Psychocontrole op de werkvloer
Opinie, Nieuws, Europa, Samenleving, CAO, Arbeidsverhoudingen, Evaluatie, Sociale psychologie, Paul Mutsaers, Psychotechniek, Manipulatietechnieken, HR-management, Persoonlijkheidskenmerken - Paul Mutsaers

Psychocontrole op de werkvloer

In Nederland is de sociale psychologie in diskrediet geraakt door twee grootschalige fraudezaken. In de krant NRC Handelsblad hield chef-wetenschap Ellen de Bruin een vurig pleidooi voor de sociale psychologie. "De ophef draait om de manipulatie van data, maar we zouden ons beter zorgen maken om de manipulatie van mensen", vindt de Nederlandse onderzoeker Paul Mutsaers.

dinsdag 3 juli 2012 23:35
Spread the love

In Nederland is de sociale psychologie in opspraak geraakt en dat is terecht, al is het om de verkeerde reden. Twee fraudezaken in een kort tijdsbestek doen de sociale psychologie op haar wetenschappelijke fundamenten wankelen.

Data massage kan echter in alle (wetenschappelijke) disciplines voorkomen – al is het sporadisch. Het is dan ook niet de manipulatie van data, maar de manipulatie van mensen die door de sociale psychologie wel heel erg gemakkelijk wordt gemaakt en waarvoor we moeten waken.

Op 28 juni 2012 schreef Ellen de Bruin, gepromoveerd in de sociale psychologie, een defensief betoog in het NRC Handelsblad waarin zij het belang stipuleert van de sociale psychologie. Het is een scherp betoog met een opvallend harde slotzin, waarin zij de momenteel wijdverspreide kritiek op haar vakgebied afserveert met: “Het past in het beeld dat de meeste mensen liever niet nadenken dan wel.”

Ze verdedigt de discipline tegen critici die het vakgebied afdoen als irrelevant en de onderzoeken als triviaal. Ze heeft daarmee een punt. Van irrelevantie is geen sprake: de sociale psychologie heeft een enorme impact op veel mensen.

De Bruin noemt enkele voorbeelden, waaronder de inzichten die de sociale psychologie heeft gegeven in “hoe je mensen met subtiele priming of framing een bepaalde interpretatie kunt laten maken, een kant op kunt sturen.”

Dergelijke manipulatietechnieken (ook wel psychotechnieken genoemd) zijn inderdaad intensief onderzocht in de sociale psychologie en vervolgens vertaald naar dochterdisciplines als de industriële psychologie, de organisatiepsychologie en de economische psychologie, waarvan marketing een welbekend voorbeeld is.

Dit heeft geleid tot een arsenaal aan psychotechnieken voor de arbeidsmarkt die kunnen worden ingezet door managers en beleidsmakers om de geesten van de (arbeiders)massa te masseren, als eufemistisch alternatief ook wel ‘een kant op te sturen’ genoemd.

Waar de psyche van de mens grenzeloos is, is ook het aantal psychotechnieken haast onbeperkt. In de kritische literatuur over management wordt gesproken over ‘identiteitsregulatie’ of ‘ideologische controle’.

Psychotechnieken zijn bij uitstek ideologische instrumenten en wel om twee redenen. Ten eerste omdat ze de hearts and minds van werknemers beïnvloeden: de normen, waarden, emoties, attitudes, zielenroerselen en inborst. Een (nog vrij mild) voorbeeld is het competentieprofiel, welke is ontwikkeld en gepromoot aan de afdelingen (arbeids)psychologie en human resources management (HRM) van talrijke universiteiten, hogescholen en onderzoeksbureaus.

Het alomtegenwoordige competentieprofiel lijkt in veel opzichten op een identiteitsvoorschrift. Het gaat dan vaak niet om de kennis, vaardigheden of ervaring, maar om de persoonlijkheid: ben je wel of niet ondernemend, extravert, open-minded, flexibel en authentiek? Het opent een subjectieve ruimte in arbeidsverhoudingen waarin leidinggevenden – soms lijkt het wel naar willekeur – mensen kunnen opwaarderen of onderwaarderen.

Daarnaast is het een machtsinstrument dat een omvangrijk gedeelte van het leven van de werknemer in de arbeidssfeer betrekt. Persoonlijkheidseigenschappen die voorheen strikt buiten het bereik van de arbeidscontrole werden gehouden – ter bescherming van de werknemer – vallen nu ten prooi aan de inspecterende blik van managers en leidinggevenden.

Denk bijvoorbeeld aan gepsychologiseerde trainingen als Spiral Dynamics, zeer populair in het Nederlandse bedrijfsleven en de publieke sector, waarin werknemers worden uitgenodigd hun persoonlijkheid te typeren aan de hand van een kleur.

Rood staat dan voor dominantie en assertiviteit; groen staat voor harmonie, liefde en bewustzijn. Veel mensen ‘vinden het wel leuk’ en realiseren zich niet dat het hier gaat om een machtsuitoefening. Ze geven zichzelf in goed vertrouwen bloot, maar beseffen maar al te weinig dat persoonlijke bekentenissen in beoordelingsprocedures tegen hen kunnen worden gekeerd. De subjectieve ruimte wordt dan uitgekristalliseerd tot harde realiteit.

Techniques of avowal, worden dergelijke technieken in navolging van Michel Foucault genoemd. Het zijn machtstechnieken waardoor mensen hun ziel binnenstebuiten keren en zich zo van alle kanten kwetsbaar op(en)stellen.     

Ten tweede zijn het ideologische instrumenten omdat ze het collectief openbreken en daarmee aansluiten bij de ideologie van het neoliberalisme. Psychotechnieken reduceren arbeidsverhoudingen tot één-op-één verhoudingen, losgekoppeld van het bredere maatschappelijke kader van belangengroeperingen.

We zien dat instituties die zijn ontstaan om arbeidsverhoudingen te vermaatschappelijken en de individuele werknemer te beschermen, zoals allerlei vormen van georganiseerd overleg en bindende afspraken tussen organisaties van werkgevers en werknemers, aan legitimiteit en impact verliezen wanneer arbeid niet langer als een sociale verhouding, maar als een individueel, geprivatiseerd fenomeen wordt opgevat.

Een passend voorbeeld is een uitspraak op de website van de invloedrijke Nederlandse Stichting voor Psychotechniek (NSvP): “Liever een goed gesprek dan een CAO.”

Deze uitspraak is onlosmakelijk verbonden met een toejuiching van verdere psychologisering van arbeid, omdat de NSvP ons tegelijkertijd meldt dat employability moet worden gezien als een persoonseigenschap. De inzetbaarheid van een medewerker wordt in deze optiek niet bepaald door externe factoren (bijvoorbeeld een crisis, draconische hervormingen of massaontslagen), maar door ‘intrinsieke motivatie’, een ‘innerlijke drive’ en ‘mentale weerbaarheid’.

Wie zich mentaal (en financieel!) weerbaar en wendbaar toont in tijden van crisis, heeft zich bewezen en verdient een ‘psychologisch contract’ waarin individuele arbeidsovereenkomsten kunnen worden afgesloten – ook wel idiosyncratic deals genoemd. Op deze manier worden er winnaars en verliezers in het neoliberale spel gecreëerd en neemt de competitie voor schaarse arbeidsplekken zorgwekkende vormen aan.

De Bruin heeft dus gelijk. We moeten de invloed van de sociale psychologie niet onderschatten, maar juist nauwgezet blijven volgen.         

Paul Mutsaers

Paul Mutsaers is PhD-kandidaat Tilburg School of Humanities en onderzoeker aan de Politieacademie en mede-auteur van het boek ‘De 360° werknemer. De nieuwe arbeidscultuur en de eindeloze concurrentie’, Antwerpen, EPO (samen met Jan Blommaert en Hans Siebers).

take down
the paywall
steun ons nu!