Reële economie deel 1: “Banken zijn te groot om nog te weten wat er gaande is.”

Zeven jaar na de bankencrisis behandelt Frank Vanaerschot van FairFin in een reeks van drie artikels de structurele oorzaken die banken onveilig maken. In dit eerste deel frist hij het geheugen op over de financiële crisis en staat hij stil bij de grootte van banken toen en vandaag.

maandag 19 oktober 2015 12:44
Spread the love

Zeven herfsten geleden waren we niet in de greep van vluchtelingen, maar van omver vallende grootbanken. In september 2008 kleurden de beurskoersen elke dag roder. Het enige wat hielp om de faillissementen van Fortis, Dexia en KBC af te wenden waren gigantische sommen belastinggeld. 33 miljard euro in België en 1600 miljard euro in de hele Europese Unie. Daar moet je in België ook nog een garantie van 45 miljard euro voor de zombiebank Dexia bijtellen. Hoeveel keer zou je daarmee lonen kunnen indexeren? Hoeveel pensioenen zou je ermee kunnen uitbetalen? Hoeveel vluchtelingen zouden met dat geld menswaardig opgevangen kunnen worden?

Anno 2015 zijn regeringen weinig bezig met de stabiliteit van banken. Zeven jaar nadat winsten geprivatiseerd en verliezen gecollectiviseerd werden, concentreert het beleid zich op het wegbesparen van sociale bescherming en het afbouwen van publieke dienstverlening. In een reeks van drie artikels kijken we hoe het ondertussen zit met de structurele oorzaken die banken onveilig maakten. In dit eerste deel frissen we het geheugen op over de financiële crisis en staan we stil bij de grootte van banken toen en vandaag.

Het begon allemaal met de redding van banken

In 2007 hadden arme Amerikanen steeds meer moeite om de huisleningen die hen tevoren gretig toegestopt waren, terug te betalen. Wanbetalers verloren hun huis aan de bank, maar aangezien de prijzen op de huizenmarkt daalden konden ze de niet-terugbetaalde leningen niet recupereren en betekende dit ook verlies voor de banken. Bovendien verspreidden deze verliezen zich snel over de rest van het financieel systeem omdat een groot deel van deze leningen verpakt waren in financiële producten die banken en investeerders over heel de wereld hadden gekocht. Over waarom de stabiliteit van grote banken hierdoor begon te wankelen, kan je binnenkort meer lezen in deel twee.

Op 15 september 2008 was de Amerikaanse overheid welgeteld één dag trouw aan het liberale principe om de markt haar werk te laten doen en liet Lehman Brothers failliet gaan. Het veroorzaakte een schokgolf op de financiële markten en bezegelde het systemische karakter van de crisis. Angst teisterde ook bankiers. Joris Luyendijk interviewde twee jaar lang anoniem bankiers uit het financiële hart Londen en beschrijft in Dit kan niet waar zijn dat heel wat onder hen in die periode zelf hun geld uit de bank weghaalden, er goud en wapens mee kochten en hun families voedsel lieten hamsteren. Ze verwachtten dat heel het economisch systeem uit elkaar zou vallen.

In de publieke opinie heerste verwarring: de samenleving werd plots van binnenuit bedreigd. Ik herinner me dat ik op bezoek was bij mijn toenmalige vriendin en zag hoe haar moeder op de voorpagina van de krant de redding van Fortis aantrof en ernaar keek alsof er een buitenaards wezen op de keukentafel lag.

In zowat heel de Westerse wereld stonden banken op de rand van het faillissement, maar ze werden beschouwd als ‘too big to fail’, te groot om failliet te gaan. Om de ineenstorting van het bankensysteem te voorkomen, werden ze gered. De instabiliteit van deze banken werd voorafgegaan door jaren van woekerwinsten voor de banken. De verliezen die het gevolg van deze instabiliteit waren, kwamen echter op rekening van de belastingbetaler. Regeringen trachtten hun legitimiteit in stand te houden door te beloven dat banken onder controle gebracht zouden worden. Tegelijkertijd hadden ze een blanco cheque uitgeschreven en daarmee de  bankiers beloond die zo grandioos gefaald hadden in wat ze zeiden te doen: de economie laten draaien.

Het economisch succesverhaal van het begin van de 21ste eeuw dat aan deze grootbanken en hun riante winsten vasthing, smolt vervolgens weg als sneeuw voor de zon. Al is de wereldeconomie de diepe recessie van 2009 te boven gekomen, sterke economische groei is een schaars goed geworden, en dat nergens meer dan in Europa.

De Belgische situatie: één stap vooruit, twee stappen achteruit

Als het een belangrijk probleem is dat banken te groot waren, zou het logisch zijn dat het beleid zich focust op het kleiner maken van banken. In 2008 waren Fortis, Dexia en KBC elk afzonderlijk even groot of groter dan de Belgische economie. Van de Europese commissaris voor mededinging moesten de  banken, in ruil voor de staatshulp die ze gekregen hadden, herstructureren en hun  activiteiten terugschroeven. KBC werd zo 100 miljard euro kleiner in 2014, maar behelst nog steeds meer dan de helft van de Belgische economie.
 
De Europese Commissie ging selectief te werk. Daar waar de ene bank een beetje kromp, werd de andere nog groter. Toen Dexia een tweede keer gered moest worden heeft men het Belgische deel uit Dexia gehaald. Sinds 2012 is dit een zombiebank: er zitten nog een heleboel problematische leningen en andere financiële producten in en ze proberen die af te handelen, maar er vinden geen nieuwe activiteiten plaats. Er geldt een waarborg van 45 miljard euro voor rekening van de Belgische belastingbetaler indien Dexia er nogmaals niet in zou slagen haar verplichtingen na te komen in de toekomst. Het Belgische deel is in handen van de staat omdat er geen enkele marktpartij geïnteresseerd was in de bank die nu Belfius heet. Fortis daarentegen werd verkocht aan BNP Paribas, een Franse grootbank die op haar eentje ongeveer even groot is als de Franse economie (en meer dan 5 keer zo groot als de Belgische).

Vergelijking Belgische economie met de balans van banken. Bedragen in miljarden euro




Belgisch spaargeld in handen van Franse, Duitse en Nederlandse grootbanken

De financiële sector is diepgaand veranderd sinds 2008, maar niet zoals men zou verwachten na een dergelijke crisis. Sommige banken zijn vanuit Belgisch oogpunt kleiner geworden, maar ook niet zoveel. KBC en Belfius zijn samen nog steeds groter dan België. Als we als uitgangspunt niet de Belgische banken, maar de belangrijkste banken in België nemen (die hun hoofdzetel niet per se in België hebben), zien we dat Belgisch spaargeld steeds meer in handen is van de Franse, Duitse en Nederlandse grootbanken BNP Paribas, Deutsche Bank en ING. Dat zijn alledrie grootbanken die door de G20 als systemische banken gezien worden: een selectie van 30 banken waarvan de stabiliteit een impact heeft op internationale financiële markten. De kleinere spelers op de markt zijn veel kleiner gebleven. Triodos is drie keer groter geworden sinds de crisis, maar dat verandert niets aan de verhoudingen in de sector. 

Eilandenrijk in de mist

Als je deze duizelingwekkende bedragen leest en hun verhouding tot de nationale economie en de kleinere spelers in de markt bekijkt, ga je ervan uit dat dit oppermachtige, strak georganiseerde organisaties zijn. Maar ook hier leidt Luyendijks reis door de grootbankenwereld tot contra-intuïtieve vaststellingen. In zijn boek citeert hij een voormalige Britse minister van Financiën die dit soort banken omschrijft als ‘instellingen die te groot zijn om nog te kunnen weten wat er gaande is.’ Zelf besluit hij: “kijk achter de façade, naar de perverse prikkels, de verkokering en het klimaat van angst, de zero loyalty als gevolg van zero job security en de omvang, gammelheid, en complexiteit, en je ziet geen strak geleide piramide met bovenin het opperbevel. Je ziet een eilandenrijk in de mist, bevolkt door huurlingen.”

Redenen te over dus om van dichterbij te gaan bekijken hoe het er in die banken aan toe gaat. In het tweede deel van deze reeks doen we bijgevolg de motorkap van de winstmachine open. We kijken hoe het vandaag gesteld is met een mechanisme waarmee banken door veel schulden te maken heel winstgevend worden, maar tegelijkertijd heel kwetsbaar zijn voor grote verliezen. Verliezen die op de schouders van de samenleving terechtkomen als banken te groot zijn.

Frank Vanaerschot  

Dit artikel is gebaseerd op onderzoek van bankwijzer.be
Deze week organiseert FairFin ook een DIY-ethische financieringsweek: de
Move Your Money Week

take down
the paywall
steun ons nu!