Bron: Kenueone, Wikimedia Commons / Public Domain
Longread -

Publiek geld tegen fossiel kapitaal

Vandaag leggen overheden in Europa veel geld op tafel in het kader van de klimaatopwarming en om Russisch gas te vervangen. Deze plannen hebben echter minder met energietransitie te maken dan met de winsthonger van de fossiele industrie.

dinsdag 8 november 2022 15:59
Spread the love

 

De energieprijzen gaan door het dak. Ze maken ons collectief armer en mogelijk is er deze winter niet genoeg gas om aan de vraag van de industrie en de gezinnen te voldoen. Een deel van de Belgische bevolking ziet haar koopkracht met meer dan 10% zakken, zelfs na indexering.[i]

In een recente survey van de EU zei 53% van de bevraagde gezinnen moeite te hebben om rond te komen, tegenover 45% een jaar geleden.[ii]

We komen in de verleiding te denken dat we nu geen tijd hebben voor het klimaatprobleem. Mensen moeten zich deze winter kunnen verwarmen en daar moet de rest even voor wijken. Maar deze energiecrisis en het klimaatprobleem zijn met elkaar verbonden.

We betalen als samenleving vandaag de prijs voor de politieke keuze om onze energievoorziening in handen van geprivatiseerde energiemultinationals en hun financiers te leggen. De grote olie- en gasbedrijven weten al decennia dat het oppompen, verkopen en verbranden van olie, steenkool en gas het klimaat doen opwarmen. Toch blijven ze gaan voor de kortetermijnwinst.

Zelfs zonder het klimaat in rekening te nemen is dat onverantwoord. Tussen 2014 en 2021 lagen de olie- en gasprijzen heel laag en heeft de olie- en gasindustrie ook minder geïnvesteerd in nieuwe fossiele ontginningen dan voordien.[iii]

Voor alle duidelijkheid, ze heeft in die periode te veel in nieuwe olie en gas geïnvesteerd om de klimaatproblematiek aan te pakken en te weinig om op een stabiele manier aan de hedendaagse energievraag te voldoen.

Het Internationaal Energieagentschap stelt dat we vanaf 2022 geen nieuwe fossiele brandstoffen mogen ontginnen, willen we de klimaatdoelstellingen halen.

Terwijl het toonaangevende Internationaal Energieagentschap vorig jaar voor de eerste keer toegaf dat we sinds begin 2022 geen nieuwe fossiele brandstoffen mogen ontginnen om de klimaatdoelstellingen te halen, toonde academisch onderzoek aan dat we ook bestaande steenkoolmijnen, olie- en gasvelden niet volledig kunnen ontginnen.[iv]

Wat de industrie wel gedaan heeft, of de olie- en gasprijzen nu hoog of laag zijn: massaal winsten aan hun aandeelhouders uitkeren. Dat deden ze in het tweede kwartaal van dit jaar – te midden van de crisis – opnieuw. De grote westerse oliebedrijven keerden een recordbedrag van 30 miljard dollar dividenden uit.[v]

En ondanks al hune groene praatjes blijven banken en investeerders profiteren van deze winstmachine. Met hun investeringen in deze bedrijven tonen ze hun onwil om de energievoorziening veilig te stellen, laat staan om de energietransitie in goede banen te leiden.

Op korte termijn hebben we fossiele brandstoffen nodig, maar het is een even harde realiteit dat vandaag investeren in nieuwe fossiele infrastructuur een doodlopende straat is. Vandaag geld steken in nieuwe olievelden of lng-terminals zal ons niet door de komende winter helpen, maar zal ons wel zeer diep in het rood doen gaan voor het klimaat. Toch is er vandaag veel politieke steun om dit te doen.

Ook energiebedrijven willen graag opnieuw meer fossiele brandstoffen oppompen nu de prijzen hoog zijn, maar ze vragen daarvoor wel publieke steun. Ze weten namelijk al te goed dat er een groot risico bestaat dat ze de kosten niet volledig zullen terugverdienen, omdat deze nieuwe fossiele infrastructuur binnen de kortste keren weer moet worden stilgelegd, als we ook maar een klein deel van de klimaatdoelstellingen willen halen.

Als we hierin meegaan zal publiek geld gebruikt worden om de winsten te garanderen van energiebedrijven die in nieuwe fossiele infrastructuur investeren. Om de noodsituatie rond energie het hoofd te bieden zonder in die val te trappen moeten we democratische controle krijgen over de energievoorziening en de financiering ervan.

Netto nul regulering op COP26

De klimaattop van Glasgow vorig jaar toonde aan hoe hard we op de foute weg zitten. Het was de perfecte kans om op zijn minst de conclusies van het IEA om te zetten in ambitieus beleid. Maar spijtig genoeg werd geen enkele beslissing genomen die nog maar in de buurt kwam van wat nodig is.

In de plaats van serieuze plannen te maken om fossiele brandstoffen uit te faseren en landen elkaar te laten helpen om dit proces leefbaar te houden, stond de omweg en de achterpoort voor echte klimaatactie centraal: Net Zero of netto nuluitstoot.

In de plaats van het duidelijke advies van het IEA te volgen en bijvoorbeeld afspraken te maken hoe nieuwe fossiele expansie en de financiering ervan stop te zetten, gebruikt de netto-nuluitstoot-aanpak het idee dat we later nog wel CO2 uit de lucht kunnen halen of dat we CO2-uitstoot kunnen neutraliseren door ze te compenseren.

Allemaal om te legitimeren dat bedrijven en investeerders op korte termijn geen serieuze actie ondernemen om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen.[vi]

De 60 grootste banken ter wereld hebben vorig jaar 742 miljard dollar in fossiele brandstoffen geïnvesteerd.

Glasgow was ook de eerste klimaattop waar banken en investeerders een centrale plaats innamen: met veel tamtam verkondigde de Glasgow Financial Alliance for Net Zero (GFANZ) – een netwerk van tal van de grootste banken en investeerders – dat ze klaar stonden om het klimaat te redden en de net zero transitie te financieren. Liefst 130.000 miljard dollar zegt het GFANZ klaar te hebben staan om in de ring te gooien voor het klimaat.[vii]

Maar dit is een misleidende communicatie. Het gaat in feite om alles wat de verschillende banken en investeringsfondsen op hun balans hebben staan of in hun portefeuille hebben zitten en dus potentieel zouden kúnnen inzetten voor de transitie. Dat betekent helemaal niet dat ze dat effectief doen.

Twee miljard dollar per dag naar fossiel

Het Banking on Climate Chaos Report toont aan hoe ver die vage belofte van de realiteit staat: de 60 grootste banken ter wereld, waarvan een groot deel lid is van GFANZ, heeft vorig jaar 742 miljard dollar in fossiele brandstoffen geïnvesteerd.[viii]

Dat bedrag is een beetje gedaald ten opzichte van het record van 830 miljard dollar van 2019, maar nog steeds hoger dan de jaarlijkse investeringen in fossiel in 2016, vlak na de ondertekening van het Klimaatakkoord van Parijs.

We hebben ook geen garanties dat die dalende trend voortgezet wordt, aangezien overheden of internationale organen de moed niet hebben om de financiering van fossiel te reguleren, en de banken het zelf ook niet doen. Sinds 2016 investeren de grootste banken ter wereld elke dag twee miljard dollar in fossiel. Elke dag.

De schaarse goede voorbeelden tonen hoe schrijnend de situatie is: KBC en ING hebben de voorbije maanden de financiering van nieuwe fossiele projecten uitgesloten.[ix]

Dat klinkt goed, maar olie- en gasbedrijven die nieuwe fossiele bronnen ontginnen, financieren zich slechts in zeer beperkte mate via leningen die rechtstreeks naar een project gaan. Ze financieren zich voornamelijk met leningen die naar heel het bedrijf gaan en die daarna naar eender welke activiteit kunnen gaan.

Het Banking on Climate Change Report toont ook gedetailleerd aan in welke mate deze banken tegen het advies van het IEA ingaan: ze hebben vorig jaar 185 miljard dollar geïnvesteerd in de 100 energiebedrijven die het meest inzetten op het ontginnen van nieuwe fossiele brandstoffen.

Om de rode lijnen die het IEA en het IPCC uittekenen te respecteren, moet dit bedrag in dit jaar tot 0 herleid worden. Daar zal GFANZ niet bij helpen. Dat kan alleen door een regulering die de financiering van fossiel aan banden legt, door elke financiering van nieuwe ontginning meteen te verbieden en de geldstroom naar fossiel voldoende snel doet dalen.

Van de 60 grootbanken is er welgeteld één die toont hoe het moet: de Banque Postale in Frankrijk besliste eind vorig jaar om niet langer energiebedrijven te financieren die aan nieuwe ontginning doen en de financiering van fossiele brandstoffen volledig stop te zetten tegen 2030.[x]

GFANZ heeft in Glasgow een grote communicatieslag geslagen, maar is geen concrete engagementen aangegaan om de financiering van fossiele brandstoffen en andere vervuilende sectoren aan banden te leggen.

Mark Carney, een speciale VN-gezant voor klimaatactie en -financiering, leidde het proces voor de totstandkoming van GFANZ. Hij had nochtans geprobeerd om het advies van het IEA mee op te nemen in GFANZ. Maar de banken gaven geen millimeter toe en dus besloot Mark Carney maar om met zijn lege GFANZ-doos op het podium van de COP te gaan staan en te doen alsof het een trofee was.[xi]

Het achterliggende structurele probleem met GFANZ is dat hierdoor het reguleren van de geldstromen in de privé financiële sector uitbesteed wordt aan de sector zelf, terwijl die net aangetoond heeft niet in staat te zijn zichzelf te reguleren. Enkel de politieke wil om met regulering de geldstromen in de financiële sector af te stemmen op de klimaatwetenschap kan ons vooruit helpen.

Die nood is alleen maar prangender geworden. De energieprijzen hadden al een aanzienlijke stijging gekend voor de klimaattop van november 2021, maar bleven daarna verder de hoogte in gaan. De oorlog in Oekraïne en het opbod van sancties waar olie en gas een grote rol in spelen, hebben die al hoge prijzen door het dak doen gaan. Hierdoor zijn klimaat en energievoorziening innig met elkaar verstrengeld geraakt.

Ook niet-Russisch gas zet ons vast

In mei kondigde de Europese Commissie Repower EU aan, een plan om tegen eind 2022 Russisch gas voor twee derde te vervangen door alternatieve gasbronnen, hernieuwbare energieproductie en energiebesparing.[xii]

Repower EU heeft ook de ambitie om tegen 2030 de gasconsumptie met 30 procent te verminderen. Maar het plan legt niet uit hoe dit concreet bereikt kan worden.”[xiii]

En wat vooral opvalt is dat hoewel de Commissie dit voorstelt als een plan om de energietransitie te versnellen, een van de voornaamste gevolgen van dit plan is dat er een politieke steun is voor publieke investeringen in nieuwe gasinfrastructuur.

Heel wat Europese leiders proberen kost wat kost nieuwe gasvoorraden buiten Rusland te bemachtigen om te voorkomen dat we in de winter zonder gas vallen. Heel wat van die nieuwe deals kunnen alleen maar meer gas leveren door nieuwe ontginningen of op zijn minst nieuwe infrastructuur voor het vervoer of de opslag van gas te bouwen. Zo sloten de VS en de EU een deal om meer extreem vervuilend schaliegas naar Europa te exporteren.[xiv]

Om deze verhoogde aanvoer van schaliegas mogelijk te maken, moeten we eerst miljarden euro’s investeren in de gasinfrastructuur van de VS en de EU. Het kan jaren duren voor de bouw van nieuwe infrastructuur klaar is. In dat geval zal het gas niet op tijd komen om een tekort in de winter op te vangen.

Daarnaast gaat deze Europese zoektocht ten koste van anderen. Nieuw gas is niet meteen beschikbaar en bestaande voorraden die naar Europa gaan, zijn niet beschikbaar voor andere landen die ze nodig hebben. Ten slotte gaat de EU met de bouw van nieuwe ontginningen en infrastructuur lijnrecht tegen klimaatdoelstellingen in. Zelfs landen als Nederland en Duitsland gaan nieuwe gasvelden ontginnen.[xv]

In de voorbereiding van Repower EU ging commissievoorzitter Ursula von der Leyen zich inspireren bij de grote energiebedrijven.[xvi] Maar deze bedrijven hebben er alle belang bij om de fossiele kraan open te houden, terwijl dit net het moment is om ze dicht te draaien.

Sinds het begin van de oorlog werden er in Europa al 15 nieuwe aanvragen voor projecten ingediend om gas te importeren of te vervoeren.[xvii] Dit terwijl het IEA en ook het IPCC aangeven dat er geen ruimte meer is voor nieuwe fossiele infrastructuur. Om die voorgestelde projecten te realiseren zou 26 miljard euro nodig zijn. Zulke investeringen zetten ons enkel verder vast in de fossiele economie waar we zo dringend uit moeten.

En dit is exact waarom de vermelding van nieuwe publieke investeringen in gas in Repower EU nefast zijn. Bedrijven en privé-investeerders weten dat nu in nieuwe gas infrastructuur en ontginningen investeren risicovol is omdat ze veel langer operationeel moeten zijn om winstgevend te zijn dan compatibel is met het behalen van klimaatdoelstellingen.

Ze vragen dan ook garanties dat hun inkomsten verzekerd zijn, voornamelijk in de vorm van publieke investeringen die de grootste risico’s op zich nemen. Nieuwe publieke investeringen in gas zijn een enorme verspilling van publiek geld omdat we er de winsten van bedrijven en banken mee garanderen om infrastructuur te bouwen die lijnrecht ingaat tegen wat nodig is voor het klimaat.

De EU zegt in de naam van vrede alternatieve gasleveranciers te zoeken, maar sluit nieuwe gasdeals af met landen die in conflicten verwikkeld zijn.

Sommige leiders willen zelfs bestaande engagementen openbreken. In mei pleitte de Duitse bondskanselier Olaf Scholz ervoor dat de Europese Investeringsbank zou investeren in nieuwe gasinfrastructuur in Senegal, terwijl de bank een verbod op investeringen in nieuwe fossiele infrastructuur heeft aangenomen.[xviii]

Momenteel blijft de investeringsbank van de Europese Unie bij haar beleid, maar de echte test zal in het najaar volgen wanneer het energiebeleid van de bank herbekeken wordt.

Fossiele conflicten

Het is verleidelijk te denken dat de oorlogssituatie op dit moment belangrijker is, maar klimaat en conflicten zijn onherroepelijk met elkaar verbonden. Om huidige en toekomstige conflicten te ontmijnen moeten we snel genoeg afstappen van fossiele brandstoffen.

Net als in Oekraïne spelen fossiele brandstoffen in vele andere conflicten een centrale rol. Zo draaiden de burgeroorlogen in Zuid-Soedan grotendeels rond de controle over hun nationale olievelden.[xix]

De geplande EastMed-gaspijpleiding tussen Israël, Cyprus en Griekenland pookt dan weer de spanningen met Turkije op.[xx]

En ook conflicten in Irak, Nigeria, Mozambique en de Zuid-Chinese Zee zijn direct gedreven door olie en gas.[xxi]

De EU zegt in naam van vrede alternatieve gasleveranciers te zoeken, maar heel wat van de gasdeals die ze de laatste maanden afsloot, zijn deals met landen die in conflicten verwikkeld zijn en mensenrechten negeren. Het akkoord dat de EU met Israël en Egypte afsloot is daar een goed voorbeeld van.[xxii]

Bovendien leiden fossiele brandstoffen ook indirect tot conflict. De opwarming van het klimaat zorgt voor droogtes, overstromingen en bosbranden die op hun beurt dan weer leiden tot hongersnood, een tekort aan grondstoffen en miljoenen klimaatvluchtelingen. De perfecte broeihaard voor conflicten.

Vandaag investeren in nieuwe fossiele brandstoffen – wat daar ook de reden voor is – is dus een aanslag op de toekomst van mens en planeet. Het is absurd om fossiele infrastructuur te bouwen in de naam van vrede.

Normaal komt niet meer terug

We zitten in een perfecte storm van een oorlog: een inflatie met vooral sterk stijgende energie- en voedselprijzen, een groot risico op economische instabiliteit en een tikkende klimaatklok. Ondanks de ernst van deze op elkaar inspelende crisissen, slagen de huidige nationale en Europese beleidsmakers er niet in om van het aanpakken van deze problemen een echte prioriteit te maken.

Ze zijn niet bereid een beleid te voeren dat het sociale aspect voorrang geeft en aanvaardt dat we niet meer teruggaan naar normaal. De traditionele manier om de markt problemen te laten oplossen heeft te veel schade veroorzaakt en kan ons niet helpen. We geraken er alleen maar uit als we het roer drastisch omgooien.

Zoals tijdens de coronacrisis moeten we, nu met een focus op brandstoffen, kijken welke economische activiteiten essentieel zijn en welke niet.

Voor het klimaat- en energieprobleem betekent dit dat we naast het stopzetten van fossiele brandstoffen ook moeten inzetten op hoe we de transitie gaan realiseren en hoe we ze gaan financieren.

Tijdens de coronacrisis keken we naar welke economische activiteiten essentieel zijn en welke niet. Deze noodsituatie maakt het legitiem om dat opnieuw te doen en er deze keer een democratische discussie over te organiseren, met een focus op fossiele brandstoffen.[xxiii]

Het geld en de infrastructuur die we nu wegtrekken uit Rusland moeten we gebruiken om diepgaand in te grijpen in de Belgische en Europese economie. Daarbij moeten we durven te kijken naar tot nu toe ondenkbare mogelijkheden om hernieuwbare energie op te schalen en aan energiebesparing te doen.[xxiv]

Zo kunnen we beslissen om elk gebouw en elke woning zo snel mogelijk energiezuinig te maken. We kunnen subsidies voor bedrijfswagens stopzetten en dat budget inzetten voor investeringen in openbaar vervoer en deelmobiliteit. We kunnen een systeem bedenken waarbij iedereen een beetje mag vliegen, maar niet onbeperkt. Zonder lege vluchten en korteafstandsvluchten.

We moeten keuzes maken over industriële activiteiten die erg veel energie verbruiken en waarvoor geen plaats is in een duurzame economie. Hebben we echt nog een nieuwe plasticfabriek nodig, waarvan we nu al weten dat deze schadelijk is voor mens en planeet?[xxv]

Verder dan de Green Deal

De overheid komt al meer dan tien jaar op grote schaal tussen om economische crisissen op te lossen. Maar ze deed dat vooral door enorme hoeveelheden publiek geld te gebruiken om banken en bedrijven te redden, terwijl de rest van de samenleving voor de kosten opdraaide.

Ook in deze crisis zal een massale overheidstussenkomst nodig zijn, maar om de samenleving voorrang te geven moeten we inzetten op het creëren van energieautonomie en het beperken van klimaatopwarming op een sociaal rechtvaardige manier.

Hiervoor hebben we een groot publiek investeringsprogramma nodig dat verder gaat dan de Europese Green Deal en het Herstelfonds dat in Europa het licht zag tijdens de coronacrisis.[xxvi]

Groter in schaal en meer gericht op het realiseren van projecten en infrastructuur op maat van de samenleving dan op het garanderen van winsten van investeerders en grote bedrijven.

Om van de Europese Green Deal een strategie te maken waarmee we echt op een sociaal rechtvaardige manier de overgang kunnen maken naar een fossielvrije economie, moeten we niet alleen meer doen, we moeten eerst en vooral het ontwerp en de filosofie erachter aanpassen.

De huidige Deal is in grote mate gebaseerd op het gebruiken van publiek geld om er privé-investeerders (grote banken en investeringsfondsen) mee aan te trekken en zo het totaal aantal investeringen op te schalen. Dat publiek geld komt uit het Europees budget, het budget van lidstaten en publieke banken zoals de Europese Investeringsbank op Europees niveau en de Federale Participatie – en Investeringsmaatschappij in eigen land.

Overheden en banken die samenwerken om de transitie te realiseren. Het klinkt misschien goed op het eerste zicht. Maar wat er vooral gebeurt is dat het publiek geld gebruikt wordt om de winsten van de privé-investeerders veilig te stellen.

Het is de typische constructie achter publiek-private samenwerkingen. En ook in de ontwikkelingshulp zien we al langer vormen van wat eufemistisch ‘blended finance’ wordt genoemd. Publieke internationale investeringen trekken dan privé-investeerders aan om bijvoorbeeld in arme landen ziekenhuizen te bouwen.[xxvii]

Het probleem is dan vaak dat die ziekenhuizen ook een inkomstenstroom voor de privé-investeerders moeten genereren en met een commerciële logica werken. Met als gevolg dat dit soort ziekenhuizen vaak niet helpt om de lokale toegang tot gezondheidszorg te verbeteren. En als de inkomsten van die ziekenhuizen toch lager liggen dan verwacht, moeten de publieke investeerders de risico’s dragen.

Wat er in dit proces gebeurt is een nationalisering van risico’s of mogelijke verliezen en een privatisering van winsten. Dit is belangrijk om in het achterhoofd te houden bij de financiering van de transitie. Het consultatiebureau McKinsey schatte namelijk in een studie over de nodige investeringen voor de klimaattransitie voor de Europese Commissie dat minder dan de helft van de nodige investeringen commercieel interessant zijn.

Privé-investeerders weten dit. En terwijl ze op klimaattoppen met luid tromgeroffel aankondigen er al hun geld tegenaan te smijten om het klimaat te redden, laten investeerders op plaatsen zoals Davos de andere kant van de medaille zien. Larry Fink, de ceo van Blackrock, het grootste investeringsfonds ter wereld met meer dan 10.000 miljard dollar aan beleggingen[xxviii] en prominent lid van GFANZ,[xxix] sprak dit jaar op de virtuele Davos-bijeenkomst over de klimaattransitie.

Hij beheert heel veel geld en hij wil daar zeker in investeren, maar ‘The balance sheet of the state must be used as a ‘first loss’ insurance for the green transition.” Hij wil dus enkel investeren als de overheden de risico’s dragen. Mark Blyth verwoordde passend de ondertoon van Larry Fink’s boodschap: “We willen een transitie. Maar ze zal niet rechtvaardig zijn.”[xxx]

In een G20-webinar volgde de voorzitter van de EIB, Eduard Heger, Blackrocks’ redenering: “Ons doel is iets te brengen wat andere marktdeelnemers aantrekt en naar binnen lokt. (…) Wij weten dat als wij projecten niet aantrekkelijker maken voor particuliere investeerders om aan boord te komen, wij iets doen dat niet goed is. Nergens is dit belangrijker dan in de klimaatfinanciering”.[xxxi]

Deze houding van de Europese Investeringsbank vertaalt zich ook in de praktijk. Sinds 2020 leende de bank meer dan 7 miljard euro voor niet fossiele projecten aan energiemultinationals zoals ENI en Total. Deze miljarden aan Europees publiek geld garanderen de winsten van bedrijven die nieuwe olie- en gasvelden aanboren en ongeziene dividenden uitkeren, terwijl de Europese bevolking verarmt door de hoge energieprijzen.

De miljardairs van de wereld verdienden in de loop van de coronacrisis al meer dan 3.700 miljard dollar extra.[xxxii] Als we Blackrock volgen, zullen ze ook de groene transitie gebruiken als excuus om nog meer geld te verdienen. Een belangrijke opdracht bestaat er dus in om van de Europese Green Deal een publiek investeringsprogramma te maken waarbij we schaarse publieke middelen gebruiken voor de samenleving en niet om de winsten van de superrijken te garanderen.

Hoe zullen de overheden dit financieren? Het meest vanzelfsprekende is om meer belastinginkomsten te zoeken. Zo kunnen we de overwinsten van energie- en andere bedrijven belasten en grote vermogens laten bijdragen.

De inkomsten uit die belastingen zijn een noodzakelijke basis. Maar we zullen meer middelen moeten mobiliseren dan de middelen die we uit eerlijke belastingen halen. Dus moeten ook centrale banken inspringen. Vandaag zitten die in een impasse: de inflatie is gestegen en heel wat centrale bankiers verhogen de rente in een poging om dat tegen te gaan.

Maar een renteverhoging maakt het ook voor overheden duurder en dus moeilijker om geld te lenen. Ook leningen voor investeringen in de transitie worden duurder. De inflatie aanpakken met renteverhogingen riskeert dus tegelijkertijd een rem te worden op broodnodige investeringen.

Wat de Europese Green Deal vooral doet is publiek geld gebruiken om de winsten van de superrijken te garanderen.

Een uitweg is te vinden in een nieuwe vorm van samenwerking tussen de centrale banken en publieke investeringsbanken die een duidelijk mandaat hebben om een sociaal rechtvaardige transitie te financieren. Concreet betekent dit dat we de geldcreatie van centrale banken niet meer in de financiële markten injecteren zoals de laatste 15 jaar op massale schaal gebeurde.

De balans van de ECB is daardoor zeven keer groter dan voor de financiële crisis van 2008 en bedraagt nu meer dan 8.000 miljard euro, dat is meer dan de helft van de Europese economie.[xxxiii]

Zelfs als we maar een deel van deze astronomische geldstroom aan overheden geven om een rechtvaardige transitie te financieren, kunnen we heel wat projecten financieren zonder dat het publiek geld gebruikt hoeft te worden om de winsthonger van energiemultinationals en investeerders te stillen.

Als het centrale bankgeld naar publieke investeringsbanken zoals de Europese Investeringsbank en nationale publieke investeringsbanken gaat, hebben deze banken meer slagkracht om op grote schaal minder winstgevende projecten te financieren.

In België kunnen we van Belfius een klimaatbank maken. Deze bank is reeds voor 100 procent in handen van de overheid. Het is een kwestie van politieke wil om er ook een echte publieke en democratisch gecontroleerde investeringsbank van te maken.

Ook bij de Europese Investeringsbank is er een omwenteling nodig om haar klimaatstrategie te focussen op het financieren van projecten en publieke diensten die ons meer autonomie en democratische controle over energievoorziening geven. Dat soort maatschappelijke investeringen in onze toekomst is enkel mogelijk als we overheden via geldcreatie de nodige middelen geven om ze uit te voeren.[xxxiv]

Schulden schrappen voor een eerlijke transitie

Rijke landen moeten het voortouw nemen om hun economie fossielvrij te maken. Maar we moeten ook in de spiegel kijken en onze verhouding herzien tegenover landen in het Globale Zuiden.

Tien jaar geleden werd er 100 miljard dollar aan klimaathulp beloofd voor arme landen, maar die is nog steeds niet verschenen.[xxxv] En dat is maar het topje van de ijsberg. Door ongelijke handel ontwikkelt het Globale Zuiden in feite het Globale Noorden.[xxxvi] Voor elke dollar ontwikkelingshulp uit rijke landen stroomt er dertig dollar terug van het zuiden naar het noorden.

Daarbovenop dragen zij niet alleen de zwaarste gevolgen van de klimaatopwarming en van oorlogen, een groot deel van hen kreunt vandaag ook onder stijgende voedselprijzen en torenhoge schulden. Schulden waarop ze vaak woekerrentes betalen, onder andere aan banken in België.

Het Globale Zuiden heeft dringend schuldverlichting nodig, zowel van publieke- als privéschuldeisers. Een diepgaande schuldverlichting geeft landen in het Globale Zuiden de ruimte om duurzaam hun welvaart op te bouwen, mee ons klimaat te beschermen en gewelddadige conflicten te vermijden.

Zo’n schuldverlichting is een rechtlijnige politieke beslissing die al meermaals genomen is.[xxxvii] Alleen niet op voldoende grote schaal en telkens verbonden aan vernietigende voorwaarden. We kunnen geen strenge besparingspolitiek eisen in ruil voor schuldverlichting, want dat beperkt de ruimte voor duurzame ontwikkeling net weer.

Nu is het moment om hier verandering in te brengen. De oorlog in Oekraïne schudde in korte tijd de internationale politieke en economische relaties al serieus door elkaar. In deze nieuwe realiteit moeten we onze relatie met het Globale Zuiden grondig herzien en baseren op een gelijkwaardige economische samenwerking.

Alleen door het Globale Zuiden de kans te bieden om net als wij energieautonomie en welvaart op te bouwen, kunnen we globale stabiliteit garanderen en samen het klimaatprobleem aanpakken.

De enige realistische optie

Afkicken van olie en gas, de klimaatopwarming onder controle krijgen, nieuwe conflicten vermijden en het Globale Zuiden eindelijk volwaardig ondersteunen: het lijken uiteenlopende of zelfs tegenstrijdige doelen. Toch zijn ze met elkaar vervlochten.

We kunnen het ene niet volledig aanpakken zonder ook naar de andere te kijken. Stuk voor stuk vereisen ze een herdenken van onze economie en het opzetten van grootschalige investeringsplannen. Dit is uiteindelijk de enige echte realistische optie om de situatie internationaal te stabiliseren.

 

Frank Vanaerschot, is directeur bij Counter Balance, een coalitie van 9 ngo’s die streven naar een leidende positie van openbare financiën bij de transformatie van Europa naar een sociaal en ecologisch duurzame maatschappij.
Hij schreef dit artikel met hulp van Jozef Vandermeulen, inhoudelijk medewerker bij FairFin, en Arvo Desloovere, stagiair bij FairFin.

 

Dit artikel verscheen eerst op LAVA.

 

Notes:

[i] Dries De Smet, Christoph Meeussen en Heleen Debeuckelaere, “Sommige middenklassers zijn echt de pineut”, De Standaard, 30 april 2022.

[ii] “Energy poverty looms as cost of living increases: Data behind the difficulties”, Eurofound, 3 augustus 2022.

[iii] Martin Sandbu, “The investment drought of the past two decades is catching up with us”, Financial Times, 20 juli 2022.

[iv] Sinds vorig jaar geeft het toonaangevende Internationaal Energieagentschap (IEA) eindelijk toe dat er geen nieuwe olie- en gasbronnen ontgonnen mogen worden om de doelstelling van het Klimaatakkoord van Parijs van 1,5 graden opwarming te respecteren. Dit jaar heeft het IEA in de context van de oorlog in Oekraïne een uitzondering gemaakt voor Afrika dat wel nog nieuwe gasvelden mag ontginnen. Het IEA geeft zelf toe dat deze investeringen een groot economisch risico lopen omdat ze niet compatibel zijn met klimaatdoelstellingen. Verschillende Afrikaanse ngo’s kanten zich tegen deze bocht van het IEA. Maar academisch onderzoek deed het werk van het IEA over en kwam tot de conclusie dat zelfs de bestaande steenkoolmijnen, olie- en gasvelden al 40 procent te veel fossiele brandstoffen bevatten om de doelstellingen van Parijs te kunnen respecteren. Een verschil in methodologie is dat dit onderzoek niet rekent op de opvang van CO2. Zie “Net Zero by 2050”, International Energy Agency, mei 2021; en “Existing fossil fuel extraction would warm the world beyond 1.5 °C”, Environmental Research Letters, Volume 17, n° 6, 17 mei 2022.

[v] “Big Oil offers big returns but keeps spending tight”, Reuters, 3 augustus 2022.

[vi] De industrie werkt al decennia aan technologieën om CO2 op het moment van uitstoot op te vangen (of later uit de lucht te halen) en fysiek op te slaan zodat die niet in de atmosfeer terecht komt. Maar hoewel deze technologieën nog niet hebben bewezen op grote schaal te werken of economisch rendabel te zijn, gebruiken heel wat bedrijven het vooruitzicht op de grootschalige toepassing ervan als een excuus om vandaag op grote schaal te blijven uitstoten en niet volledig in te zetten op het omvormen van hun productie om klimaatvriendelijk te worden. Natuurlijke compensatiemechanismen hebben hetzelfde doel. Hierbij zal een bedrijf bijvoorbeeld investeren in een project waarbij bomen geplant worden en de CO2 die deze bomen uit de lucht kunnen halen gebruikt als een excuus om te blijven uitstoten. Dit soort berekeningen staat op wetenschappelijk losse schroeven. Bovendien gaan dit soort projecten vaak gepaard met het onteigenen van de lokale bevolking, meestal in het Globale Zuiden. Energiebedrijven die nieuwe gasvelden blijven ontginnen en zich achter deze technologieën en compensaties verschuilen om te beweren dat ze klimaatvriendelijk zijn, vormen een goed voorbeeld van deze praktijk. Ook banken verschuilen zich hierachter om investeringen in deze bedrijven te blijven legitimeren. Ondertussen zijn klimaatexperten en wetenschappers een stuk minder optimistisch. Een belangrijk deel van hen rekent op CCS in de toekomst, maar ziet het terecht als slechts een van de vele instrumenten die we ter beschikking hebben en zeker niet als een argument om vandaag nieuwe uitstoot te legitimeren. Het IEA bijvoorbeeld rekent op significante koolstofopslag én benadrukt tegelijkertijd dat we onmiddellijk moeten stoppen met nieuwe olie- en gasvelden ontginnen.

[vii] Owen Walker en Camilla Hodgson, “Carney-led finance coalition has up to $130tn funding committed to hitting net zero”, Financial Times, 3 november 2021.

[viii] “Fossil Fuel Finance Report 2022”, Banking on Climate Chaos, 30 maart 2022.

[ix] “Oil & gas industry”, ING; “KBC Group Energy Credit, Insurance and Advisory Services Policy”, KBC, Maart 2022.

[x] “Engagement de La Banque Postale envers la planète”, Le Groupe La Banque Postale.

[xi] “Big banks resist most direct road map to net zero emissions”, Financial Times, 11 oktober 2021.

[xii] “REPowerEU: A plan to rapidly reduce dependence on Russian fossil fuels and fast forward the green transition*”, REPowerEU, 18 mei 2022.

[xiii] “REPowerEU calls for stronger EU Green Deal implementation”, E3G, 18 mei 2022.

[xiv] Clifford Krauss, “Europe and the U.S. Make Ambitious Plans to Reduce Reliance on Russian Gas”, New York Times, 25 maart 2022.

[xv] “UPDATE 1-Netherlands, Germany to jointly develop new gas field in North Sea”, Reuters, 1 juni 2022.

[xvi] @vonderleyen, “A real EU approach to buying and storing gas is key to make prices go down. I discussed with energy CEOs and @ert_eu how to diversify supply and reduce demand for gas. We will set a group of industry experts to help reduce our dependency.”, Twitter, 23 maart 2022.

[xvii] Wester Van Gaal, “No new EU gas infrastructure needed despite war”, Euobserver, 5 april 2022.

[xviii] Julian Wettengel, “Build up new global gas supply chains rather than fight over existing volumes – chancellor Scholz”, Clean Energy Wire, 2 juni 2022.

[xix] Michael Klare, “7 Places Where Fossil Fuels Are Fueling Conflict”, Mother Jones, 9 juli 2014.

[xx] Thodoris Chondrogiannos, “How gas causes geopolitical conflicts — An explainer”, Investigate Europe, 23 november 2020.

[xxi] Zie onder meer “UK support for Mozambique gas plant fuelling conflict – Friends of the Earth”, The Guardian, 15 april 2021; Uche Igwe, “A political economy perspective on oil and conflict in Nigeria’s Niger Delta”, LSE Blog, 16 september 2020; Nafeez Ahmed, “Iraq invasion was about oil”, Guardian, 20 maart 2014; Helen Clark, “ Oil and gas fueling South China Sea tensions”, Asia Times, 22 juli 2020.

[xxii] “EU signs gas deal with Israel, Egypt in bid to ditch Russia”, Al Jazeera, 15 juni 2022.

[xxiii] “De schoonste energie is de energie die we niet verbruiken”, De Standaard, 11 maart 2022.

[xxiv] Nick Meynen, “Are we fighting the wrong war?”, META, 18 maart 2022.

[xxv] “Vlaams klimaatbeleid aan de INEOS-ketting”, Ineos Will Fall.

[xxvi] “European Green Deal: Report shows fundamental flaws on financing”, Counter-Balance, 20 oktober 2021.

[xxvii] Nicholas Hildyard, “A study in financial extraction: Lesotho’s national referral hospital: Infrastructure, Financial Extraction and the Global South”, Licensed Larceny, 2016.

[xxviii] “BlackRock surges past $10tn in assets under management“, Financial Times, 14 januari 2022.

[xxix] “From ambition to action – the path to net zero”, BlackRock, 2022.

[xxx] Watson Institute for International and Public Affairs, “Mark Blyth– Asset Manager Capitalism”, YouTube, 2 februari 2022.

[xxxi] “EIB President highlights importance of public-private infrastructure investment to accelerate sustainable recovery at G20 meeting”, European Investment Bank, 4 juni 2022.

[xxxii] “Profiting from pain”, Oxfam, 23 mei 2022.

[xxxiii] “Annual consolidated balance sheet of the Eurosystem”, European Central Bank, 17 februari 2022.

[xxxiv] “La «monnaie volontaire», un outil pour restaurer le bien commun”, Le Soir, 23 mars 2022.

[xxxv] Jocelyn Timperley, “The broken $100-billion promise of climate finance — and how to fix it”, Nature, 20 oktober 2021.

[xxxvi] “Imperialist appropriation in the world economy: Drain from the global South through unequal exchange, 1990–2015”, Global Environmental Change Volume 73, maart 2022.

[xxxvii] “Multilateral Debt Relief Initiative — Questions and Answers”, IMF, 28 juli 2017.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!