De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Pleidooi voor een geëngageerde geschiedschrijving
Geschiedenis -

Pleidooi voor een geëngageerde geschiedschrijving

woensdag 4 april 2012 23:35
Spread the love

Met dank aan Bart De Wever kennen historici hun plaats weer. Volgens De Wever (De Standaard, 24 maart 2012) kan wetenschappelijk historisch onderzoek getolereerd worden in een archief, een universiteit en een klaslokaal, maar ze moeten zich niet moeien met politieke debatten – zeker niet als ze wat hij noemt ‘deconstructionistisch’ te werk gaan. In de publieke ruimte hebben we immers nood aan gedeelde verhalen, aldus De Wever, als fundament van een collectieve identiteit en  gedeelde waarden en normen. Karel De Gucht antwoordt tot op zekere hoogte terecht (De Standaard, 31 maart 2012) dat De Wever een artificieel en perfide onderscheid maakt tussen een ideologie die je kan kiezen (het liberalisme, de sociaal-democratie etc.) en een ideologie waar je blijkbaar mee geboren wordt (het Vlaams-nationalisme, dat uitdrukking geeft aan Vlaanderen als ‘een door het verleden opgeleverde gemeenschap’), maar hij lijkt de rol van historici dan weer te koppelen aan objectiviteit, waarmee een betrokken, maatschappijkritische geschiedschrijving eveneens uitgesloten lijkt.
Staan historici inderdaad voor de keuze tussen enerzijds ‘de pretentie van objectiviteit’ (en dus een streven naar neutraliteit) en anderzijds het meewerken aan het construeren van verhalen in functie van bepaalde politieke idealen? Historici hebben het in het verleden zelf inderdaad vaak op deze manier voorgesteld, maar de meeste van mijn collega’s claimen al lang niet meer dat hun verhalen  ‘objectief’ zijn. Ze zijn integendeel doordrongen van het besef dat zij zelf ook verhalen schrijven. Aangezien er geen plaats bestaat buiten de geschiedenis (of buiten de bestaande verhalen, zo je wil) van waaruit je neutraal op de geschiedenis kan terugkijken is elke analyse bij voorbaat gekleurd. Zelfs als je je als historicus daarvan bewust bent, ontsnap je niet aan de wetenschap dat je in het ordenen van feiten en argumenten terugvalt op narratieve structuren, scripts en topoi die bovendien cultureel bepaald zijn. Dit wordt vandaag aan elke eerstejaarsstudent geschiedenis zo geleerd. Tegelijk ben je echter voortdurend bezig met het bekritiseren en herzien van bestaande verhalen, waaronder uiteraard het verhaal van de Vlaamse identiteit als onvermijdelijk eindpunt van de geschiedenis. Hoewel er inderdaad historici bestaan die hun wetenschappelijke activiteiten weten te verzoenen met Vlaams-nationalistische sympathieën, heeft Bart De Wever in mijn ogen terecht schrik van de opinies van historici. Als je nog maar een beetje streeft naar een meer objectieve benadering van het verleden, kan je niet anders dan het verhaal van het Vlaams-nationalisme ‘deconstrueren’.
De consequentie blijft natuurlijk dat je je als historicus toont als politiek subject. Dat is ook goed. Historici moeten dat in mijn ogen meer doen. Het is perfect mogelijk een wetenschappelijke attitude te verzoenen met een maatschappelijk engagement. Om te beginnen kan je ernaar streven een ‘beter’ of ‘correcter’ verhaal te vertellen. Om in de Vlaamse sfeer te blijven: je kan als historicus heel eenvoudig beschrijven dat het Vlaanderen zoals we dat vandaag kennen en zoals dat door de Wever en de zijnen verder in de toekomst wordt geprojecteerd het resultaat is van enerzijds historische toevalligheden en anderzijds politieke keuzes, en dus geenszins een onvermijdelijke historische ontwikkeling. Daarvoor hoef je enkel een aantal historische feiten op een rijtje te zetten. Onvermijdelijk ben je dan echter het bestaande verhaal aan het doorprikken, dus een geschiedschrijving zonder deconstructie lijkt me heel erg contradictorisch. Ik zou daarom zelfs willen pleiten voor méér deconstructie, inclusief de deconstructie van het grote verhaal waar Karel De Gucht in gelooft en dat in grote mate overlapt met het verhaal (of alleszins de politieke positie) van De Wever.
Waar De Wever een nood ziet aan gedeelde waarden en normen, zie ik waarden en normen waar we ons te weinig bewust van zijn. In nagenoeg elk politiek debat wordt vandaag teruggegrepen op een cluster van waarden die door de meeste protagonisten gedeeld worden en die niet vanuit een historisch perspectief worden gerelativeerd. Economische groei en vooruitgang, te verwezenlijken via de vrije markt op basis van hard werk, technologische innovatie en educatie vormen de ingrediënten van elk mainstream politiek programma van het moment. Deze ingrediënten worden steevast als ‘natuurlijk’ en dus onvermijdelijk voorgesteld (en door Wever handig gelinkt aan de Vlaamse zaak), terwijl ze in werkelijkheid natuurlijk het resultaat zijn van context-gebonden en complexe historische ontwikkelingen waarin machtsfactoren aan het werk waren en alternatieve posities het onderspit hebben moeten delven. Het breed gedeelde geloof in de onzichtbare hand, de (exacte) wetenschap en het individu  heeft een geschiedenis, en het schrijven van die geschiedenis heeft (als het goed gebeurt) onvermijdelijk tot gevolg dat ze als ideologische ingrediënten worden ‘gedemystifieerd’ en ‘gedenaturaliseerd’ – dat wil zeggen dat ze worden voorgesteld als wat ze zijn: wetenschappelijke en tegelijk politieke constructen. 
Als historicus ben je daarmee onvermijdelijk betrokken partij. De genoemde waarden en normen zijn in het verleden immers mede gelegitimeerd via de grote breukmomenten die in de Westerse geschiedenis werden aangewezen: de Renaissance (het ontstaan van het autonome en reflexieve individu), de Wetenschappelijke Revolutie (het ontstaan van een objectieve wetenschap), de Industriële Revolutie (het ontstaan van de vrije markt), De Franse Revolutie (de oorsprong van de representatieve democratie) en ga zo maar door. Vandaag zijn de meeste historici doordrongen van het besef dat dit voor een groot deel creaties zijn van de geschiedschrijving zelf, maar de consequenties ervan worden niet altijd onder ogen gezien. Voor mij persoonlijk betekent dit dat de deconstructie zover moet gaan dat ze de rol van de geschiedschrijving in het construeren van de ‘grote verhalen’ zelf bloot legt. Dat is bijvoorbeeld waar postkoloniale denkers zoals Dipesh Chakrabarty en Gurminder Bhambra op aansturen. Zij wijzen erop dat de Westerse dominantie en het Westerse superioriteitsdenken niet alleen fundamenteel verweven is met ons geloof in de vrije markt, het autonome individu en de wetenschap, maar ook fundamenteel ‘historisch’ is. Wat in politieke en vaak ook wetenschappelijke vertogen vorm krijgt is een moderniteitsverhaal, waarbij abstracte concepten zoals markt, individu, burger, democratie en natie worden geüniversaliseerd. Terwijl het in oorsprong stuk voor stuk particuliere en contextgebonden begrippen zijn, die kunnen worden teruggevoerd op politiek-wetenschappelijke posities in de Europese geschiedenis, worden ze als ‘universeel’ en bijgevolg ‘natuurlijk’ voorgesteld. De onvermijdelijke consequentie is dat alternatieve benaderingen worden voorgesteld als ‘achterhaald’, dat wil zeggen ‘achter’ in temporele zin. Dat is het lot van zowel andere culturen (en Franstalig België) als van alternatieve politieke bewegingen. Vandaar mijn pleidooi voor deconstructie. De stem van ‘de ander’ kan pas gehoord worden als de vanzelfsprekendheid van de dominante stemmen wordt in vraag gesteld.
Kortom, wat we nodig hebben is méér geschiedenis in de publieke ruimte, méér debat waarin historici en een historisch perspectief een rol spelen, en méér deconstructie. In mijn ogen kan geëngageerd historisch onderzoek moeilijk anders dan ook het neo-liberale verhaal waarop alle huidige mainstream-ideologieën zich bewust of onbewust beroepen deconstrueren. Niet elke historicus zal hier uiteraard in meegaan, maar welke politieke positie je als historicus zelf ook inneemt, door de bestaande verhalen in vraag te stellen en te ontmaskeren, maak je tegenverhalen mogelijk en creëer je ruimte voor alternatieven. Je staat dan als historicus niet aan de kant, maar aan de kant van degenen die écht aan politiek willen doen, omdat ze buiten het bestaande ideologische kader durven stappen of er alleszins de grenzen van aftasten.

take down
the paywall
steun ons nu!