Professor Decorte:” De media geven een onrealistisch beeld van cannabis en cannabisgebruikers.”

Professor Decorte:” De media geven een onrealistisch beeld van cannabis en cannabisgebruikers.”

Dit is deel twee van een interviewreeks met professor Decorte.

donderdag 30 oktober 2014 09:57
Spread the love

Dewals:  Laten we even terug gaan naar de internationale context. Is men niet verplicht, indien actoren zoals de Global Commission on Drugs poneren dat het huidig beleid faalt, zijn beleid hierop af te stellen?

Professor Decorte: Nationaal gezien hebben bepaalde actoren zoals politici en de media een grote invloed hoe de publieke opinie gevormd wordt. Indien politici zich goed informeren en een degelijke dossierkennis omtrent cannabis opbouwen kunnen ze een pleidooi voor een alternatief cannabisbeleid goed onderbouwen. Vanzelfsprekend is het effect hiervan groter dan dat je op dit gebied iemand hebt met mindere of geen dossierkennis. Zo iemand zal minder geneigd zijn om een alternatieve visie voor te stellen en te verdedigen. Hij heeft daarvoor net niet genoeg kennis!

Hetzelfde patroon herhaalt zich bij de media. Indien de journalisten aan dieptejournalistiek doen dan krijg je een realistisch beeld voorgeschoteld. Nu is men in de media vooral opzoek naar sensatie en polarisering. Kijk maar naar de documentaires of berichten die we tot nog toe over Washington en Colorado te zien hebben gekregen op de televisie. Ze zijn redelijk oppervlakkig. Men laat zien in welke vormen, drankjes en snoepjes, men cannabis allemaal kan krijgen. Maar men stelt zich niet de vraag regelt het men daar wel goed?

Mijn grootste bezorgdheid is dat de politiek de alternatieve beleidsvormen teveel in de richting van commercialisering zullen zoeken. Terwijl ik het een historische kans vind om dit product met een tabula rasa te reguleren. Van een leeg blad vertrekken. We mogen niet dezelfde fouten herhalen die we gemaakt hebben bij het reguleren van alcohol, tabak en farmaceutische producten. Niet alleen repressie zorgt voor schade bij de samenleving. Een te vrije markt zonder regulering van deze producten resulteert in het ontstaan van zeer machtige industrieën die via branding en andere marktstrategieën voortdurend op zoek zijn naar een nieuw publiek om hun product aan te verkopen.

Kijk maar naar de alcoholindustrie die via merchandising en alcoholpops ook meisjes aan de alcoholische frisdrank wilt krijgen. Of de tabaksindustrie die twintig jaar lang onderzoek deed om mensen verslaafder aan tabak te maken. Tegelijkertijd verzwegen ze de risico’s van het roken. Hetzelfde met de farmaceutische industrie.

Mijn pleidooi is vooral om cannabis niet te commercialiseren zoals we met de bovengenoemde producten hebben gedaan. Laten we een nieuw model invoeren. Legalisering maar met strikte regulering. Geen echte vrije markt. Een beleid zonder commercialisering  waar geen reclame kan gemaakt worden. Met een zeer sterke greep van de overheid. Indien we nadien merken dat we te strikt hebben opgetreden dan kunnen we nog altijd het beleid versoepelen. De omgekeerde beweging, een zeer vrij beleid herroepen is veel moeilijker te realiseren. Zoals het alcoholplan dat onlangs op tafel lag nog eens bewees. De overheid schuift restricties naar voren maar de alcoholindustrie stuurt haar lobbyisten uit en dan blijft er van die restricties maar heel weinig over. Als overheid heb je het heel moeilijk om die enorm grote economische industrie aan banden te leggen.   

Dewals: Geven de media een realistisch beeld van wat cannabis en cannabisgebruik zijn?

Nee spijtig genoeg niet en dat is een groot probleem. Dit kadert binnen de grotere context waarbinnen de media vandaag functioneren. Ik heb hierover een klein maar interessant boekje gelezen van Rob Wijnberg De nieuwsfabriek . Hierin worden de mechanismen blootgelegd waarbinnen de journalistiek in het algemeen moet werken. Ze functioneren binnen een economisch model dat op winst gebaseerd is. Het is dus belangrijk om hoge verkoopcijfers te halen. Vaak betekent dit sensationalisme en oppervlakkige  journalistiek. De journalist is op zoek naar de snelle controverse, zwart tegen wit en kleine opiniestukjes. Terwijl drugs erg complex zijn. Maar de complexiteit en nuancering gaan voortdurend verloren wanneer men in oneliners communiceert. Het is duidelijk dat deze werkwijze niet altijd bijdraagt tot een degelijk debat.

Wat zeer mooi zou zijn is dat de media echte onderzoeksjournalisten zouden inzetten die gespecialiseerd zijn in het thema drugs. Zij zouden een veel genuanceerder beeld van cannabis en cannabisgebruikers geven. Vandaag is dit zeker niet het geval. Er wordt over cannabis en drugs in het algemeen zeer veel onzin verteld zonder dat men de wetenschappelijkheid van deze uitspraken gaat controleren.

Men heeft niets liever dan een kop “professor X pleit voor legalisering”. Je krijgt gegarandeerd veel aandacht zonder dat de achterliggende argumentatie wordt gegeven. Zelfs de terminologie zorgt voor problemen. Indien je voor regulering bent maken zij daar legalisering van. Regulering is een vorm van legalisering maar je kan op vele verschillende manieren gaan legaliseren. Legaliseren is cannabis uit het strafrecht halen maar dat kan je op tien verschillende manieren doen.  Je kan cannabis bijvoorbeeld gaan commercialiseren, reclame maken om het product te verkopen. Maar je kan cannabis ook zeer strikt reguleren. Vaak laten de media deze nuancering dikwijls verloren gaan

Hierbij komt nog dat Jan met de pet zijn mening kan geven via websites. Ik ben voor vrije meningsuiting maar deze methode draagt niet altijd bij tot een juist debat, waar verwacht mag worden dat ieder argument, ook de mijne, op zijn wetenschappelijkheid getoetst wordt. In de plaats krijgen we dikwijls onwaarheden die als waarheid gaan gelden.

We mogen ook niet vergeten dat onze kennis vooral gebaseerd is op de meest  problematische gebruikers. Zij die tegen de lamp lopen en gearresteerd worden. Of zij die in de hulpverlening verzeild geraken. De mensen die zonder problemen cannabis gebruiken daar weten we veel minder van en hun verhaal is ook belangrijk.

Dewals: Wat vindt u van de hypocrisie die er heerst bij de publieke opinie ten aanzien van alcohol? Het eerste klasse voetbal wordt gesponsord door een biermerk. Bier is toch niet helemaal onschuldig.

Professor Decorte: Inderdaad, dat is vreemd. Ik stel vast dat er op cannabis zeer hysterisch wordt gereageerd en op alcohol niet. Mensen denken niet na hoe het moet zijn om als alcoholist of familielid van een alcoholist voortdurend op tv reclame te zien voor alcoholische producten. Opnieuw een voorbeeld van de zeer grote spagaat ten aanzien van deze twee producten. Nochtans gaat het in beide gevallen om risicovolle producten.

Dewals: Heeft de overheid ten aanzien van de alcohol-, tabaks- en farmaceutische industrie tekort geschoten?

Professor Decorte: Het is in elk geval zo dat wanneer je als overheid deze verschillende industrietakken zich op een legale manier laat ontwikkelen zonder de nodige regulering je dan zeer machtige economische industrieën laat ontstaan. Om deze nadien te beknotten en te downsizen is bijzonder moeilijk.

Ten opzichte van cannabis moet men van het puur repressieve beleid naar het midden opschuiven. Meer vrijheid inbouwen, minder straffen. Tegelijkertijd zou alcohol- en tabaksbeleid ook naar het midden moeten opschuiven. Dit betekent dus strikter reguleren dan nu. Het gaat bij al deze producten om roesmiddelen en risicovolle producten. Maar de inconsequentie, de discrepantie tussen de aanpak van de verschillende middelen is nu bijzonder groot. Enerzijds wordt cannabis zeer repressief aangepakt en anderzijds worden alcohol en tabak bijna helemaal vrijgelaten. Zo een inconsequent beleid is zeer moeilijk aan de bevolking uit te leggen. Alhoewel alcohol gevaarlijker is dan cannabis, is het volledig legaal en kan je het de klok rond overal kopen in de hoeveelheden die je maar wenst. Anderzijds wordt cannabis bestraft en gecriminaliseerd. Je zou een beleid ten aanzien van roesmiddelen in het algemeen moeten voeren dat er uit bestaat om op de eerste plaats ontradend te werken zonder het langs de andere kant te criminaliseren.

Dewals: Wat vindt u ervan dat de nieuwe regering een verstrenging ten aanzien van het gedoogbeleid heeft aangekondigd?

Professor Decorte: Ik vrees een beetje dat hetzelfde zal gebeuren dan in 2001. Toen de federale  beleidsnota Drugs in de pers kwam werd er niet bijgezegd dat het over een beleidsintentie ging. De ene politici zei dit, de andere politici zei dat. Voor de jongeren, de ouders, de hulpverleners, preventiewerkers, opvoeders, leraars en andere betrokkenen was het heel onduidelijk. Het heeft toen nog 2-3 jaar geduurd eer er wat duidelijkheid werd geschapen op het terrein.

Ik waarschuw nu voor hetzelfde. In het regeerakkoord staan er onduidelijkheden die een bepaalde beleidsintentie aankondigen. Er staat “het gebruik in de publieke ruimte gaan we niet gedogen”. Dit is een andere formulering dan in de omzendbrief gebruikt wordt want daarin staat “de laagste opsporingsprioriteit geven als er geen sprake is van openbare overlast”. Voor de mensen op het terrein is dit verwarrend want wat mag er nu?

Daarnaast is de verstrenging van het beleid volgens mij een voorbeeld van effect free politics. Een beleid voeren zonder rekening te houden met de alomtegenwoordige evidenties. Wetenschappers over de hele wereld tonen aan dat een repressief beleid niet werkt. Wie nu gelooft dat men nog meer geld in repressie moet steken gaat in tegen de wetenschappelijke bevindingen.

De meeste politici weten dit nu wel maar bij het thema drugs is het als politicus nog altijd zeer belangrijk om gepercipieerd te worden als iemand die tough on crime is. Iemand die er iets aan wil doen.

Ik denk dat Bart De Wever en andere verstandige mensen weten dat dit op het terrein niet veel zal uithalen maar het is een soort van symboolpolitiek. Een attitude die bepaalde waarden en normen vertolkt die de publieke opinie bevalt.

De Wever heeft ooit in een interview gezegd “ik snap intellectueel gezien de argumenten wel van zij die pleiten voor een regulering maar ik vind dat dit in moreel opzicht niet te verantwoorden is”. Dit zegt natuurlijk heel veel over de ideologische gekleurdheid in het debat. Het is als zeggen “verstandelijk weet ik het wel maar emotioneel of moreel gezien kan ik dit niet in overeenstemming brengen met mijn geweten”. Dat is natuurlijk een zeer vreemde argumentatie.

Dewals: Van politici mogen we toch verwachten dat ze een beleid voeren op basis van wetenschappelijke evidenties, zeker niet op basis van morele argumenten?

Dat is zo. Men moet weten, en ik veronderstel dat veel politici dit weten, dat een repressieve aanpak zich op het terrein vertaald als een selectieve aanpak. Het is zo dat vooral de meest kwetsbare, ongewenste groepen het voorwerp zullen worden van vervolging. Want een repressieve aanpak toepassen op heel de bevolking is budgettair gezien niet vol te houden. In de Verenigde Staten zien we dat hoewel de repressieve wetten voor iedereen gelden bepaalde groepen meer geviseerd en gearresteerd worden. De gevangenissen zitten vol met zwarte Amerikanen en Hispanics. Het drugsgebruik ligt bij deze etnische groepen niet hoger dan bij andere etnische groepen maar zij worden disproportioneel via repressie gestraft. Deze vaststelling zien we over heel de wereld terugkomen.

Dewals: Zien we dat in België ook?

Met cijfers kan ik dat niet staven want zo een gedetailleerde cijfers bestaan er niet maar als ik met mensen praat die in de gevangenis hebben gezeten voor drugsfeiten ben ik geneigd om ja te zeggen.  Het zijn natuurlijk deze kwetsbare mensen die eerst aangetrokken worden tot de illegale drugseconomie. Ze gaan dealen of in de drugsdistributie een rol spelen om aan geld te komen.

Dewals: Wil  men door het repressieve beleid selectief toe te passen bepaalde kwetsbare minderheidsgroepen in het gelid houden. Moeten ze een bepaald gewenst gedrag vertonen of dreigen ze anders, met het argument dat ze iets met drugs te maken hebben, met de repressieve stok tot de orde worden geroepen?

Professor Decorte: Zover zou ik niet willen gaan. Wat wel al herhaaldelijk in de wetenschappelijk literatuur gedocumenteerd is, is dat de controverse rond drugs in een bepaalde samenleving focust op het drugsgebruik van een welbepaalde groep.

In Amerika is heel de war on drugs begonnen met allerlei uitspraken en stellingen over het opiumgebruik van de Chinese immigranten en gastarbeiders. Vanzelfsprekend waren er tevens economische motieven om dit te doen. “De Chinese arbeiders die al onze jobs afnemen dragen een opium probleem bij zich” werd er toen gezegd.

Hetzelfde geldt voor de Mexicaanse gastarbeiders. Ze waren door velen, waaronder Harry Anslinger,  ongewenst en ze werden in relatie gebracht met gevaarlijk, samenlevingondermijnend, marijuana gebruik.

Dewals: Wat vindt u van de volgende hypothese. In de Verenigde Staten worden disproportioneel zwarte Amerikanen en Hispanics voor cannabisgerelateerde misdrijven in de gevangenis gegooid. Veel van die gevangenissen zijn ondertussen privégevangenissen. Zou men deze cannabismisdadigers niet kunnen gebruiken om tegen lage lonen in de gevangenis te laten werken?

Professor Decorte: Dit is een complottheorie, daar ga ik niet in mee. Maar naast de illegale drugsindustrie heb je ook verschillende bedrijfstakken in de bovenwereld die hun brood verdienen met drugsgerelateerde banen. De hulpverleners zouden misschien niet in de hulpverlening werken als er geen drugsproblemen zouden zijn. Hetzelfde geldt voor de politieagenten, bureaucraten, gevangenisbewaarders, drugsonderzoekers zoals ik. Veel mensen verdienen hun brood met dit fenomeen. We kunnen dit ook een soort van drugsindustrie noemen en zij hebben ook belangen. Indien er morgen geen drugsprobleem meer is, zouden er veel mensen op de straat staan en hun inkomen verliezen. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat deze mensen niet meestal met de beste bedoelingen hun job doen.

Dewals: Cannabis als medicijn kan voor veel zieken hulp brengen. In de VS kan een arts nu al in drieëntwintig staten cannabis voor een hele reeks ziekten voorschrijven. Ook in België zijn er mensen die met cannabis geholpen kunnen worden. In hoeverre zou zo een persoon of een groep van personen de Belgische overheid kunnen dagvaarden met de stelling “door jullie wetgeving kan ik  mijn medicijn niet nemen want door dit te doen zou ik een crimineel worden”?

Professor Decorte: In theorie zou je dit kunnen doen. Al denk ik dat het veel van deze zieke mensen, kanker-, MS-  en andere patiënten, het dikwijls aan de fysieke kracht, moed en financiële middelen ontbreekt om dit te doen.

Tegelijkertijd denk ik niet dat het nu opportuun zou zijn om dit te doen. Ik meen begrepen te hebben dat er momenteel een werkgroep op het kabinet van Onkelinx bezig is om daar een voorstel rond te formuleren. Nu is dit kabinet overgenomen door Maggie De Block we zullen zien wat ze ermee doet.

Vandaag is het zo dat wanneer je als Belg je arts weet te overtuigen om medicinale cannabis voor te schrijven je het in een Nederlandse apotheek kan gaan halen. Dit is natuurlijk bijzonder lastig wanneer je doodziek bent. Toch denk ik dat men vroeg of laat een systeem op poten zal zetten om medische cannabis te gebruiken. Het is dan zaak om te leren van de beste medicinale marihuana modellen. Want er zijn ook staten in de VS die het medische cannabisbeleid zo laks regelen dat je eigenlijk een schaduwsysteem krijgt voor recreatief gebruik. Persoonlijk vind ik dat we die twee werelden moet gescheiden houden. De ene gebruikt het voor te high te zijn, om te lachen, te ontspannen, aan introspectie te doen. De andere gebruikt het duidelijk niet voor deze redenen maar om misselijkheid te bestrijden, bij spasmen, tegen pijnen enzovoort.

Ook bij het medische gebruik van de cannabis zien een enorme vooruitgang. We komen uit een tijdperk waar nergens de medicinale eigenschappen van cannabis werden erkend. Tegenwoordig zien we een positieve evolutie omtrent medicinale cannabis in Israël, Canada, Nederland, drieëntwintig staten in de VS. Op deze plaatsen worden er volop studies met medicinale cannabis gedaan en medische programma’s opgesteld. Andere landen kunnen veel van deze studies leren en zodoende medische vooruitgang boeken.

Het wetenschappelijke bewijs voor de symptomatische bestrijding van bepaalde ziekten wordt ook niet meer tegengesproken. Bovendien denken vele onderzoekers dat cannabis nog vele medische geheimen heeft en dat er dus nog potentieel inzit.

De medische wereld moet openstaan voor medicinale cannabis en de patiënten zo goed mogelijk begeleiden. Uiteraard moet dit goed gereguleerd worden zodoende dat patiënten er makkelijk en tegen betaalbare prijzen aangeraken.

Binnenkort zal ik tevens een onderzoek starten om het medicinaal gebruik van cannabis in België in kaart te brengen. Hoeveel mensen doen dit al? Voor welke ziekten? Hoe komen ze eraan? Bestaan er gerechtelijke precedenten? Binnen twee à drie jaar hoop ik hier een beter beeld over te hebben.

Dewals: Wanneer deze patiënten vandaag naar een Nederlandse apotheek gaan om zich te bevoorraden mogen ze geen medicinale cannabis invoeren want dan worden ze een crimineel. Mogen ze dit in hun privésfeer wel hebben en consumeren?

Als dit niet meer dan 3 gram is kan men dit niet als prioritair beschouwen. Dit zal ook voorwerp van mijn komend onderzoek vormen. Ik zou mensen die echt op gegronde medische basis medische cannabis gebruiken aanraden om hun doktersvoorschriften bij te houden of er een kopie van te nemen. Als ze voor een rechtbank worden gebracht of zelf het initiatief nemen hoop ik dat ze een arts hebben die voor een rechtbank wil komen getuigen dat hij zo een voorschrift heeft geschreven op basis van de wetenschappelijke literatuur. Wanneer je zo een rechtszaak goed voorbereidt met een goed geïnformeerde advocaat die kan verwijzen naar de wetenschappelijke literatuur waar bepaalde dingen onomstotelijke vaststaan dan denk ik toch dat een patiënt in die omstandigheden niet kan veroordeeld worden. Maar goed dat is mijn rechtvaardigheidsgevoel dat spreekt ik kan geen gerechtelijke voorspellingen maken.

Dewals: Cannabis zou voor de foute redenen kunnen gelegaliseerd worden, namelijk economische redenen. Ik lees nu al berichtgevingen waarin gesuggereerd wordt dat Monsanto mee het cannabisbeleid van Uruguay gaat uitstippelen. Of dat Monsanto de cannabis aan Uruguay gaat leveren. Wat zijn uw indrukken hierover?

Professor Decorte: Dit zou kunnen. Daarom dat ik pleit voor een cannabisbeleid zonder commercialisering.  Het Nederlandse beleid betreffende medicinale cannabis is daarvan een goed voorbeeld. De Nederlandse overheid stelt daarbij één bedrijf aan dat de exacte hoeveelheid medicinale cannabis moet leveren. De overheid behoudt hierbij het monopolie. Zij duidt aan wie de cannabis produceert, hoeveel er geproduceerd wordt en langs welke verkooppunten tegen welke prijs er verkocht wordt.

Een andere piste zijn de Cannabis Social Clubs. Het coöperatieve model van de vzw, vereniging zonder winstoogmerk, waarbij je een maximum van 250 leden handhaaft. Zodoende kan het niet tot een groot bedrijf uitgroeien.

Door cannabis toe te laten  creëer je bepaalde kanalen waar mensen gereglementeerde cannabis kunnen aanschaffen. Maar langs de andere kant neem je winstprikkel weg. Indien je dit niet doet, trek je de Monsanto’s , Philip Morrissen en British Tobacco’s van deze wereld aan. Volgens mij staan ze al klaar om de marihuanasigaretten te produceren. Daar moet je als overheid je rug durven tegen te rechten. We moeten een nieuw cannabisbeleid dus zeer goed bestuderen alvorens te implementeren.

Vanuit Washington en Colorado weten we nu al dat er best maar enkele soorten marihuana, met verschillende percentages THC te koop moeten gesteld worden. Vooral hebben we geleerd dat de afgeleide producten, de zogenaamde cannabissnoepjes en -drankjes, er tussen uit moeten.

Dit is deel twee van het interview met professor Decorte. Deel één vindt u hier .

Ik schreef dit interview om het debat over cannabis in Europa te voeren. Tegelijkertijd ijver ik als lid van Weed Like to Talk om cannabis in Europa te reguleren. We hebben een Europees burgerinitiatief bij de Europese Commissie ingediend. We hebben 1.000.000 Europese handtekeningen nodig zodat ons initiatief door de Europese Commissie onderzocht wordt. Ik vraag u dan ook om ons initiatief te steunen door het te tekenen en te delen. Dit kan via onderstaande link. Bezoek ons ook op facebook via Weed like to talk – Belgium.

https://clicknsign.eu/nl/projects/93/cannabis-gebruiken-een-misdaad-behalve-als-1-miljoen-europeanen-dit-wetvoorstel-tekenen

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!