvoorbeeld.

Meer en meer groeit wel het besef dat we het “in het diepe” moeten zoeken; in het uitbouwen van een “innerlijk leven”. De mens kan met veel minder geld of bezit best wel nog gelukkiger worden dan velen vandaag zijn. Dat is ook al het punt dat ik maak sinds mijn opiniestukken in De Standaard vanaf 1997 over de tot dan toe over het hoofd gezien signalen als de hoge aantallen depressieve en angstige mensen, en de torenhoge zelfdodingscijfers in België. Dat zijn voor mij tekenen aan de wand dat de “welvaart” die velen menen te zien, in feite nogal leeg en hol is.

 

Voor verdere inzichten verwijs ik naar de stukjes die ik eind april, anderhalve maand na vrijdag de dertiende waarop bij ons de Quarantaine in voege kwam, schreef. Zoals “Corona als bekroning voor een samenleving op drift” (zie link onderaan).

Ik lees bij u, overigens groot geloof in de kansen die de auto, het internet bieden, in efficiëntere technieken van landgebruik… Volgens mij mis je radicaal de schaal waarop een en ander aan de gang is, wat destructie betreft. het is lichtjes onthutsend hoe je meent de uitroeiing van een of twee soorten door inheemse jagers met pijl en boog te mogen, kunnen plaatsen naast de golf van massa-extinctie die de mensheid momenteel onbedoeld bewerkt, bijvoorbeeld. Of de schaal van verandering en chaos die de op handen zijnde klimaatverandering, verhitting. De woorden van Noam Chomsky lijken hier gepast: “People have no idea!”.

 

Universiteiten schiepen geen adequaat kader om de klimaatcrisis te begrijpen

Als verzachtende omstandigheid voor de breed bestaande onwetendheid en het gebrek aan bewustzijn over een en ander  kan gelden dat onze opvoeding en wetenschap in feite in de main stream pas zeer recent de snel groeiende kiemen van de aan de gang zijnde destructie van de natuur heeft in het oog gekregen. Op school in de humaniora wordt geen vak voorzien, evenmin als aan de universiteiten, dat de studenten kan toelaten de zeer grote perspectieven te leren zien, en dan vooral de verwevenheid van Natuurlijke Evolutie en Geschiedenis. Er bestaat geen vak dat de volledige tijdslijn van de wereld belicht. Die is  begonnen bij het ontstaan van de kosmos, van de aarde, de evolutie van de natuur, het ontstaan van de mensapen en tenslotte de mens en zijn verrichtingen sinds het steentijdperk, het neolithicum en verder in het historische tijdvak. Vakken als astronomie/kosmologie, paleo-zoölogie, prehistorische geschiedenis, moderne geschiedenis.. worden volkomen afzonderlijk, met schotten ertussen gedoceerd!

 

De evolutieleer is nog onvoldoende doorgedrongen

Welk percentage van de bevolking kent het extreem belangrijke werk van Darwin? Ook de belangrijke bijdrage van psychologie en biologie/ethologie aan het globale beeld van wat de mens is en waar wij vandaan komen, blijft voor de meeste mensen, zelfs de meeste geleerden, buiten beeld. Alleen die gecombineerde gezichtspunten kunnen mij adequaat laten zien wat de mensheid aan het aanrichten is, en waarin beterschap gelegen kan zijn.

Mia Doornaert schreef vandaag nog een column waarin zij erop wijst dat de huidige jonge generatie uitblinkt door gebrek aan historische feitenkennis en slecht is in rationele argumentatie. Gevolg is dat zij zich snel “gekwetst voelt” en met banvloeken gaat reageren… Bijzonder hoopvol!

 

(23.7.20 om 17 u) –  Wat uw opvatting betreft, beste dialoogpartner, dat de inheemse volkeren “niet” in harmonie met de natuur zouden hebben geleefd: die is fout. U treft de juiste gesprekspartner. Ik ben vaak in debat gegaan met de toegewijde Inuït-pater Kees Verspeek o.m.i. Die keer op keer getuigenissen verhaalde over het leven met deze jagers in sneeuw en ijs aan de kust van Labrador. Die een radiopost bouwde, medische taken opnam, en mee op jacht is gegaan op sneeuwhoenders, robben, poolvossen. Het interview dat ik in Tertio publiceerde is nog te raadplegen. Als een natuurvolk zoals u beweert teveel zou jagen, (verantwoordelijk voor de uitroeiing van diersoorten, navenant hun aantal”), dan zou de stam, het dorp het jaar daarop verhongeren. Integendeel, ik moet u benadrukken dat tot voor kort en tot op vandaag in bepaalde uithoeken, de Inuït en tal van indianenvolkeren in grote nederigheid en fantastische soberheid en met dito geweldige sociale betrokkenheid en verbondenheid leven. Bij ons sterven mensen letterlijk aan Eenzaamheid (opiniestuk van voormalig ziekenhuisdirecteur en professor Manu Keirse gisteren 22 juli in DS). Onze mensen sterven aan Vervreemding. Dagelijks, niet alleen de negen zelfmoordenaars. Vervreemding, aliënatie, dat is precies het tegendeel van de leefstijl van de natuurvolkeren. Naast mijn status als oorgetuige van Verspeek, ben ik ook in correspondentie gegaan met de Inuïtkenner Fred Bruemmer. Die ging een kwarteeuw lang elke zomervakantie naar het hoge noorden, naar Polaire Inuït, de mensen op de eilanden van de Beringstraat, het Yukon gebied en meer. Zijn boeken zijn nog altijd te vinden.

Ik adviseer u tenslotte naar de boekhandel te trekken en het nieuwe werk van Joe Sacco te verwerven en te bestuderen; hij ging langere tijd interviews afnemen van de Dene, een volk in het Noordwesten van Canada. (Zie recensie geschreven als blog in december).

Meer informatie over de mogelijkheid van een andere manier van leven, in grotere harmonie met de Natuur

https://www.dewereldmorgen.be/community/corona-als-welkome-bekroning-voor-een-beschaving-op-drift/

https://www.dewereldmorgen.be/community/het-mondmasker-ook-welkom-voor-onze-geplaagde-geest/

https://www.dewereldmorgen.be/community/kan-de-schat-van-de-tsimane-indianen-de-rijke-wereld-nog-redden/

https://www.dewereldmorgen.be/community/wie-zijn-greta-kyra-en-anuna-wat-zijn-de-bronnen-van-hun-bezieling-wat-kan-je-zelf-doen/

 

Reset

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!