Op 13 januari 2019 werd kunstenaar Peter terryn (1963) door de rechtbank in eerste aanleg veroordeeld tot zes maanden met uitstel en een boete van 800 euro. Hij zou door de publicatie op zijn Facebookpagina van een zeefdruk hebben opgeroepen tot sabotage van het treinverkeer, zo werd geoordeeld.
Op zijn zeefdruk staat onder meer uitleg over een noodprocedure voor het stilleggen van het treinverkeer. Infrabel, de beheerder van de spoorinfrastructuur, daagde hem daarom voor de rechtbank op beschuldiging van aanzetting tot sabotage.
Peter terryn ging tegen deze uitspraak in beroep. De rechtbank heeft op 26 februari beslist dat ze “onbevoegd is om over de aldus gekwalificeerde misdrijven te oordelen, zowel op strafrechtelijk als op burgerrechtelijk gebied.” Infrabel, de eisende partij, wordt veroordeeld tot het betalen van alle kosten voor de Staat en voor de beklaagde.
Voor meer achtergrond, zie “Kunst veroordelen heeft weinig zin en is tijdverlies voor druk bezette rechtbank”.