Koen Geens - Foto Rob Stevens - dcom.kuleuven.be (Wikimedia Commons)
Opinie - Ivo Flachet

Raad van State en Nationale Arbeidsraad kritisch voor justitiehervorming

Drukke agenda gisterochtend in de Kamercommissie justitie. Eén van de wetsontwerpen waarvoor de “werkzaamheden” werden besproken was het “Wetsontwerp houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie”1, ook gekend als Potpourri I. Het document dat voorligt in de commissie betreft een bundel van 367 pagina's. Het bevat onder andere een lijvig advies van de Raad van State.

dinsdag 7 juli 2015 15:58
Spread the love

Een belangrijke
nieuwigheid in het wetsontwerp is de invoering van een niet
gerechtelijke procedure voor de invordering van onbetwiste
geldschulden. Geens voegt voor het eerst in de Belgische rechtsorde
het principe in dat een deurwaarder een uitvoerbare titel kan
verlenen ter invordering van schulden.

Het is met name de Nationale
Kamer van Gerechtsdeurwaarders die een “Centraal register voor de
invordering van onbetwiste geldschulden” zal opzetten en die op
vraag van een individuele deurwaarder een uitvoerbare titel zal
verlenen, met een zo goed als onbetekenende controle door een
magistraat1.

Er is zeer veel
principiële kritiek op deze procedure, onder andere van de Orde van
Vlaamse Balies. Ook de Raad van State blijkt nu kritisch. Over het
toepassingsgebied van het systeem stelt de Raad dat het nieuwe
artikel ”haast onleesbaar”2
is. Hoewel de minister beloofde dat de nieuwe procedure niet van
toepassing zou zijn op particulieren is dat bij lezing van artikel
1394/20 absoluut niet duidelijk.

De Raad stelt zich bovendien de
vraag of er zich geen probleem stelt van schending van het
gelijkheidsprincipe in het materiaal toepassingsgebied. Het is
inderdaad bijvoorbeeld eigenaardig dat schulden van publieke
overheden uitgesloten zijn uit de wet. Ook de gegevens verwerking
door de deurwaarders vindt de Raad van State niet evident3.
Valt deze wel te rijmen met artikel 22 van de Grondwet betreffende de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer, vraagt de Raad zich af.

In een opvallende
passage van het advies bespreekt de Raad van State ook de plannen van
Geens om de alleenzetelende rechter in te voeren voor alle zaken in
eerste aanleg evenals voor het overgrote deel van de burgerlijke
beroepszaken. De Raad verwijst naar het advies van de Hoge Raad van
Justitie van 27 mei 2015 die reeds wees op “de meerwaarde die de
collegiale beslissing biedt op het vlak van de kwaliteit, de
objectiviteit en de legitimatie van de rechterlijke beslissing…”4.

De Raad van State stelt zich ernstige vragen bij het feit dat het aan
de korpschef wordt overgelaten “om de zaken te verdelen”. Deze
bevoegdheid dreigt “in conflict te komen met de steeds grotere
eisen die het Europees recht inzake mensenrechten stelt op het vlak
van transparantie, objectiviteit en voorzienbaarheid” en dat wat
betreft de criteria die gehanteerd worden bij de verdeling van de
zaken binnen de rechtscolleges. Deze principes zijn cruciaal om het
vertrouwen van de rechtzoekenden in de onafhankelijkheid en
onpartijdigheid van de rechters te garanderen. De Raad is dus niet
onverdeeld gelukkig met de besparingsplannen van minister Geens.

Ook uit een andere
hoek klinkt serieuze kritiek. Op 10 juni 2015 schreef de Nationale
Arbeidsraad (NAR) een brief aan Minister Geens over de rol van het
Arbeidsauditoraat in de procedure voor de Arbeidsrechtbank. In de
brief lezen we dat de NAR “meent dat de voorgestelde wijzigingen de
verworvenheden dreigen te ondergraven” van de kwalitatieve
rechtsbedeling van de arbeidsgerechten.

De NAR is van mening dat “het
belang van de rechtzoekende niet gediend is” met de voorstellen van
Geens en “dat de voorgestelde regeling ook niet zal leiden tot de
beoogde rationalisering van de burgerlijke rechtspleging”.
Bovendien is de NAR bekommert over het feit dat de voorgestelde
regeling “risico’s inhoudt voor de coherentie in de toepassing van
het sociaal recht, in het bijzonder het sociale zekerheidsrecht”.

De regering vroeg
vorige week de “spoedbehandeling” van het wetsontwerp doch trok
die vraag voorlopig in na protest van de oppositie. De opgegeven
reden van de spoedeisendheid is het feit dat de wet in het Belgisch
Staatsblad moet gepubliceerd zijn voor 24 oktober omdat anders de
misdaden van de Bende van Nijvel verjaren. Het wetsontwerp voorziet
namelijk ook een verlenging van de verjaringstermijn van dergelijke
misdaden.

De regering zou
echter ook het
luik betreffende
de Bende
van Nijvel uit
de Potpourri I kunnen
lichten en apart behandelen. Maar
minister
Geens
verkiest
de
tekst als één geheel te behouden. Hij
gebruikt dus de nood om ten laatste op 24 oktober de verjaring van
zware misdaden te hebben verlengd om het geheel van zijn voorstellen
er vrij snel door te krijgen met commissievergaderingen begin
september
en een kort en snel debat in het parlement naar
het schijnt nog in september.

Het lijkt toch
raadzaam voor de minister om de “spoed” die hij vraagt te
beperken tot wat echt spoedeisend is en dus de “Bende van Nijvel”
bepalingen apart te behandelen. Want er is nog veel werk aan zijn
winkel. Morgen zal de Kamercommissie beslissen welke deskundigen nog
zullen gehoord worden.

Hopelijk zullen daar ook specialisten sociaal
recht bij zijn en vertegenwoordigers van de vakbond. Zijn de kleine
aanpassingen die Geens deed aan zijn voorontwerp voldoende om te
voldoen aan de kritieken van de Raad van State ? Welke stappen zal
hij zetten om tegemoet te komen aan de kritieken van de NAR ? En wat
met de vele kritieken uit het middenveld5
In dergelijk belangrijke materies is het toch geen luxe om zowel de
kamerleden als de betrokken organisaties, waaronder de vakbonden en
eventueel via het middenveld ook de burger, voldoende tijd te geven
om het geheel grondig te bekijken.

Men kan niet
verwijten aan minister Geens dat hij geen pogingen gedaan heeft om
zijn plannen uit te leggen. Of hij echter geluisterd heeft naar
mensen op het terrein is een andere vraag.

Ivo Flachet

Justitiespecialist
van de PVDA

Bronnen:

1 Zie
de voorgestelde nieuwe artikelen 1394/20 tot 27 op p. 251 van de
bundel.

2 P.
120 van de bundel bevattende het advies van de Raad van State

3 P.
123 ibidem

4 P.
110 van de bundel bevattende het advies van de Raad van State

5
http://www.knack.be/nieuws/belgie/de-gewone-burger-blijft-bij-justitie-steeds-meer-in-de-kou-staan-de-kleine-consument-al-helemaal/article-opinion-581315.html

take down
the paywall
steun ons nu!