Analyse -

Podemos: hoe de Spaanse politiek van onderuit met kracht veroverd wordt

Een paar vraagjes betreffende het, politiek gezien, eigenaardige fenomeen dat nu de polls in Spanje leidt. Wie zijn ze toch, die van Podemos? En zijn ze echt sterk genoeg om voor een krachtige verandering te kunnen zorgen?

woensdag 7 januari 2015 10:49
Spread the love

In
april 2013 nodigde de extreemrechtse Spaanse televisiezender
Intereconomía een ietwat eigenaardige gast uit voor hun primetime
talkshow: een jonge, jezusachtiguitziende universiteitsprofessor met
ondubbelzinnige linkse achtergrond die Pablo Iglesias bleek te heten,
toevallig net zoals de grondlegger van de Spaanse Socialistische
Arbeiderspartij. Hun doel was hem in een hoek te drijven om hem zo
als afschrikwekkend voorbeeld te presenteren van hoe een verouderd en
verslagen links verleden eruitzag. Iglesias echter diende hen van
repliek op een beleefde, maar vooral zelfverzekerde toon, die zowel
de jongere generaties aansprak die politiek gevormd waren door de
Indignados-beweging, als de oudere generaties die Spanjes transitie
van dictatuur naar constitutionele monarchie hadden meegemaakt.

Gedurende
de maanden die op dit debat volgden, slaagden Iglesias en zijn team
van academici en activisten die hem steunden erin om deze kans op een
spreekbuis naar het brede publiek optimaal te benutten en zo de
boodschap van de sociale bewegingen en vooral die van de mensen die
jarenlang aan hun lot werden overgelaten door de zuinige neoliberalistische
politiek de mainstream media in te katapulteren. Kort nadat
ze toegang hadden verkregen tot de reguliere media, vormden ze de
politieke partij Podemos (‘We kunnen’) en zetten zo in gang wat,
zoals de polls nu aantonen, kan gezien worden als een greep naar controle over de
Spaanse regering waarmee men rekening dient te houden.

Omdat
het een proces is dat ik al jaren van heel dichtbij volg, krijg ik nu
van heel wat onafhankelijke mediamensen, academici en activisten de
vraag hoe dit alles mogelijk is en wat de gevolgen ervan
zullen zijn in het politieke landschap. In dit artikel probeer ik een
antwoord te formuleren op een aantal vragen die ik krijg van mensen
die actief strijden voor een echte democratie.

Wie
zijn Podemos? Wie zijn haar leiders? Is dit weer een van die typische
linkse partijtjes?

Podemos
is een nieuwe politieke partij die de kop opstak aan het begin van
2014, oorspronkelijk als een alliantie tussen het trotskistische
Izquierda Anticapitalista en een groep academische buitenstaanders met
activistische achtergrond die erin geslaagd waren een levendige
gemeenschap uit te bouwen na deelname aan de voor het publiek
toegankelijke televisietalkshow La Tuerka (‘De schroef’). Wanneer
ik de tweede groep als buitenstaanders omschrijf, dan bedoel ik niet
dat hun academische bijdragen excentriek of van weinig kwalitatieve
waarde zouden zijn. Integendeel, zij zijn het soort academici die
niet passen in het keurslijf van de zogeheten Bologna-hervormingen
binnen het Europese hogeronderwijssysteem, waar men de voorkeur geeft
aan hooggespecialiseerde technische “experten” en empirisch
onderzoek, en waar men uiterst vijandig staat tegenover een bredere,
theoretische en discursievere aanpak. Deze academici zijn vandaag de bekendste gezichten binnen de partij vanwege hun fantastische
communicatieve vaardigheden en hun contacten in de
reguliere media.

Onlangs
hield Podemos verkiezingen voor haar Burgergemeenteraad, haar echte
leiding. Meer dan 100.000 mensen namen deel aan deze verkiezingen via
een online verkiezing. Het team samengesteld door Pablo Iglesias won
met een overweldigende meerderheid van de stemmen. Het bestaat uit
een interessante mengeling van academici, activisten en een paar
voormalige politici. Zo is er Juan
Carlos Monedero
. Hij werkte als adviseur voor Hugo Chavéz tijdens de periode van 2005
tot 2010 en hij adviseerde ook Gaspar Llamazares van de Spaanse
Verenigd Linkse Partij. Íñigo
Errejón

is een heel jonge en veelbelovende politieke wetenschapper die
onderzoek deed in Bolivië en Venezuela, maar daarvoor was hij een
van de grondleggers van Juventud
Sin Futuro
(Jongeren
zonder toekomst), een beweging die een belangrijke rol heeft gespeeld
als speerpunt voor de Indignados. Andere activisten die voortkomen
uit Juventud
Sin Futuro
zijn
Rita
Maestre en Sarah Bienzobas. Rafa Mayoral en Jaume Asens hebben als
advocaten gewerkt voor Plataforma
de Afectados por la Hipoteca

(PAH), het zeer succesvolle Platform voor Burgerlijke Ongehoorzaamheid
voor Degelijke Huisvesting. En Raimundo Viejo en Jorge Moruno zijn
prominente intellectuelen geassocieerd met autonoom links.

Of
Podemos nu wel of niet moet beschouwd worden als een typisch linkse
partij, hangt af van haar evolutie. Duidelijk is dat ze niet de
retorische en esthetische bagage van marginaal links en groen – die
in de huidige Europese parlementsgangen het behang uitmaken – zal
overnemen. En in tegenstelling tot SYRIZA bestond Podemos nog niet
voor de golf van protesten die 2011 overspoelde; ze zijn ontstaan uit
een diagnose opgesteld uit het discours en de eisen van het
middenveld. Veel van wat Podemos zo effectief maakt in het post-2011
politieke landschap is haar vermogen tot luisteren naar het
middenveld. De traditionele, Spaanse
politieke partijen waren echter vooral bezig met preken tot diezelfde
bewegingen. Maar toch, terwijl de tijd vooruitgaat en de steun voor
de partij groeit, dreigt Podemos minder en minder aan de verleiding
te kunnen weerstaan om ook toe te geven aan de formele institutionele
structuren die zo eigen zijn aan de Spaanse staat. Dat zijn natuurlijk de
structuren die vandaag bestaan. Of deze institutionele logheid kan
overwonnen worden, hangt voor een groot deel af van de mate waarin de
fundamenten van de partij al dan niet sterk genoeg blijken te zijn om
de spankracht die haar leiding nu bij elkaar houdt te blijven dragen
en of ze garant kan blijven staan voor haar zin voor
verantwoordelijkheid.

Hoe
komt het dat Podemos zo explosief de scène kwam binnenstormen?

Podemos
kwam zo hard de politieke scène binnenvallen, omdat ze beter dan wie
ook het klimaat begrepen dat ontstaan was in de nasleep van de
2011-protesten, veel beter dan eender welke andere politieke actor.
Neem de rol van de sociale netwerken die cruciaal bleek
te zijn in het samenbrengen van al die bewegingen. Die rol was echt
uiterst belangrijk, maar heel wat mensen en politieke organisaties
zagen dit abusievelijk aan als steun voor een technopolitieke,
gedecentraliseerde peer-to-peer-ideologie. Bij Podemos echter, denk
ik, zagen ze de sociale netwerken als een laboratorium voor
argumentatief discours van waaruit een gemeenschappelijk verhaal kon
worden opgebouwd en versterkt dat ze dan daarna in de politieke arena
konden werpen om zo de impact ervan maximaal te kunnen vergroten. Om
het bot te zeggen: ze lieten zich niet in slaap wiegen met wat memes
en vind-ik-leukjes en lange discussieslierten. Ze wilden met die
discussies de bars, cafés en werklozenrijen afschuimen.

Eigenlijk
kan de sleutel tot het emancipatorisch potentieel van Podemos worden
samengevat in een zin gepopulariseerd door Raimundo Viejo en later in
een lied gegoten door Los Chikos del Maiz, een marxistische rapgroep
die nauw betrokken was bij de opkomst van de partij: El
miedo va a cambiar de bando
. Dit laat zich vertalen als ‘angst gaat van kant veranderen’. Tegenwoordig krijgt deze uitspraak het gezelschap van een andere zin,
namelijk dat de glimlach ook van kant begint te veranderen. Dankzij
deze aanpak zijn ze erin geslaagd de onzekerheid en de angst die het
gevolg waren van instabiliteit, werkloosheid en armoede en dat (door
figuren zoals Nigel Farage, Marine Le Pen en in mindere mate door
Beppe Grillo) werd geprojecteerd op immigranten, te kantelen naar
wat zij la
casta
(de
kaste) noemden, wat eigenlijk gewoon de heersende klasse is. En ze
hebben dit gedaan terwijl ze tegelijkertijd gevoelens zoals hoop en
vreugde ‘bezetten’, om in het Occupy-jargon
te blijven.

Wie
steunt Podemos? Welk deel van de bevolking denkt erover om op hen te
stemmen?

In
de meeste van de rapporten die ik heb gezien of gelezen in het Engels
wordt Podemos beschreven als een soort uitgroeisel van de
Indignados-beweging, in een soort lineaire vooruitgang. Ik denk
dat deze opvatting verkeerd is. Hoewel hun boodschap tot wijd voorbij
hun klassensamenstelling reikte, bestond de Indignados-beweging
voornamelijk uit een relatief jong, universitair geschoold
precariaat. Hun nadruk op directe actie en traag, horizontaal overleg
introduceerde een soort selectiemechanisme in de eigenlijke
deelname van de beweging, waarbij mensen die minder bedreven waren in
de cultuur van radicale politiek, die minder tijd doorbrachten in
algemene vergaderingen, die zich niet helemaal op hun gemak voelden
om in het openbaar te spreken, die niet echt geïnteresseerd waren om
nieuwe internettools onder de knie te krijgen en die niet bereid
waren om de risico’s gepaard met burgerlijke ongehoorzaamheid erbij
te nemen, mettertijd werden weggefilterd.

Podemos
daarentegen garandeert, dankzij haar toegang tot de televisiekanalen,
contact met een ouder publiek, wat heel belangrijk is in een land
zoals Spanje, met zijn vergrijsde bevolking en jaren van lage
vruchtbaarheid. En het soort participatie dat Podemos mogelijk
maakt (stembussen en smartphone-applicaties) zijn
gemakkelijk aan te leren, minder tijdrovend en vragen minder risico’s
dan de meer op autonomie gerichte politiek van de Indignados. Daarom
net dat Podemos een massa aantrekt die demografisch een veel groter
segment van de kansarme arbeidersklasse en oudere bevolking omvat,
als aanvulling bij de heel sterke, universitair geschoolde jongeren.

Ook
de ideologische samenstelling van de mensen die Podemos steunen, is
een interessant gegeven. Terwijl het grootste deel van de steun die
ze krijgen van mensen komt die vroeger voor de centrumlinkse
‘socialistische’ partij stemden, komt bijna een derde van de
steun vandaag van mensen die tevoren niet gingen stemmen, hun
stembiljet ongeldig maakten of zelfs voor de rechtse Populistische
Partij stemden. Daarbij komt nog dat Podemos openlijk de
standaard ‘links/rechts’-verdeling verwerpt, die de Westerse
politiek sinds jaren karakteriseert. Enquêtes tonen aan dat hun
kiezers zichzelf over het algemeen gewoon als links beschouwen, het
is te zeggen, noch centrumlinks noch extreem links. Alles bij elkaar
genomen kan dit suggereren dat ze bij Podemos op een soort
onaangeroerd, links gedachtegoed zijn gestoten, of dat ze misschien
wel gezorgd hebben in Spanje voor een herdefiniëring van wat het
betekent voor mensen om zichzelf als ‘links’ te omschrijven.

Hoe
staat Podemos in relatie tot de grassrootsbewegingen?

De
verstandhouding tussen Podemos en de grassrootsbewegingen is niet
simpel om uit te leggen. In tegenstelling tot de traditionele
partijen en de reguliere media hebben sommige mensen – actief in de
grassroots- en de sociale bewegingen – zich best kritisch
opgesteld ten aanzien van Podemos. Hier bestaan heel wat redenen
voor, en ik denk dat het een probleem is dat heel wat meer reflectie vereist dan wat ik hier kan aanbieden. Dit vat mijn mening
hieromtrent op dit moment meteen aardig samen. Maar in haar essentie
maakt Podemos deel uit van een groeiende ergernis over een
institutioneel ‘glazen plafond’ waartegen de sociale bewegingen
blijven botsen terwijl ze er maar niet in slagen om het aan diggelen
te slaan. Deze ergernis is niet enkel zichtbaar geworden met de
doorbraak van Podemos, maar ook met de komst van gemeentelijke
platformen bedoeld om buitenstaanders, gemeenschapsorganisaties en
activisten aan te trekken voor radicaal democratische kandidaturen.
In deze context worden mensen van sociale bewegingen meestal
opgesplitst in hen die dat soort participatie voorstaan en hen die radicalisering van niet-institutionele actie prefereren.

De
voornaamste kritiek die ik zie komen vanuit de tweede groep is dat
Podemos “vanuit de top is gestart en niet vanuit de bodem”. Ik ben het daar niet mee eens. Een lokale tv-show met een haast komisch laag budget en
een Facebookpagina zijn niet iets wat ik als ‘hoog’ zou
bestempelen in de neoliberale keten van eisen. Wat Podemos heeft
gedaan is heel snel van onderuit groeien, en terwijl ze dat gedaan
hebben, moesten ze ook meteen weten om te gaan met de institutionele
logheid en de autonomie van hun eigen organisatie. En hier denk ik
dat we de kritiek die komt vanuit het middenveld wel degelijk serieus
moeten nemen.

Terwijl
Podemos aanvankelijk haar geloofwaardigheid, structuur (de Círculos
die
ze startten in verschillende steden werden in feite gezien als lokale
vergaderingen in eigen beheer) en eisen (een door burgers geleide herstructurering van de schulden, een universeel basisinkomen,
betaalbare volkshuisvesting, een einde aan de soberheidspolitiek,
enz.) bij het middenveld haalde, was het hun intentie altijd om
mensen te betrekken van buiten
die sociale bewegingen. Ze zijn daar ruimschoots in geslaagd en het
blijkt dat de wereld buiten die sociale bewegingen enorm groot is. En
ondanks het feit dat ze akkoord gaan met de eisen van de sociale
bewegingen, lijkt de wereld veel minder interesse te hebben voor de
methodologie van dat middenveld dan dat die bewegingen zelf zouden
willen. Dit is enorm frustrerend, want het confronteert ons met onze
eigen marginaliteit. Het komt ook niet als een verrassing, want als
mensen die geen activisten zijn evenveel geïnteresseerd in onze
methodologie zouden zijn als in onze boodschap, dan zouden er
waarschijnlijk heel wat meer activisten zijn.

Het
belangrijkste voorbeeld van deze spanning zijn de interne
verkiezingen. Tot nu toe hebben de lijsten van Iglesias systematisch
gewonnen met steun die tot bijna 90% opliep, en vele mensen die een
invloed hebben gehad op de vorming van het discours binnen het
middenveld (en zelfs op die van Podemos zelf) worden meer en meer
uitgesloten van de besluitvorming, omdat ze niet op die lijsten
staan. Eens daarbuiten ontdekten ze hoe weinig invloed de sociale
netwerken en de Círculos
eigenlijk
hebben, niet enkel in relatie tot die van de leden die op tv
verschijnen, maar ook op de mensen die niet actief betrokken zijn bij
de Círculos,
maar die
zich nog steeds genoeg betrokken voelen bij Podemos om voor hen te
stemmen tijdens hun verkiezingen. Tot nu toe heeft dit geleid tot
enkele interne verwijten van autoritarisme,
wat ik misplaatst vind
en naast de kwestie. Ik denk dat het echte probleem er vooral in ligt
dat mensen – in het huidige klimaat dat er heerst – sneller dan
we vermoeden bereid zijn om hun verantwoordelijkheid te delegeren,
toch zolang tot ze kunnen stemmen op specifieke thema’s die hun
dagelijkse leven beïnvloeden.

Tezelfdertijd
hangt deze neiging om te delegeren voor een groot deel af van de
geloofwaardigheid van en het vertrouwen dat mensen in Podemos hebben,
wat grotendeels opgebouwd werd dankzij hun relatie met de straat. Dus
denk ik dat de invloed die het middenveld heeft op Podemos zal
afhangen van hun vermogen om zich te engageren in straatpolitiek. Op
zo’n manier dat ze enerzijds tegemoet zullen moeten komen aan de
noden van mensen die op straat werden gezet en anderzijds
het publieke discours moeten vormen waardoor Podemos zichzelf moet positioneren. Een voorbeeld zou het PAH kunnen
zijn. Podemos kan niet te veel toegeven op hun eisen over
fatsoenlijke huisvesting want iedereen kent hun eisen en gaat ermee
akkoord. Moest Podemos te veel toegeven van hun eisen, dan zou PAH
gemakkelijk tegen hen kunnen mobiliseren of gewoonweg een geweldig
harde persverklaring kunnen uitbrengen waarbij hun geloofwaardigheid
serieus op de helling zou worden gezet.

In
welke richting denk jij dat dit zal gaan? Zou Podemos echt de
verkiezingen kunnen winnen?

Ik
denk dat dit Spanje en Europa zoals we het kennen zonder meer gaat
veranderen. Polls wijzen uit dat Podemos echt kans maakt om de partij
met de meeste stemmen te worden. Sommigen tonen aan dat het reeds de
meest gesteunde partij is en Pablo Iglesias is zonder twijfel de
populairste politicus in Spanje. Als Podemos zou winnen, dan zullen
naar alle waarschijnlijkheid de Populistische Partij en de
‘socialisten’ proberen om een nationale regering te vormen, gecentreerd rond het garanderen van orde, het veranderen van een paar
schoonheidsfoutjes in de grondwet en het saboteren van elke kans voor
Podemos om hen ooit te verslaan. Zoals we er nu voorstaan, doet de
gevestigde orde alles wat in haar macht ligt om hen in diskrediet te
brengen: hen met terroristische organisaties associëren, hun
woordvoerders beschuldigen van wangedrag gebaseerd op niks, nieuwe
verhalen verzinnen. De angst is echt van kant veranderd, en het is
duidelijk dat het nu het establishment is dat angstig is.

Daarom denk ik dat het heel belangrijk is voor het middenveld,
en voor Podemos zelf, om na te denken over dat wat gaande is als over
een soort politieke eigenaardigheid. Dit is niet Obama die de
Democraten het Witte Huis binnenloodst. Het gaat hier om een groep
mensen die tijdens hun actieve strijd tegen het neoliberalisme erin
geslaagd zijn een populistisch moment, dat plaatsvond terwijl er een
economische crisis woedde, om te zetten in hoop op een betere
democratie en het einde van een neoliberaal bezuinigingsbeleid. Alleen al in
Spanje zou het opblazen van deze kans een gigantische stap
achteruit zijn in de emancipatorische politiek en het begin van
een nieuwe, lange reis doorheen de woestijn.

Carlos
Delclos is
een socioloog, onderzoeker en redacteur voor
ROAR
Magazine
.
Momenteel werkt hij samen met de Health Inequalities Research Group
aan de Pompeu Fabra Universiteit en het Barcelona Institute of
Metropolitan and Regional Studies aan de Autonome Universiteit van
Barcelona. Vertaling door Sarah Wagemans.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!