Politiezorg vraagt verschillende invalshoeken:
Harde repressie voor terroristen (aangestuurd door federale politie en veiligheidsdiensten, vaak ook op basis van plaatselijk verkregen informatie via de politiezones).
Wederzijds respect bevorderen in de samenleving via de wijkpolitie (verenigd in 1 of 6 Brusselse politiezones, als het maar gebeurt) op basis van een samenwerking met alle plaatselijke actoren.
Gaat Minister Jambon “Molenbeek opkuisen” of met zijn federale politie de terroristen die in en rond Molenbeek samenhokken effectief neutraliseren? In Molenbeek zoals vandaag ook de Saint-Deniswijk een aantrekkingspool is geworden in Parijs (onder één prefectuur).
Als de Korpschef van de Politiezone Brussel-West aan gewezen Veiligheidsadviseur BiZa Brice De Ruyver durft te verklaren dat hij er niet in slaagt nabijheidspolitie georganiseerd te krijgen, dan verdient zijn politie geen federale subsidiëring. Dit is met name de basiszorg binnen een geïntegreerde politie. Hij moet in het Zonaal VeiligheidsPlan kunnen aantonen hoe de samenwerking met alle plaatselijke actoren wordt gerealiseerd en dat de samenstelling van zijn korps representatief is voor de bevolking waarvoor zij ten dienste staat ! Dezelfde vaststelling werd reeds vorig jaar gedaan in een rapport van Comité P, het orgaan dat onze politiediensten controleert.
Bovendien moet dit Zonaal Veiligheidsplan sedert 2014 afgestemd zijn op het nieuwe Gewestelijk Veiligheidsplan.
Politiezorg gaat niet over het ego van politici, wel over de manier waarop de politiek (beleidsmatig) en de professionelen (op het terrein) de sociale cohesie bevorderen en veiligheid garanderen.