Nieuws, Cultuur, Antwerpen, Hermen J.Claeys, Poëzieprijs, Rik Dereeper -

Poëzieprijs Herman J.Claeys – ‘Crapuul’ haalt het

De winnaar van de poëzieprijs Herman.J.Claeys 2011 is bekend. Hij werd op donderdag 12 mei uitgereikt tijdens een druk bijgewoonde receptie in de boekhandel De Groene Waterman in Antwerpen.

vrijdag 13 mei 2011 20:06
Spread the love

Dichter op de barricades

De filoloog, dichter, romancier en vertaler Herman J.Claeys (1935-2009) overleed op 29 december 2009 aan kanker. Voor Herman waren het leven, de poëzie, de kunst en linkse actie één. ‘Met luide stem’ bracht hij zijn gedichten op betogingen, aan fabriekspoorten, op podia tijdens manifestaties van armen zoals Het Meisje met de Zwavelstokjes in de Scheldestad.

Herman J.Claeys werd geboren in Brugge, studeerde in Leuven, leefde intens in Brussel en Antwerpen en had talloze contacten in Nederland. Hij speelde in de zestiger jaren een belangrijke rol met Revo en Provo. Was in Brussel de vader van De Dolle Mol en in Antwerpen van De Muzeval. Ook in de decennia na de ‘golden sixties’ stond hij op de barricades.

De voorzitter van de jury van de poëzie prijs, Henri-Floris Jespers, sprak op 13 januari 2010 een indringende grafrede uit voor de overleden dichter / activist. Henri-Floris is een vaste waarde in de literaire wereld, kleinzoon van de expressionistische schilder Floris Jespers.  Hij zei: ‘Begraven kom ik Herman, niet hem prijzen…’ (1)

Met luide stem

Herman was een libertaire atheïst die groot belang hechtte aan het op geen enkele wijze gecensureerde vrije woord. De individuele vrijheid stond voor hem voorop, als deel van een collectieve verantwoordelijkheid.

Hij was een kind van de Verlichting, niet van de dogma’s. De ‘gedachten politie’ was zijn definitie van de oprukkende Big Brother. De flikken kenden het adres van deze vreedzame man die ‘gevaarlijk’ was door zijn literatuur. ‘Dood is dood !’, zei Herman. Vergeet een ‘hiernamaals’. Zijn ‘luide stem’ blijft echter klinken.

De eerste poëzie prijs ter ere aan hem draagt trots als moto : ‘Ni Dieu, Ni maître – Noch God, noch gebod’. Hij wordt ingericht door Pipelines vzw / De Muzeval, een door Herman opgericht poëzie forum dat meer dan tien jaar actief is en nu  als vaste stek Den Hopsack heeft, nabij de Grote Markt. (2)

‘Ni Dieu, ni Maître’

De jury deed haar werk in alle ernst en kwam verschillende keren bij mekaar. Er waren een honderdtal inzendingen van vijfenvijftig dichters. Een prijs uitreiken, een volgorde bepalen is steeds onrechtvaardig. De jury hield zich aan het deelname reglement, maar dat kon geen bureaucratische voorwaarde zijn. Na verschillende overleg rondes bleef er een lijstje met zeven inzendingen over.

De meningen weifelden tussen hen die het engagement als doorslaggevende factor zagen en zij die de literaire, taalkundige kwaliteit voorop stelden. ‘Ni Dieu, ni Maïtre…’. Het rebelse, het afwijkende van de normen en waarden dat Herman J.Claeys tekende zou mede de doorslag geven in de waarde beoordeling.

Henri-Floris Jespers zei : ‘Er werd niet gestemd, we vonden een concensus. We dachten na over de literaire kwaliteit en de ‘geest’ die rond het werk van Herman hangt. Het maatschappelijk engagement. We zagen veel goede kwaliteit’.

Tuig van de richel…

De laureaat werd een dichter die met als vorm een bijna klassiek ‘klein-gedicht’ instuurde, kort,krachtig, rebels. Wat pamfletair, provocerend, een ironisch doordenkertje met een nauwelijks verhulde sympathie voor ‘het tuig van de richel’. ‘Cool’, verdwaald in een hen bevreemdende maatschappij. ‘Hangjongeren’, relletjes op ‘de Turnhoutsebaan’, de flikken provoceren in recreatieparken, het klootjesvolk  pesten,… Het is van alle tijden, herkenbaar voor de Provo generatie van Herman.

Als eerste kwam uit de bus Rik Dereeper met ‘Crapuultjes Club’. Een in kwatrijnen weergegeven, vormvast gedicht. Een statement.

Crapuultjes Club

We schoppen tegen ordediensten keet

en voelen ons in bendes beresterk.
Elk clublid brult van shit en lik mijn reet.
Luid scheldend op scheids is weekendwerk.

In groep ontbloten wij de goorste mop,
zo lachend schudt aan elke lel een ring.
Tattoos versieren ons van teen tot top:
een hartje, draken, + ,een meid in string.

We lopen meer gespierd dan gemanierd
wanneer je ons in steegjes feestend ziet;
van car- tot bikejacking moet ferm gevierd.
Getoeter, bellend ! Cooler kan het niet.

Na zorgvuldige afweging kwam de jury bij concensus tot volgende rangschikking :

1 – Crapuultjes Club door Rik Dereeper
2 – Uitvaart door Erik Van den Abbeele
3 – Beeldenstorm door An Van Dessel

Vier gedichten krijgen een vermelding :

Ademzucht voor Gustav aan Alma Mahler door Joris Iven

Hou ze dom en doellos door Bert Deben
La vie d’un ogre door Hendrik Carette
Ze komen om adem door Ann Van Dessel

Literaire gangster en moordenaar…

Jury lid Jef Meert van de uitgeverij Loempia – die de Urbanusstrips op de markt brengt en Herman J.Caeys goed kende – wees er op dat Herman niet slechts de ‘contestant van de contestantie’ was, eeuwig in verzet, maar ook een taalkundige en polemist die ondermeer de romancier Maurice Roelants (1895-1966) – dood geknuffeld om zijn ‘zuivere taal’ – tot wanhoop dreef door die ‘zuivere taal’ als vals te onthullen.

Het leverde Herman in Gazet van Antwerpen de beschuldiging ‘literaire moordenaar’ op. In De Standaard heette het ‘literaire gangster’. Het was de periode van het tijdschrift ‘Heibel’ (1965-1974)  toen Louis Paul Boon door de Vlaamse élite aangeraden werd opnieuw gevels te gaan schilderen. Hij ‘schilderde’ als antwoord de pornografische novelle ‘Mieke Maaikes obscene jeugd’…

Stadsdichter eert Herman J.Claeys

Herman wou dat zijn poëzie gekalkt, uitgeschreeuwd, voorgedragen werd. Tijdens de kunstmanifestatie Black Box ’91 bracht hij een honderden meter lang ‘Wandelgedicht’ op de Antwerpse waterkeringsmuur aan. Stadsdichter Peter Holvoet-Hanssen organiseert nu een drie km lang ‘Kaaiengedicht’ op die muur. Vrezend dat de intellectuele eigenaar van die idee – Herman J.Claeys – over het hoofd gezien werd ter meerdere glorie van de politieke baronnen in het stadhuis, polemiseerden we met Peter.(3)

De stadsdichter zei op de receptie van af het podium dat het werk van Herman gerespecteerd wordt en kunst, poëzie vrij moet zijn van politieke manipulatie. Dichters moeten zich wapenen tegen recuperatie en censuur. De restanten van Herman’s ‘Wandelgedicht’ worden niet overschilderd, maar ‘gerestaureerd’. Peter Holvoet-Hanssen kreeg een daverend applaus. Herman J.Claeys blijft ook na zijn dood voor provocatie en creativiteit zorgen. Zo is het goed.

1 – ‘Grafrede voor Herman J.Claeys’  www.mededelingen.over-blog.com

2 –  ‘Poëzie in de Muzeval’  www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/04/07/po-zie-in-de-muzeval

3 –  ‘Plagiaat ?’  www.dewereldmorgen.be/blog/koen-calliauw/2011/04/18/plagiaat-antwerpse-stadsdichter

 

take down
the paywall
steun ons nu!